Kamerstuk 32127-110

Gewijzigd amendement van het lid Ouwehand ter vervanging van dat gedrukt nr. 67, inzake criteria voor zgn. “ontwikkelingsgebieden”

Dossier: Regels met betrekking tot versnelde ontwikkeling en verwezenlijking van ruimtelijke en infrastructurele projecten (Crisis- en herstelwet)


22,7 %
77,3 %

PVV

GL

PvdA

CU

Verdonk

SP

SGP

D66

PvdD

CDA

VVD


32 127
Regels met betrekking tot versnelde ontwikkeling en verwezenlijking van ruimtelijke en infrastructurele projecten (Crisis- en herstelwet)

nr. 110
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID OUWEHAND TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 67

Ontvangen 16 november 2009

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel 1.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

A

De puntkomma aan het slot van onderdeel a wordt vervangen door «, en».

B

Onderdeel b vervalt.

C

Onderdeel c wordt geletterd onderdeel b.

II

Artikel 2.1, alsmede het daarvoor vermelde opschrift «AFDELING 1 ONTWIKKELINGSGEBIEDEN» vervallen.

III

Artikel 2.2 vervalt.

IV

Artikel 2.3 vervalt.

V

Artikel 3.21, onderdeel C, onder 1, wordt als volgt gewijzigd:

A

De aanduiding «worden» wordt vervangen door «wordt» en «twee onderdelen» wordt vervangen door: een onderdeel.

B

Onder vervanging van de puntkomma aan het einde van onderdeel f door een punt, vervalt onderdeel g.

VI

Artikel 5.1, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan het slot van onderdeel b wordt de puntkomma vervangen door «; en»

B

Onderdeel c vervalt.

VII

In artikel 5.2. vervalt de zinsnede «tegen de aanwijzing van een ontwikkelingsgebied als bedoeld in artikel 2.2, een verklaring als bedoeld in artikel 2.3, zesde lid, of».

VIII

In artikel 5.7 vervalt onderdeel 1.

IX

In artikel 5.10, derde lid, vervalt onderdeel a.

Toelichting

Het kabinet heeft verzuimd heldere criteria te ontwikkelen voor de zogenaamde «ontwikkelingsgebieden», waardoor onduidelijk is wat deze gebieden zullen inhouden. Naar mening van de indiener is het wel duidelijk dat het niet zal gaan om projecten die de duurzaamheid bevorderen, aangezien werkelijk duurzame ontwikkelingen nooit een dermate beslag kunnen leggen op de milieugebruiksruimte dat daarvoor de genoemde milieuwetten voor een periode van 15 jaar buiten werking gesteld moeten worden. Tevens is niet duidelijk gemaakt op welke wijze er uiteindelijk wel weer aan de normen voldaan zullen worden, nog wat de sanctie is wanneer de normen niet gehaald worden. Tevens wijst de indiener op het Verdrag van Aarhus in verband met het overschrijden van milieunormen.

Ouwehand