Het bericht dat sociale werkvoorziening ATEA te Breda verdwijnt en dat dit tot veel onrust leidt |
|
Jasper van Dijk (SP) |
|
Tamara van Ark (staatssecretaris sociale zaken en werkgelegenheid) (VVD) |
|
![]() |
Bent u bekend met het bericht over de onrust bij de ATEA-groep te Breda die voorziet in beschutte en participatieve werkplekken?1 2 Wat is u reactie hierop?
Ik ben bekend met het bericht over de onrust bij de Atea-groep in Breda. Bij veranderingen in organisaties en bij herstructurering in de sw-bedrijven kan sprake zijn van een zekere onrust. Ik begrijp dat mensen die nu werkzaam zijn bij Atea bang zijn hun baan te verliezen. Uiteindelijk gaat het erom dat de mensen die er nu werken ook in de toekomst goed werk kunnen blijven doen. De gemeente Breda heeft aangegeven op zorgvuldige wijze de werkzaamheden voor de medewerkers te garanderen binnen de nieuwe (gemeentelijke) organisatie.
Wat betekent het voor de rechtmatigheid van het tot op heden geformuleerde beleid, dat de gemeente Breda al sinds 1 januari 2015 geen verordening heeft conform artikel 2, derde lid, van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en dat Sociale Werkvoorziening (SW)-geïndiceerden en hun vertegenwoordigers dus niet zijn betrokken bij de uitvoering van deze wet? Welke bestuurlijke en juridische consequenties kan dit hebben?
Artikel 2, derde lid Wsw bepaalt dat de gemeenteraad bij verordening regels opstelt over de wijze waarop de ingezetenen die geïndiceerd zijn of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:
Met dit artikel wordt volgens de memorie van toelichting de gemeentelijke verantwoordelijkheid om vorm te geven aan cliëntparticipatie in de wet verankerd. De memorie van toelichting geeft geen antwoord op de vraag wat de gevolgen zijn als er geen verordening is. Aangegeven wordt dat voor de formulering van het artikel is aangesloten bij de manier waarop in de WWB de cliëntenparticipatie is vormgegeven (TK 2005–2006, 30 673, nr. 3 pagina 18).
Dat de gemeenteraad van Breda eerder geen verordening heeft vastgesteld, heeft naar mijn oordeel geen gevolgen voor de rechtmatigheid van het tot nu toe geformuleerde beleid. Het is niet zo dat de ontwikkeling van Wsw-beleid of de uitvoering daarvan afhankelijk is gesteld van de aanwezigheid van een verordening en inspraak van geïndiceerden of van hun vertegenwoordigers. De in de bepaling opgenomen minimumeisen aan cliëntparticipatie schrijven niet voor dat de betrokken vertegenwoordigers bijvoorbeeld een adviesrecht hebben bij besluitvorming (artikel 2, derde lid, Wsw is in dit opzicht ook beperkter dan artikel 47 Participatiewet dat in onderdeel a het kunnen uitbrengen van advies faciliteert). Het eventuele verbinden van bestuurlijke consequenties aan het ontbreken van de verordening is in eerste instantie vooral de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad.
Erkent u dat de gemeente Breda eerst de inspraak conform artikel 2, derde lid, van de Wsw op orde moet hebben, alvorens over gegaan kan worden tot nieuw beleid en ingrijpende organisatorische veranderingen?
Zie antwoord vraag 2.
Bent u bereid het stadsbestuur – zowel de gemeenteraad als het college van burgemeester en wethouders – erop te wijzen dat nieuw beleid niet aan de orde kan zijn zolang de inspraak conform artikel 2, derde lid, van de Wsw niet is geregeld? Zo nee, waarom niet?
Ik acht het van belang dat de ondernemingsraden van Atea en van de gemeente Breda zijn betrokken bij de huidige ontwikkelingen. De gemeenteraad heeft de aangepaste verordening in december 2018 voor besluitvorming ontvangen. Het is aan de gemeenteraad het college te controleren op een juiste uitvoering.
Is het voorgenomen beleid in Breda wat u betreft in lijn met de recent aangenomen motie-Jasper van Dijk om de toegang tot beschut werk te verruimen? Kunt u uw antwoord toelichten?3
Met het lid Jasper van Dijk ben ik van mening dat het niet wenselijk is als er mensen tussen wal en schip vallen wanneer zij niet in aanmerking komen voor beschut werk, maar ook niet aan de slag komen in een regulier bedrijf. In mijn reactie op de motie van 30 november 2018 heb ik aangegeven dat ik in het najaar van 2019 aan de hand van de resultaten van de evaluatie beschut werk conclusies trek over de doelgroep en over de vraag of de criteria om voor beschut werk in aanmerking te komen al dan niet verruimd moeten worden.
Zijn er meer gemeenten in Nederland die de betrokkenheid van SW-geïndiceerden en hun vertegenwoordigers niet conform de wet hebben georganiseerd en vastgelegd in een verordening? Zo ja, welke zijn dat en wat gaat u hieraan doen?
Ik vind het van belang dat gemeenten de betrokkenheid van sw-geïndiceerden en hun vertegenwoordigers conform de regelgeving hebben georganiseerd. Het is een taak van de gemeenteraad om het college te controleren op dit beleid. Atea en de gemeente hebben de ondernemingsraden geconsulteerd.
Bent u bereid deze vragen voor 10 januari 2019 te beantwoorden, aangezien de Bredase gemeenteraad dan over dit onderwerp vergadert?
Dit is helaas niet gelukt.
Stimuleringsmaatregelen voor zonnecel-dakpannen |
|
William Moorlag (PvdA), Dilan Yeşilgöz-Zegerius (VVD) |
|
Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD), Menno Snel (staatssecretaris financiën) (D66) |
|
![]() ![]() |
Kent u het bericht «Zonne-energie uit een dakpan»?1
Ja.
Kunt u in kaart brengen welke subsidieregelingen, belastingkortingen en andere stimuleringsmaatregelen er naast het terugvragen van btw bestaan om innovaties zoals het opwekken van zonne-energie te stimuleren?
Naast het terugvragen van btw bestaan er verschillende regelingen om innovaties en de toepassing van zonne-energie te stimuleren. De SDE+ en de salderingsregeling zijn de belangrijkste regelingen voor de uitrol van duurzame energie. Voor innovaties op het gebied van hernieuwbare energie zijn er regelingen gericht op onderzoek, ontwikkeling, experimenten en demonstraties. De voor zon PV meest relevante regelingen zijn die van de Topsector energie, de regeling hernieuwbare energie (HER), de regeling experimenten Elektriciteitswet en de regeling demonstratie energie-innovaties (DEI). Daarnaast zijn er – niet specifiek voor hernieuwbare energie – generieke regelingen voor innovatie (zoals de WBSO-fiscale regeling voor R&D).
Gelden deze stimuleringsmaatregelen ook voor zonne-energie uit dakpannen?
Ja.
Kunt u, indien de stimuleringsmaatregelen niet voor zonne-energie uit dakpannen gelden, indachtig de motie-Lodders/Van Weyenberg (Kamerstuk 35 029, nr. 20) in kaart brengen welke belemmeringen er bestaan om stimuleringsmaatregelen van toepassing te verklaren voor de opwekking van zonne-energie uit dakpannen? Kunt u in kaart brengen voor welke projecten en sectoren dergelijke belemmeringen ook bestaan?
Voor zover ik weet zijn er geen belemmeringen voor de stimulering van zonne-energie uit dakpannen in de verschillende stimuleringsmaatregelen.
De problematische situatie in de suikerbietenteelt na het wegvallen van het gebruik van neonicotinoïden |
|
Helma Lodders (VVD), Maurits von Martels (CDA) |
|
Carola Schouten (viceminister-president , minister landbouw, visserij, voedselzekerheid en natuur) (CU) |
|
![]() ![]() |
Bent u op de hoogte van de problematische situatie die in de suikerbietenteelt ontstaat na het wegvallen van het gebruik van neonicotinoïden?
Op mijn verzoek heeft de NVWA eind 2017 een analyse uitgevoerd van de landbouwkundige impact van restricties op de drie neonicotinoiden waaruit blijkt dat er een grote impact wordt verwacht in de teelt van suikerbieten. Dit betekent dat met het resterende middelen- en maatregelenpakket plagen mogelijk niet meer afdoende kunnen worden beheerst. Ik heb deze analyse op 5 april 2018 (Kamerstuk 27 858, nr. 418) met uw Kamer gedeeld.
Wat vindt u van deze situatie waarbij de suikerbietenteelt in Nederland in gevaar komt?
Ik betreur het dat de restricties op het gebruik van de drie neonicotinoiden grote impact hebben op de teelt van suikerbieten en dat dit tot opbrengstverliezen kan leiden. Ik heb de restricties echter gesteund vanwege de door EFSA geconstateerde risico’s van deze neonicotinoiden voor bijen.
Klopt het dat er direct na de besluitvorming in Brussel (27 april) door diverse vertegenwoordigingen contact is gezocht voor een overleg over de ontstane situatie? Klopt het dat een eerste gesprek pas heeft plaatsgevonden na ruim twee maanden?
Verschillende stakeholders hebben verzocht om te overleggen over de ontstane situatie. Het eerste overleg – op ambtelijk niveau – heeft om agendatechnische redenen van de betrokken partijen begin juli 2018 plaatsgevonden.
Kunt u toelichten waarom het ruim twee maanden heeft geduurd voordat er een gesprek kon plaatsvinden?
Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 3.
Wat was de uitkomst van dit gesprek en eventuele andere gesprekken?
De uitkomst van het eerste gesprek was om na het zomerreces een bestuurlijk overleg te houden. Dit overleg heeft medio september 2018 plaatsgevonden.
Er is gesproken over de gevolgen van het gedeeltelijke verbod op het gebruik van de drie neonicotinoiden op korte en lange termijn. Het agrarische bedrijfsleven zou zich beraden op de vraag of er een aanvraag voor een tijdelijke vrijstelling zou worden ingediend voor alternatieven voor de drie neonicotinoïden of voor het gewasbeschermingsmiddel Cruiser SB voor de teelt van suikerbieten. Hierbij is het bedrijfsleven gewezen op het feit dat ik uw Kamer heb geïnformeerd over het feit dat een vrijstelling voor middelen op basis van de drie neonicotinoiden niet in de lijn der verwachting zou liggen (Kamerstuk 27 858, nr. 435).
Het agrarisch bedrijfsleven heeft vervolgens een aanvraag voor een tijdelijke vrijstelling voor het middel Cruiser SB ingediend en niet voor een alternatief voor de drie neonicotinoiden.
Er is afgesproken om de aspecten die relevant zijn voor de lange termijn – denk aan innovatie op het gebied van weerbare teeltsystemen, maatregelen, middelen – mee te nemen in het traject van het opstellen van het uitvoeringsprogramma van de «Toekomstvisie gewasbescherming 2030». Ik verwacht uw Kamer op korte termijn te kunnen informeren over deze visie.
Klopt het dat er een beperkt verzoek tot vrijstelling van het gebruik van thiamethoxam is ingediend? Zo ja, wanneer heeft u dit verzoek ontvangen, wanneer is dit verzoek uitgezet bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en wanneer is of wordt dit verzoek uitgezet bij het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (CTGB)?
Er is op 9 oktober 2018 een verzoek tot tijdelijke vrijstelling van het middel Cruiser SB, op basis van de werkzame stof thiamethoxam, ingediend. Dit verzoek is dezelfde dag uitgezet bij de NVWA. Conform procedure is na de beoordeling door de NVWA het voorstel op 7 december 2018 aan het Ctgb voorgelegd om de risico’s van het gebruik te beoordelen.
Bent u op de hoogte dat met het wegvallen van deze middelen een aanzienlijk zwaardere milieubelasting waarschijnlijk is omdat minder effectieve middelen moeten worden ingezet en dat de inzet van deze middelen ook veel nuttige insecten bestrijdt terwijl dit bij het gebruik van neonicotinoïdencoating zeer beperkt is en daarmee minder schadelijk is voor het milieu?
Ik heb eerder aan uw Kamer gemeld dat de alternatieve werkzame stoffen voor de drie neonicotinoïden niet per sé een lager risicoprofiel hebben. De Europese Commissie is hierop in het besluitvormingsproces gewezen door enkele lidstaten – waaronder Nederland (Kamerstuk 27 858, nr. 396). De feitelijke milieubelasting is afhankelijk van de plaagdruk, de gekozen alternatieve werkzame stoffen en de hoeveelheid en frequentie van het gebruik ervan.
Wat vindt u van deze ontwikkeling en vindt u dit bij nader inzien een gewenste ontwikkeling die voortkomt uit het verbod op het gebruik van de neonicotinoïden?
Verordening (EG) nr. 1107/2009 biedt niet de mogelijkheid om bij de beoordeling van werkzame stoffen rekening te houden met mogelijke gewenste of ongewenste milieueffecten van alternatieve werkzame stoffen. Centraal in dit proces staat de beoordeling «sec» van werkzame stoffen op de risico’s voor mens, dier en milieu.
Ik vind het niet wenselijk als het wegvallen van de drie neonicotinoïden in buitenteelten leidt tot een één-op-één vervanging met andere gewasbeschermingsmiddelen. Ik streef naar het breder toepassen van geïntegreerde gewasbescherming en zet met het bedrijfsleven in op het ontwikkelen en toepassen van niet-chemische maatregelen en het beschikbaar krijgen van laag-risicomiddelen (Kamerstuk 27 858, nr. 417).
Wat is de reden dat u niet openstaat voor een vrijstelling of derogatie (zoals bijvoorbeeld in België en een aantal andere Europese landen is goedgekeurd) terwijl bekend is dat er geen alternatief voorhanden is en daarmee de suikerbietenteelt en het milieu in Nederland slechter af zijn?
Ik vind een tijdelijke vrijstelling niet in lijn met de Europese restricties op het gebruik van de drie neonicotinoiden om de risico’s voor bijen te beperken. Daarnaast is uit de beoordeling van het Ctgb en de NVWA gebleken dat een tijdelijke vrijstelling binnen de Nederlandse landbouwpraktijk niet wenselijk is omdat de noodzakelijke risicomitigerende maatregelen in de praktijk niet uitvoerbaar, controleerbaar of handhaafbaar zijn.
Bent u ervan op de hoogte dat de NVWA concludeert dat een Vrijstelling conform art. 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) van de inzet van Cruiser SB in de teelt van suikerbieten voldoet aan de landbouwkundige criteria en dat daardoor een kortstondig noodverband gerechtvaardigd is? Zo ja, bent u bereid om het CTGB te verzoeken de vervolgprocedure zo kort mogelijk te laten duren zodat er uiterlijk 5 januari 2019 duidelijkheid is voor suikerbietentelers?
Ja. Het Ctgb heeft mij op 21 december 2018 geïnformeerd over de uitkomsten van de risicobeoordeling.
Realiseert u zich dat een besluit na 5 januari 2019 geen soelaas biedt omdat het dan onmogelijk is om nog het bietenzaad op de juiste manier te behandelen en te zaaien voor de teelt in 2019? Zo ja, wat gaat u doen om het verzoek voor vrijstelling voor die datum te behandelen gezien de sector reeds tijdig aan de bel heeft getrokken? Zo nee, wat is de reden om de Nederlandse suikersector op achterstand te zetten ten opzichte van diverse andere landen in Europa?
De uiterlijke datum voor het behandelen van 5 januari van bietenzaad vormde geen onderdeel van de aanvraag voor tijdelijke vrijstelling. De vrijstellingsaanvraag is binnen de gestelde termijnen afgewikkeld.
Wilt u deze vragen een voor een en voor 5 januari 2019 beantwoorden?
Ik heb uw Kamer zo spoedig mogelijk geïnformeerd over mijn beslissing.
Het bericht 'IND huurt onderbetaalde krachten in' |
|
Attje Kuiken (PvdA), Gijs van Dijk (PvdA) |
|
Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (D66), Mark Harbers (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
![]() |
Bent u bekend met het artikel «IND huurt voor asielgesprek onderbetaalde krachten in?1
Ja
Klopt het dat tijdelijke werknemers, die via detachering, bij de Immigratie- en naturalisatiedienst (IND) minder betaald krijgen dan collega’s in vaste dient die hetzelfde werk doen? Hoeveel werknemers zijn dit (nu, maar ook de afgelopen jaren)? Hoe lang speelt dit al? Hoe kan het zijn dat in 2016 uw voorganger aan de bel heeft getrokken en tot op heden er niets is gebeurd?
Relevant is hier de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi). In de Waadi is de loonverhoudingsnorm opgenomen. Daarmee is geregeld dat een uitzendkracht recht heeft op hetzelfde loon als een vaste werknemer (in een vergelijkbare functie) van het bedrijf dat de uitzendkracht heeft ingeleend. Op grond van de Waadi kan daarvan echter worden afgeweken bij cao.
Voor uitzendkrachten gelden bijzondere regels ten aanzien van het aantal tijdelijke dienstverbanden, ontslag (zoals het uitzendbeding) en de mogelijkheid een oproepovereenkomst aan te gaan. Uitzendkrachten zijn, tenzij ze vrijwillig zijn aangesloten, niet aangesloten bij het ABP voor hun pensioenregeling. Meestal zijn uitzendkrachten aangesloten bij het pensioenfonds van de uitzendbranche (StiPP).
Het salaris van werknemers, waaronder ook loondoorbetaling bij ziekte, die via een van de detacheringsbureaus bij de IND werken is een zaak tussen het detacheringsbureau als formele werkgever en de betrokken medewerker. In geval van onderbetaling kan de werknemer uiteraard bij de werkgever (in dit geval het detacheringsbureau) dat achterstallig loon vorderen. Verder kan er sprake zijn van ketenaansprakelijkheid zoals bepaald in artikel 7:616a e.v. van het Burgerlijk Wetboek.
Door diverse onderdelen van de rijksoverheid wordt personeel ingehuurd via externe bureaus. De IND geeft aan dat er momenteel bijna driehonderd werknemers werkzaam zijn bij de IND via de detacheringsbureaus Yacht, USG en DPA. Deze bureaus zijn in 2015 via een openbare aanbestedingsprocedure geselecteerd en leveren sinds die tijd tijdelijke medewerkers voor de IND. De IND is formeel geen werkgever van deze gedetacheerden en heeft in die zin geen directe invloed op de hoogte van het salaris dat betaald wordt. Wel is in artikel 27 van de Algemene Rijksvoorwaarden voor Diensten (ARVODI) die van toepassing zijn op de raamovereenkomst bepaald dat de detacheringsbureaus als de formele werkgevers zich als goed werkgever gedragen en zich houden aan alle relevante wet- en regelgeving op het gebied van de inhuur van personeel, zoals de Wet werk en zekerheid, de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) en de Wet aanpak schijnconstructies.
De leden refereren in hun vraagstelling ook aan een gerechtelijke procedure. Deze procedure hangt samen met de algemeenverbindendverklaring van de cao voor de uitzendkrachten (ABU-cao) en de cao Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche (SFU-cao). Enkele ondernemingen hebben bezwaar aangetekend omdat zij geen dispensatie hebben verkregen van deze algemeen verbindendverklaring. In de zaak die bij de Raad van State in behandeling is, is nog geen uitspraak gedaan.
Zijn er meer detacheringsconstructies bij de rijksoverheid, waarbij tijdelijke werknemers niet hetzelfde loon krijgen dan collega’s die het hetzelfde werk doen?
Zie antwoord vraag 2.
Waaruit bestaat dit beloningsverschil? Is dit alleen het salaris of hebben deze tijdelijke werknemers ook slechtere andere arbeidsvoorwaarden (bijvoorbeeld pensioen, vakantiedagen, ontslag of uitbetaling bij ziekte)?
Zie antwoord vraag 2.
Bent u niet bevreesd dat deze onderbetaling en het hoge verloop van tijdelijk personeel niet ten goede komt van de kwaliteit van dit belangrijke werk? Vindt u het niet verstandiger om bij dit werk juist meer gebruik te maken van vaste contracten?
De IND heeft te maken met een fluctuerend werkaanbod. Om als organisatie daar op in te spelen, vindt de IND het belangrijk om tijdelijke medewerkers van detacheringsbureaus te kunnen inzetten indien dit nodig is. De IND wil externe medewerkers (zowel vanwege de lange opleidings- en inwerktijd, als vanuit goed werkgeverschap) graag zo lang mogelijk aan zich binden en streeft er daarom naar om contracten voor langere duur af te sluiten. Als duidelijk is dat (de omvang van) werkzaamheden niet langer als tijdelijk moet worden aangemerkt, stelt de IND voor die werkzaamheden vacatures open. De IND heeft eind 2018 om deze reden 200 externe medewerkers in dienst genomen.
Was u bij de vaststelling van de aanbestedingsprocedure al op de hoogte, dat deze detacheerders een uurtarief ging uitbetalen dat onder het loon van collega-werknemers zou liggen? Zo ja, hoe verhoudt dit zich dan met het principe dat werknemers hetzelfde loon voor gelijk werk dienen te krijgen? Bent u dan niet van mening dat de overheid het goede voorbeeld moet geven met het uitbetalen van gelijk loon als het om gelijk werk gaat? Zo nee, hoe beoordeelt u de handelwijze van deze detacheerders, die deze tijdelijke werknemers bewust onderbetalen? Bent u dan bereid om maatregelen te nemen tegen deze detacheerders, bijvoorbeeld door ze uit te sluiten bij toekomstige aanbestedingsprocedures?
De IND heeft in 2015 een openbare aanbestedingsprocedure uitgeschreven waarna drie detacheringsbureaus zijn geselecteerd (Yacht, USG en DPA). Hierin is meegenomen dat de detacheringsbureaus zich moeten houden aan alle relevante wet- en regelgeving op het gebied van de inhuur van personeel, zoals de Wet werk en zekerheid, de Waadi en de Wet aanpak schijnconstructies. De IND geeft aan in de aanbestedingsprocedure de bureaus om één tarief te hebben gevraagd voor de gedetacheerde medewerkers waarin naast loonkosten ook onder meer reiskosten en opleidingskosten worden meegenomen. Welk tarief de detacheringsbureaus aan hun medewerkers betalen is destijds geen onderdeel geweest van de afspraken. Dit is ook gebruikelijk bij raamovereenkomsten voor externe inhuur, hetgeen onverlet laat, als toegelicht bij de antwoorden op de vragen 2 t/m 4 dat artikel 27 van de ARVODI Algemene Rijksvoorwaarden van toepassing is. Uiteraard gaat de IND met detacheringsbureaus het gesprek aan over de invulling van afspraken door de detacheerder zowel in het verleden als nu, zeker wanneer er, signalen zijn van onderbetaling. De IND onderstreept in deze gesprekken het belang op het naleven van de Waadi en de verantwoordelijkheid van de detacheringsbureaus voor de uitvoering daarvan.
Vindt u ook niet dat deze gedetacheerde werknemers hun rechtmatige loon moeten krijgen? Zo ja, gaat u er alles aan doen om er voor te zorgen dat deze werknemers, met terugwerkende kracht, hun loon krijgen? En gaat u dit dan verhalen bij de desbetreffende detacheerders?
Zoals hierboven reeds is opgemerkt spreekt de werknemer in eerste instantie de formele werkgever (in dit geval het detacheringsbureau) aan op eventuele onderbetaling. Verder is het op grond van artikel 7:616a van het Burgerlijk Wetboek mogelijk voor een werknemer om indien zijn directe werkgever niet het juiste loon betaalt, hiervoor een vordering in te stellen bij de opdrachtgever. De werknemer beschikt zodoende over voldoende juridische middelen om het juiste loon te vorderen.
Verder worden er reeds specifieke eisen gesteld ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden, zoals ook is toegelicht in het antwoord op de vragen 2 tot en met 4. In het licht hiervan acht ik het niet nodig om extra voorwaarden te stellen.
Bent u bereid om bij toekomstige aanbestedingsprocedures voorwaarden te stellen om er te zorgen dat werknemers hetzelfde loon krijgen voor hetzelfde werk?
Zie antwoord vraag 7.
Het bericht ‘856.000 Nederlanders in loondienst bouwen geen pensioen op’ |
|
Bart van Kent (SP) |
|
Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (D66) |
|
![]() |
Kent u het bericht «856.000 Nederlanders in loondienst bouwen geen pensioen op»?1 Kunt u verklaren waarom in de uitzendsector ondanks de verplichtstelling 1 op de 3 werknemers, wat neerkomt op 136.000 personen, geen pensioen opbouwt? Hoeveel mensen bouwen volgens de uitzendsector zelf geen pensioen op?
Ja, dit bericht is mij bekend. De uitzendsector kent relatief veel groepen werknemers die niet onder de verplichtstelling vallen, zoals jongeren onder de 21 jaar en werknemers die korter dan de wachttermijn van 26 weken werkzaam zijn omdat men binnen die termijn doorstroomt naar een andere baan of een dienstbetrekking bij de opdrachtgever. Om onder meer deze redenen bouwen niet alle uitzendkrachten pensioen op, ondanks dat er een verplichtstelling geldt in deze bedrijfstak.
Heeft u al een gesprek gehad met de uitzendsector over het niet nakomen van de verplichtstelling? Zo ja, kunt u daar verslag van uitbrengen? Zo nee, kunt u dit overleg voeren in de maand januari?2
Ik heb inmiddels om een eerste reactie gevraagd van het pensioenfonds van de uitzendsector (StiPP). Het pensioenfonds laat weten dat de uitkomsten genuanceerder liggen dan uit het onderzoek blijkt en dat het werkelijke aantal uitzendkrachten dat geen pensioen opbouwt waarschijnlijk kleiner is dan in het CBS-onderzoek wordt geconcludeerd. In de eerste plaats leidt, gezien de kenmerken van uitzendarbeid, het administratieve proces van verwerking van pensioenopbouw tot achterstanden in de verwerking van pensioendeelname. Daarnaast geeft het pensioenfonds aan dat de manier van berekenen van het CBS op onderdelen afwijkt van de werkwijze vanuit de sector. De sector rekent bijvoorbeeld met gewerkte weken en het CBS met een half kalenderjaar. Het effect van deze afwijking op de resultaten is niet bekend. De uitzendsector heeft aangegeven het voornemen te hebben om naar aanleiding van het CBS-onderzoek een verdiepingsonderzoek uit te voeren om vast te stellen hoe groot de werkelijke pensioendeelname is. De uitkomsten van dit onderzoek zijn momenteel nog niet bekend.
Welke maatregelen bent u voornemens te ondernemen richting de uitzendsector en andere werkgevers die ondanks de verplichtstelling niet de mogelijkheid bieden aan de werknemers om pensioen op te bouwen?
Er zijn wettelijke mogelijkheden in de uitzendbranche om onder bepaalde voorwaarden af te wijken van de verplichtstelling, zoals de wachttijd van 26 weken. Het is aan het pensioenfonds om de verplichtstelling te handhaven. Het pensioenfonds loopt bij het niet handhaven van de verplichtstelling het risico dat er pensioen moet worden uitgekeerd aan werkenden die wel onder de verplichtstelling vallen, maar waarvoor geen premie is afgedragen (het uitgangspunt van «geen premie, wel recht»). Ik ontvang overigens geen signalen dat deze verplichtstelling, naast de wettelijke afwijkingsmogelijkheden, op grote schaal wordt ontweken. Zoals aangegeven heeft pensioenfonds StiPP laten weten dat de uitkomsten genuanceerder liggen en zijn zij voornemens een verdiepingsonderzoek uit te voeren.
Daarnaast hebben de sociale partners in de uitzendsector besloten tot de uitvoering van een onderzoek naar de effecten van een verkorting van de wachttijd voor werknemers, werkgevers en het pensioenfonds StiPP. Het gaat daarbij om effecten op de pensioenopbouw, de kosten en de administratie. Dit laatste effect moet niet worden onderschat. Het is één van de redenen voor de bijzondere positie van de uitzendsector als het gaat om wachttijd. Veel uitzendkrachten werken slechts kort bij een opdrachtgever, waardoor er sprake zou zijn van relatief hoge administratieve kosten, die ten koste zou gaan van de opbouw van pensioen van de deelnemers. Sociale partners werken in dit onderzoek samen met StiPP en laten het onderzoek uitvoeren door een externe partij. Sociale partners streven ernaar deze resultaten voor de zomer beschikbaar te hebben.
Het is aan de sociale partners om mede op basis van de resultaten van het onderzoek afspraken te maken over een (aangepaste) pensioenregeling en een daarin te hanteren wachttermijn. Hantering van een drempelperiode wordt daarbij eveneens als alternatief overwogen, maar leidt tot verschillende nieuwe administratieve vraagstukken, zoals de bewaring van premiegelden gedurende de drempelperiode. Ik onderhoud contact met de betrokken partijen over de voortgang en zal uw Kamer informeren over de uitkomsten.
Kunt u de groep van 147.000 werknemers met een jaarloon lager dan het wettelijk minimumloon die geen pensioenregeling hebben bij hun werkgever nader uitsplitsen in type contract en sector waar ze in werkzaam zijn? Wat kan en gaat u doen om deze groep mensen wel de mogelijkheid te geven om pensioen op te kunnen bouwen?
Een inschatting van deze uitsplitsingen is gemaakt op basis van de aantallen uit de tabellen 1 en 5 van het CBS-onderzoek, en daar het verschil uit te berekenen (zie tabel 1). Hierbij moet worden opgemerkt dat deze verschillen enige mate van onzekerheid hebben, omdat de cijfers in tabellen 1 en 5 al zijn afgerond.
Totaal
Witte werknemer
Aandeel witte werknemer
Totaal
Witte werknemer
Aandeel witte werknemer
Totaal
Witte werknemer
Aandeel witte werknemer
Totaal
6.556
856
13%
6.164
708
11%
392
148
38%
Vast
4.490
347
8%
4.389
320
7%
101
27
27%
Flexibel (flexibel aantal uren of tijdelijk dienstverband)
2.066
509
25%
1.776
388
22%
290
121
42%
Landbouw, visserij, bouwnijverheid en industrie
988
79
8%
964
69
7%
24
10
42%
Commerciële dienstverlening
3.185
598
19%
2.908
500
17%
277
98
35%
Niet-commerciële dienstverlening
2.121
113
5%
2.056
85
4%
65
28
43%
Overig
262
66
25%
237
55
23%
25
11
44%
In Nederland kennen we geen algemene pensioenplicht. Bij bedrijven die niet onder een verplichtstelling vallen en waarin deelname aan een pensioenregeling ook niet in een CAO is vastgelegd, zijn werkgever en werknemers vrij om afspraken te maken over een pensioenregeling. Dan kan ook de consequentie zijn dat er geen pensioenopbouw wordt afgesproken. De verantwoordelijkheid om afspraken te maken over pensioen ligt in beginsel bij sociale partners.
Bij payrolling is er om uitzonderlijke redenen voor gekozen een adequate pensioenregeling voor te schrijven indien vergelijkbare werknemers bij de opdrachtgevers of in de sector deelnemen aan een pensioenregeling. Ik wil voorkomen dat payrolling wordt gebruikt vanwege kostenverschillen om zo te concurreren op arbeidsvoorwaarden. In het totaal aan arbeidsvoorwaarden is pensioen zeer belangrijk, waarbij de kostenverschillen tussen het wel of niet treffen van een pensioenregeling groot kunnen zijn. De voorgestelde invulling van een adequaat pensioen gaat deze oneigenlijke concurrentie tegen, maar laat partijen desondanks vrijheid om hun eigen pensioenregeling vorm te geven, mits deze voldoet aan de bij amvb te stellen (minimum)voorwaarden.
Kunt u de vragen beantwoorden voor het algemeen overleg pensioenonderwerpen dat op 6 februari 2019 zal plaatsvinden?
Ja.
De toespraak van Greta Thunberg tijdens de COP24 in Katowice |
|
Lammert van Raan (PvdD) |
|
Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (D66) |
|
![]() |
Erkent u dat u medeverantwoordelijkheid draagt voor het Nederlandse klimaatbeleid, aangezien het kabinetsbeleid wordt vastgesteld door de ministerraad?
Heeft u de toespraak gehoord die de 15-jarige Zweedse klimaatactivist Greta Thunberg heeft gegeven tijdens de klimaatconferentie in Katowice, Polen?1
Heeft u gehoord dat ze zei: «Veel mensen zeggen dat Zweden maar een klein land is en dat het niet uitmaakt wat we doen. Maar ik heb geleerd dat je nooit te klein bent om een verschil te maken. En als slechts een paar kinderen over de hele wereld de krantenkoppen halen, door simpelweg niet naar school te gaan, stel je dan eens voor wat we met zijn allen zouden kunnen bereiken, als we maar zouden willen»? Bestrijdt u deze uitspraken van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Maar om dat te doen, moeten we helder spreken, ongeacht hoe oncomfortabel dat kan zijn»? Bestrijdt u de stelling van Thunberg dat eerlijke en heldere communicatie geboden is?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U heeft het alleen maar over groene oneindige economische groei, omdat u bang bent om impopulair te zijn»? Voelt u zich aangesproken door Thunberg op dit punt? Zo nee, heeft u inmiddels uw standpunt over economische groei gewijzigd en durft u inmiddels te erkennen dat voortdurende economische groei op een (reeds overbelaste) planeet onmogelijk is?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U praat alleen over stappen vooruit zetten met dezelfde slechte ideeën die ons in deze situatie hebben doen belanden, terwijl het enige verstandige zou zijn om aan de noodrem te trekken»? Voelt u zich aangesproken door Thunberg op dit punt? Zo ja, welke voorstellen mogen de Kamer en jongeren zoals Thunberg nog voor het einde van 2018 van u verwachten om radicaal te breken met het beleid van «business as usual» en de grootste bedreigingen voor het klimaat drastisch aan banden te leggen, zoals het bevorderen van (type) banen die er voor zorgen dat de temperatuurstijging van de aarde tot 1,5 graad Celsius beperkt blijft en (type) banen te ontmoedigen die bevorderen dat de temperatuurstijging van de aarde boven de 1,5 graad Celsius komt?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Jullie zijn niet volwassen genoeg om te zeggen waar het op staat. Zelfs die last laten jullie over aan ons, kinderen»? Bestrijdt u deze stelling van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Maar populair zijn interesseert me niet. Wat mij interesseert, is klimaatrechtvaardigheid en een levende planeet»? Vindt u dat inspirerend? Zou u een voorbeeld kunnen nemen aan Thunberg, denkt u?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Onze beschaving wordt opgeofferd voor de mogelijkheid voor een zeer klein aantal mensen om door te gaan met het verdienen van een enorme hoeveelheid geld. Onze atmosfeer wordt opgeofferd zodat rijke mensen in landen als de mijne, in luxe kunnen leven. Het is het lijden van velen, die betalen voor de luxe van enkelen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «In het jaar 2078, zal ik mijn 75ste verjaardag vieren. Als ik kinderen heb, zullen zij die dag misschien met mij doorbrengen. Misschien zullen ze mij vragen naar jullie. Misschien zullen ze vragen waarom jullie niets gedaan hebben, toen er nog tijd was om te handelen»? Welke antwoord zou Thunberg haar kinderen kunnen geven wat u betreft?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U zegt dat u van uw kinderen houdt, boven al het andere. Maar u steelt hun toekomst, voor hun ogen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Totdat u gaat focussen op wat er moet gebeuren, in plaats van op wat er politiek mogelijk is, is er geen hoop»? Bestrijdt u deze stelling van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We kunnen een crisis niet oplossen zonder het als een crisis te behandelen»? Bestrijdt u deze logica van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We moeten de fossiele brandstoffen in de grond laten, en we moeten focussen op billijkheid»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «En als oplossingen binnen het bestaande systeem niet te vinden zijn, dan moeten we misschien het systeem zelf veranderen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We zijn hier niet gekomen om de wereldleiders te smeken of ze zich (om ons) willen bekommeren. Jullie hebben ons in het verleden genegeerd en jullie zullen ons weer negeren»? Wat vindt u ervan dat jongeren als Thunberg tot de conclusie zijn gekomen dat ze niet kunnen rekenen op hun politieke leiders?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Jullie zijn door je excuses heen, en we zijn door onze tijd heen. We zijn hier gekomen om jullie te laten weten dat verandering eraan komt, of jullie dat nou leuk vinden of niet. De echte macht behoort toe aan het volk»? Bestrijdt u deze uitspraken van Thunberg?
Wat gaat u na het horen van de toespraak doen om ervoor te zorgen dat u kinderen zoals Greta Thunberg weer recht in de ogen kunt kijken?
Bent bereid om u in de ministerraad sterk te maken voor een Nederlands klimaatbeleid dat niet meegaat in het scenario dat kinderen hun toekomst afpakt?
Bent u bereid op uw eigen ministerie alle maatregelen te nemen die de noodzaak van het beperken van de klimaatverandering tot 1,5 graad Celsius vraagt?
Bent u bijvoorbeeld bereid over te stappen op een (veel) plantaardiger catering in de bedrijfskantine, bij vergaderlunches en officiële diners, door plantaardig de norm te maken en dierlijk de uitzondering, zoals diverse Nederlandse universiteiten en de gemeente Utrecht al doen?
Schimmige handel in Uber-accounts |
|
Gijs van Dijk (PvdA) |
|
Stientje van Veldhoven (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (D66) |
|
![]() |
Kent u de reportage «Weet jij wie jouw chauffeur is? De schimmige handel in Uber-accounts»?1
Ja.
Deelt u de mening dat de levendige handel in Uber-accounts zeer ongewenst is? Wat is uw oordeel ten aanzien van het feit dat Uber opnieuw geen verantwoordelijkheid neemt wat betreft de handel in Uber-accounts?
Ja, het is onwenselijk dat accounts van Uber-chauffeurs worden verhandeld. Dit kan leiden tot taxivervoer door ondernemers en chauffeurs die niet aan de wettelijke vereisten voldoen. Die eisen zijn er om de reiziger te beschermen. Het is daarom illegaal en strafbaar om taxivervoer aan te bieden zonder een ondernemersvergunning, zonder chauffeurskaart of met een auto die niet als taxi is goedgekeurd. Het is in eerste instantie aan Uber om ervoor te zorgen dat de accounts niet gebruikt worden door personen die niet voldoen aan de wettelijke eisen. Ik verwacht ook van Uber dat zij er alles aan doet om dit soort misstanden te voorkomen en op te sporen.
Ziet u ook het risico dat door deze handel in Uber-accounts passagiers in gevaar kunnen komen doordat er Uber-chauffeurs rondrijden zonder boordcomputer en chauffeurspas? Bent u niet bevreesd dat de onveiligheid voor passagiers hierdoor is toegenomen?
Zie antwoord vraag 2.
Hoe kan het zijn de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) bekend is met het verpachten van Uber-accounts maar tot nu toe niet heeft opgetreden hiertegen? Hoe beoordeelt u de opmerkingen vanuit de Amsterdamse gemeenteraad dat de ILT «echt veel meer capaciteit [moet] vrijmaken om de misstanden op de taximarkt in Amsterdam aan te pakken»?2 Bent u bereid om meer capaciteit beschikbaar te stellen en de ILT veel actiever te laten handhaven op Uber?
Naar aanleiding van de reportage heeft de ILT bij Uber de gegevens gevorderd op grond waarvan vastgesteld kan worden welke accounts misbruikt worden en of daarmee wettelijke normen worden geschonden. Door bestanden te vergelijken wordt ook gecontroleerd of de chauffeurskaarten van chauffeurs die via het Uber-platform werken niet zijn geschorst of zijn ingetrokken. Daarnaast heeft de ILT met Uber besproken hoe Uber zelf bijdraagt aan de naleving van de regels voor taxivervoer, bijvoorbeeld door «mystery guest»-ritten door medewerkers van Uber.
De ILT kan handhaven bij overtreding van de landelijke, publiekrechtelijke regels voor taxivervoer. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het aanbieden of verrichten van illegaal taxivervoer. Het pachten of verpachten van Uber-accounts is in principe een privaatrechtelijke kwestie tussen Uber en de accounthouder. Zoals ik in antwoord op de vragen 2 en 3 heb aangegeven, verwacht ik van Uber dat zij er alles aan doet om misstanden te voorkomen en op te sporen
De capaciteit van een inspectiedienst is per definitie schaars. De inzet ervan wordt bepaald op basis van risicoanalyse. De ILT zet daarom al relatief veel capaciteit in voor de handhaving in Amsterdam, en doet specifiek onderzoek naar Uber. Ik volg de ontwikkelingen en de daarbij behorende veranderingen in risico’s aandachtig in afstemming met de gemeente Amsterdam.
Bent u bereid om in overeenstemming met de al vaker door de gemeente Amsterdam geuite wens, de regels rondom beltaxi’s (zoals Uber) op te trekken naar die van de (strengere) regels voor opstaptaxi’s en daarnaast gemeenten de mogelijkheid te geven om het aantal taxi’s in een stad te beperken?
Ik vind het van belang te benadrukken dat alle taxichauffeurs en -ondernemers aan dezelfde landelijke eisen moeten voldoen. Dit betreft onder meer bezit van een ondernemersvergunning taxi, de chauffeurskaart (waarvoor onder meer een rijbewijs, geneeskundige verklaring, verklaring omtrent het gedrag en een vakbekwaamheidsdiploma van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen nodig zijn), een gekeurd taxivoertuig voorzien van een boordcomputer taxi en regelgeving met betrekking tot arbeids- en rusttijden.
In aanvulling op de landelijke regels mogen gemeenten op de zogeheten opstapmarkt (taxivervoer vanaf de taxistandplaats of na het aanhouden op straat) extra eisen stellen aan de herkenbaarheid van taxivoertuigen, aan bijvoorbeeld de lokale stratenkennis van taxichauffeurs en over het indienen en behandelen van klachten3. Een aantal gemeenten, waaronder Amsterdam, kan taxiondernemers die actief zijn op de opstapmarkt ook dwingen zich in groepen te organiseren. Dit houdt in dat een taxichauffeur aangesloten moet zijn bij een Toegelaten Taxi Organisatie (TTO).
Vanuit het gezamenlijke belang om de kwaliteit van het taxivervoer te borgen heb ik met de gemeente Amsterdam afgesproken de problematiek op de Amsterdamse taximarkt nader te analyseren. Ik acht het van belang om op basis daarvan te bezien welke vervolgstappen nodig zijn. Ik voer dit overleg in aanvulling op het overleg met gemeenten over de meest effectieve mix van bevoegdheden en instrumenten (van Rijk en gemeenten) om integraal problemen aan te pakken die met het taxivervoer verband houden. Hierover heb ik uw Kamer geïnformeerd in mijn brief van 30 augustus jl. (Tweede Kamer, vergaderjaar 2017–2018, 31 521, nr. 105).
Hoe staat het met de uitvoering van de motie Gijs van Dijk/Lacin3 om in gesprek te gaan met Uber over hoe fraude en het overtreden van de regels voorkomen kan worden en daarbij zo mogelijk afspraken te maken over aanpassingen aan de app die daarbij kunnen helpen? Zijn hier al vorderingen gemaakt? Zo nee, bent u bereid om dit gesprek zo snel mogelijk in te plannen, aangezien de misstanden rond Uber alleen maar toenemen?
Ter uitvoering van deze motie is in november jl. met Uber gesproken. Uber heeft nadat het gesprek heeft plaatsgevonden de app voor chauffeurs zodanig aangepast dat nadat een chauffeur in totaal twaalf uur heeft gereden de app tien uur offline gaat. Ik acht dit een betekenisvolle aanvulling op de registratie van en handhaving op de arbeids- en rusttijden die plaatsvindt met de boordcomputer taxi en door de ILT. In lijn met de motie heb ik naar aanleiding van de AT5-reportage ook met Uber gesproken over een systeem van gezichtsverificatie in de app voor chauffeurs. Dit systeem heeft Uber eerder buiten Europa uitgerold. Ik heb aangegeven dat ik het van belang vind dat Uber ook in Nederland gebruik maakt van de mogelijkheden die technologische ontwikkelingen bieden. Uber heeft aangegeven zich te beraden op de mogelijkheden om een dergelijk systeem binnen de grenzen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming in te zetten. Voor zover dit lopende juridische procedures niet doorkruist, blijf ik bereid om met de sector te spreken over manieren om het overtreden van regels te voorkomen. Daarnaast hebben de Minister en ik er bij Uber op aangedrongen zich aan te sluiten bij het convenant «Veilig gebruik smartfuncties in het verkeer».
De toespraak van Greta Thunberg tijdens de COP24 in Katowice |
|
Eva Akerboom (PvdD) |
|
Bruno Bruins (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
![]() |
Erkent u dat u medeverantwoordelijkheid draagt voor het Nederlandse klimaatbeleid, aangezien het kabinetsbeleid wordt vastgesteld door de ministerraad?
Heeft u de toespraak gehoord die de 15-jarige Zweedse klimaatactivist Greta Thunberg heeft gegeven tijdens de klimaatconferentie in Katowice, Polen?1
Heeft u gehoord dat ze zei: «Veel mensen zeggen dat Zweden maar een klein land is, en dat het niet uitmaakt wat we doen. Maar ik heb geleerd dat je nooit te klein bent om een verschil te maken. En als slechts een paar kinderen over de hele wereld de krantenkoppen halen, door simpelweg niet naar school te gaan, stel je dan eens voor wat we met zijn allen zouden kunnen bereiken, als we maar zouden willen»? Bestrijdt u deze uitspraken van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Maar om dat te doen, moeten we helder spreken, ongeacht hoe oncomfortabel dat kan zijn»? Bestrijdt u de stelling van Thunberg dat eerlijke en heldere communicatie geboden is?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U heeft het alleen maar over groene oneindige economische groei, omdat u bang bent om impopulair te zijn»? Voelt u zich aangesproken door Thunberg op dit punt? Zo nee, heeft u inmiddels uw standpunt over economische groei gewijzigd, en durft u inmiddels te erkennen dat voortdurende economische groei op een (reeds overbelaste) planeet onmogelijk is?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U praat alleen over stappen vooruit zetten met dezelfde slechte ideeën die ons in deze situatie hebben doen belanden, terwijl het enige verstandige zou zijn om aan de noodrem te trekken»? Voelt u zich aangesproken door Thunberg op dit punt?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Jullie zijn niet volwassen genoeg om te zeggen waar het op staat. Zelfs die last laten jullie over aan ons, kinderen»? Bestrijdt u deze stelling van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Maar populair zijn interesseert me niet. Wat mij interesseert, is klimaatrechtvaardigheid en een levende planeet»? Vindt u dat inspirerend? Zou u een voorbeeld kunnen nemen aan Thunberg, denkt u?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Onze beschaving wordt opgeofferd voor de mogelijkheid voor een zeer klein aantal mensen om door te gaan met het verdienen van een enorme hoeveelheid geld. Onze atmosfeer wordt opgeofferd zodat rijke mensen in landen als de mijne, in luxe kunnen leven. Het is het lijden van velen, die betalen voor de luxe van enkelen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «In het jaar 2078, zal ik mijn 75ste verjaardag vieren. Als ik kinderen heb, zullen zij die dag misschien met mij doorbrengen. Misschien zullen ze mij vragen naar jullie. Misschien zullen ze vragen waarom jullie niets gedaan hebben, toen er nog tijd was om te handelen»? Welk antwoord zou Thunberg haar kinderen kunnen geven wat u betreft?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U zegt dat u van uw kinderen houdt, boven al het andere. Maar u steelt hun toekomst, voor hun ogen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Totdat u gaat focussen op wat er moet gebeuren, in plaats van op wat er politiek mogelijk is, is er geen hoop»? Bestrijdt u deze stelling van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We kunnen een crisis niet oplossen zonder het als een crisis te behandelen»? Bestrijdt u deze logica van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We moeten de fossiele brandstoffen in de grond laten, en we moeten focussen op billijkheid»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «En als oplossingen binnen het bestaande systeem niet te vinden zijn, dan moeten we misschien het systeem zelf veranderen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We zijn hier niet gekomen om de wereldleiders te smeken of ze zich (om ons) willen bekommeren. Jullie hebben ons in het verleden genegeerd en jullie zullen ons weer negeren»? Wat vindt u ervan dat jongeren als Thunberg tot de conclusie zijn gekomen dat ze niet kunnen rekenen op hun politieke leiders?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Jullie zijn door je excuses heen, en we zijn door onze tijd heen. We zijn hier gekomen om jullie te laten weten dat verandering eraan komt, of jullie dat nou leuk vinden of niet. De echte macht behoort toe aan het volk»? Bestrijdt u deze uitspraken van Thunberg?
Wat gaat u na het horen van de toespraak doen om ervoor te zorgen dat u kinderen zoals Greta Thunberg weer recht in de ogen kunt kijken?
Bent bereid om u in de ministerraad sterk te maken voor een Nederlands klimaatbeleid dat niet meegaat in het scenario dat kinderen hun toekomst afpakt?
Bent u bereid op uw eigen ministerie alle maatregelen te nemen die de noodzaak van het beperken van de klimaatverandering tot 1,5 graad Celsius vraagt?
Bent u bijvoorbeeld bereid over te stappen op een (veel) plantaardiger catering in de bedrijfskantine, bij vergaderlunches en officiële diners, door plantaardig de norm te maken en dierlijk de uitzondering, zoals diverse Nederlandse universiteiten en de gemeente Utrecht al doen?
Het bericht ‘Veel gedetineerden gaan in de cel door met drugshandel, smokkel of afpersing’ |
|
Gidi Markuszower (PVV) |
|
Sander Dekker (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (VVD) |
|
![]() |
Kent u het bericht «Veel gedetineerden gaan in de cel door met drugshandel, smokkel of afpersing»?1
Ja.
Deelt u de mening dat er iets goed mis is in het gevangeniswezen en dat de maatregelen die u tot nu toe genomen heeft aantoonbaar onvoldoende zijn, nu blijkt dat gevangenen dagelijks door kunnen gaan met hun criminele activiteiten in de gevangenis? Zo nee, waarom niet?
Het voortzetten van criminele activiteiten in en vanuit detentie is onacceptabel. Het levert risico’s op voor de orde en veiligheid in de penitentiaire inrichting en voor de maatschappij. Elk geval is dan ook een geval te veel. Hoewel voortgezet crimineel handelen in detentie (VCHD) nooit volledig kan worden voorkomen, is mijn beleid erop gericht de aanpak zowel in kwantitatieve als kwalitatieve zin te verbeteren. De afgelopen periode zijn door de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), het Openbaar Ministerie (OM) en de politie stappen gezet om VCHD aan te pakken en het bewustzijn bij het personeel in de gevangenis te vergroten. Onder andere door een uitbreiding van de personele capaciteit van het Gedetineerden Recherche Informatie Punt (GRIP) en door trainingen aan het personeel van DJI om signalen te herkennen en deze te melden aan het GRIP. Het onderzoek laat zien dat het van groot belang is om de ketenbrede aanpak te continueren en te intensiveren. Ik ga daartoe op korte termijn met DJI, OM en politie in gesprek.
Een belangrijk onderdeel van de aanpak is het tegengaan van contrabande als telefoons en drugs in de Penitentiaire Inrichtingen (PI’s). Naar aanleiding van de recente incidenten intensiveert DJI de aanpak. Spitacties en celinspecties worden uitgebreid, luchtplaatsen worden beter gecontroleerd en beveiligd en personeel wordt getraind op penitentiaire scherpte.
Hoe is het mogelijk dat er niets wordt gedaan met de meldingen van crimineel gedrag van gevangenen die bij het Gedetineerden Recherche- en Informatiepunt (GRIP) binnenkomen? Welke maatregelen gaat u nemen om dit per direct te veranderen?
Het onderzoek van de DSP-groep2 signaleert knelpunten bij zowel het melden van signalen bij het GRIP, als bij het opvolgen van deze meldingen. Ik neem deze knelpunten mee in mijn gesprekken met de DJI, het OM en de politie. Om tezamen meer gespecificeerd te onderzoeken in welke mate de door de DSP-groep gesignaleerde knelpunten zich voordoen en vervolgens te bezien welke maatregelen het meest adequaat zouden zijn. In mijn inhoudelijke reactie op het onderzoek van de DSP-groep kom ik hier op terug.
Deelt u de mening dat zolang u de cijfers van criminaliteit in de gevangenis niet registreert u tegen dit criminele gedrag ook niet hard kunt optreden? Zo ja, wanneer gaat u eens beginnen met het registreren van alle strafbare feiten gepleegd door gevangenen in de gevangenis? Zo nee, waarom niet?
Het tegengaan van VCHD is een continue uitdaging waarbij politie, OM en DJI, en de justitiabelen proberen elkaar telkens voor te blijven. Een succesvolle aanpak begint bij bewustzijn en scherpte van het DJI-personeel om signalen te herkennen, hier melding van te doen, en er op te reageren. Ook politie en OM moeten relevante informatie herkennen, onderzoeken en delen. De aangepaste handreiking «penitentiaire scherpte» en het Informatie Punt Veiligheid bieden informatie over de aanpak van crimineel gedrag in de gevangenis en het bijbehorende handelingsperspectief voor het personeel. Het met elkaar in verband brengen van signalen van crimineel gedrag helpt daarnaast inderdaad bij het bestrijden van VCHD. Daarom is er een proef «relatiemonitor gedetineerden» gaande, waarin geëxperimenteerd wordt met een database om gedragingen van gedetineerden beter te volgen en relevante signalen met elkaar in verband te brengen (denk aan wie er op bezoek komt, met wie gebeld wordt en van wie geld ontvangen wordt op de rekening courant). Per 1 januari 2019 is ook gestart met de registratie van contrabande. Deze registratie kan gebruikt worden om de aanpak van contrabande te sturen, bijvoorbeeld door het gerichter uitvoeren van celinspecties of de inzet van speurhonden. Omdat contrabande zowel een middel kan zijn voor crimineel handelen tijdens detentie, als een gevolg van dit handelen helpt een gerichtere aanpak van contrabande ook bij het optreden tegen VCHD.
Bent u bereid extra personeel te werven en de capaciteit van de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) aanzienlijk uit te breiden om daar gevangenen te plaatsen die in de gevangenis doorgaan met hun criminele activiteiten zoals het smokkelen van drugs of afpersing? Zo nee, waarom niet?
Gedetineerden die zich bezighouden met VCHD kunnen reeds in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) worden geplaatst. De Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden is daartoe aangepast. De eerste gedetineerde is op deze grond al geplaatst in de EBI. De huidige capaciteit op de EBI volstaat. Uiteraard blijf ik de ontwikkelingen nauwgezet volgen.
De toespraak van Greta Thunberg tijdens de COP24 in Katowice |
|
Lammert van Raan (PvdD) |
|
Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
|
![]() |
Erkent u dat u medeverantwoordelijkheid draagt voor het Nederlandse klimaatbeleid, aangezien het kabinetsbeleid wordt vastgesteld door de ministerraad?
Heeft u de toespraak gehoord die de 15-jarige Zweedse klimaatactivist Greta Thunberg heeft gegeven tijdens de klimaatconferentie in Katowice, Polen?1
Heeft u gehoord dat ze zei: «Veel mensen zeggen dat Zweden maar een klein land is, en dat het niet uitmaakt wat we doen. Maar ik heb geleerd dat je nooit te klein bent om een verschil te maken. En als slechts een paar kinderen over de hele wereld de krantenkoppen halen, door simpelweg niet naar school te gaan, stel je dan eens voor wat we met zijn allen zouden kunnen bereiken, als we maar zouden willen»? Bestrijdt u deze uitspraken van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Maar om dat te doen, moeten we helder spreken, ongeacht hoe oncomfortabel dat kan zijn»? Bestrijdt u de stelling van Thunberg dat eerlijke en heldere communicatie geboden is?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U heeft het alleen maar over groene oneindige economische groei, omdat u bang bent om impopulair te zijn»? Voelt u zich aangesproken door Thunberg op dit punt? Zo nee, heeft u inmiddels uw standpunt over economische groei gewijzigd, en durft u inmiddels te erkennen dat voortdurende economische groei op een (reeds overbelaste) planeet onmogelijk is?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U praat alleen over stappen vooruit zetten met dezelfde slechte ideeën die ons in deze situatie hebben doen belanden, terwijl het enige verstandige zou zijn om aan de noodrem te trekken»? Voelt u zich aangesproken door Thunberg op dit punt? Zo ja, welke voorstellen mogen de Kamer en jongeren zoals Thunberg nog voor het einde van 2018 van u verwachten om radicaal te breken met het beleid van «business as usual» en de grootste bedreigingen voor het klimaat drastisch aan banden te leggen, zoals door de relaties met Saoedi Arabië af te bouwen, omdat Saoedi-Arabië een van de landen is die rechtstreeks lijkt te handelen tegen het belang van volgende generaties door de energietransitie te frustreren?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Jullie zijn niet volwassen genoeg om te zeggen waar het op staat. Zelfs die last laten jullie over aan ons, kinderen»? Bestrijdt u deze stelling van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Maar populair zijn interesseert me niet. Wat mij interesseert, is klimaatrechtvaardigheid en een levende planeet»? Vindt u dat inspirerend? Zou u een voorbeeld kunnen nemen aan Thunberg, denkt u?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Onze beschaving wordt opgeofferd voor de mogelijkheid voor een zeer klein aantal mensen om door te gaan met het verdienen van een enorme hoeveelheid geld. Onze atmosfeer wordt opgeofferd zodat rijke mensen in landen als de mijne, in luxe kunnen leven. Het is het lijden van velen, die betalen voor de luxe van enkelen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «In het jaar 2078, zal ik mijn 75ste verjaardag vieren. Als ik kinderen heb, zullen zij die dag misschien met mij doorbrengen. Misschien zullen ze mij vragen naar jullie. Misschien zullen ze vragen waarom jullie niets gedaan hebben, toen er nog tijd was om te handelen»? Welke antwoord zou Thunberg haar kinderen kunnen geven wat u betreft?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U zegt dat u van uw kinderen houdt, boven al het andere. Maar u steelt hun toekomst, voor hun ogen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Totdat u gaat focussen op wat er moet gebeuren, in plaats van op wat er politiek mogelijk is, is er geen hoop»? Bestrijdt u deze stelling van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We kunnen een crisis niet oplossen zonder het als een crisis te behandelen»? Bestrijdt u deze logica van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We moeten de fossiele brandstoffen in de grond laten, en we moeten focussen op billijkheid»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «En als oplossingen binnen het bestaande systeem niet te vinden zijn, dan moeten we misschien het systeem zelf veranderen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We zijn hier niet gekomen om de wereldleiders te smeken of ze zich (om ons) willen bekommeren. Jullie hebben ons in het verleden genegeerd en jullie zullen ons weer negeren»? Wat vindt u ervan dat jongeren als Thunberg tot de conclusie zijn gekomen dat ze niet kunnen rekenen op hun politieke leiders?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Jullie zijn door je excuses heen, en we zijn door onze tijd heen. We zijn hier gekomen om jullie te laten weten dat verandering eraan komt, of jullie dat nou leuk vinden of niet. De echte macht behoort toe aan het volk»? Bestrijdt u deze uitspraken van Thunberg?
Wat gaat u na het horen van de toespraak doen om ervoor te zorgen dat u kinderen zoals Greta Thunberg weer recht in de ogen kunt kijken?
Bent bereid om u in de ministerraad sterk te maken voor een Nederlands klimaatbeleid dat niet meegaat in het scenario dat kinderen hun toekomst afpakt?
Bent u bereid op uw eigen ministerie alle maatregelen te nemen die de noodzaak van het beperken van de klimaatverandering tot 1,5 graad Celsius vraagt?
Bent u bijvoorbeeld bereid over te stappen op een (veel) plantaardiger catering in de bedrijfskantine, bij vergaderlunches en officiële diners, door plantaardig de norm te maken en dierlijk de uitzondering, zoals diverse Nederlandse universiteiten en de gemeente Utrecht al doen?
Ziekmakende giftige dampen in varkensstallen en het aanhoudende gedogen daarvan |
|
Esther Ouwehand (PvdD) |
|
Carola Schouten (viceminister-president , minister landbouw, visserij, voedselzekerheid en natuur) (CU) |
|
![]() |
Kunt u bevestigen dat in het Varkensbesluit van 1997 al is bepaald dat varkensstallen zo moeten zijn ingericht dat de varkens toegang hebben tot een schone en comfortabele ruimte?
Ja.
Kunt u voorts bevestigen dat in de Wet dieren van 2011 is bepaald dat gehouden dieren moeten worden gevrijwaard van fysiek en fysiologisch ongerief en dat het in principe verboden is de gezondheid of het welzijn van het dier te benadelen?
In de Wet Dieren is in artikel 1.3 bepaald dat bij het stellen van regels of het nemen van daarop gebaseerde besluiten rekening wordt gehouden met de gevolgen die deze regels of besluiten hebben voor de intrinsieke waarde van het dier. Daartoe wordt gerekend dat de zorg die de dieren redelijkerwijs behoeven is verzekerd, hetgeen onder meer inhoudt de vrijwaring vanfysiek en fysiologisch ongerief voor zover dat redelijkerwijs kan worden verlangd. Het is daarnaast op grond van artikel 2,1 van de Wet dieren verboden om zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van het dier te benadelen.
Kunt u voorts bevestigen dat in de nadere regelgeving onder de Wet dieren, in het Besluit houders van dieren van 2014, een verbod is opgenomen om dieren te houden in stallen waarin de lucht zo vervuild is dat zij er ziek van worden?1
In het besluit houders van dieren is opgenomen dat de luchtcirculatie, het stofgehalte van de lucht, de temperatuur, de relatieve luchtvochtigheid en de gasconcentraties in de omgeving van het dier niet schadelijk zijn voor het dier.
Kunt u bevestigen dat zowel het Varkensbesluit als de Wet dieren als het Besluit houders van dieren in elk geval tot halverwege 2018 nooit is gehandhaafd als het gaat om de lucht waarin dieren in de varkenshouderij moeten leven?
De NVWA controleerde ook voor medio 2018 tijdens inspecties bij varkenshouderijen of het klimaat in de stal schadelijk is voor de dieren. In die gevallen waar duidelijk sprake was van een schadelijk klimaat werd ook handhavend opgetreden.
Indien u niet wilt bevestigen dat de dierenwelzijnswetten nooit zijn gehandhaafd als het gaat om de lucht waarin dieren in de varkenshouderij moeten leven, kunt u dan de informatie over concrete gevallen van handhaving en sanctionering van de afgelopen decennia naar de Kamer sturen zodat de Kamer kan controleren of uw bewering dat er wel is gehandhaafd wel klopt?
In mijn antwoord op uw vraag 4 heb ik aangegeven dat er ook vóór halverwege 2018 is gehandhaafd als het gaat om de lucht waarin dieren in de varkenshouderij moeten leven. Voor meer informatie over de handhaving op het klimaat in varkensstallen in 2018 verwijs ik naar de op 28 februari jl. door de NVWA gepubliceerde factsheet over de inspectieresultaten klimaat in varkensstallen.1
Vindt u het zelf prettig om ammoniakdampen in te ademen?
Nee.
Erkent u dat alleen al op basis van gezond verstand er al die jaren al ernstig rekening moest worden gehouden met de waarschijnlijkheid dat varkens die hun hele leven in gesloten stallen moeten doorbrengen, slechts via een rooster gescheiden van hun eigen uitwerpselen, te lijden hebben van de ammoniak in de lucht waarin ze 24 uur per dag moeten leven?
Ik ben me ervan bewust dat er meer aandacht moet komen voor de omstandigheden waarin de varkens gehouden worden. Dit is ook een van de maatregelen die in het Hoofdlijnenakkoord voor de sanering en verduurzaming van de varkenshouderij zijn afgesproken (Kamerstuk 28 973, nr. 200). Deze aanpak is gericht op het ontwikkelen van brongerichte emissiebeperkende maatregelen, waarbij de mest frequent uit de stallen wordt afgevoerd en bewerkt, en verbeterde ventilatiesystemen in varkensstallen. Hierdoor verminderen schadelijke emissies in stallen en verbetert de kwaliteit van het stalklimaat.
Kunt u bevestigen dat ammoniak voor varkens een van de schadelijkste gassen is in de stallucht?
Ammoniak is boven een bepaalde concentratie schadelijk voor de gezondheid. De mate van schadelijkheid is naast de concentratie ook afhankelijk van de blootstellingsduur. De relatie tussen blootstelling aan ammoniak en ontstaan van gezondheidsproblemen is moeilijk vast te stellen, omdat vaak meerdere stalfactoren tegelijkertijd van invloed zijn op de gezondheid van de dieren.
Kunt u bevestigen dat het reukorgaan, net als bij een hond, het belangrijkste zintuig is van varkens en dat varkens hun soortgenoten onderscheiden op geur?
Varkens herkennen elkaar onderling door een combinatie van geluid, zicht en geur.
Realiseert u zich dat aantasting van de neus en reuk betekent dat de dieren de mogelijkheid tot deze cruciale herkenning wordt ontnomen?
Er zijn geen aanwijzingen dat dieren elkaar minder goed herkennen in varkensstallen. Dieren herkennen elkaar op basis van geluid, zicht en geur. Wel is het zo dat Wageningen Livestock Research aangeeft dat een verminderd stalklimaat kan leiden tot frustratie en prikkelbaarheid van de dieren.
Hoe denkt u dat varkens zich voelen in een hok vol andere varkens als zij die niet (goed) meer kunnen herkennen?
Zie antwoord vraag 10.
Kunt u bevestigen dat aantasting van de neus en reuk en daarmee het wegvallen van herkenning tot gevolg heeft dat de dieren minder sociaal gedrag kunnen vertonen en agressiever zijn naar elkaar, wat er weer toe leidt dat zij elkaar verwonden?
Zie antwoord vraag 10.
Zijn er medewerkers op het ministerie (geweest) die aandacht hebben gevraagd voor de waarschijnlijkheid dat de lucht in varkensstallen een bron van leed vormt voor de dieren? Zo ja, vanaf wanneer, hoe vaak is dat gebeurd en wat is er met de respectieve signaleringen van (diverse) ambtenaren die aandacht vroegen voor dit specifieke dierenwelzijnsprobleem gebeurd?
De luchtkwaliteit in de varkensstallen is al geruime tijd een punt van aandacht binnen mijn ministerie.
In de plannen voor verduurzaming van de varkenshouderij is luchtkwaliteit in de stal ook een belangrijk aandachtspunt. Eén van de maatregelen in het Hoofdlijnenakkoord voor de sanering en verduurzaming van de varkenshouderij (Kamerstuk 28 973, nr. 200) is gericht op het ontwikkelen van brongerichte emissiebeperkende maatregelen, waarbij de mest frequent uit de stallen wordt afgevoerd en bewerkt, en verbeterde ventilatiesystemen in varkensstallen. Hierdoor verminderen schadelijke emissies in stallen en verbetert de kwaliteit van het stalklimaat.
Kunt u bevestigen dat er al jaren wetenschappelijke kennis beschikbaar is over de schadelijke effecten van het inademen van lucht met een hoog ammoniakgehalte bij zowel dieren als mensen?
Het is bekend dat hoge gehaltes ammoniak niet bevorderlijk zijn voor de gezondheid van de luchtwegen van mens en dier.
Er is veel onderzoek beschikbaar over de schadelijkheid van ammoniak voor mens en dier. Dit heeft er onder andere toe geleid dat WUR in 2015 onderzoek heeft gedaan naar indicatoren die gebruikt kunnen worden door de varkenshouders en handhavers om inzicht te krijgen in situaties waarbij het stalklimaat onvoldoende gewaarborgd is en er mogelijk sprake is van verminderd dierenwelzijn en verminderde diergezondheid. Het onderzoek heeft vijf indicatoren opgeleverd. Dit zijn de omgevingsindicatoren concentraties koolstofdioxide en ammoniak en de volgende dierindicatoren: mate van roodheid en/of bevuiling van de ogen; mate van oorbijten; mate van staartbijten; mate van bevuiling van de dieren. De NVWA gebruikt deze vijf indicatoren om het stalklimaat te beoordelen.
Welke onderzoeken en rapporten (inzake de schadelijke effecten van het inademen van lucht met een hoog ammoniakgehalte bij zowel mensen als dieren) zijn sinds wanneer bekend op het ministerie en wat is er met die onderzoeken en rapporten gebeurd?
Zie antwoord vraag 14.
Kunt u bevestigen dat mensen ademhalingsproblemen ervaren bij een ammoniakgehalte van 6 parts per million (ppm) en dat biggen ammoniakconcentraties onder de 10 ppm al detecteren en vermijden?2
De onderbouwing van deze data zijn mij niet bekend.
Welke waarde kent u toe aan de duidelijke voorkeur van (deze) dieren om geen lucht met (deze gehaltes aan) ammoniak erin in te hoeven ademen?
Ik vind het belangrijk dat de dieren kunnen leven in een omgeving die niet schadelijk is.
Erkent u de voorkeur voor niet-vervuilde lucht als behorend tot de natuurlijke behoeften van het dier? Zo nee, waarom niet?
Ik vind het belangrijk dat er sprake is van een goed stalklimaat en een goede luchtkwaliteit. Het is daarom belangrijk om in te zetten op brongerichte maatregelen. Zie verder mijn antwoord op vraag 7.
Kunt u bevestigen dat ammoniakconcentraties van meer dan 20 ppm tot beschadigingen aan de luchtwegen kunnen leiden bij varkens én mensen?3
Het is bekend dat hoge gehaltes ammoniak niet bevorderlijk zijn voor de gezondheid van de luchtwegen van mens en dier. Een combinatie van factoren kan leiden tot respiratiestoornissen in de varkens. Dit uit zich bijvoorbeeld in longafwijkingen (long- en borstvliesontstekingen) bij vleesvarkens.
Kunt u bevestigen dat veel varkens als gevolg van de ammoniakdampen in de stal waarin zij opgesloten zitten lijden aan chronisch hoesten, ernstige benauwdheid, longontstekingen en pijnlijke borstontstekingen?
Zie antwoord vraag 19.
Kunt u bevestigen dat volgens de Arbowet de ammoniakconcentraties in stallen niet hoger mag zijn dan 10 ppm?
Volgens bijlage XIII bij de Arbeidsomstandighedenregeling mag de ammoniakconcentratie waaraan een werknemer blootstaat niet hoger zijn dan 14 mg/m3 (voor een gemiddelde blootstelling over 8 uur); dit komt overeen met 20 ppm. Bij een korte blootstellingsduur (15 min) mag de ammoniakconcentratie niet hoger zijn dan 36 mg/m3 (50 ppm).
Hoe verhoudt deze wettelijke arbonorm voor de lucht in stallen zich tot het gedogen van ammoniakconcentraties die veel hoger liggen?
Zie voor het antwoord op deze vraag mijn antwoord op de vragen 14 en 15.
Onderschrijft u de bevindingen van het Klimaatplatform Varkens van de Wageningen Universiteit, dat op basis van metingen en berekeningen in 2013 concludeerde dat de ammoniakconcentratie in stallen op 50 tot 70 ppm kan liggen?
Ik heb geen reden om aan de uitkomsten van de bevindingen van het Klimaatplatform te twijfelen. Ik heb daarom ook door de WUR onderzoek laten doen naar indicatoren om het stalklimaat en de effecten daarvan op het dier zichtbaar te maken en een effectievere invulling te kunnen geven aan de handhaving op de luchtkwaliteit.
Kunt u bevestigen dat het dierenwelzijnspanel van de European Food Safety Authority (EFSA), in een zogenaamd «technical report» waaraan de Wageningen Universiteit heeft meegeschreven, in 2011 heeft gesteld dat het ammoniakgehalte in een varkensstal in elk geval niet boven de 20 ppm zou moeten komen?4
Ja dat is mij bekend. Een varkensstal goed ventileren is van belang voor de gezondheid en het welzijn van de varkens. Ventileren van stallen is een balans tussen het omlaag brengen van de ammoniakgehaltes en de luchtsnelheid in de stal. Als er teveel geventileerd wordt kan er tocht ontstaan en de temperatuur in de stal dalen, wat een negatieve invloed kan hebben op de diergezondheid van de dieren.
Kunt u bevestigen dat Duitsland wettelijk heeft vastgelegd dat de ammoniakconcentraties in varkensstallen niet hoger mag zijn dan 20 ppm wettelijk en dat ook in Frankrijk bij inspecties in varkensstallen deze grenswaarde als maximale bovengrens wordt gehanteerd?
In Duitsland is vastgelegd dat de ammoniakconcentratie in varkensstallen structureel niet hoger mag zijn dan 20 ppm. In Frankrijk is geen waarde voor de ammoniakconcentratie in varkensstallen in regelgeving opgenomen.
Kunt u bevestigen dat het Klimaatplatform Varkens van de Wageningen Universiteit in 2013 al waarschuwde dat de ammoniakconcentratie in varkensstallen hooguit 20 ppm mag zijn? Sinds wanneer was deze bevinding bekend op het ministerie? Werd de bevinding gesignaleerd door het team dierenwelzijn? Zo nee, waarom niet? Wat is er met de bevinding gebeurd op het ministerie?
Het ging hierbij om een advies van het Klimaatplatform Varkens richting varkenshouders in 2013. In 2015 heeft mijn ministerie opdracht gegeven aan de WUR om onderzoek te doen naar indicatoren voor de handhaving van het stalklimaat. Zie ook vraag 17.
Kunt u bevestigen dat die bovengrens van 20 ppm in Nederland nog altijd niet wettelijk is vastgelegd?
In de regelgeving is de bovengrens van 20 ppm ammoniak niet opgenomen.
Erkent u dat Nederland op dit punt dus niet «voorop loopt» in Europa als het gaat om het dierenwelzijn in de veehouderij, zoals wel vaak wordt beweerd?
Nederland heeft ervoor gekozen om op basis van beschikbaar onderzoek de stap te zetten naar het laten opstellen van praktische handvatten voor het toezicht op de luchtkwaliteit in stallen. Zoals ook aangegeven bij mijn antwoord op vraag 13 is de luchtkwaliteit in varkenstallen al geruime tijd een punt van aandacht binnen mijn ministerie. Ik heb geen inzicht hoe aan deze opgave invulling is gegeven in andere landen.
Kunt u toelichten waarom u er niet voor heeft gekozen om in elk geval een wettelijke bovengrens vast te leggen voor de toegestane ammoniakconcentraties in varkensstallen, maar in plaats daarvan opdracht heeft gegeven aan Wageningen Livestock Research om een onderzoek te doen naar «signaalindicatoren» voor een ontoereikend stalklimaat?
Met het onderzoek zijn signaal indicatoren tot stand gekomen die de NVWA handvatten biedt voor een integrale beoordeling van het stalklimaat waarin verschillende aspecten, waaronder ammoniak, worden meegenomen. Daarmee wordt invulling gegeven aan het toezicht op stalklimaat. In Europese regelgeving is geen wettelijke bovengrens vastgelegd.
Hoeveel geld heeft het ministerie betaald aan Wageningen Livestock Research voor dit pilotproject voor de ontwikkeling van «indicatoren op basis waarvan bedrijven kunnen worden gesignaleerd die mogelijk niet aan de open norm voor stalklimaat voldoen» en hoeveel tijd heeft het onderzoek in beslag genomen?
Dit onderzoek heeft € 73.300 (inclusief btw) gekost. Het onderzoek liep van 2015 tot april 2017.
Hoe verantwoordt u de jarenlange vertraging en het opnieuw uitgeven van belastinggeld aan een onderzoek door Wageningen Universiteit, terwijl diezelfde universiteit in een samenwerkingsverband voor EFSA al in 2011 tot de conclusie was gekomen dat je 20 ppm als maximale bovengrens moet stellen voor de lucht in varkensstallen?
Om de uitkomsten van een rapport om te zetten in beleid en uitvoering is tijd nodig en extra onderzoek. In het rapport van de EFSA is als conclusie opgenomen dat ammoniak waarden van meer dan 20 ppm nadelige gevolgen kunnen hebben op de fysiologie en het gedrag van varkens. Op basis daarvan is in het rapport de aanbeveling opgenomen om de ammoniak waarde niet hoger te laten zijn dan 20 ppm. Dit is niet overgenomen in Europese regelgeving. Zie verder mijn antwoord bij vraag 28.
Kunt u bevestigen dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) ondanks dit nieuwe onderzoek, weer zes jaar later, in ieder geval tot juli 2018 nog altijd geen sancties heeft opgelegd bij geconstateerde overtredingen met betrekking tot de slechte luchtkwaliteit in varkensstallen? En hoe is dit na juli 2018?
In de eerste helft van 2018 heeft de NVWA 59 keer het klimaat beoordeeld aan de hand van de checklist stalklimaat. Dit betrof 53 bedrijven. Bij 18 van de 32 inspecties op locaties met biggen is bij één of meerdere hokken een ammoniakwaarde boven de 20 ppm gemeten. Bij 18 van de 27 inspecties op locaties met vleesvarkens is bij één of meerdere hokken een ammoniakwaarde boven de 20 ppm gemeten. Dit betekent dat bij 36 van de 59 ingevulde checklijsten, bij één of meerdere hokken een ammoniakwaarde boven de 20 ppm is gemeten. Zoals ook uitgelegd in antwoord op de vragen 27 en 31 handhaaft de NVWA op basis van een combinatie van indicatoren en niet op basis van uitsluitend ammoniakwaardes. Naast een aantal omgevingskenmerken worden ook dierkenmerken meegewogen. Op 4 bedrijven is op basis van de uitgevoerde inspecties de luchtkwaliteit in de stal als niet akkoord beoordeeld. In één geval is hiervoor een schriftelijke waarschuwing gegeven. De overige drie inspecties zijn afgedaan met een mondelinge waarschuwing, waarbij in één geval de tekortkoming ter plekke is hersteld.
Kunt u bevestigen dat bij de inspecties die de NVWA aan het begin van dit jaar heeft uitgevoerd met de «checklist stalklimaat biggen», bij zo’n 70% van de inspecties ammoniakconcentraties in hokken zijn gemeten die (ver) boven de 20 ppm lagen?
Zie antwoord vraag 32.
Mogen we aannemen dat op dit moment in tot wel 70% van de hokken in Nederland varkens leven in een ammoniakconcentratie hoger dan de maximale waarde van 20 ppm? Zo nee, kunt u het uitsluiten?
Zie antwoord vraag 32.
Kunt u bevestigen dat de ammoniakconcentraties in stallen vooral tijdens koude dagen zomaar kan oplopen, omdat veel boeren het ventilatieniveau terugdraaien om de stal warm te houden?
De NVWA voert geen specifiek onderzoek uit naar het ventilatieniveau. Dat wil zeggen, dit wordt niet geregistreerd tijdens een inspectie. Inspecteurs geven wel aan dat zij op koudere dagen vaker een minimale ventilatie aantreffen in de stal en dat dit de oorzaak zou kunnen zijn voor een hogere ammoniakconcentratie. Het stalklimaat is een balans tussen het omlaag brengen van de ammoniakgehaltes en de luchtsnelheid in de stal. Als er teveel geventileerd wordt op koude dagen kan er tocht ontstaan en de temperatuur in de stal dalen, wat een negatieve invloed kan hebben op de diergezondheid van de dieren.
Kunt u bevestigen dat uit een onderzoek van EFSA blijkt dat zelfs een korte periode van blootstelling aan ammoniakconcentraties boven de 35 ppm al leidt tot ontstekingsreacties in de luchtwegen bij varkens, waarbij bacteriën tevens moeilijker uit de longen kunnen worden afgevoerd, wat in combinatie met fijnstof bij een hoge ammoniakconcentratie zorgt voor verdere ontstekingsreacties?
Ja.
Kunt u bevestigen dat ammoniak niet alleen de weerstand tegen bacteriën, maar ook tegen virussen beïnvloedt?
Het is bekend dat klimaatfactoren een risicofactor kunnen zijn bij het ontstaan van bepaalde ziekten. Er is geen eenduidige relatie maar correlaties zijn vastgesteld.
Kunt u bevestigen dat varkens al relatief kleine longen hebben, maar in de veehouderij de afgelopen 30 jaar dusdanig zijn gefokt op groeisnelheid dat de groei van spiermassa ten koste is gegaan van de longinhoud? Kunt u bevestigen dat hun longinhoud daardoor met 3% is verminderd, waardoor het «moderne» varken nog gevoeliger is geworden voor schadelijke gassen in de lucht van de stal waar zij hun hele leven in worden opgesloten?
Dat kan ik niet bevestigen. Belangrijk is dat het stalklimaat van voldoende kwaliteit is om longproblemen te voorkomen en dat het welzijn van de varkens niet wordt aangetast.
Erkent u, op basis van deze naar aanleiding van een WOB-verzoek verkregen inspectieresultaten, dat de door de EFSA voorgestelde bovengrens voor de luchtkwaliteit in stallen, en daarmee de wettelijke bepaling dat de omgeving niet schadelijk mag zijn voor dieren, stelselmatig wordt overschreden?
Zie mijn antwoorden op de vragen 27 en 31.
Hoeveel inspecties hebben er in de periode juli tot november 2018 plaatsgevonden aan de hand van de «checklist stalklimaat biggen»?
Er hebben geen inspecties plaatsgevonden aan de hand van de «checklist stalklimaat biggen» in de periode juli tot november 2018. De metingen waarop het onderzoek van WUR is gebaseerd, zijn uitgevoerd in het koelere deel van het jaar (winter en voorjaar). Voor de inspecties in 2018 is gekozen om ze in eenzelfde periode uit te voeren, omdat de door de WUR benoemde signaalindicatoren in ieder geval voor deze periode valide zijn.
In hoeveel procent van de hokken en in hoeveel procent van de bedrijven zijn er ammoniakwaardes boven de 20 ppm aangetroffen? Hoeveel boetes en waarschuwingen zijn hierbij uitgedeeld?
Zie mijn antwoord op de vragen 32, 33 en 34.
Bent u bereid ervoor te zorgen dat geen enkel varken in de Nederlandse veehouderij nog wordt blootgesteld aan schadelijke ammoniakconcentraties van meer dan 20 ppm en om effectief op te treden als dat wel gebeurt, zoals sluiting van het bedrijf? Zo ja, hoe en op welke termijn mogen de dieren op de bescherming rekenen van de Minister die verantwoordelijk is voor hun wettelijke bescherming?
De vijf signaal indicatoren voor de controle op stalklimaat zijn inmiddels onderdeel van reguliere welzijnsinspecties van de NVWA bij varkenshouders. Als inspecteurs tijdens hun welzijnsinspecties bij varkenshouders twijfels hebben over het stalklimaat kunnen zij op basis van de checklist controleren of het stalklimaat in orde is. Bij overtredingen wordt, afhankelijk van de ernst van de overtreding, waarschuwend of bestraffend opgetreden.
Zie verder mijn antwoord op de vragen 13, 14 en 15.
Herkent u de volgende tekst: «De Nederlandse wet hanteert voor de wettelijke borging van dierenwelzijn in toenemende mate zogenaamde «open normen». Dat houdt in dat veelal in abstracte termen het doel wordt aangegeven waaraan de dierhouder moet voldoen. Zo mag het stalklimaat niet schadelijk zijn voor het dier. Dit geeft de veehouder de vrijheid om zelf de weg te kiezen waarlangs hij dit doel bereikt en creëert ruimte voor vernieuwingen. Voor de toezichthouder (NVWA) is het handhaven echter lastiger»?5
Open normen bieden de houder van dieren de ruimte om zelf invulling te geven aan de wijze waarop hij kan voldoen aan de gestelde eisen. Momenteel loopt er een onderzoek naar aanleiding van de motie Lodders en Geurts (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 23) over onder andere het in kaart brengen hoe de taakverdeling tussen beleid en handhaving is vormgegeven bij het maken van beleid en het uitwerken van beleidsregels en het interpreteren van (Europese) normen. Hierbij wordt specifiek gekeken naar open normen. Uw Kamer zal over de uitkomsten geïnformeerd worden.
Onderschrijft u de analyse van de dierenwelzijnsonderzoekers van de Wageningen Universiteit dat de open normen in de Nederlandse dierenwelzijnsregels vrijheid geven aan de veehouder en het lastiger maken voor de toezichthouder om te handhaven?
Zie antwoord vraag 43.
Klopt het dat het doel van dit pilotproject «Klimaat in Varkensstallen», waar uw ministerie opdracht toe gaf, bestond uit «het ontwikkelen van indicatoren op basis waarvan bedrijven kunnen worden gesignaleerd die mogelijk niet aan de open norm voor stalklimaat voldoen, niet om daarmee van die open norm weer een gesloten norm te maken, maar om de inspecteur een instrument in handen te geven dat vervolgonderzoek kan rechtvaardigen»?
Ja.
Erkent u hiermee dat de NVWA op basis van de open norm dat het stalklimaat niet schadelijk mag zijn voor het dier tot nu toe geen instrument in handen heeft gehad op basis waarvan zij deze regel zou kunnen handhaven?
Zoals toegelicht in mijn antwoord op vraag 4 en 5 handhaafde de NVWA ook vóór 2018 de open norm dat het stalklimaat niet schadelijk mag zijn voor het dier. Met de indicatoren die zijn ontwikkeld op basis van het WUR onderzoek heeft de NVWA specifiekere handvatten gekregen om dit te doen.
Voor welke open normen in de Wet dieren en het Besluit houders van dieren heeft de NVWA nog meer geen instrument in handen om daadwerkelijk te kunnen handhaven?
De NVWA houdt op alle relevante aspecten van de Wet dieren en het besluit houders van dieren toezicht en als dat ten aanzien van specifieke normen nodig is kan een nadere invulling plaats vinden zoals dat is gebeurd voor de indicatoren voor stalklimaat.
Kunt u bevestigen dat het Bureau Risicobeoordeling & Onderzoeksprogrammering (bureau) van de NVWA in 2015 in het rapport «Risicobeoordeling roodvleesketen» ook al concludeerde dat «het open karakter van diverse voorschriften in de vigerende dierenwelzijnswetgeving» de vaststelling van de naleving ervan «bemoeilijkt» en daarmee «effectief toezicht op en handhaving van» deze regelgeving «belemmert»?
Ik verwijs hierbij naar mijn antwoord op vraag 43 en 44.
Op welke wijze gaat u de conclusie van bureau en de constatering van de onderzoekers van de Wageningen Universiteit dat open normen vooral vrijheid geven aan de veehouder, terwijl het voor de toezichthouder lastiger is om te handhaven, betrekken bij de evaluatie van de Wet dieren?
Zie mijn antwoord op vraag 48. Verder zal ik dit punt ook betrekken bij de evaluatie van de Wet Dieren.
Kunt u de planning voor de beloofde evaluatie van de Wet dieren schetsen en de Kamer de opzet voor de evaluatie toesturen?
De evaluatie van de Wet Dieren zal op korte termijn starten en ik verwacht dat ik de uitkomsten en aanbevelingen van de evaluatie in het eerste kwartaal van 2020 aan de Kamer kan sturen. De evaluatie zal de Wet Dieren en de, voor dierenwelzijn relevante, onderliggende besluiten en regelingen betreffen.
De evaluatie zal worden uitgevoerd door een extern bureau dat onder andere verschillende belanghebbenden zal spreken om input te krijgen. Over de opzet van de evaluatie zal ik uw Kamer in de voortgangsbrief dierenwelzijn nader informeren.
Het bericht ‘856.000 Nederlanders in loondienst bouwen geen pensioen op’ |
|
Steven van Weyenberg (D66) |
|
Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (D66) |
|
![]() |
Bent u bekend met het bericht «856.000 Nederlanders in loondienst bouwen geen pensioen op»?1
Ja
Wat vindt u van het feit dat 856.000 werknemers geen pensioen blijkt op te bouwen?
De omvang van de witte vlek op pensioengebied wordt al geruime tijd op periodieke basis gemonitord door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het tot voorkort meest recente CBS-onderzoek uit 2016 was gebaseerd op cijfers ultimo 2013. Er was destijds sprake van een witte vlek van 4% (circa 228 duizend personen). In het nieuwste onderzoek dat in november is gepubliceerd en wat de stand van zaken ultimo 2016 weergeeft, is deze groep aanzienlijk groter. Het lijkt onwaarschijnlijk dat dit een reële stijging van het aandeel witte werknemers betreft; de nieuwe onderzoeksmethode die wordt gehanteerd lijkt de meest aannemelijke verklaring. Ik heb hierover de Kamer uitgebreid geïnformeerd in de verzamelbrief pensioenonderwerpen van november vorig jaar.2 Ik ben ervan geschrokken dat de uitkomsten van het onderzoek in negatieve zin sterk afwijken van eerdere onderzoeken. Dit betekent dat de onderzoeken naar de witte vlek van de afgelopen jaren een onderschatting hebben gegeven. Ik ben wel positief over het feit dat we door de nieuwe pensioenaansprakenstatistieken die worden gebruikt, nu in staat zijn een nauwkeuriger beeld te schetsen van de witte vlek. Dit geeft richting voor vervolgstappen.
Op welke manier zou het toevoegen van werknemers met een fiscaal jaarloon onder het wettelijk minimumloon aan de onderzoekspopulatie kunnen leiden tot een grotere witte vlek? Hoe zit het met de franchise voor deze groep, die waarschijnlijk in deeltijd werkt?
Vierennegentig procent van alle werknemers in de onderzoekspopulatie heeft een fiscaal jaarloon boven het WML. Het aandeel witte werknemers binnen de groep werknemers met een jaarloon boven WML ligt op 11% (708 duizend werknemers). De witte vlek neemt door het toevoegen van werknemers met een fiscaal jaarloon onder het wettelijk minimumloon aan de onderzoekspopulatie toe met 2%.
Wat de franchise van de werknemers betreft, daarover heeft het CBS geen informatie. Het CBS hanteert de grens van het fiscaal jaarloon boven/onder WML als benadering van de franchisegrens. Bij de berekening van het fiscaal jaarloon heeft het CBS in het geval van banen in deeltijd en (of) met een contractduur van minder dan een jaar het fiscaal jaarloon gecorrigeerd naar dat van een voltijdbaan (40 uur) die het gehele jaar duurt. Het is te verwachten dat werknemers met een fiscaal jaarloon onder het WML relatief vaak in deeltijd werken. In tabellen 1 en 5 van het CBS-onderzoek is een uitsplitsing gegeven naar vaste of flexibele dienstverbanden (waarbij de betekenis van flexibel in aantal werkuren per maand of een tijdelijk dienstverband kan betekenen). Uit de onderstaande vergelijking is te zien dat het aandeel werknemers met een flexibel dienstverband zowel bij alle werknemers, als ook binnen de groep witte werknemers, lager is binnen de groep werknemers met een fiscaal jaarloon boven WML (tabel 5) in vergelijking met de totale groep werknemers (tabel 1) (zie de onderstaande tabel: werknemers: 29% vs. 32%, en witte werknemers 55% vs. 59%).
Aantal (x 1000)
Vast
4.490
347
4.389
320
Flexibel1
2.066
509
1.776
388
Totaal
6.556
856
6.164
708
Aandeel
Vast
68%
41%
71%
45%
Flexibel1
32%
59%
29%
55%
Totaal
100%
100%
100%
100%
Flexibel aantal uren of tijdelijk dienstverband
Op welke manier zijn (tijdelijke) arbeidsmigranten of gedetacheerde werknemers uit andere EU-landen onderdeel van de onderzoekspopulatie? Hebben zij invloed op de omvang van de witte vlek?
In 2016 heeft het CBS in opdracht van het ministerie verdiepend onderzoek gedaan naar de witte vlek op pensioengebied. In dat onderzoek was onder meer gekeken naar het aandeel expats onder witte werknemers. Daarbij was de hypothese dat één van de redenen waarom werknemers geen pensioen hoeven te sparen bij werkgevers die wel arbeidsvoorwaardelijk pensioen aanbieden, mogelijk is dat het expats betreft. In deze verdieping waren expats gedefinieerd als eerstegeneratieallochtonen met een fiscaal jaarloon ten minste twee keer boven modaal. Uit dat onderzoek bleek dat er relatief meer expats onder witte werknemers zijn dan verwacht zou mogen worden op grond van hun aandeel in het totaal van werknemers, maar dat de groep expats vrij klein is en hun impact beperkt. Dat is ook de reden waarom het CBS bij het meest recente onderzoek niet is gevraagd deze groep afzonderlijk te rapporteren.
Bent u bereid om in gesprek te gaan met de sectoren industrieel ontwerp en vormgeving, fotografie, vertaling en overige consultancy, waar het aandeel witte werknemers het hoogst is en te kijken naar mogelijke oorzaken en oplossingen?
Uit het CBS-onderzoek blijkt dat binnen de commerciële dienstverlening de sectoren «Industrieel ontwerp en vormgeving, fotografie, vertaling en overige consultancy» relatief het hoogste aandeel witte werknemers vertegenwoordigen (47 procent). In absolute zin gaat het binnen deze sectoren om ruim 9 duizend witte werknemers. Er zijn sectoren waarin het aantal werknemers dat geen pensioen opbouwt in absolute zin veel groter is. In Nederland kennen we geen algemene pensioenplicht. Bij bedrijven die niet onder de verplichtstelling vallen en waarin deelname aan een pensioenregeling ook niet in een CAO is vastgelegd, zijn werkgever en werknemer vrij om afspraken te maken over een pensioenregeling. Dan kan ook de consequentie zijn dat er geen verplichte pensioenopbouw wordt afgesproken. We zien dat dit relatief vaak het geval is binnen de commerciële dienstverlening. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt in eerste instantie bij sociale partners in een bepaalde bedrijfstak.
Wat is uw inschatting van de invloed van «achterlopende pensioenadministratie» op de 25% van de uitzendkrachten die langer dan 26 weken voor dezelfde werkgever werken maar geen pensioen opbouwen?
Uitzendkrachten bouwen op basis van de geldende verplichtstelling pensioen op in een beschikbare premieregeling. De verdiensten en gewerkte uren van uitzendkrachten kunnen van week tot week verschillen. Om die reden vindt in de uitzendsector aanlevering van premiebestanden aan het bedrijfstakpensioenfonds pas plaats na afronding van de verloningsperiode. Vervolgens moeten deze bestanden en premiestortingen administratief verwerkt worden alvorens deze (met terugwerkende kracht) resulteren in aanmeldingen en nieuwe premiestortingen. Door deze systematiek loopt de administratieve verwerking van aanmeldingen en premies in de regel één tot twee maanden achter. Er is dus geen sprake van achterstanden in de uitvoering, maar van werkprocessen die pas achteraf kunnen worden uitgevoerd. In extreme gevallen (werkgevers die te laat aanleveren, maar ook uitzendkrachten die hun loongegevens te laat indienen) kunnen achterstanden van meerdere maanden tot zelfs jaren ontstaan in de verwerking. Verwerking geschiedt echter altijd met terugwerkende kracht tot de datum waarop de aanmelding en premies betrekking hadden.
Kan het zo zijn dat de pensioenadministratie zodanig achterloopt dat de opbouw van pensioen bij een opeenvolgende uitzendwerkgever niet doorloopt (dat opnieuw een wachttijd wordt toegepast)? Wordt dit met terugwerkende kracht gecorrigeerd?
Nee, in beginsel kan hiervan geen sprake zijn. De vraag of er ten onrechte een wachttijd wordt gehanteerd door een opvolgende uitzendwerkgever staat los van de administratie door het bedrijfstakpensioenfonds. Bij aanvang van de werkzaamheden voor een nieuwe uitzendwerkgever heeft deze de verplichting om navraag te doen over het arbeidsverleden van de werknemer en eventuele eerdere deelname aan de pensioenregeling. De uitzendwerknemer heeft de verplichting om deze informatie desgevraagd te verschaffen. Als één van beide of beiden niet aan genoemde verplichtingen voldoen of er onjuiste informatie wordt verstrekt, kan er sprake zijn van een onterechte hantering van een nieuwe wachttijd.
Hoe verlopen de gesprekken met de uitzendsector over de uitkomsten van het onderzoek?
Ik heb inmiddels om een eerste reactie gevraagd van het pensioenfonds van de uitzendsector (StiPP). Het pensioenfonds laat weten dat de uitkomsten genuanceerder liggen dan uit het onderzoek blijkt. Het pensioenfonds geeft aan dat naast het «vertraagde» administratieve proces de manier van berekenen van het CBS op onderdelen afwijkt van de werkwijze vanuit de sector. De sector rekent bijvoorbeeld met gewerkte weken en het CBS met een half kalenderjaar. Het effect van deze afwijking op de resultaten is niet bekend. De uitzendsector heeft aangegeven het voornemen te hebben om naar aanleiding van het CBS-onderzoek een verdiepingsonderzoek uit te voeren om vast te stellen hoe groot de werkelijke pensioendeelname is. De uitkomsten van dit onderzoek zijn momenteel nog niet bekend.
Daarnaast hebben de sociale partners besloten tot de uitvoering van een onderzoek naar de effecten van een verkorting van de wachttijd voor werknemers, werkgevers en het pensioenfonds StiPP. Het gaat daarbij om effecten op de pensioenopbouw, de kosten en de administratie. Dit laatste effect moet niet worden onderschat. Het is één van de redenen voor de bijzondere positie van de uitzendsector als het gaat om wachttijd. Veel uitzendkrachten werkten slechts kort, waardoor er sprake zou zijn van een relatief grote administratieve last, met de daarbij behorende kosten, die ten koste zou gaan van de opbouw van pensioen van de deelnemers.
Sociale partners werken in dit onderzoek samen met StiPP en laten het onderzoek uitvoeren door een externe partij. Sociale partners streven ernaar deze resultaten voor de zomer beschikbaar te hebben.
Het is aan de sociale partners om mede op basis van de resultaten van het onderzoek afspraken te maken over een (aangepaste) pensioenregeling en een daarin te hanteren wachttermijn. Hantering van een drempelperiode wordt daarbij eveneens als alternatief overwogen, maar leidt tot verschillende nieuwe administratieve vraagstukken, zoals de bewaring van premiegelden gedurende de drempelperiode. Ik onderhoud contact met de betrokken partijen over de voortgang en zal uw Kamer informeren over de uitkomsten.
Is u bekend hoe vaak uitzendkrachten een klacht indienen over de telling van het arbeidsverleden of de opbouw van pensioen?
Het bedrijfstakpensioenfonds wordt incidenteel geconfronteerd met vragen of klachten over de telling van het arbeidsverleden en de daarop gebaseerde pensioenopbouw. In enkele tientallen gevallen per jaar leidt dat tot geschillen of procedures. Indien de werkgever in kwestie failliet is, kan dit leiden tot claims uit hoofde van het principe «geen premie, wel recht», waarbij de kosten van de pensioenopbouw ten laste van het pensioenfonds komen.
Zijn de cijfers voor u aanleiding om de uitzondering van de uitzendbranche op de wettelijke maximale wachttijd van 2 maanden te heroverwegen? Wat zou het met de witte vlek doen als de wachttijd ook bij de uitzendbranche wordt teruggebracht naar 3 maanden of 2 maanden? Wat zou er gebeuren als de 6 maanden een drempelperiode wordt (waar achteraf toch pensioen wordt opgebouwd) in plaats van een wachttijd?
Pensioen is primair een verantwoordelijkheid van sociale partners. In de uitzendsector wordt deze verantwoordelijk ook genomen door sociale partners, zoals mag blijken uit het onderzoek naar de wachttijd dat de uitzendsector laat uitvoeren. Het is aan de sociale partners om mede op basis van de resultaten van het onderzoek afspraken te maken over een nieuwe pensioenregeling en een daarin te hanteren wachttermijn. Hantering van een drempelperiode wordt daarbij eveneens als alternatief overwogen, maar leidt tot verschillende nieuwe administratieve vraagstukken, zoals de bewaring van premiegelden gedurende de drempelperiode.
De toespraak van Greta Thunberg tijdens de COP24 in Katowice |
|
Eva Akerboom (PvdD) |
|
Ank Bijleveld (minister defensie) (CDA) |
|
![]() |
Erkent u dat u medeverantwoordelijkheid draagt voor het Nederlandse klimaatbeleid, aangezien het kabinetsbeleid wordt vastgesteld door de ministerraad?
Heeft u de toespraak gehoord die de 15-jarige Zweedse klimaatactivist Greta Thunberg heeft gegeven tijdens de klimaatconferentie in Katowice, Polen?1
Heeft u gehoord dat ze zei: «Veel mensen zeggen dat Zweden maar een klein land is en dat het niet uitmaakt wat we doen. Maar ik heb geleerd dat je nooit te klein bent om een verschil te maken. En als slechts een paar kinderen over de hele wereld de krantenkoppen halen, door simpelweg niet naar school te gaan, stel je dan eens voor wat we met zijn allen zouden kunnen bereiken, als we maar zouden willen»? Bestrijdt u deze uitspraken van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Maar om dat te doen, moeten we helder spreken, ongeacht hoe oncomfortabel dat kan zijn». Bestrijdt u de stelling van Thunberg dat eerlijke en heldere communicatie geboden is?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U heeft het alleen maar over groene oneindige economische groei, omdat u bang bent om impopulair te zijn»? Voelt u zich aangesproken door Thunberg op dit punt? Zo nee, heeft u inmiddels uw standpunt over economische groei gewijzigd en durft u inmiddels te erkennen dat voortdurende economische groei op een (reeds overbelaste) planeet onmogelijk is?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U praat alleen over stappen vooruit zetten met dezelfde slechte ideeën die ons in deze situatie hebben doen belanden, terwijl het enige verstandige zou zijn om aan de noodrem te trekken»? Voelt u zich aangesproken door Thunberg op dit punt?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Jullie zijn niet volwassen genoeg om te zeggen waar het op staat. Zelfs die last laten jullie over aan ons, kinderen»? Bestrijdt u deze stelling van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Maar populair zijn interesseert me niet. Wat mij interesseert, is klimaatrechtvaardigheid en een levende planeet»? Vindt u dat inspirerend? Zou u een voorbeeld kunnen nemen aan Thunberg, denkt u?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Onze beschaving wordt opgeofferd voor de mogelijkheid voor een zeer klein aantal mensen om door te gaan met het verdienen van een enorme hoeveelheid geld. Onze atmosfeer wordt opgeofferd zodat rijke mensen in landen als de mijne, in luxe kunnen leven. Het is het lijden van velen, die betalen voor de luxe van enkelen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «In het jaar 2078, zal ik mijn 75ste verjaardag vieren. Als ik kinderen heb, zullen zij die dag misschien met mij doorbrengen. Misschien zullen ze mij vragen naar jullie. Misschien zullen ze vragen waarom jullie niets gedaan hebben, toen er nog tijd was om te handelen»? Welke antwoord zou Thunberg haar kinderen kunnen geven wat u betreft?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U zegt dat u van uw kinderen houdt, boven al het andere. Maar u steelt hun toekomst, voor hun ogen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Totdat u gaat focussen op wat er moet gebeuren, in plaats van op wat er politiek mogelijk is, is er geen hoop»? Bestrijdt u deze stelling van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We kunnen een crisis niet oplossen zonder het als een crisis te behandelen»? Bestrijdt u deze logica van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We moeten de fossiele brandstoffen in de grond laten, en we moeten focussen op billijkheid»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «En als oplossingen binnen het bestaande systeem niet te vinden zijn, dan moeten we misschien het systeem zelf veranderen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We zijn hier niet gekomen om de wereldleiders te smeken of ze zich (om ons) willen bekommeren. Jullie hebben ons in het verleden genegeerd en jullie zullen ons weer negeren»? Wat vindt u ervan dat jongeren als Thunberg tot de conclusie zijn gekomen dat ze niet kunnen rekenen op hun politieke leiders?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Jullie zijn door je excuses heen, en we zijn door onze tijd heen. We zijn hier gekomen om jullie te laten weten dat verandering eraan komt, of jullie dat nou leuk vinden of niet. De echte macht behoort toe aan het volk»? Bestrijdt u deze uitspraken van Thunberg?
Wat gaat u na het horen van de toespraak doen om ervoor te zorgen dat u kinderen zoals Greta Thunberg weer recht in de ogen kunt kijken?
Bent bereid om u in de ministerraad sterk te maken voor een Nederlands klimaatbeleid dat niet meegaat in het scenario dat kinderen hun toekomst afpakt?
Bent u bereid op uw eigen ministerie alle maatregelen te nemen die de noodzaak van het beperken van de klimaatverandering tot 1,5 graad Celsius vraagt?
Bent u bijvoorbeeld bereid over te stappen op een (veel) plantaardiger catering in de bedrijfskantine, bij vergaderlunches en officiële diners, door plantaardig de norm te maken en dierlijk de uitzondering, zoals diverse Nederlandse universiteiten en de gemeente Utrecht al doen?
De toespraak van Greta Thunberg tijdens de COP24 in Katowice |
|
Lammert van Raan (PvdD) |
|
Wopke Hoekstra (minister financiën) (CDA) |
|
![]() |
Erkent u dat u medeverantwoordelijkheid draagt voor het Nederlandse klimaatbeleid, aangezien het kabinetsbeleid wordt vastgesteld door de ministerraad?
Heeft u de toespraak gehoord die de 15-jarige Zweedse klimaatactivist Greta Thunberg heeft gegeven tijdens de klimaatconferentie in Katowice, Polen?1
Heeft u gehoord dat ze zei: «Veel mensen zeggen dat Zweden maar een klein land is, en dat het niet uitmaakt wat we doen. Maar ik heb geleerd dat je nooit te klein bent om een verschil te maken. En als slechts een paar kinderen over de hele wereld de krantenkoppen halen, door simpelweg niet naar school te gaan, stel je dan eens voor wat we met zijn allen zouden kunnen bereiken, als we maar zouden willen»? Bestrijdt u deze uitspraken van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Maar om dat te doen, moeten we helder spreken, ongeacht hoe oncomfortabel dat kan zijn»? Bestrijdt u de stelling van Thunberg dat eerlijke en heldere communicatie geboden is?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U heeft het alleen maar over groene oneindige economische groei, omdat u bang bent om impopulair te zijn»? Voelt u zich aangesproken door Thunberg op dit punt? Zo nee, heeft u inmiddels uw standpunt over economische groei gewijzigd, en durft u inmiddels te erkennen dat voortdurende economische groei op een (reeds overbelaste) planeet onmogelijk is?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U praat alleen over stappen vooruit zetten met dezelfde slechte ideeën die ons in deze situatie hebben doen belanden, terwijl het enige verstandige zou zijn om aan de noodrem te trekken»? Voelt u zich aangesproken door Thunberg op dit punt? Zo ja, welke voorstellen mogen de Kamer en jongeren zoals Thunberg nog voor het einde van 2018 van u verwachten om radicaal te breken met het beleid van «business as usual» en de grootste bedreigingen voor het klimaat drastisch aan banden te leggen, zoals het aanpassen van de schijven van de energiebelasting zodanig dat de grootste vervuiler gemiddeld meer betaalt dan de kleine vervuiler en zoals het aanpassen van de energiebelasting zodanig dat de mate van vervuiling bepalend is voor de hoogte van het tarief?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Jullie zijn niet volwassen genoeg om te zeggen waar het op staat. Zelfs die last laten jullie over aan ons, kinderen»? Bestrijdt u deze stelling van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Maar populair zijn interesseert me niet. Wat mij interesseert, is klimaatrechtvaardigheid en een levende planeet»? Vindt u dat inspirerend? Zou u een voorbeeld kunnen nemen aan Thunberg, denkt u?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Onze beschaving wordt opgeofferd voor de mogelijkheid voor een zeer klein aantal mensen om door te gaan met het verdienen van een enorme hoeveelheid geld. Onze atmosfeer wordt opgeofferd zodat rijke mensen in landen als de mijne, in luxe kunnen leven. Het is het lijden van velen, die betalen voor de luxe van enkelen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «In het jaar 2078, zal ik mijn 75ste verjaardag vieren. Als ik kinderen heb, zullen zij die dag misschien met mij doorbrengen. Misschien zullen ze mij vragen naar jullie. Misschien zullen ze vragen waarom jullie niets gedaan hebben, toen er nog tijd was om te handelen»? Welke antwoord zou Thunberg haar kinderen kunnen geven wat u betreft?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U zegt dat u van uw kinderen houdt, boven al het andere. Maar u steelt hun toekomst, voor hun ogen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Totdat u gaat focussen op wat er moet gebeuren, in plaats van op wat er politiek mogelijk is, is er geen hoop»? Bestrijdt u deze stelling van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We kunnen een crisis niet oplossen zonder het als een crisis te behandelen»? Bestrijdt u deze logica van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We moeten de fossiele brandstoffen in de grond laten, en we moeten focussen op billijkheid»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «En als oplossingen binnen het bestaande systeem niet te vinden zijn, dan moeten we misschien het systeem zelf veranderen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We zijn hier niet gekomen om de wereldleiders te smeken of ze zich (om ons) willen bekommeren. Jullie hebben ons in het verleden genegeerd en jullie zullen ons weer negeren»? Wat vindt u ervan dat jongeren als Thunberg tot de conclusie zijn gekomen dat ze niet kunnen rekenen op hun politieke leiders?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Jullie zijn door je excuses heen, en we zijn door onze tijd heen. We zijn hier gekomen om jullie te laten weten dat verandering eraan komt, of jullie dat nou leuk vinden of niet. De echte macht behoort toe aan het volk»? Bestrijdt u deze uitspraken van Thunberg?
Wat gaat u na het horen van de toespraak doen om ervoor te zorgen dat u kinderen zoals Greta Thunberg weer recht in de ogen kunt kijken?
Bent u bereid om u in de ministerraad sterk te maken voor een Nederlands klimaatbeleid dat niet meegaat in het scenario dat kinderen hun toekomst afpakt?
Bent u bereid op uw eigen ministerie alle maatregelen te nemen die de noodzaak van het beperken van de klimaatverandering tot 1,5 graad Celsius vraagt?
Bent u bijvoorbeeld bereid over te stappen op een (veel) plantaardiger catering in de bedrijfskantine, bij vergaderlunches en officiële diners, door plantaardig de norm te maken en dierlijk de uitzondering, zoals diverse Nederlandse universiteiten en de gemeente Utrecht al doen?
De toespraak van Greta Thunberg tijdens de COP24 in Katowice |
|
Esther Ouwehand (PvdD) |
|
Sigrid Kaag (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (D66) |
|
![]() |
Erkent u dat u medeverantwoordelijkheid draagt voor het Nederlandse klimaatbeleid, aangezien het kabinetsbeleid wordt vastgesteld door de ministerraad?
Heeft u de toespraak gehoord die de 15-jarige Zweedse klimaatactivist Greta Thunberg heeft gegeven tijdens de klimaatconferentie in Katowice, Polen?1
Heeft u gehoord dat ze zei: «Veel mensen zeggen dat Zweden maar een klein land is, en dat het niet uitmaakt wat we doen. Maar ik heb geleerd dat je nooit te klein bent om een verschil te maken. En als slechts een paar kinderen over de hele wereld de krantenkoppen halen, door simpelweg niet naar school te gaan, stel je dan eens voor wat we met zijn allen zouden kunnen bereiken, als we maar zouden willen»? Bestrijdt u deze uitspraken van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Maar om dat te doen, moeten we helder spreken, ongeacht hoe oncomfortabel dat kan zijn»? Bestrijdt u de stelling van Thunberg dat eerlijke en heldere communicatie geboden is?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U heeft het alleen maar over groene oneindige economische groei, omdat u bang bent om impopulair te zijn»? Voelt u zich aangesproken door Thunberg op dit punt? Zo nee, heeft u inmiddels uw standpunt over economische groei gewijzigd, en durft u inmiddels te erkennen dat voortdurende economische groei op een (reeds overbelaste) planeet onmogelijk is?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U praat alleen over stappen vooruit zetten met dezelfde slechte ideeën die ons in deze situatie hebben doen belanden, terwijl het enige verstandige zou zijn om aan de noodrem te trekken»? Voelt u zich aangesproken door Thunberg op dit punt? Zo nee, welke voorstellen mogen de Kamer en jongeren zoals Thunberg nog voor het einde van 2018 van u verwachten om radicaal te breken met het beleid van «business as usual» en de grootste bedreigingen voor het klimaat drastisch aan banden te leggen, zoals door te stoppen met het destructieve Nederlandse handelsbeleid en de invoer van palmolie aan banden te leggen?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Jullie zijn niet volwassen genoeg om te zeggen waar het op staat. Zelfs die last laten jullie over aan ons, kinderen»? Bestrijdt u deze stelling van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Maar populair zijn interesseert me niet. Wat mij interesseert, is klimaatrechtvaardigheid en een levende planeet»? Vindt u dat inspirerend? Zou u een voorbeeld kunnen nemen aan Thunberg, denkt u?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Onze beschaving wordt opgeofferd voor de mogelijkheid voor een zeer klein aantal mensen om door te gaan met het verdienen van een enorme hoeveelheid geld. Onze atmosfeer wordt opgeofferd zodat rijke mensen in landen als de mijne, in luxe kunnen leven. Het is het lijden van velen, die betalen voor de luxe van enkelen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «In het jaar 2078, zal ik mijn 75ste verjaardag vieren. Als ik kinderen heb, zullen zij die dag misschien met mij doorbrengen. Misschien zullen ze mij vragen naar jullie. Misschien zullen ze vragen waarom jullie niets gedaan hebben, toen er nog tijd was om te handelen»? Welke antwoord zou Thunberg haar kinderen kunnen geven wat u betreft?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U zegt dat u van uw kinderen houdt, boven al het andere. Maar u steelt hun toekomst, voor hun ogen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Totdat u gaat focussen op wat er moet gebeuren, in plaats van op wat er politiek mogelijk is, is er geen hoop»? Bestrijdt u deze stelling van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We kunnen een crisis niet oplossen zonder het als een crisis te behandelen»? Bestrijdt u deze logica van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We moeten de fossiele brandstoffen in de grond laten, en we moeten focussen op billijkheid»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «En als oplossingen binnen het bestaande systeem niet te vinden zijn, dan moeten we misschien het systeem zelf veranderen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We zijn hier niet gekomen om de wereldleiders te smeken of ze zich (om ons) willen bekommeren. Jullie hebben ons in het verleden genegeerd en jullie zullen ons weer negeren»? Wat vindt u ervan dat jongeren als Thunberg tot de conclusie zijn gekomen dat ze niet kunnen rekenen op hun politieke leiders?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Jullie zijn door je excuses heen, en we zijn door onze tijd heen. We zijn hier gekomen om jullie te laten weten dat verandering eraan komt, of jullie dat nou leuk vinden of niet. De echte macht behoort toe aan het volk»? Bestrijdt u deze uitspraken van Thunberg?
Wat gaat u na het horen van de toespraak doen om ervoor te zorgen dat u kinderen zoals Greta Thunberg weer recht in de ogen kunt kijken?
Bent bereid om u in de ministerraad sterk te maken voor een Nederlands klimaatbeleid dat niet meegaat in het scenario dat kinderen hun toekomst afpakt?
Bent u bereid op uw eigen ministerie alle maatregelen te nemen die de noodzaak van het beperken van de klimaatverandering tot 1,5 graad Celsius vraagt?
Bent u bijvoorbeeld bereid over te stappen op een (veel) plantaardiger catering in de bedrijfskantine, bij vergaderlunches en officiële diners, door plantaardig de norm te maken en dierlijk de uitzondering, zoals diverse Nederlandse universiteiten en de gemeente Utrecht al doen?
Het niet toestaan van een nieuwe aanvraagronde voor het experiment promotieonderwijs |
|
Harry van der Molen (CDA), Judith Tielen (VVD) |
|
Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66) |
|
![]() ![]() |
Hoe staat het met de tussentijdse evaluatie van het experiment promotieonderwijs die volgens het Besluit experiment promotieonderwijs twee jaar na de start van het experiment wordt uitgevoerd? Waarom is deze bijna drie jaar na de start van het experiment nog niet voltooid?
Het onderzoek voor de tussenevaluatie van het experiment is op 12 december 2018 aan onderzoeksbureau Cheps gegund. Cheps is in januari met de onderzoekswerkzaamheden gestart. In het Besluit experiment promotieonderwijs1 is bepaald dat twee jaar na de inwerkingtreding van het besluit een tussentijdse evaluatie wordt uitgevoerd. De instroom van promotiestudenten bij de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) is niet direct na de toestemming voor deelname aan het experiment gestart, maar pas per september 2016. Omdat van instroom van enige omvang op dat moment pas sprake was, is van september 2016 uitgegaan voor de planning van de tussenevaluatie. Met de feitelijke start van het onderzoek in januari 2019 kan Cheps bovendien informatie van de promotiestudenten die in het laatste kwartaal van 2018 bij de RUG zijn gestart verwerken, alsmede van alle vijftien promotiestudenten bij de EUR. Zoals blijkt uit mijn antwoord op 17 september 2018 op schriftelijke vragen van Kamerlid Özdil 2 zouden in september 2018 de laatste vijf promotiestudenten bij de EUR starten.
Wanneer kan de Kamer de resultaten van deze tussenevaluatie verwachten?
De planning is dat Cheps het rapport van het onderzoek uiterlijk april 2019 oplevert. Deze termijn kan zo nodig éénmaal twee maanden worden verlengd. Binnen vier weken na ontvangst wordt het rapport openbaar gemaakt en naar de Kamer gestuurd.
Bent u bekend met de tussentijdse onafhankelijke evaluatie die de Rijksuniversiteit Groningen heeft laten uitvoeren onder haar studentpromovendi?
Ik heb van de RUG in oktober 2017 de beschikking gekregen over een verslag van de evaluatie van het experiment over de periode 1 september 2016 tot 1 september 2017, uitgevoerd door haar faculteit Gedrag- en Maatschappijwetenschappen.
Hoe duidt u de resultaten van deze evaluatie, waaruit blijkt dat deze promovendi-studenten tevreden zijn over hun rechtspositie, over de begeleiding die ze krijgen, de voorzieningen waarvan ze gebruik kunnen maken en over hun inbedding in de onderzoeksgroep?
Ik heb de resultaten van deze evaluatie voor kennisgeving aangenomen.
Aan resultaten van het experiment zal ik duiding geven in mijn reactie op de tussenevaluatie van Cheps.
Heeft het experiment bij de deelnemende universiteiten, Rijksuniversiteit Groningen en Erasmus Universiteit Rotterdam, tot nu toe tot een toename van het totaal aantal promovendi geleid?
Zoals blijkt uit het Besluit experiment promotieonderwijs zal één van de vragen voor de eindevaluatie, die eind 2021 zal plaatsvinden, zijn of de deelnemende universiteiten meer gepromoveerden hebben afgeleverd ten opzichte van de periode tussen 2010 en 2016 en zo ja, of dit verschilt per onderwijsgebied. Of het experiment heeft geleid tot een toename van het aantal promovendi zal dus worden gemeten over de gehele looptijd van het experiment en worden vergeleken met de periode tussen 2010 en 2016. Zoals ik op 17 september 2018 heb geantwoord op schriftelijke vragen van Kamerlid Özdil 3 verwacht de RUG onder de werking van het experiment 20 procent meer promovendi te kunnen aantrekken. Gelet op de omvang van de deelname van de EUR zal de toename bij deze universiteit beperkt blijven. Uit de eindevaluatie zal moeten blijken of de verwachte toename bij de RUG zal worden bereikt.
Welke conclusie kan u op dit moment trekken over de mate waarin het experiment promotieonderwijs bijdraagt aan een betere voorbereiding op een toekomstige loopbaan?
Voor de eindevaluatie zal worden onderzocht hoe gepromoveerde promotiestudenten de aansluiting van het promotie-onderwijstraject op de arbeidsmarkt hebben ervaren. Op grond van de antwoorden daarop kunnen pas conclusies worden getrokken. Op dit moment zijn er nog geen promotiestudenten gepromoveerd en instroom op de arbeidsmarkt heeft derhalve nog niet plaatsgevonden.
Waarom heeft u nog voordat de eerste tussenevaluatie met betrekking tot het experiment promotieonderwijs is begonnen, besloten om geen nieuwe aanvraagronde voor universiteiten open te stellen?
Ik zou een nieuwe aanvraagronde eventueel hebben overwogen als dat een meer gevarieerde invulling van het promotie-onderwijstraject zou hebben opgeleverd, hetgeen van meerwaarde voor het experiment zou zijn geweest. Maar van belangstelling van andere universiteiten buiten de RUG en de EUR was geen sprake en is ook nu niet gebleken.
Wat zijn de gevolgen voor het aantal beschikbare promotieplaatsen voor geïnteresseerde masterstudenten, als er geen gebruik wordt gemaakt van het openstellen van een nieuwe aanvraagronde? En hoe duidt de Minister deze gevolgen?
Zoals ik heb vermeld in het antwoord op vraag 5 zal uit de eindevaluatie moeten blijken of het experiment tot een toename van het aantal promovendi bij de RUG en de EUR heeft geleid. Een nieuwe aanvraagronde leidt niet automatisch tot meer promovendi. En zoals blijkt uit het antwoord op vraag 7 is niet gebleken van belangstelling bij andere universiteiten buiten de RUG en de EUR.
Bent u bereid alsnog een nieuwe aanvraagronde open te stellen, bijvoorbeeld als er uit de tussenevaluatie blijkt dat er geen ernstige nadelige effecten op het onderzoeksklimaat aan de universiteit zijn? Zo nee, waarom niet?
Ik verwijs naar het antwoord op vraag 7.
De toespraak van Greta Thunberg tijdens de COP24 in Katowice |
|
Eva Akerboom (PvdD) |
|
Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA) |
|
![]() |
Erkent u dat u medeverantwoordelijkheid draagt voor het Nederlandse klimaatbeleid, aangezien het kabinetsbeleid wordt vastgesteld door de ministerraad?
Heeft u de toespraak gehoord die de 15-jarige Zweedse klimaatactivist Greta Thunberg heeft gegeven tijdens de klimaatconferentie in Katowice, Polen?1
Heeft u gehoord dat ze zei: «Veel mensen zeggen dat Zweden maar een klein land is, en dat het niet uitmaakt wat we doen. Maar ik heb geleerd dat je nooit te klein bent om een verschil te maken. En als slechts een paar kinderen over de hele wereld de krantenkoppen halen, door simpelweg niet naar school te gaan, stel je dan eens voor wat we met zijn allen zouden kunnen bereiken, als we maar zouden willen»? Bestrijdt u deze uitspraken van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Maar om dat te doen, moeten we helder spreken, ongeacht hoe oncomfortabel dat kan zijn»? Bestrijdt u de stelling van Thunberg dat eerlijke en heldere communicatie geboden is?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U heeft het alleen maar over groene oneindige economische groei, omdat u bang bent om impopulair te zijn»? Voelt u zich aangesproken door Thunberg op dit punt? Zo nee, heeft u inmiddels uw standpunt over economische groei gewijzigd, en durft u inmiddels te erkennen dat voortdurende economische groei op een (reeds overbelaste) planeet onmogelijk is?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U praat alleen over stappen vooruit zetten met dezelfde slechte ideeën die ons in deze situatie hebben doen belanden, terwijl het enige verstandige zou zijn om aan de noodrem te trekken»? Voelt u zich aangesproken door Thunberg op dit punt? Zo ja, welke voorstellen mogen de Kamer en jongeren zoals Thunberg nog voor het einde van 2018 van u verwachten om radicaal te breken met het beleid van «business as usual» en de grootste bedreigingen voor het klimaat drastisch aan banden te leggen, door gezond en duurzaam eten te stimuleren door de BTW op groente en fruit niet te verhogen naar 9%, maar te verlagen naar 0%?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Jullie zijn niet volwassen genoeg om te zeggen waar het op staat. Zelfs die last laten jullie over aan ons, kinderen»? Bestrijdt u deze stelling van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Maar populair zijn interesseert me niet. Wat mij interesseert, is klimaatrechtvaardigheid en een levende planeet»? Vindt u dat inspirerend? Zou u een voorbeeld kunnen nemen aan Thunberg, denkt u?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Onze beschaving wordt opgeofferd voor de mogelijkheid voor een zeer klein aantal mensen om door te gaan met het verdienen van een enorme hoeveelheid geld. Onze atmosfeer wordt opgeofferd zodat rijke mensen in landen als de mijne, in luxe kunnen leven. Het is het lijden van velen, die betalen voor de luxe van enkelen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «In het jaar 2078, zal ik mijn 75ste verjaardag vieren. Als ik kinderen heb, zullen zij die dag misschien met mij doorbrengen. Misschien zullen ze mij vragen naar jullie. Misschien zullen ze vragen waarom jullie niets gedaan hebben, toen er nog tijd was om te handelen»? Welk antwoord zou Thunberg haar kinderen kunnen geven wat u betreft?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U zegt dat u van uw kinderen houdt, boven al het andere. Maar u steelt hun toekomst, voor hun ogen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Totdat u gaat focussen op wat er moet gebeuren, in plaats van op wat er politiek mogelijk is, is er geen hoop»? Bestrijdt u deze stelling van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We kunnen een crisis niet oplossen zonder het als een crisis te behandelen»? Bestrijdt u deze logica van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We moeten de fossiele brandstoffen in de grond laten, en we moeten focussen op billijkheid»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «En als oplossingen binnen het bestaande systeem niet te vinden zijn, dan moeten we misschien het systeem zelf veranderen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We zijn hier niet gekomen om de wereldleiders te smeken of ze zich (om ons) willen bekommeren. Jullie hebben ons in het verleden genegeerd en jullie zullen ons weer negeren»? Wat vindt u ervan dat jongeren als Thunberg tot de conclusie zijn gekomen dat ze niet kunnen rekenen op hun politieke leiders?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Jullie zijn door je excuses heen, en we zijn door onze tijd heen. We zijn hier gekomen om jullie te laten weten dat verandering eraan komt, of jullie dat nou leuk vinden of niet. De echte macht behoort toe aan het volk»? Bestrijdt u deze uitspraken van Thunberg?
Wat gaat u na het horen van de toespraak doen om ervoor te zorgen dat u kinderen zoals Greta Thunberg weer recht in de ogen kunt kijken?
Bent bereid om u in de ministerraad sterk te maken voor een Nederlands klimaatbeleid dat niet meegaat in het scenario dat kinderen hun toekomst afpakt?
Bent u bereid op uw eigen ministerie alle maatregelen te nemen die de noodzaak van het beperken van de klimaatverandering tot 1,5 graad Celsius vraagt?
Bent u bijvoorbeeld bereid over te stappen op een (veel) plantaardiger catering in de bedrijfskantine, bij vergaderlunches en officiële diners, door plantaardig de norm te maken en dierlijk de uitzondering, zoals diverse Nederlandse universiteiten en de gemeente Utrecht al doen?
De toespraak van Greta Thunberg tijdens de COP24 in Katowice |
|
Eva Akerboom (PvdD), Lammert van Raan (PvdD) |
|
Eric Wiebes (minister economische zaken) (VVD) |
|
![]() |
Heeft u de toespraak gehoord die de 15-jarige Zweedse klimaatactivist Greta Thunberg heeft gegeven tijdens de klimaatconferentie in Katowice, Polen?1
Heeft u gehoord dat ze zei: «Veel mensen zeggen dat Zweden maar een klein land is en dat het niet uitmaakt wat we doen. Maar ik heb geleerd dat je nooit te klein bent om een verschil te maken. En als slechts een paar kinderen over de hele wereld de krantenkoppen halen, door simpelweg niet naar school te gaan, stel je dan eens voor wat we met zijn allen zouden kunnen bereiken, als we maar zouden willen»? Bestrijdt u deze uitspraken van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Maar om dat te doen, moeten we helder spreken, ongeacht hoe oncomfortabel dat kan zijn.» Bestrijdt u de stelling van Thunberg dat eerlijke en heldere communicatie geboden is?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U heeft het alleen maar over groene oneindige economische groei, omdat u bang bent om impopulair te zijn»? Voelt u zich aangesproken door Thunberg op dit punt? Zo nee, heeft u inmiddels uw standpunt over economische groei gewijzigd en durft u inmiddels te erkennen dat voortdurende economische groei op een (reeds overbelaste) planeet onmogelijk is?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U praat alleen over stappen vooruit zetten met dezelfde slechte ideeën die ons in deze situatie hebben doen belanden, terwijl het enige verstandige zou zijn om aan de noodrem te trekken»? Voelt u zich aangesproken door Thunberg op dit punt? Zo ja, op welke manier laat u de stem van de groene, jonge generatie direct aanwezig zijn in de besluitvorming over maatregelen die dienen de temperatuurstijging van de aarde tot 1,5 graad Celsius te beperken en wanneer zal uw begroting niet langer een 3-gradenbegroting maar daadwerkelijk een 1,5-gradenbegroting zijn?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Jullie zijn niet volwassen genoeg om te zeggen waar het op staat. Zelfs die last laten jullie over aan ons, kinderen»? Bestrijdt u deze stelling van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Maar populair zijn interesseert me niet. Wat mij interesseert, is klimaatrechtvaardigheid en een levende planeet»? Vindt u dat inspirerend? Zou u een voorbeeld kunnen nemen aan Thunberg, denkt u?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Onze beschaving wordt opgeofferd voor de mogelijkheid voor een zeer klein aantal mensen om door te gaan met het verdienen van een enorme hoeveelheid geld. Onze atmosfeer wordt opgeofferd zodat rijke mensen in landen als de mijne, in luxe kunnen leven. Het is het lijden van velen, die betalen voor de luxe van enkelen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «In het jaar 2078, zal ik mijn 75ste verjaardag vieren. Als ik kinderen heb, zullen zij die dag misschien met mij doorbrengen. Misschien zullen ze mij vragen naar jullie. Misschien zullen ze vragen waarom jullie niets gedaan hebben, toen er nog tijd was om te handelen»? Welk antwoord zou Thunberg haar kinderen kunnen geven wat u betreft?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U zegt dat u van uw kinderen houdt, boven al het andere. Maar u steelt hun toekomst, voor hun ogen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Totdat u gaat focussen op wat er moet gebeuren, in plaats van op wat er politiek mogelijk is, is er geen hoop»? Bestrijdt u deze stelling van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We kunnen een crisis niet oplossen zonder het als een crisis te behandelen»? Bestrijdt u deze logica van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We moeten de fossiele brandstoffen in de grond laten, en we moeten focussen op billijkheid»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «En als oplossingen binnen het bestaande systeem niet te vinden zijn, dan moeten we misschien het systeem zelf veranderen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We zijn hier niet gekomen om de wereldleiders te smeken of ze zich (om ons) willen bekommeren. Jullie hebben ons in het verleden genegeerd en jullie zullen ons weer negeren»? Wat vindt u ervan dat jongeren als Thunberg tot de conclusie zijn gekomen dat ze niet kunnen rekenen op hun politieke leiders?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Jullie zijn door je excuses heen, en we zijn door onze tijd heen. We zijn hier gekomen om jullie te laten weten dat verandering eraan komt, of jullie dat nou leuk vinden of niet. De echte macht behoort toe aan het volk»? Bestrijdt u deze uitspraken van Thunberg?
Wat gaat u na het horen van de toespraak doen om ervoor te zorgen dat u kinderen zoals Greta Thunberg weer recht in de ogen kunt kijken?
Bent u bereid op uw eigen ministerie alle maatregelen te nemen die de noodzaak van het beperken van de klimaatverandering tot 1,5 graad Celsius vraagt?
Bent u bijvoorbeeld bereid over te stappen op een (veel) plantaardiger catering in de bedrijfskantine, bij vergaderlunches en officiële diners, door plantaardig de norm te maken en dierlijk de uitzondering, zoals diverse Nederlandse universiteiten en de gemeente Utrecht al doen?
De toespraak van Greta Thunberg tijdens de COP24 in Katowice |
|
Esther Ouwehand (PvdD) |
|
Mark Rutte (minister-president , minister algemene zaken) (VVD) |
|
![]() |
Heeft u de toespraak gehoord die de 15-jarige Zweedse klimaatactivist Greta Thunberg heeft gehouden tijdens de klimaatconferentie in Katowice, Polen?1
Heeft u gehoord dat ze zei: «Veel mensen zeggen dat Zweden maar een klein land is, en dat het niet uitmaakt wat we doen. Maar ik heb geleerd dat je nooit te klein bent om een verschil te maken. En als slechts een paar kinderen over de hele wereld de krantenkoppen halen, door simpelweg niet naar school te gaan, stel je dan eens voor wat we met zijn allen zouden kunnen bereiken, als we maar zouden willen»? Bestrijdt u deze uitspraken van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Maar om dat te doen, moeten we helder spreken, ongeacht hoe oncomfortabel dat kan zijn»? Bestrijdt u de stelling van Thunberg dat eerlijke en heldere communicatie geboden is?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U heeft het alleen maar over groene oneindige economische groei, omdat u bang bent om impopulair te zijn»? Voelt u zich aangesproken door Thunberg op dit punt? Zo nee, heeft u inmiddels uw standpunt over economische groei gewijzigd, en durft u inmiddels te erkennen dat voortdurende economische groei op een (reeds overbelaste) planeet onmogelijk is?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U praat alleen over stappen vooruit zetten met dezelfde slechte ideeën die ons in deze situatie hebben doen belanden, terwijl het enige verstandige zou zijn om aan de noodrem te trekken»? Voelt u zich aangesproken door Thunberg op dit punt? Zo ja, welke voorstellen mogen de Kamer en jongeren zoals Thunberg nog voor het einde van 2018 van u verwachten om radicaal te breken met het beleid van «business as usual» en de grootste bedreigingen voor het klimaat drastisch aan banden te leggen, bijvoorbeeld door effectief klimaatbeleid te ontwikkelen en te stoppen met polderen met het bedrijfsleven?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Jullie zijn niet volwassen genoeg om te zeggen waar het op staat. Zelfs die last laten jullie over aan ons, kinderen»? Bestrijdt u deze stelling van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Maar populair zijn interesseert me niet. Wat mij interesseert, is klimaatrechtvaardigheid en een levende planeet»? Vindt u dat inspirerend? Zou u een voorbeeld kunnen nemen aan Thunberg, denkt u?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Onze beschaving wordt opgeofferd voor de mogelijkheid voor een zeer klein aantal mensen om door te gaan met het verdienen van een enorme hoeveelheid geld. Onze atmosfeer wordt opgeofferd zodat rijke mensen in landen als de mijne, in luxe kunnen leven. Het is het lijden van velen, die betalen voor de luxe van enkelen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «In het jaar 2078, zal ik mijn 75ste verjaardag vieren. Als ik kinderen heb, zullen zij die dag misschien met mij doorbrengen. Misschien zullen ze mij vragen naar jullie. Misschien zullen ze vragen waarom jullie niets gedaan hebben, toen er nog tijd was om te handelen»? Welke antwoord zou Thunberg haar kinderen kunnen geven wat u betreft?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U zegt dat u van uw kinderen houdt, boven al het andere. Maar u steelt hun toekomst, voor hun ogen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Totdat u gaat focussen op wat er moet gebeuren, in plaats van op wat er politiek mogelijk is, is er geen hoop»? Bestrijdt u deze stelling van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We kunnen een crisis niet oplossen zonder het als een crisis te behandelen»? Bestrijdt u deze logica van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We moeten de fossiele brandstoffen in de grond laten, en we moeten focussen op billijkheid»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «En als oplossingen binnen het bestaande systeem niet te vinden zijn, dan moeten we misschien het systeem zelf veranderen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We zijn hier niet gekomen om de wereldleiders te smeken of ze zich (om ons) willen bekommeren. Jullie hebben ons in het verleden genegeerd en jullie zullen ons weer negeren»? Wat vindt u ervan dat jongeren als Thunberg tot de conclusie zijn gekomen dat ze niet kunnen rekenen op hun politieke leiders?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Jullie zijn door je excuses heen, en we zijn door onze tijd heen. We zijn hier gekomen om jullie te laten weten dat verandering eraan komt, of jullie dat nou leuk vinden of niet. De echte macht behoort toe aan het volk»? Bestrijdt u deze uitspraken van Thunberg?
Wat gaat u na het horen van de toespraak doen om ervoor te zorgen dat u kinderen zoals Greta Thunberg weer recht in de ogen kunt kijken?
Bent u bereid op uw eigen ministerie alle maatregelen te nemen die de noodzaak van het beperken van de klimaatverandering tot 1,5 graad Celsius vraagt?
Bent u bijvoorbeeld bereid over te stappen op een (veel) plantaardiger catering in de bedrijfskantine, bij vergaderlunches en officiële diners, door plantaardig de norm te maken en dierlijk de uitzondering, zoals diverse Nederlandse universiteiten, het Ministerie van OCW, de gemeente Utrecht al doen?
De toespraak van Greta Thunberg tijdens de COP24 in Katowice |
|
Eva Akerboom (PvdD), Lammert van Raan (PvdD) |
|
Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66) |
|
![]() |
Erkent u dat u medeverantwoordelijkheid draagt voor het Nederlandse klimaatbeleid, aangezien het kabinetsbeleid wordt vastgesteld door de ministerraad?
Heeft u de toespraak gehoord die de 15-jarige Zweedse klimaatactivist Greta Thunberg heeft gegeven tijdens de klimaatconferentie in Katowice, Polen?1
Heeft u gehoord dat ze zei: «Veel mensen zeggen dat Zweden maar een klein land is en dat het niet uitmaakt wat we doen. Maar ik heb geleerd dat je nooit te klein bent om een verschil te maken. En als slechts een paar kinderen over de hele wereld de krantenkoppen halen, door simpelweg niet naar school te gaan, stel je dan eens voor wat we met zijn allen zouden kunnen bereiken, als we maar zouden willen»? Bestrijdt u deze uitspraken van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Maar om dat te doen, moeten we helder spreken, ongeacht hoe oncomfortabel dat kan zijn»? Bestrijdt u de stelling van Thunberg dat eerlijke en heldere communicatie geboden is?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U heeft het alleen maar over groene oneindige economische groei, omdat u bang bent om impopulair te zijn»? Voelt u zich aangesproken door Thunberg op dit punt? Zo nee, heeft u inmiddels uw standpunt over economische groei gewijzigd en durft u inmiddels te erkennen dat voortdurende economische groei op een (reeds overbelaste) planeet onmogelijk is?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U praat alleen over stappen vooruit zetten met dezelfde slechte ideeën die ons in deze situatie hebben doen belanden, terwijl het enige verstandige zou zijn om aan de noodrem te trekken»? Voelt u zich aangesproken door Thunberg op dit punt?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Jullie zijn niet volwassen genoeg om te zeggen waar het op staat. Zelfs die last laten jullie over aan ons, kinderen»? Bestrijdt u deze stelling van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Maar populair zijn interesseert me niet. Wat mij interesseert, is klimaatrechtvaardigheid en een levende planeet»? Vindt u dat inspirerend? Zou u een voorbeeld kunnen nemen aan Thunberg, denkt u?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Onze beschaving wordt opgeofferd voor de mogelijkheid voor een zeer klein aantal mensen om door te gaan met het verdienen van een enorme hoeveelheid geld. Onze atmosfeer wordt opgeofferd zodat rijke mensen in landen als het mijne, in luxe kunnen leven. Het is het lijden van velen, die betalen voor de luxe van enkelen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «In het jaar 2078, zal ik mijn 75ste verjaardag vieren. Als ik kinderen heb, zullen zij die dag misschien met mij doorbrengen. Misschien zullen ze mij vragen naar jullie. Misschien zullen ze vragen waarom jullie niets gedaan hebben, toen er nog tijd was om te handelen»? Welk antwoord zou Thunberg haar kinderen kunnen geven wat u betreft?
Heeft u gehoord dat ze zei: «U zegt dat u van uw kinderen houdt, boven al het andere. Maar u steelt hun toekomst, voor hun ogen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Totdat u gaat focussen op wat er moet gebeuren, in plaats van op wat er politiek mogelijk is, is er geen hoop»? Bestrijdt u deze stelling van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We kunnen een crisis niet oplossen zonder het als een crisis te behandelen»? Bestrijdt u deze logica van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We moeten de fossiele brandstoffen in de grond laten, en we moeten focussen op billijkheid»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «En als oplossingen binnen het bestaande systeem niet te vinden zijn, dan moeten we misschien het systeem zelf veranderen»? Bestrijdt u deze uitspraak van Thunberg?
Heeft u gehoord dat ze zei: «We zijn hier niet gekomen om de wereldleiders te smeken of ze zich (om ons) willen bekommeren. Jullie hebben ons in het verleden genegeerd en jullie zullen ons weer negeren»? Wat vindt u ervan dat jongeren als Thunberg tot de conclusie zijn gekomen dat ze niet kunnen rekenen op hun politieke leiders?
Heeft u gehoord dat ze zei: «Jullie zijn door je excuses heen, en we zijn door onze tijd heen. We zijn hier gekomen om jullie te laten weten dat verandering eraan komt, of jullie dat nou leuk vinden of niet. De echte macht behoort toe aan het volk»? Bestrijdt u deze uitspraken van Thunberg?
Wat gaat u na het horen van de toespraak doen om ervoor te zorgen dat u kinderen zoals Greta Thunberg weer recht in de ogen kunt kijken?
Bent bereid om u in de ministerraad sterk te maken voor een Nederlands klimaatbeleid dat niet meegaat in het scenario dat kinderen hun toekomst afpakt?
Bent u bereid op uw eigen ministerie alle maatregelen te nemen die de noodzaak van het beperken van de klimaatverandering tot 1,5 graad Celsius vraagt?