De volstrekt onhoudbare situatie op vluchtelingenkampen op Lesbos |
|
Attje Kuiken (PvdA) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
|
|
|
Kent u het bericht «Kinderen die niet meer praten»?1
Ja
Deelt u de mening dat het beeld dat in het bericht geschetst wordt voor de zoveelste keer aangeeft dat de situatie in het vluchtelingenkamp op Lesbos volkomen onhoudbaar en inhumaan is? Zo nee, waarom niet?
Deze berichtgeving bevestigt eens te meer dat de situatie op Lesbos, maar ook op andere Griekse eilanden, uiterst zorgwekkend is. Het kabinet deelt dan ook uw zorgen en ongeduld. Wat het kabinet betreft is er duidelijk sprake van een dringende noodzaak om structurele verbeteringen door te voeren op het gebied van opvang en het versnellen van asiel- en terugkeerprocedures. Nederland dringt daar voortdurend op aan, op ambtelijk en politiek niveau, bilateraal en in EU-verband. Griekenland dient daarvoor zelf verantwoordelijkheid te nemen. In dat licht verwelkomt het kabinet de prioriteiten van de nieuwe Griekse regering op het terrein van migratie, waaronder het verbeteren van de opvang, het versnellen van asielprocedures, het versterken van grensbewaking en het opschalen van terugkeer. Wat Nederland betreft verdient Griekenland daar alle steun bij, zowel van de Commissie als van de EU lidstaten. Deze is Griekenland ook vaak aangeboden.
Nederland heeft de Griekse autoriteiten steun aangeboden bij het doorvoeren van hogergenoemde prioritaire verbeteringen, bijvoorbeeld door het delen van kennis, expertise en ervaring. Minister-President Rutte heeft dit ook in zijn recente gesprek met zijn Griekse counterpart nogmaals benadrukt. De uitspraken van de nieuwe Griekse regering bieden vertrouwen dat reeds lang benodigde stappen nu daadwerkelijk worden gezet. Op welk termijn dat tot resultaat leidt is afhankelijk van de inspanningen van de Griekse autoriteiten en de steun die zij daarbij ontvangen van Europese partners.
Deelt u de mening dat in dit vluchtelingenkamp op grove wijze tal van kinderrechten worden geschonden? Zo ja, aan welke kinderrechten denkt u zoal? Zo nee, waarom niet?
Het is duidelijk dat de opvang op de Griekse eilanden niet voldoet aan de Europese en internationale standaarden. Dit zorgt voor schrijnende omstandigheden, met name voor de meest kwetsbaren, waaronder kinderen. Het is van belang dat de geldende internationale en nationale normen worden gehandhaafd en Griekenland hier de nodige stappen in zet. Daarom dringt Nederland al langer aan op het doorvoeren van structurele verbeteringen. Voorts biedt Nederland via EASO experts aan die zijn gespecialiseerd in de opvang van kwetsbare groepen zoals alleenstaande minderjarigen. Momenteel zijn Nederlandse experts gedetacheerd bij EASO die zich inzetten voor onder andere de begeleiding en opvang van alleenstaande minderjarigen op Samos en het doorvoeren van structurele verbeteringen in de opvang.
Deelt u de mening dat niet alleen Griekenland verantwoordelijk kan worden gehouden voor het oplossen van de problemen met de vluchtelingen op Lesbos en met name de kinderen daaronder? Zo ja, hoe gaan de EU en Nederland concreet op korte termijn voor de oplossing zorgen? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 2.
Deelt u de mening dat de situatie in het vluchtelingenkamp voor met name kinderen zodanig is, dat de tijd van op Europees niveau praten en onderhandelen voorbij is en dat er snel gehandeld moet worden? Zo ja, hoe gaat u het initiatief hiertoe nemen? Zo nee, waarom niet?
Het kabinet deelt uw ongeduld. Zoals vaak met uw Kamer gewisseld, vraagt Nederland doorlopend aandacht voor de schrijnende situatie op de Griekse eilanden. Ook heeft Nederland meermaals het aanbod gedaan om de Griekse autoriteiten te ondersteunen om structurele verbeteringen door te voeren op het gebied van opvang en het versnellen van asiel- en terugkeerprocedures. Daarbij wordt bij voorkeur in Europees verband samengewerkt met de Commissie, EASO, Frontex en andere EU lidstaten.
Nu de nieuwe Griekse regering maatregelen heeft aangekondigd die hier nauw op aansluiten, verwacht het kabinet dat er nu ook, met Europese steun, stappen zullen worden gezet. Een van de acute maatregelen die de Griekse regering heeft getroffen is het overplaatsen van kwetsbare groepen, waaronder minderjarigen naar het vasteland.
Op 10 september jl. heeft de Griekse regering via de Europese Commissie de lidstaten verzocht om maximaal 2.500 alleenstaande minderjarige asielzoekers te herplaatsen. Dit verzoek wordt momenteel bestudeerd.
Hierbij wordt wel aangetekend dat het kabinet in principe geen voorstander is van een nieuwe herplaatsingsronde. Zoals vaker met uw Kamer gewisseld, draagt herplaatsing niet bij aan een structurele oplossing. Het is bovenal zaak dat structurele verbeteringen worden doorgevoerd in de opvang om onder andere adequate zorg te kunnen bieden aan kwetsbare groepen als alleenstaande minderjarige asielzoekers.
Deelt u de mening dat «om blijvende psychologische schade te voorkomen, deze kinderen onmiddellijk uit het Moria-kamp, van Lesbos af, [moeten] worden weggehaald.»? Zo ja, hoe gaat u hiervoor zorgen en op welke zeer korte termijn? Hoeveel kinderen is Nederland bereid op te nemen? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 5.
De opvang van Venezolaanse migranten |
|
Nevin Özütok (GL) |
|
Raymond Knops (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA), Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
|
|
|
Kent u het bericht dat Human Rights Caribbean zeer teleurgesteld is over de besteding van 23,8 miljoen euro die Nederland beschikbaar stelt aan Curaçao en Aruba voor de opvang van Venezolaanse migranten?1
Ja.
Klopt het dat zo’n beetje het hele bedrag bestemd is voor het tegenhouden en het detineren van Venezolaanse migranten? Zo nee, kunt u aangeven waaraan het beschikbare bedrag wél wordt besteed? Hoeveel van het beschikbaar gestelde bedrag komt ten goede aan de versterking van de asielprocedure en de verbetering van opvangvoorzieningen?
In de brief van 6 september jl. (Kamerstuk 29 653, nr. 58) is uw Kamer geïnformeerd over de besteding van de 23,8 miljoen euro die het kabinet bij Voorjaarsnota heeft vrijgemaakt voor enerzijds de respons op de bijstandsverzoeken van Aruba en Curaçao en anderzijds maatregelen in het kader van crisisbeheersing in de regio. In nauwe afstemming met Aruba en Curaçao is een samenhangend pakket aan ondersteuningsmaatregelen uitgewerkt dat in het komende jaar in gezamenlijkheid uitgevoerd zal worden. In het ondersteuningspakket is onder meer aandacht voor de versterking van de maritieme grenzen en het optimaliseren van de vreemdelingenketen, maar ook voor diverse sociaal-maatschappelijke projecten op het gebied van onderwijs, opvang van kwetsbare groepen, gezondheidszorg en bejegening van migranten. Van de 23,8 miljoen euro is 7,2 miljoen gereserveerd voor het optimaliseren van de vreemdelingenketen. Uitgangspunt voor de Nederlandse ondersteuning aan de landen is dat conform de staatsrechtelijke verhoudingen binnen het Koninkrijk de verantwoordelijkheid voor het migratiebeleid een autonome aangelegenheid betreft. De landen bepalen zelf of en, zo ja, welke voorzieningen zij willen treffen voor migranten die om bescherming vragen. Er is geen algemene verplichting tot het geven van opvang en andere vormen van bijstand. Wel kan in uitzonderlijke gevallen – wanneer de vreemdeling volkomen afhankelijk is van de Staat – de noodzaak bestaan enige vorm van opvang te bieden. Dit zal per geval bekeken moeten worden en vraagt een individuele beoordeling.
Zowel Aruba als Curaçao geven aan dat voor bepaalde kwetsbare groepen gekeken wordt naar mogelijke vormen van tijdelijke opvang. Op Curaçao wordt in individuele opvang voorzien in gevallen van slachtoffers van mensenhandel. Om deze personen te beschermen is in samenwerking met het Ministerie van Sociale ontwikkeling, Arbeid en Welzijn, voor woongelegenheid gezorgd. In het kader van de door Nederland te leveren bijstand wordt een deel van de 7,2 miljoen euro voor de vreemdelingenketen beschikbaar gesteld voor de inrichting van circa 36 opvangplekken voor kwetsbare groepen op Curaçao. Op Aruba biedt de stichting Fundacion pa Hende Muher den Dificultad opvang aan slachtoffers van onder andere mensenhandel, mensensmokkel en huiselijk geweld. Het kabinet heeft op verzoek van de regering van Aruba 255.000 euro beschikbaar gesteld aan de stichting voor de uitbreiding van de opvangcapaciteit met circa 30 extra plekken.
Wat vindt u van het pleidooi van Human Rights Caribbean om een gedeelte van het budget beschikbaar te stellen voor een eerlijke en fatsoenlijke behandeling van Venezolaanse vluchtelingen en hen in staat te stellen zichzelf in hun minimumbehoeften te voorzien?
Zie antwoord vraag 2.
Bent u bereid om een substantieel gedeelte van het beschikbaar gestelde bedrag ten goede te laten komen aan de verbetering van de asielprocedure en opvang? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 2.
Bent u bekend met het bericht «Multicultureel Netwerk Defensie (MND) viert jubileum»?1
Ja
Kunt u aangeven op welke wijze Defensie het MND ondersteunt? Kunt u ook aangeven waaruit deze ondersteuning bestaat en welke bedragen en voorwaarden hiermee zijn gemoeid? Zo nee, waarom niet? Hoe verhoudt zich dit met uw belofte tot meer openheid?
De ondersteuning aan het MND valt in het kader van een bredere ondersteuning aan de diversiteitsnetwerken van Defensie. In mijn brief over de Opbrengsten Programma Behoud en Werving (Kamerstuk 34 919 X, nr. 38 van 15 mei 2019) geef ik inzicht in de financiële middelen die beschikbaar zijn voor de bevordering van diversiteit- en inclusiviteit.
Kunt u aangeven waaruit de samenwerking tussen Defensie en het MND bestaat? Kunt u ook limitatief aangeven welke aanbevelingen en adviezen het MND heeft gedaan en tot welke stappen dit heeft geleid? Zo nee, waarom niet? Hoe verhoudt zich dit met uw belofte tot meer openheid?
De samenwerking tussen Defensie en het MND bestaat o.a. uit het geven van advies en het deelnemen aan relevante bijeenkomsten. Zoals ook in het bericht is aangegeven, heeft het MND bijvoorbeeld geadviseerd om militairen met een Antilliaanse achtergrond in te zetten bij de noodhulp na orkaan Irma. Daarnaast is het MND betrokken op het terrein van werving zoals bijvoorbeeld tijdens het jaarlijkse Kwaku-festival. Dergelijke adviezen zijn niet geformaliseerd en het is ook niet mijn voornemen om dit in de toekomst te formaliseren. Een limitatieve opsomming is daarom niet te geven. Volledigheidshalve vermeld ik dat de samenwerking met de diversiteitsnetwerken van Defensie, gebaseerd is op afspraken die gelden voor ieder netwerk. De invulling van de adviesrol is overigens aan de netwerken zelf.
Bewijst de opmerking «De krijgsmacht draait op teams. En sterke teams zijn divers.» dat Defensie een diversiteitsbeleid voert, waarin diversiteit prevaleert boven kwaliteit? Zo nee, waarom niet?
Diversiteit draagt bij aan de kwaliteit. Defensie bevordert diversiteit en kwaliteit is daarbij het leidende principe. Van prevaleren van diversiteit boven kwaliteit is geen sprake.
Vindt u het niet beschamend dat Defensie wel intensief samenwerkt met het MND, terwijl initiatieven voor defensieslachtoffers en veteranen (zoals bijv. NLPoms, KOVOM en KNIL) aan hun lot worden overgelaten? Betekent dit dat diversiteit prevaleert boven de zorg voor defensieslachtoffers en veteranen? Zo nee, waarom niet?
Bij Defensie wordt er veel aandacht besteed aan slachtoffers en veteranen. De zorg voor veteranen en militaire oorlogs- en dienstslachtoffers is solide belegd bij het Veteraneninstituut en het Veteranenloket. Via dit stelsel biedt Defensie dienstverlening aan Nederlandse veteranen, dienstslachtoffers en hun gezinsleden. Voor details over het veteranenbeleid verwijs ik u graag naar de jaarlijkse Veteranennota (Kamerstuk 30 139, nr. 218 van 11 juni 2019). Meer specifiek waar het de nazorg voor medewerkers van de zogenaamde POMS-locaties betreft, verwijs ik u naar mijn brief over chroom-6 van 4 juli 2019 (Kamerstuk 35 000 X, nr. 147)
Daarnaast is het nodig diversiteit en inclusiviteit te bevorderen. Dit omdat het bijdraagt aan de kwaliteit van onze inzet. Zie voor de aanpak mijn beleidsbrief van 11 oktober 2018 (Kamerstuk 35 000 X, nr. 12). Kortom, voor beide zaken is aandacht.
Kunt u de gestelde vragen tijdig en afzonderlijk van elkaar beantwoorden? Zo nee, waarom niet?
Ja
Zuid- en Oost-Europeanen die omgeschoold worden voor de Nederlandse zorg |
|
Maarten Hijink (SP) |
|
Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA) |
|
|
|
|
Wat vindt u ervan dat Zuid- en Oost-Europeanen worden omgeschoold voor de Nederlandse zorg?1
De afweging om buitenlandse zorgverleners in dienst te nemen is aan zorginstellingen. Ik zie het werven van personeel uit het buitenland niet als een structurele oplossing voor personeelstekorten in zorg en welzijn. Het staat zorginstellingen evenwel vrij om buitenlandse zorgverleners in dienst te nemen, mits die aan alle vereisten voldoen. Voor EU-onderdanen geldt uiteraard het principe van vrij verkeer. Daarnaast kent de Wet BIG een erkenningsystematiek voor diploma’s waarmee BIG-registratie versneld kan plaatsvinden. Beheersing van de Nederlandse taal is een belangrijke voorwaarde.
Wat vindt u ervan dat organisaties zoals de European Multi Talent Group (EMTG) personeel rekruteren voor de Nederlandse zorg? Zijn er meer organisaties die personeel voor de Nederlandse zorg rekruteren? Kunt u hier een overzicht van sturen?
Ik vind het van belang dat het inschakelen van zorgpersoneel uit het buitenland door Nederlandse zorgorganisaties gebeurt binnen de geldende regelgeving voor het vrij verkeer van personen en de kwaliteit van zorg (zie ook het antwoord op vraag2. Er is geen compleet beeld van de mate waarin zorginstellingen buitenlandse zorgverleners naar Nederland willen halen, maar we ontvangen met enige regelmaat signalen over (kleine) individuele initiatieven. Daarnaast is bekend dat het aandeel buitenlandse verpleegkundigen relatief klein is in Nederland. Van de 192.633 verpleegkundigen die ingeschreven staan in het BIG-register komen er 2.476 uit het buitenland3 (waarvan 1.595 met een diploma uit een EER-land).
Is u bekend hoeveel en welke zorgorganisaties (actief) gebruik maken van bureaus zoals EMTG om zorgpersoneel uit het buitenland te kunnen aannemen?
Zie antwoord vraag 2.
Is u bekend hoeveel geld Nederlandse zorgorganisaties aan bureaus zoals EMTG voor buitenlands zorgpersoneel betalen? Zo nee, bent u bereid dit uit te zoeken en de Kamer hierover te informeren?
Zie antwoord vraag 2.
Worden risico’s genomen met buitenlands zorgpersoneel die de taal niet compleet vaardig zijn, bijvoorbeeld bij medicatieverstrekking? Kunt u uw antwoord toelichten?
Kwaliteit van zorg en veiligheid van de patiënt staan voor mij voorop. Ik hecht er groot belang aan dat zorgverleners die in Nederland zelfstandig aan de slag gaan, voldoen aan alle vereisten die de Wet BIG stelt. Om in aanmerking te komen voor BIG-registratie moeten buitenlandse zorgverleners een bewijs van Nederlandse taalvaardigheid op het juiste niveau kunnen overleggen. Voor alle buitenlandse zorgverleners geldt dat zij de Nederlandse taal voldoende moeten beheersen.
Vindt u het zorgelijk dat zorgverleners uit Spanje worden gehaald om de tekorten aan zorgpersoneel in Nederland op te lossen, terwijl in Spanje een tekort is van 131.000 verpleegkundigen? Deelt u de mening dat we niet moeten inzetten op zorgpersoneel uit het buitenland, maar nog meer inzet moeten plegen op het behouden en werven van zorgpersoneel uit Nederland zelf? Welke aanvullende maatregelen gaat u treffen?
Het relatieve kleine aandeel van buitenlandse verpleegkundigen is een indicatie dat het aantrekken van mensen uit andere lidstaten niet veel voorkomt. Ik ben het met u eens dat voor het oplossen van personeelstekorten het veel belangrijker is om in te zetten op het werven en behoud van zorgpersoneel. Dit is precies waar we met het actieprogramma Werken in de Zorg op inzetten. Ik heb u dit voorjaar geïnformeerd over de voortgang4. Dit najaar doe ik dit opnieuw.
Bent u bekend met de kilometerslange files bij de Europese grensovergangen en dat daarmee vooral EU-ingezetenen de dupe zijn van de extreem lange wachttijden aan de grenzen?
Het is bekend bij het Kabinet dat er lange files kunnen staan bij verscheidene Europese grensovergangen.
Bent u bereid om bij de Servische, Turkse, Hongaarse, Kroatische, Griekse en Bulgaarse overheden informatie in te winnen over de vraag hoe het kan dat de wachttijden bij de grensovergangen nog altijd aanhouden en ze hierop aan te spreken? Zo nee, waarom niet?
De grenscontroles van de autoriteiten van Servië, Turkije, Hongarije, Kroatië, Griekenland en Bulgarije spelen een belangrijke rol bij het tegengaan van terrorisme, grensoverschrijdende criminaliteit en illegale migratie. In dit verband is het van belang dat deze controles op een zorgvuldige en effectieve wijze worden uitgevoerd. Dit kan gevolgen hebben voor de wachttijden bij de grensovergangen van de betreffende landen, waar veel verkeer is. Zo is de grensovergang tussen het Bulgaarse Kapitan Andreevo en het Turkse Kapikule één van de drukste landgrensovergangen ter wereld. De betreffende landen ontvangen al geruime tijd ondersteuning vanuit de EU om de personele en technische capaciteit van de betrokken instanties te vergroten. Daarnaast verleent Frontex ondersteuning bij de uitvoering van de grensbewaking.
Het Kabinet heeft geen aanwijzingen dat betrokken landen de beschikbare capaciteit niet inzetten.
Heeft u zicht op de vraag in hoeverre betreffende landen beschikken over voldoende capaciteit en wordt de beschikbare capaciteit voldoende ingezet? Zo nee, bent u bereid dat alsnog te achterhalen?
Zie antwoord vraag 2.
Deelt u de mening dat het er alle schijn van heeft dat de capaciteit soms bewust niet wordt opgeschroefd? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 2.
Welke middelen ontvangen de betreffende landen via de Europese Commissie ter ondersteuning van het grensbeheer en zijn deze middelen effectief?
De Commissie publiceert op haar website een overzicht van de financiële middelen die lidstaten ter beschikking hebben gekregen op het gebied van asiel- en migratiemanagement, inclusief grensbewaking.1 Ten aanzien van de steun aan Turkije verwijs ik u kortheidshalve naar een overzicht van de steun die Turkije ontvangt in het kader van het toetredingsproces.2
Deelt u de mening dat sinds de invoering van de systematische checks van EU-burgers door de grenswachten van de Europese lidstaten aan de buitengrenzen van de Europese Unie, de wachttijden aan de grens voor vakantiegangers enorm zijn opgelopen? Zo nee, waarom niet?
In de afgelopen jaren is de Europese Unie geconfronteerd met steeds veranderende vormen van terrorisme, criminaliteit en migratiestromen. Naar aanleiding van deze ontwikkelingen zijn de grenscontroles van Europese unieburgers aan de buitengrenzen van de Schengenlanden verscherpt. In dit verband is de systematische controle van de EU-burgers ingevoerd. Voor Nederland is het van belang dat er een goede balans bestaat tussen mobiliteit en veiligheid. Het is daarom niet uit te sluiten dat er wachtrijen kunnen ontstaan. Om deze situatie zoveel mogelijk te voorkomen is de mogelijkheid gecreëerd om een deel van de systematische checks van EU-burgers op basis van een administratieve controle uit te voeren. Daarbij mogen de EU-lidstaten relevante databases raadplegen op basis van voorafgaand verkregen passagiersgegevens. Daarnaast is het ook mogelijk om de systematische check van EU-burgers uit te voeren door gebruik van automatische selfservice grenspassages. Door beide procedures ondervinden de reizigers minder last, zonder daarbij afbreuk te doen aan de veiligheid.
Verder is het ook mogelijk dat de Schengenlidstaten voor een beperkte duur over kunnen gaan tot niet systematische controles, als blijkt dat systematische controles in de praktijk leiden tot disproportionele lange wachtrijen, en mits er geen sprake is van een situatie waarbij de veiligheid in het geding is. Voor deze tijdelijke gerichte controles van EU-burgers gelden wel strikte criteria.
Ook de niet Schengenlanden kunnen gebruik maken van innovatieve instrumenten om de grensovergangen zo effectief en efficiënt mogelijk te houden.
Op basis van het voorgaande zijn er voldoende maatregelen die Schengen en niet Schengenlidstaten kunnen nemen om reizigers zo min mogelijk te belasten met deze verscherpte controles aan de buitengrenzen, en zonder dat deze afbreuk doen aan de (interne) veiligheid van de lidstaten.
Vindt u dat het belang van de systematische check opweegt tegen de opgelopen wachttijden? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 6.
Bent u bereid om in Europees verband aan te dringen op het bewerkstelligen van aanzienlijk kortere wachttijden bij grensovergangen naar of uit Europese landen? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 6.
Bent u bereid om in Europees verband aan te dringen op het drastisch verbeteren van de capaciteit aan de Europese grensovergangen? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 6.
Bent u bekend met de verplichte desinfectie tegen betaling van voertuigen van EU-ingezeten?
Ja.
Deelt u de mening dat de Bulgaarse overheid misbruik maakt van de zogenaamde bestrijding van veterinaire ziekten door voertuigen van EU-ingezetenen verplicht en tegen betaling te desinfecteren?
In algemene zin is Bulgarije gerechtigd om maatregelen te treffen om de veterinaire veiligheid te waarborgen aan de buitengrenzen van de Europese Unie. Bulgarije is eveneens gerechtigd om de kosten die gepaard gaan met die maatregelen door te berekenen aan diegenen die daaraan onderworpen zijn. Navraag bij de Bulgaarse grensautoriteiten leert dat het ontsmetten van voertuigen momenteel verplicht is voor alle voertuigen die Bulgarije binnenkomen via de grensovergangen met Turkije en Roemenië. Deze maatregel houdt volgens de Bulgaarse autoriteiten onder meer verband met een uitbraak van Mond-en-Klauwzeer in Turkije en met een uitbraak van Afrikaanse Varkenspest in Roemenië. Daarmee is er geen indicatie dat het beleid rondom voertuigdesinfectie discriminatoir van aard is, en ziet het Kabinet geen grond om de Bulgaarse overheid te vragen om de pest-desinfectiekosten te schrappen.
Bent u bereid om informatie in te winnen over de vraag of de algemene regels in Bulgarije met betrekking tot desinfectie, niet op één land of nationaliteit zijn gericht? Zo ja, wat blijkt hieruit? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 11.
Vindt u dat de Bulgaarse overheid met deze desinfectie inbreuk maakt op Europese grondbeginselen zoals het vrij verkeer van personen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
De Europese regelgeving geeft aan welke maatregelen lidstaten moeten treffen ten behoeve van de gezondheid van dieren. Deze regels laten lidstaten de ruimte om aanvullende nationale maatregelen te treffen. Wanneer dergelijke aanvullende maatregelen consequenties kunnen hebben voor het vrije verkeer van goederen of diensten, geldt als eis dat de maatregelen noodzakelijk, doeltreffend en evenredig zijn met het te dienen doel, en dat een dwingende reden van algemeen belang wordt gediend. Ontsmetting van personenwagens is geen Europees verplichte maatregel. Het is in eerste instantie aan de Europese Commissie, en uiteindelijk aan het Hof van Justitie, om te oordelen of deze maatregel verenigbaar is met het vrije verkeer van goederen of diensten.
Heeft u zicht op de gemiddelde wachttijden aan de Bulgaarse grens tijdens de zomerperiode? Zo nee, bent u bereid dat alsnog te achterhalen?
Nederland houdt geen statistieken bij over de gemiddelde wachttijden aan de Europese buitengrenzen. Deze fluctueren gedurende het seizoen en zijn onderhavig aan externe invloeden. Van de Bulgaarse autoriteiten heeft de Nederland vernomen dat er in de zomer van 2019 op drukke dagen 10.000 voertuigen en 30.000 mensen de Turks-Bulgaarse grens hebben gepasseerd. Dat is een toename van 30% in vergelijking met dezelfde periode in 2018.
Heeft u zicht op het aantal klachten over wachttijden als gevolg van deze regels en over corruptie bij de uitvoering daarvan? Zo nee, bent u bereid dat alsnog te achterhalen?
De Nederlandse ambassade in Sofia heeft in 2019 geen meldingen over wachttijden ontvangen maar wel drie klachten over onbehoorlijk gedrag aan de Turks-Bulgaarse grens. Deze klagers is aangeraden om de klachten eveneens kenbaar te maken bij de Bulgaarse autoriteiten via de speciaal daartoe in het leven geroepen klachtenlijn van de Bulgaarse autoriteiten.
Kunt u navraag doen bij de Nederlandse ambassade in Bulgarije, over de vraag hoe vaak zij de Bulgaarse autoriteiten in algemene zin over de klachten hebben benaderd? Zo nee, waarom niet?
De Nederlandse ambassadeur in Sofia heeft het afgelopen jaar de klachten over de grensovergang besproken met de Bulgaarse autoriteiten. Hierbij is eveneens het rapport van Europarlementariër Kati Piri met klachten over de Bulgaars-Turkse grens onder de aandacht gebracht. Daarnaast is de situatie op de grens een terugkerend onderwerp bij het gestructureerd overleg van Europese consulaire medewerkers met de Bulgaarse autoriteiten, waar vertegenwoordigers van de Nederlandse ambassade aan deelnemen.
Bent u bereid om de Bulgaarse overheid te vragen de pest-desinfectiekosten te schrappen?
Zie antwoord vraag 11.
De hoogte van leges voor een Kinderpardon-aanvraag |
|
Bram van Ojik (GL) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
|
|
|
Kent u het bericht «Deze families hebben recht op kinderpardon, maar geen geld voor de aanvraag»?1
Ja.
Deelt u de mening dat de persoonlijke financiële situatie van een aanvrager niet van doorslaggevende betekenis mag zijn bij het bepalen of hij/zij recht heeft op verblijf op grond van de Afsluitingsregeling Langdurig Verblijvende Kinderen? Zo nee, waarom niet?
Het legesvereiste gold alleen voor personen die niet door de ambtshalve herbeoordeling van een eerder ingediende aanvraag onder de Afsluitingsregeling Langdurig Verblijvende Kinderen (hierna: Afsluitingsregeling) vielen. Personen die niet in aanmerking kwamen voor een ambtshalve herbeoordeling, maar van oordeel waren toch in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning op grond van de Afsluitingsregeling, konden tot 25 februari 2019 op eigen initiatief een aanvraag indienen. Voor deze aanvragen dienden leges betaald te worden. In een aantal gevallen, waarbij personen niet direct de leges konden betalen, heeft de IND meermaals de gelegenheid geboden om alsnog tot betaling over te gaan. Hierin werd maatwerk geleverd.
Normaal gesproken geldt voor niet-tijdelijke humanitaire verblijfsvergunningen, de categorie waar de verblijfsvergunning op grond van de Afsluitingsregeling in valt, een legesbedrag van € 1.033. Het bedrag van € 164 is een substantieel lager bedrag. Dit legestarief van € 164 gold ook voor de Definitieve Regeling Langdurig Verblijvende Kinderen (hierna: Definitieve Regeling) uit 2013. Daarbij is aansluiting gezocht.
Een aanvraag op grond van de Definitieve Regeling was in eerste instantie gratis. Dit leidde echter tot een aanzienlijk aantal aanvragen waarbij evident niet aan de voorwaarden werd voldaan. In 2014 is door mijn ambtsvoorganger besloten om dergelijke aanvragen te ontmoedigen door onder meer het invoeren van een legestarief van € 152. Uw Kamer is hierover op 14 april 2014 geïnformeerd.2 Door jaarlijkse indexering van de leges, is het tarief inmiddels € 164.
In dit licht bezien, vind ik het legesbedrag van € 164 redelijk en proportioneel.
Kunt u aangeven waarom het heffen van € 164 per persoon aan leges, in het geval van de Afsluitingsregeling, proportioneel en redelijk is? Bent u bereid de hoogte van dit bedrag te herzien, of een uitzonderingsmogelijkheid te treffen voor aanvragers die een dergelijk bedrag redelijkerwijs niet kunnen betalen voor een aanvraag? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 2.
Is bij het bepalen van de hoogte van leges voor aanvragen in brede zin de betaalbaarheid voor minder vermogende aanvragers een factor van betekenis? Zo ja, kunt u dit aantonen?
Bij het bepalen van de hoogte van de leges is, gelet op het antwoord op vragen 2 en 3, de betaalbaarheid van een aanvraag een factor van betekenis geweest. Ik ben niet voornemens verder onderzoek in te stellen naar de betaalbaarheid van de leges.
Bent u bereid te onderzoeken in welke mate de hoogte van leges een belemmering vormt voor het kunnen indienen van een aanvraag voor een verblijfsvergunning voor minder vermogenden? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 4.
Schrijnende omstandigheden voor vluchtelingen op Lesbos |
|
Attje Kuiken (PvdA) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
|
|
|
Kent u het bericht «Teenager killed and two injured in stabbing at notorious Lesbos refugee camp»?1
Ja
Deelt u de mening dat het in het bericht genoemde incident opnieuw aangeeft dat de situatie in het vluchtelingenkamp op Lesbos totaal onhoudbaar is? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Deze en andere berichtgevingen bevestigen eens te meer dat de situatie op Lesbos, maar ook op andere Griekse eilanden, uiterst zorgwekkend is. Het kabinet deelt dan ook uw zorgen. Wat het kabinet betreft is er overduidelijk sprake van een dringende noodzaak om structurele verbeteringen door te voeren op het gebied van opvang en het versnellen van asiel- en terugkeerprocedures. Nederland dringt daar voortdurend op aan, op ambtelijk en politiek niveau, in bilateraal en EU-verband.
Griekenland dient evenwel zelf verantwoordelijkheid te nemen voor het doorvoeren van deze structurele verbeteringen. In dat licht verwelkomt het kabinet de prioriteiten van de nieuwe Griekse regering op het terrein van migratie, waaronder het verbeteren van de opvang, het versnellen van asielprocedures, het versterken van grensbewaking en het opschalen van terugkeer. Deze prioritering heeft inmiddels geleid tot de aanname van nieuwe Griekse asielwetgeving, op 1 november jl. Dit biedt vertrouwen dat de benodigde stappen nu worden gezet. Op welk termijn dit tot resultaat leidt is, afhankelijk van de inspanningen van de Griekse autoriteiten en de steun die zij daarbij ontvangen van Europese partners.
Zoals uw Kamer bekend, levert Nederland sinds de migratiecrisis van 2015–2016 doorlopend steun aan de Griekse autoriteiten. Tevens heeft het kabinet steun aangeboden bij het doorvoeren van de beoogde structurele verbeteringen, inclusief de implementatie van de nieuwe asielwetgeving, bijvoorbeeld door het delen van kennis, expertise en ervaring. Verder verwijs ik u naar de brief van 14 november jl. aan Uw Kamer over de Nederlandse ondersteuning van migratiebeheer in Griekenland en stand van zaken van Griekse asielprocedures.2
Deelt u de mening dat het meer dan tijd is dat er daadwerkelijk structurele verbeteringen op Lesbos komen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 2.
Waarom lukt het toch maar steeds niet, terwijl vrijwel iedereen erkent dat het zo niet langer kan, om de situatie op Lesbos structureel te verbeteren? Waar zitten de belemmeringen voor verbetering?
Zie antwoord vraag 2.
Wat kunt u doen om samen met uw Europese collega’s zo snel mogelijk te zorgen voor concrete verbeteringen op Lesbos en andere Griekse eilanden waar vluchtelingen in slechte omstandigheden verblijven? Op welke termijn gaat dit leiden tot die concrete verbeteringen?
Zie antwoord vraag 2.
Het terughalen van Duitse kinderen uit Syrië door Duitsland |
|
Lilianne Ploumen (PvdA), Attje Kuiken (PvdA) |
|
Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD), Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA) |
|
|
|
|
Bent u bekend met het bericht «Ook Duitsland haalt IS kinderen terug»?1
Ja.
Hebt u hier voorafgaand aan het terughalen van de Duitse kinderen door Duitsland contact over gehad met uw Duitse ambtsgenoot? Of was Nederland op een andere manier op de hoogte van het Duitse voornemen om deze kinderen naar Duitsland terug te halen?
Nee. Nederland was van tevoren niet op de hoogte van de Duitse actie om kinderen vanuit Syrië naar Duitsland over te brengen. Er zijn weliswaar regelmatige contacten tussen de landen in de Schengen-zone over uitreizigers, maar ieder land neemt eigenstandige beslissingen over het al dan niet terughalen van uitreizigers en/of hun kinderen.
Zo ja, is overwogen om tijdens deze missie ook Nederlandse kinderen op te halen?
Nee. Staand kabinetsbeleid is dat Nederland niet actief uitreizigers en hun kinderen ophaalt uit Syrië. Zoals nader beschreven in de brief aan uw Kamer van 21 februari 2019 (Kamerstuk 29 754 nr. 492) kan een andere afweging worden gemaakt voor Nederlandse weeskinderen die alleen achterblijven in Syrië, omdat hun ouders zijn overleden. In dergelijke gevallen bestudeert het Kabinet of en hoe de kinderen van overleden uitreizigers terug kunnen keren naar Nederland.
Bent u het eens dat het onwenselijk is dat Nederlandse kinderen onder erbarmelijke omstandigheden in Syrië verblijven?
Ja. Zie verder antwoord op vraag 6.
Hoeveel Nederlandse kinderen bevinden zich momenteel in Syrische kampen? Wat is hun leeftijd? En hoeveel verblijven er zonder ouderlijk gezag?
Het is onbekend hoeveel Nederlandse kinderen zich momenteel in Syrische kampen bevinden. Uit cijfers van de AIVD blijkt dat in opvangkampen in Syrian Democratic Forces-gebied zich op dit moment circa 85 kinderen «met een Nederlandse link» bevinden.2 Deze kinderen hebben een of twee ouders met de Nederlandse nationaliteit of ouders die langere tijd in Nederland hebben gewoond. Dat betekent dat niet alle kinderen «met een Nederlandse link» de Nederlandse nationaliteit hebben. Minder dan een kwart van de minderjarigen is door een of beide ouders meegenomen naar het strijdgebied, ruim driekwart is daar geboren. Er zijn op dit moment geen gevallen bekend van Nederlandse (wees)kinderen die «zonder ouderlijk gezag» in Syrië verblijven.
Hoe oordeelt u over de uitspraak van de Duitse Minister van Buitenlandse Zaken, Heiko Maas: «Ze kunnen niet verantwoordelijk worden gesteld voor de daden van hun ouders, en daarom willen we helpen»? Deelt u zijn visie? Zo ja, welke maatregelen neemt u om deze kinderen te helpen? Zo nee, kunt u uw antwoord toelichten?
Kinderen kunnen inderdaad niet verantwoordelijk worden gehouden voor de daden van hun ouders. Daarom beschouwt het kabinet kinderen van uitreizigers in eerste instantie als slachtoffers van de verwerpelijke keuzes van hun ouders. Het terughalen van kinderen kan niet los worden gezien van hun ouders, aangezien het scheiden van kinderen en ouders in beginsel onwenselijk is en juridisch complex ligt. Zoals nader beschreven in de brief aan uw Kamer van 21 februari 2019 (Kamerstuk 29 754 nr. 492) kan een andere afweging worden gemaakt voor Nederlandse weeskinderen die alleen achterblijven in Syrië, omdat hun ouders zijn overleden.
Hoe is het gesteld met de veiligheidssituatie in de kampen waar Nederlandse kinderen verblijven? Is deze in de afgelopen weken verslechterd? Kunt u een toelichting geven over de omstandigheden in deze kampen?
30 humanitaire partners verlenen hulp in deze opvangkampen, waaronder kamp Al Hol. Ondanks dat hulporganisaties doen wat ze kunnen om alle mensen te helpen, zijn er grote tekorten. Uit recente rapporten van de VN (OCHA) blijkt dat de grootste tekorten bestaan in de sectoren gezondheidszorg, water en sanitatie en bescherming. De toegang voor humanitaire hulporganisaties tot die delen van de kampen waar buitenlandse strijders en families in detentie worden gehouden is nog steeds slecht.
Uit VN-rapporten blijkt dat informatie over familieleden in detentie niet/nauwelijks wordt gedeeld, wat leidt tot spanningen in het kamp, inclusief veiligheidsincidenten en demonstraties. Als reactie hierop militariseert de kampleiding het opvangkamp door het plaatsen van hekken en (gewapende) beveiliging. Dit is zorgwekkend. Humanitaire organisaties blijven benadrukken dat Al Hol een ontheemdenkamp is en geen detentiecentrum en roepen op het civiele karakter van het kamp te bewaken daar het voornamelijk bestaat uit kinderen.
Hoe is het gesteld met de lichamelijke gezondheid van deze kinderen?
Er is geen zicht op de kinderen met een Nederlandse link die in de kampen in Syrian Democratic Forces-gebied verblijven. Het is daarom niet mogelijk precieze informatie te geven over de lichamelijke en geestelijke gezondheid van deze kinderen. Zie verder antwoord op vraag 12.
Overweegt u, net als Duitsland, kinderen met ernstige medische problemen terug te halen naar Nederland, ook wanneer zij geen wees zijn? Kunt u uw antwoord toelichten?
Nee. Het terughalen van kinderen kan niet los worden gezien van hun ouders, aangezien het scheiden van kinderen en ouders in beginsel onwenselijk is en juridisch complex ligt. Zoals nader beschreven in de brief aan uw Kamer van 21 februari 2019 (Kamerstuk 29 754, nr. 492) bestudeert het kabinet of en hoe kinderen van overleden uitreizigers terug kunnen keren naar Nederland.
Hoe is het gesteld met de geestelijke gezondheid van de Nederlandse kinderen in de opvangkampen? Van hoeveel van deze Nederlandse kinderen kan gesteld worden dat ze kampen met trauma’s en psychische problemen als gevolg van hun ervaringen in het detentiekampen? Kunt u een toelichting geven?
Zie antwoord vraag 8.
Bent u bekend met de uitspraak van hoogleraar psychologie Gerrit Loots in een interview in de Volkskrant na diens bezoek aan kinderen in Noord-Syrische kampen: «Niet repatriëren is vragen om aanslagen»?2
Ja.
Hoe oordeelt u over diens waarschuwing dat in de Koerdische detentiekampen kinderen getraumatiseerd raken en daarmee de kans groter is dat ze later wraak zullen nemen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Het is schrijnend dat deze veelal jonge kinderen zijn blootgesteld aan ernstige omstandigheden. Het is waarschijnlijk dat deze kinderen trauma’s hebben opgelopen. Deze kinderen zullen indien zij naar Nederland terugkeren adequate zorg nodig hebben. De aanpak die Nederland bij terugkeer hanteert, is gericht op het verlenen van deze zorg en begeleiding. De Raad voor de Kinderbescherming staat klaar om kinderen uit het strijdgebied bij te staan bij terugkeer in Nederland. Indien een Nederlandse minderjarige mogelijk met zijn of haar ouder(s) uit Syrië of Irak naar Nederland terugkeert is er een landelijk werkend multidisciplinair adviesteam minderjarige terugkeerders (LAT). Dit team van specialistische experts adviseert over opvang, veiligheid, zorg en onderwijs aan lokale partijen.
De deportatie van Syrische vluchtelingen door Turkije |
|
Bram van Ojik (GL) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
|
|
|
Bent u bekend met het bericht «Deportaties in Turkije: «Ze hebben hem naar Syrië gestuurd»»?1
Ja.
Kunt u bevestigen dat Turkije vluchtelingen uit Syrië oppakt en deporteert naar onveilig gebied in Syrië, al dan niet gebruikmakend van gedwongen ondertekende verklaringen over vrijwillig vertrek?
Indien u het in vraag 2 genoemde niet kunt bevestigen, bent u bereid de Europese Commissie te verzoeken hier eigenstandig onderzoek naar te laten doen? Zo nee, waarom niet?
Indien het klopt dat Turkije vluchtelingen terugstuurt naar onveilig gebied in Syrië, wat betekent dit volgens u voor de mate van veiligheid van Turkije voor vluchtelingen?
Is de Turkijedeal nog van kracht, nu Turkije heeft gesteld de afspraken voorlopig op te schorten en geen vluchtelingen uit Griekenland meer over te nemen vanwege het uitblijven van visumliberalisatie?2
Noch uit de contacten tussen de Europese Unie en de Turkse autoriteiten, noch uit de praktische uitvoering van de Verklaring blijkt dat Turkije gestopt is met het terugnemen van vluchtelingen uit Griekenland. Begin augustus heeft nog een terugkeeroperatie plaatsgevonden vanaf de Griekse eilanden.
Hoeveel geld van de tweede tranche van de in de Turkijedeal afgesproken € 6 miljard, die vanuit de EU zou worden geïnvesteerd in de opvang van vluchtelingen in Turkije, is inmiddels overgemaakt?
In de EU-Turkije Verklaring is door de EU een tweede tranche van EUR 3 miljard toegezegd, in aanvulling op de reeds in 2015 toegezegde eerste tranche, eveneens EUR 3 miljard, middels de Faciliteit voor Vluchtelingen in Turkije (FRIT) In totaal is tot juli 2019 via de eerste en tweede tranche EUR 5,6 miljard gecommitteerd en zijn voor EUR 3,45 miljard aan contracten gesloten.3 De looptijd van projecten onder de tweede tranche is tot 2025.
Zoals gemeld in de beantwoording van de vragen van het lid Groothuizen (D66) over «Deportaties in Turkije: «Ze hebben hem naar Syrië gestuurd»», is er op dit moment geen aanleiding om aan te nemen dat er sprake is van een structureel beleid om Syrische vluchtelingen uit Turkije uit te zetten. Het uitgangspunt van de EU-Turkije Verklaring is dat deze binnen geldende juridische kaders plaatsvindt, waaronder dus ook de verplichting om het principe van non-refoulement te respecteren. Bovendien dragen de middelen die in het kader van de FRIT worden besteed via VN-organisaties en internationale ngo’s, juist bij aan het verbeteren van de omstandigheden van vluchtelingen in Turkije. Zo hebben dankzij de Faciliteit meer dan 635.000 Syrische kinderen in Turkije toegang tot onderwijs, en zijn meer dan 5 miljoen consultaties in ziekenhuizen aan vluchtelingen verleend. Daarnaast ontvangen 1,5 miljoen kwetsbare vluchtelingen via de Faciliteit een bijdrage voor hun basisbehoeften.
Kan het geld dat nog vanuit de EU naar Turkije wordt overgemaakt in het kader van de Turkijedeal voorwaardelijk worden gemaakt aan het stoppen van arrestaties en deportaties van Syrische vluchtelingen door Turkije? Zo ja, bent u bereid hiervoor te pleiten bij de Europese Commissie?
Zie antwoord vraag 6.
Bent u bereid om op bilateraal niveau aan de Turkse overheid te kennen te geven dat Nederland niet gediend is van het deporteren van Syrische vluchtelingen in strijd met het non-refoulement beginsel? Zo nee, waarom niet?
In contacten met de Turkse autoriteiten wordt met grote regelmaat gewezen op het belang om te zorgen voor adequate opvang en bescherming van vluchtelingen conform geldende internationale kaders, waaronder het beginsel van non-refoulement. Daarbij erkent Nederland ook de grote uitdaging waar Turkije voor staat als het grootse opvangland van vluchtelingen in de wereld. Het is van belang om Turkije bij zijn inspanningen, die ook een gedeelde verantwoordelijkheid zijn, te blijven steunen.
Het bericht ‘Deportaties in Turkije: ‘Ze hebben hem naar Syrië gestuurd’’ |
|
Maarten Groothuizen (D66) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Mark Rutte (minister-president , minister algemene zaken) (VVD) |
|
|
|
|
Kent u het bericht «Deportaties in Turkije: «Ze hebben hem naar Syrië gestuurd»»?1
Ja.
Kunt u bevestigen dat Turkije de afgelopen tijd Syrische vluchtelingen heeft uitgezet naar Syrië, terwijl dit geen veilig land is? Zo ja, kunt u aangeven hoeveel vluchtelingen zijn uitgezet naar Syrië? Zo nee, hoe verklaart u dan de beweringen die in het bericht van Nieuwsuur worden geuit?
Deelt u de mening dat het uitzetten van vluchtelingen naar een onveilig land in strijd is met internationale verdragen, zoals het VN-vluchtelingenverdrag? Zo ja, wat is uw oordeel als het klopt dat Turkije deze afspraken schendt?
Wat betekent het mogelijk schenden van de afspraken door Turkije voor de afspraken tussen de Europese Unie en Turkije over het opnemen en terugsturen van migranten en vluchtelingen?
Heeft u, al dan niet in Europees verband, contact gehad met de regering van Turkije over deze kwestie? Zo ja, wat is besproken en afgesproken? Zo nee, bent u van plan dat na deze berichtgeving alsnog te doen? Zo nee, waarom niet?
In hoeverre ziet u een relatie tussen de toename van de aankomsten via zee in Griekenland in de maand juli (ten opzichte van 2018 en 2017) en de berichtgeving over de uitzettingen in Turkije? Waarom ziet u wel of geen relatie?2
Het totale aantal aankomsten in 2019 in Griekenland vanuit Turkije, dat wil zeggen via zee én via land, is volgens de Europese Commissie ongeveer gelijk aan het totale aantal aankomsten in dezelfde periode in 2018. Wel is het zo dat er vanaf januari 2019, dus niet alleen in juli en augustus, een toename te zien is in het aantal aankomsten via zee. Afghanen vormen hierbij verreweg de grootste groep. En veel kleiner aandeel betreft Syriërs. Gegeven het bovenstaande, kan op dit moment niet worden geconcludeerd dat er een rechtstreeks verband is tussen voornoemde berichten over uitzettingen naar Syrië en de toename van het aantal aankomsten op de Griekse eilanden.
Uitzetting van ongedocumenteerde Venezolanen |
|
Nevin Özütok (GL) |
|
Raymond Knops (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
|
|
|
|
Bent u bekend met het bericht dat drie ongedocumenteerde Venezolanen op Bonaire in vreemdelingendetentie zijn geplaatst en zullen worden uitgezet?1 Zo ja, klopt dit bericht?
Het bericht waaraan wordt gerefereerd is online niet vindbaar.
Bent u van mening dat onder de huidige omstandigheden uiterste zorgvuldigheid moet worden betracht met het uitzetten van Venezolaanse burgers naar Venezuela? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe wordt precies voorkomen dat betrokkenen bij terugkeer in een gevaarlijke situatie zullen belanden?
Ik deel uw standpunt. In alle gevallen wanneer sprake is van (gedwongen) uitzetting, moet beoordeeld worden of terugkeer op een zorgvuldige manier en met respect voor de waardigheid van de vreemdeling gerealiseerd kan worden. Op grond van de wet en regelgeving in Caribisch Nederland wordt er in het kader van het terugkeerproces van vreemdelingen naar landen van herkomst onder meer getoetst aan artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dat betekent dat onderzocht wordt of personen bij terugkeer een reëel risico lopen op een behandeling die strijdig is met het verdrag.
Is u bekend of deze drie betrokkenen eerder in de gelegenheid zijn geweest om legaal verblijf op Bonaire aan te vragen? Zo ja, waarom is geen verblijfsrecht toegekend? Zijn daarbij asielgerelateerde omstandigheden onderzocht?
Zoals eerder aan de Kamer is bericht, doe ik geen uitspraken over individuele zaken. Voorts wil ik nog wel meegeven dat, indien er sprake is van een aanvraag voor een reguliere verblijfsvergunning, wordt getoetst aan de voorwaarden voor die gevraagde reguliere verblijfsvergunning. Er wordt niet ambtshalve getoetst aan asielgerelateerde omstandigheden. Deze worden eerst onderzocht indien de vreemdeling een verzoek om bescherming indient of aangeeft bij terugkeer te vrezen voor vervolging op een onmenselijke behandeling.
Houdt uitzetting in dat deze drie betrokkenen zullen worden uitgezet naar herkomstland Venezuela? Zo ja, bent u bereid het lot van deze betrokkenen na uitzetting te monitoren? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord 2. Uitgangspunt van ons stelsel is zorgvuldige beoordeling en rechterlijke toetsing voorafgaand aan uitzetting. Monitoring van individuele vreemdelingen na terugkeer is geen onderdeel van dit stelsel. Monitoring van onderdanen van andere landen in die betreffende landen zal voor herkomstlanden ook niet acceptabel zijn, evenmin als wij het zouden accepteren wanneer andere landen het welzijn van individuele Nederlanders in Nederland zouden monitoren.
Hoeveel Venezolaanse burgers verblijven vermoedelijk momenteel, al dan niet legaal, op Bonaire? Hoe wordt vastgesteld of deze Venezolaanse burgers mogelijk beroep kunnen doen op asielbescherming?
Volgens verkregen informatie van afdeling Burgerzaken op Bonaire (peildatum 16 juni 2020), staan momenteel 948 Venezolanen ingeschreven in het bevolkingsregister. Deze personen verblijven rechtmatig op Bonaire. Het aantal illegaal op Bonaire verblijvende Venezolanen is niet te achterhalen.
Zoals reeds in het antwoord op vraag 3 is meegedeeld, dient een vreemdeling een verzoek om bescherming in te dienen. Vervolgens wordt dat verzoek door de IND CN op basis van de Wet- en regelgeving van Caribisch Nederland BES beoordeeld. De procedure voor een verzoek om bescherming is nader uitgewerkt in hoofdstuk 16 van de Circulaire Toelating en Uitzetting BES (https://wetten.overheid.nl/BWBR0028837/2015-10-01#Circulaire.divisie16).
De steekpartij op klaarlichte dag bij het asielzoekerscentrum in Arnhem |
|
Geert Wilders (PVV), Emiel van Dijk (PVV), Sietse Fritsma (PVV) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
|
|
|
Kent u het bericht over een steekpartij in het asielzoekerscentrum in Arnhem?1
Ja.
Kunt u aangeven of de lichtgetinte verdachte inmiddels in de kraag is gevat, vast is gezet en klaar wordt gemaakt om het land te worden uitgezet? Zo nee, waar is deze verdachte nu, waarom zit deze nog niet vast en hoe heeft dit kunnen gebeuren?
Zoals u bekend ga ik niet in op individuele zaken.
Is voor u, net als voor vele Nederlanders, de maat inmiddels vol na het zoveelste geweldsincident van, voor en door asielzoekers? Zo ja, welke consequenties verbindt u aan deze meest recente geweldsuitbarsting?
Ieder incident is er één te veel en dit kabinet zet zich in om overlastgevende en criminele asielzoekers aan te pakken. Hiertoe wordt een breed palet aan maatregelen ingezet. Voor een uitgebreide uiteenzetting van deze maatregelen verwijs ik u naar de brieven die mijn voorganger en ik in dit kader eerder aan uw kamer hebben gezonden2. De individuele aanpak van personen die criminele gedragingen vertonen verloopt primair via het strafrecht.
Bent u bereid om het asielzoekerscentrum te sluiten en de buurt weer veilig maken voor omwonenden of kiest u ervoor hun kinderen, dochters en geliefden bloot te blijven stellen aan dergelijke risico’s?
Ik zie geen reden om het asielzoekerscentrum te sluiten. Op een COA opvanglocatie is 24 uur per dag en 7 dagen in de week begeleiding en/of beveiliging aanwezig. De begeleiding van het COA is gericht op het kennen van de bewoners om van daaruit gerichte begeleiding te kunnen bieden of gepaste maatregelen op te kunnen leggen. Die methodiek geeft de mogelijkheid om vroeg te kunnen reageren op signalen en indien nodig de-escalerend op te kunnen treden. Desalniettemin kan niet worden uitgesloten dat incidenten optreden.
Asielzoekers die in Nederland asiel aanvragen moeten zich houden aan de in Nederland geldende normen, waarden en wet- en regelgeving. Gedrag waarmee deze normen en waarden worden geschonden of overtreden dient aangepakt te worden en moet daarom leiden tot een maatregel. Bij een incident is het COA-beleid dat de dader, onafhankelijk van het strafrechttraject, direct een gepaste maatregel opgelegd krijgt. Dat kan variëren van een corrigerend gesprek tot een (tijdelijke) ontzegging van de opvangverstrekkingen, of een overplaatsing naar een extra begeleiding- en toezichtlocatie (EBTL).
Naast de begeleiding op de locatie vindt regelmatig overleg plaats tussen de gemeente, de politie en het COA om signalen van overlast of andere incidenten in de gemeente te bespreken. Ook vindt regelmatig casuïstiek overleg plaats tussen COA, IND, de politie en DT&V in het kader van terugkeer, en worden aanvragen van overlastgevers met voorrang behandeld ten behoeve van een zo snel mogelijke terugkeer.
Deelt u de mening dat het hoog tijd is dat de regering zijn gezonde verstand een keer gebruikt en ter bescherming van de Nederlandse samenleving een complete asielstop zou moeten worden ingevoerd? Zo nee waarom niet?
Nee. Het is staand kabinetsbeleid dat Nederland bescherming biedt aan mensen die daar recht op hebben. Nederland heeft zich hier in internationaal en Europees verband aan gecommitteerd. Ik zet in op korte procedures en snel vertrek van personen die niet in aanmerking komen voor een (asiel)vergunning.
Het bericht dat de VS Nederland zou willen helpen Syriëgangers terug te halen |
|
Sjoerd Sjoerdsma (D66) |
|
Mark Rutte (minister-president , minister algemene zaken) (VVD) |
|
|
|
|
Kent u het bericht «VS wil Nederlandse Syriëgangers wel ophalen»?1
Ja.
Klopt het dat de Verenigde Staten op enigerlei wijze, formeel of informeel, een aanbod hebben gedaan om Nederland te helpen bij het terughalen van Syriëgangers uit Syrië naar Nederland?
Ja.
Wat hield dit aanbod precies in?
De VS zijn van mening dat landen hun foreign terrorist fighters moeten repatriëren uit de detentiekampen in Noordoost Syrië en dragen dat standpunt actief uit. Om landen te bewegen hieraan uitvoering te geven hebben de VS landen met foreign terrorist fighters in detentie in Noordoost Syrië, waaronder Nederland, het staande aanbod gedaan om te assisteren bij de terugkeer van hun uitreizigers naar het land van herkomst.
De VS heeft Nederland bovendien concreet aangeboden bereid te zijn het transport van 10 Nederlandse vrouwelijke uitreizigers en hun kinderen naar Nederland te faciliteren2.
Wanneer is dit aanbod gedaan?
De VS heeft Nederland op 28 juni 2019 hulp aangeboden bij de repatriëring van deze 10 vrouwen en hun kinderen.
Aan wie is dit aanbod gedaan?
Zie antwoord vraag 4.
Heeft het kabinet zelf de Amerikanen om hulp gevraagd bij het terughalen van Syriëgangers en/of Nederlandse vrouwen en kinderen in Syrië naar Nederland? Zo nee, waarom niet?
Het staande kabinetsbeleid is dat Nederlandse uitreizigers niet actief worden opgehaald uit Syrië. Zoals beschreven in de Kamerbrief van 21 februari 2019 (Kamerstuk TK 29 754, nr. 492), heeft het kabinet de mogelijkheden verkend op welke wijze uitvoering kan worden gegeven aan de bevelen tot gevangenneming van de Rechtbank in Rotterdam. Daartoe is onder andere gesproken met de VS. Zie verder het antwoord op vraag 8 en 9.
Wat bedoelde u tijdens uw persconferentie van 12 juli jl. met uw uitspraak «Een eventueel aanbod van Amerika in die richting betekent niet dat aan die randvoorwaarden is voldaan»? Aan welke randvoorwaarde(n) zou met een dergelijk verzoek wel zijn voldaan en aan welke niet?
Amerikaanse assistentie bij het repatriëren van Nederlandse uitreizigers zou eventuele risico’s met betrekking tot de volatiele veiligheidssituatie in de regio mogelijk slechts deels wegnemen. Nederland hoeft dan naar alle waarschijnlijkheid geen ambtenaren naar het onveilige Noord-Oost Syrië te sturen om de terugkeer te organiseren en te begeleiden. De risico’s met betrekking tot de veiligheid van betrokkenen worden niet geheel weggenomen, omdat een transport in deze regio uiteraard niet zonder gevaren is. De problematiek ten aanzien van de internationale betrekkingen blijft bestaan. Het aangaan van formele relaties met niet-erkende, separatistische groeperingen en/of entiteiten brengt risico’s met zich mee in de relaties met landen in de regio. Tenslotte laat het Amerikaanse aanbod onverlet dat het terughalen van Nederlandse uitreizigers bijvoorbeeld directe gevolgen kan hebben voor de nationale veiligheid van Nederland en die van andere Schengenlanden.
Wat is uw reactie op het aanbod van de Amerikanen? Bent u bereid dit in overweging te nemen, daar dit aanbod onder andere de voorwaarde van het kabinet zou wegnemen om geen eigen mensen naar onveilig gebied te sturen bij het terughalen van Nederlandse Syriëgangers en/of Nederlandse vrouwen en kinderen?
Nederland heeft het aanbod niet aanvaard.
Om welke redenen zou het verzoek, met het oog op de voorwaarden die zijn gesteld voor het wel of niet terughalen van Nederlanders uit Syrië, afgewezen dan wel geaccepteerd worden?
Het Amerikaanse aanbod komt weliswaar tegemoet aan het bezwaar dat er Nederlandse ambtenaren naar onveilig gebied worden gestuurd, maar de overige in antwoord 7 geschetste risico’s blijven bestaan.
Hebben de Verenigde Staten dit aanbod tevens gedaan aan andere EU-landen waarvan onderdanen zich in Syrië bevinden? Zo ja, op welke wijze is door hen gereageerd?
Zoals reeds gememoreerd in antwoord op vraag twee, hebben de VS aan alle landen met foreign terrorist fighters in detentiekampen in Noordoost Syrië, waaronder enkele EU-landen, het aanbod gedaan om uitreizigers naar de landen van herkomst te repatriëren. Italië is het enige EU-land waarvan bekend is dat het met ondersteuning van de VS een Italiaanse uitreiziger heeft gerepatrieerd.
Op welke wijze zijn vorig jaar de ruim honderd Kosovaren uit Syrië teruggehaald naar Kosovo? Welke rol hebben de Amerikanen bij deze missie precies gespeeld?
Op 20 april jl. zijn na zeven maanden intensief contact tussen VS en de Kosovaarse overheid, 110 Kosovaarse ISIS-strijders en hun families onder begeleiding van Amerikaanse en Kosovaarse autoriteiten in een Amerikaans vliegtuig naar het vliegveld van Pristina overgebracht.
In hoeverre zou met hulp van de Amerikanen eenzelfde soort missie op touw kunnen worden gezet als de recente Franse missie waarbij twee Nederlandse weeskinderen zijn teruggehaald?
Zoals aangegeven in de brief aan uw Kamer d.d. 10 juni jl. (Kamerstuk 2019D24026) vormde het terughalen van de twee Nederlandse weeskinderen een unieke situatie conform de kaders ten aanzien van (achtergebleven) kinderen van overleden uitreizigers, zoals eerder gemeld aan uw Kamer op 21 februari 2019 (Kamerstuk TK 29 754, nr. 492).
Hoe vaak hebben de Amerikanen het kabinet inmiddels formeel dan wel informeel verzocht om de eigen onderdanen uit Koerdische kampen in Syrië terug te halen? Wat was per verzoek de reactie van het kabinet hierop?
De VS zijn van mening dat foreign terrorist fighters in detentie in Noordoost Syrië door de landen van herkomst moeten worden gerepatrieerd. Daartoe roept de VS zowel bilateraal, publiekelijk als in relevante fora, waaronder bijvoorbeeld de Anti-ISIS Coalitie, herhaaldelijk op. Nederland draagt in reactie daarop het staande kabinetsbeleid terzake uit.
Kunt u deze vragen voor 3 september 2019 beantwoorden?
De vragen zijn zo spoedig mogelijk beantwoord.
Een vluchtelingenkamp in het noorden van Irak |
|
Sadet Karabulut (SP) |
|
Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD) |
|
|
|
|
Bent u bekend met de oproep van inwoners van vluchtelingenkamp Mahmur in het noorden van Irak, namelijk dat zij zijn aangevallen door Turkije en lokale Iraakse autoriteiten een blokkade hebben ingesteld, waardoor inwoners het kamp niet kunnen verlaten en voedsel niet naar binnen kan?1 Welke feiten zijn u bekend over het geweld tegen en de humanitaire situatie in het vluchtelingenkamp?
Het Turkse Ministerie van Defensie heeft verklaard luchtaanvallen te hebben uitgevoerd op de regio Karaçok, als reactie op de moord op een Turkse diplomaat in Erbil, enkele dagen daarvoor. In deze regio is ook het kamp Makhmur gelegen, dat grotendeels onder controle van de bewoners zelf staat. Koerdische bronnen geven aan dat ook dit kamp is aangevallen. Dit is door de Turkse autoriteiten niet bevestigd. Vanaf 17 juli j. zijn door de lokale autoriteiten bewegingsrestricties opgelegd aan de bewoners van het Makhmur-kamp. De restricties zouden vanwege veiligheidsoverwegingen gelden ten aanzien van toegang tot de provincie Erbil (onderdeel van de Koerdische Regio van Irak (KRI)). De bewoners van kamp Makhmur behouden evenwel de mogelijkheid om het kamp te verlaten en kunnen zich bewegen binnen de provincie Ninewa, waar zij toegang hebben tot bijvoorbeeld lokale markten. Tevens hebben zij, via de provincie Kirkoek, toegang tot de provincie Sulaimaniya (onderdeel van de KRI). Urgente medische gevallen worden wel toegelaten tot de provincie Erbil.
Kunt u bevestigen dat Turkije een aanval heeft uitgevoerd op vluchtelingenkamp Mahmur? Zo ja, wat is uw oordeel? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 1.
Veroordeelt u Turkse aanvallen op dit vluchtelingenkamp? Zo nee, waarom niet?
Turkije dient met zijn militaire optreden in de regio conform het internationaal recht te handelen en de beginselen van noodzakelijkheid en proportionaliteit in acht te nemen. Verdere onrust in een al zeer complexe en fragiele regio moet zoveel als mogelijk worden vermeden. Het kabinet maakt zich zorgen over de gevolgen van de Turkse acties voor de burgerbevolking en roept Turkije voortdurend op om hier aandacht aan te besteden, onder andere tijdens de bilaterale Wittenburg-conferentie afgelopen voorjaar.
Acht u dergelijke aanvallen, waar Irak geen toestemming voor geeft, illegaal? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 3.
Wat vindt u van het optreden van de lokale Iraakse autoriteiten richting het vluchtelingenkamp? Is dit proportioneel? Zo ja, waarom?
Zie het antwoord op vragen 1 en 2. Er zijn veiligheidsrestricties ten aanzien van de provincie Erbil maar de bewoners van het kamp kunnen zich grotendeels vrij bewegen en voor medische noodgevallen is de provincie Erbil bereikbaar.
Worden volgens u in kamp Mahmur onder de huidige omstandigheden de rechten van vluchtelingen gewaarborgd conform het VN-vluchtelingenverdrag? Zo ja, hoe verhoudt dat zich tot de indringende roep om hulp van de bewoners? Zo nee, bent u bereid hierover in gesprek te gaan met de relevante autoriteiten?
Het kamp wordt grotendeels beheerd door de bewoners en staat niet onder beheer van de VN of andere onafhankelijke hulpverleners. Het kabinet beschikt over onvoldoende informatie op basis waarvan de omstandigheden in kamp Makhmur wel of niet gekwalificeerd kunnen worden als zijnde in strijd met het VN-vluchtelingenverdrag. In algemene zin spreekt het kabinet met de Iraakse autoriteiten over het belang van het bieden van adequate bescherming voor vluchtelingen, zoals vastgesteld in het VN-vluchtelingenverdrag.
Het bericht dat stelende asielzoekers in Ter Apel de gedupeerde ondernemers uit eigen zak gaan compenseren |
|
Sietse Fritsma (PVV), Geert Wilders (PVV), Emiel van Dijk (PVV) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
|
|
|
Bent u bekend met bovenstaand bericht?1
Ja.
Vindt u het acceptabel dat stelende asielzoekers (of ze nu uit veilige landen komen of niet) hier met Nederlands belastinggeld in de watten worden gelegd?
Nee. Overlastgevend en/of crimineel gedrag van asielzoekers wordt niet getolereerd. Er is een breed palet aan (bestuursrechtelijke en strafrechtelijke) maatregelen ingezet voor de aanpak van de groep asielzoekers die zich misdraagt. Voor een uiteenzetting van deze maatregelen verwijs ik u naar de brieven die mijn voorganger en ik in dit kader eerder aan uw Kamer hebben gezonden2.
Vindt u het normaal dat in het geval een asielzoeker steelt een boete wordt ingehouden van «zijn» leefgeld in plaats van hem het land uit te mieteren?
Ja. Ten aanzien van personen die in aanmerking komen voor een asielvergunning in Nederland geldt dat daarmee is vastgesteld dat zij zelf bescherming van de Nederlandse overheid nodig hebben. Het is duidelijk dat de vreemdelingrechtelijke maatregelen die worden genomen omdat de vreemdeling een strafbaar feit heeft gepleegd, in verhouding moeten staan tot het risico dat de vreemdeling loopt bij terugkeer. Daarom is in de Europese regelgeving opgenomen wanneer een asielvergunning kan worden ingetrokken. Als betrokkene moet worden aangemerkt als verdragsvluchteling, moet er sprake zijn van een «bijzonder ernstig misdrijf» alvorens de vergunning kan worden geweigerd of ingetrokken. Hiervan is in het huidige beleid sprake als de rechter een onvoorwaardelijke en onherroepelijke gevangenisstraf van 10 maanden heeft opgelegd. Als de vreemdeling in aanmerking komt voor subsidiaire bescherming, moet sprake zijn van een «ernstig misdrijf».Hiervoor is in ons beleid een grens gesteld van zes maanden gevangenisstraf. Het vorige kabinet heeft het beleid op dit punt tweemaal aangescherpt. Uw Kamer is daarover geïnformeerd bij brieven van 25 november 20153en 25 mei 20164.
Deelt u de mening dat dit leefgeld niet van de asielzoeker is, maar van de Nederlandse belastingbetaler en dat ons belastinggeld nu dus misbruikt wordt om de boetes van deze parasiterende criminelen te betalen?
Een asielzoeker die een overtreding/misdrijf begaat, moet worden aangepakt en is zelf verantwoordelijk is voor het betalen van de door hem aangerichte schade. Om die reden wordt er een pilot gestart in Ter Apel, die als doel heeft dat een asielzoeker die een winkeldiefstal heeft gepleegd de indirecte financiële schade voor de winkelier die gepaard ging met de diefstal vaker zelf betaalt. Met deze pilot wordt getracht de verhaalkans van deze schade te verhogen door kortere lijnen tussen de Service Organisatie Directe Aansprakelijkstelling (SODA) en het COA, zodat de SODA sneller een vorderingen kan uitzetten bij de daders. Uitgangspunt daarbij is dat de asielzoeker de vordering uit eigen financiële middelen betaalt. Een asielzoeker heeft, afhankelijk van de fase van zijn asielprocedure en financiële situatie, recht op leefgeld. Indien de dader geen andere middelen heeft, moet het slachtoffer daarvan niet de dupe worden. Ik sta dan ook achter het idee dat de dader het wekelijks door COA verstrekte leefgeld kan aanwenden om de SODA vordering te betalen.
Worden deze boetes, die u stelt te gaan inhouden, direct aan de ondernemer overgemaakt ter compensatie? Betekent dit dat er geen boetes in de strafrechtelijke zin worden uitgeschreven die normaliter aan het Centraal Justitieel Incassobureau zouden moeten worden betaald?
Criminele gedragingen, zoals winkeldiefstal, worden primair aangepakt via het strafrecht. De strafrechtelijke vervolging met daaraan eventueel verbonden executie van de opgelegde straf staat los van de SODA regeling. De financiële compensatie die wordt gevorderd door de SODA betreft indirecte civielrechtelijke schade. Het Centraal Justitieel Incassobureau kan (vervolgens) bij de dader dus nog steeds een door het OM of rechter opgelegde geldboete innen.
Betekent deze inhouding van het leefgeld de facto een vrijstelling van strafrechtelijke vervolging?
Zie antwoord vraag 5.
Wat vindt u van de uitspraken van sjapjanus en «ketenmarinier» Henk Wolthof dat 99% van de asielzoekers echte asielzoekers zijn en dat het dus maar een kleine groep is die het voor de rest verpest?2 Onderschrijft u deze cijfers?
Laat ik voorop stellen ik een dergelijke bejegening van de ketenmarinier door leden van uw Kamer volstrekt ongepast vind.
Het percentage asielzoekers dat overlast veroorzaakt, hangt af van de definitie die wordt gehanteerd. Overlast is een subjectief begrip, wat kwantificatie lastig maakt. Het genoemde percentage is overdrachtelijk bedoeld. De ketenmarinier heeft aangegeven dat het aantal overlastgevende asielzoekers in context moet worden gezien van het totaal aantal asielzoekers in Nederland en dat de groep overlastgevende asielzoekers niets te zoeken heeft in Nederland.
De zaken van overlastgevende asielzoekers worden al langere tijd door de IND met voorrang behandeld en de DT&V inzet is gericht op een zo spoedig mogelijk vertrek uit Nederland van overlastgevende vreemdelingen die niet in Nederland mogen blijven.
Deelt u de mening en onderschrijft u de feiten dat het hier echter om een grote groep overlastgevers gaat die hier de boel voor de Nederlandse bevolking verpest en zo snel mogelijk retour afzender dient te worden gestuurd? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 7.
Kunt u ons een overzicht verschaffen van alle diefstallen, bedreigingen, vernielingen, aanrandingen, verkrachtingen, pogingen tot moord en kindermisbruik gepleegd door asielzoekers in en rond Ter Apel en alle overige asielzoekerscentra in Nederland? Gelieve niet onder de categorie «overig» plaatsen, maar uitgesplitst per locatie en overtreding/strafbaar feit.
Zoals in mijn brief van 1 juli 20196 geduid, ben ik van mening dat openheid en transparantie essentieel zijn voor het maatschappelijk draagvlak voor het asielbeleid. Mede daarom vind ik het van belang dat incidenten rond asielzoekers zo duidelijk mogelijk in beeld worden gebracht en dat uw Kamer daarover adequaat wordt geïnformeerd. De landelijke cijfers zijn bekendgemaakt in de RVK 2018. Zoals aangegeven in de brief van 14 mei 20197 is ervoor gekozen om de politie- en OM-cijfers in de RVK 2018 niet te beperken tot registraties op- en rond COA-locaties, maar om een landelijk overzicht te geven. De achterliggende reden is om een beter en actueler beeld te schetsen met betrekking tot de omvang en reikwijdte van incidenten waarbij asielzoekers in beeld zijn gekomen. Bij de brief van 16 mei 20198 is een overzicht verschaft van alle geregistreerde incidenten die onder de noemer «overig» zijn opgenomen in de RVK 2018. Ik beraad mij op de wijze waarop een volgend incidentoverzicht zal worden vormgegeven.
Kunt u deze vragen voor uw werkbezoek aan ter Apel op maandag 26 augustus 2019 beantwoorden? Zo nee, waarom niet?
Op 26 augustus 2019 hebben een aantal leden van uw Kamer een werkbezoek aan Ter Apel afgelegd. Hier was ik niet bij aanwezig. Wel heb ik op 10 juli 2019 een werkbezoek aan Ter Apel afgelegd.
Een ontsnapte vreemdeling uit detentiecentrum Rotterdam |
|
Sietse Fritsma (PVV), Geert Wilders (PVV), Emiel van Dijk (PVV) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
|
|
|
Kent u het bericht «Vreemdeling ontsnapt uit detentiecentrum Rotterdam»?1
Ja
Hoe is het mogelijk dat deze vreemdeling heeft kunnen ontsnappen uit detentiecentrum Rotterdam? Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat dit nooit meer gebeurt?
Zoals u bekend ga ik niet in op individuele zaken. Het bureau Veiligheid en Integriteit van de Dienst Justitiële Inrichtingen heeft de opdracht gekregen te onderzoeken hoe de ontvluchting plaats heeft kunnen vinden en hoe een herhaling kan worden voorkomen.
Wat is de nationaliteit van de vreemdeling en heeft de vreemdeling criminele antecedenten? Zo ja, wat heeft hij allemaal op zijn kerfstok?
Op de individuele gegevens van de vreemdeling kan ik in deze beantwoording niet nader ingaan.
Is de vreemdeling inmiddels in de kraag gevat en op het vliegtuig naar het land van herkomst gezet?
Nee. Betrokkene staat gesignaleerd in het opsporingsregister.
Zijn er de afgelopen tien jaar vaker vreemdelingen uit detentie ontsnapt? Zo ja, hoe vaak en wat is er toen gedaan (opgepakt, teruggestuurd of illegaliteit in verdwenen)?
Hieronder treft u een tabel aan met het aantal ontvluchtingen en overige onttrekkingen* over de periode 2009 tot en met 26 juli 2019. Sinds 2011 worden vreemdelingen na ontvluchting of onttrekking direct gesignaleerd als op te sporen en aan te houden persoon. Uit de onderstaande tabel blijkt dat er in de afgelopen ruim 10 jaar in totaal sprake was van 8 ontvluchtingen en 23 overige onttrekkingen. In de afgelopen 5 jaar was er sprake van 3 onttrekkingen en 1 ontvluchting (de onderhavige casus). Uit registraties in de migratieketen komt naar voren dat ongeveer een derde van de vreemdelingen die zich aan bewaring had onttrokken dan wel ontvlucht was, terugkeerde in bewaring of strafrechtelijke detentie. Voor de overige 20 vreemdelingen geldt dat 3 vreemdelingen alsnog op een andere wijze in het zicht van de overheid zijn gekomen.
* Vreemdelingen in bewaring mogen niet onbegeleid buiten de inrichting verblijven. De onttrekkingen betreffen derhalve onttrekkingen tijdens vervoer of onttrekkingen tijdens begeleid verblijf buiten de inrichting, bijv. bij een presentatie aan de ambassade, een bezoek aan een aanmeldcentrum of aan een ziekenhuis.
Het aantal allochtonen in Nederland |
|
Geert Wilders (PVV), Sietse Fritsma (PVV), Emiel van Dijk (PVV) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (D66) |
|
|
|
|
Hoeveel niet westerse allochtonen bevinden zich thans in Nederland?
In Nederland bevinden zich, volgens de laatste cijfers (1 januari 2019) van het CBS, 2.311.867 personen met een niet-westerse migratieachtergrond. Dit betreft 13,4 procent van de Nederlandse bevolking. Volgens het CBS heeft een Nederlander1 een (niet-westerse of westerse) migratieachtergrond indien ten minste één van de ouders in het buitenland is geboren. De categorie met migratieachtergrond bevat dus zowel de eerste als de (in Nederland geboren) tweede generatie.
Wat is dit aantal als hierbij, in tegenstelling tot de huidige definitie, ook de derde en vierde generatie worden meegerekend? Bent u bereid dit aantal te schatten en nader te onderzoeken in geval de thans beschikbare gegevens geen exact beeld kunnen geven? Zo nee, waarom niet?
Voor statistische doeleinden wordt in Nederland een onderscheid gemaakt tussen personen zonder migratieachtergrond en personen met migratieachtergrond. De groep met migratieachtergrond is zelf geboren in een land buiten Nederland, of heeft minstens één ouder die buiten Nederland geboren is. Bij personen die zelf geboren zijn in Nederland en van wie de ouders dat ook zijn, is dus geen sprake van een migratieachtergrond.
Het CBS heeft in het Jaarrapport 2018 voor de bevolking tot 50 jaar berekend hoeveel personen er zijn die minstens één grootouder hebben die in de statistische categorie «persoon met een niet-westerse migratieachtergrond» valt. Het gaat op 1 januari 2018 om ongeveer 145.000 personen2; dat is 1,9 procent van de bevolking zonder migratieachtergrond. Van de 145.000 personen zijn 135.000 personen onder de 25 jaar3. Het CBS is niet in staat om voor de huidige bevolking ouder dan 50 jaar data te genereren over de herkomst van hun ouders, omdat de herkomst van de grootouders te vaak onbekend is. Ik zie verder ook geen beleidsmatige reden om schattingen te maken van hoeveel personen minstens één van de vier grootouders, of zelfs één van de acht overgrootouders, afkomstig is uit een buitenland.
Bent u bereid de registratie met betrekking tot mensen met een dubbele / meervoudige nationaliteit weer in te voeren omdat het van groot belang is te weten hoeveel Nederlanders zich nog aan een wetstelsel van een ander land moeten houden dat kan conflicteren met de Nederlandse regels? Zo nee, waarom niet?
Met de komst van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP) in 2014 is het bijhouden van gegevens over de vreemde nationaliteit van een persoon die ook Nederlander is, in de bevolkingsregistratie beëindigd. Zowel in de schriftelijke voorbereiding als bij de plenaire behandeling van het daarop betrekking hebbende wetsvoorstel in de Tweede Kamer is uitvoerig ingegaan op de argumenten voor deze wijziging. Wat betreft de mogelijke gevolgen was de conclusie dat het ontbreken van informatie over de vreemde nationaliteit van een ingeschrevene die tevens Nederlander is, als zodanig geen belemmering vormt voor de uitvoering van overheidstaken door de instanties die daarmee zijn belast. Tot nu toe zijn er geen signalen ontvangen dat deze situatie is gewijzigd.
Deelt u de mening dat geen goed beeld van demografie, integratie, islamisering en dergelijke gegeven kan worden als u grote groepen mensen met bijvoorbeeld de Turkse en Marokkaanse nationaliteit buiten beeld houdt en zelfs aanduidt als autochtoon of, nu u dat woord niet meer wilt gebruiken teneinde problemen te verdoezelen, als mensen zonder migratieachtergrond? Zo nee, waarom niet?
Nee, diversiteit en verscheidenheid naar herkomst is voor veel Nederlanders een feit. Onder andere de kernindicatoren integratie van het CBS geven een goed beeld van de ontwikkeling van diversiteit en verscheidenheid naar herkomst in Nederland.
Een nieuw Europees migratieplan over bootmigranten |
|
Geert Wilders (PVV), Sietse Fritsma (PVV), Emiel van Dijk (PVV) |
|
Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
|
|
|
Klopt het, dat veertien lidstaten inmiddels akkoord zijn gegaan met het plan uit de koker van Frankrijk en Duitsland om door ngo's opgehaalde migranten te verdelen over de lidstaten van de EU?1 Zo ja, welke landen zijn dit?
Kortheidshalve verwijs ik u naar de aanbiedingsbrief bij het verslag van de informele JBZ-Raad van 18-19 juli jl.2 Zoals toegelicht in dit verslag, blijkt het aantal lidstaten dat daadwerkelijk overweegt deel te nemen aan het voorgestelde mechanisme beperkt.
Herinnert u zich de belofte aan de Kamer dat nooit meer migranten over worden genomen van schepen als de «Seawatch» en kunt u toezeggen dat u deze belofte absoluut gestand doet nadat die eerder helaas al eens is gebroken? Zo nee, hoe serieus kunnen zij het kabinet dan nog nemen?
Kortheidshalve verwijs ik uw Kamer naar de brief van 14 januari jl. Daarin wordt niet gesteld dat het kabinet nooit meer migranten over zal nemen van schepen als de Sea Watch-3. Het kabinet benadrukt dat Nederland in principe niet meer zal deelnemen aan ad hoc oplossingen. Het kabinet onderschrijft in die brief het belang van een structurele oplossing voor het ontschepingsvraagstuk en benoemt daarin de voorwaarden waaraan een dergelijke oplossing wat het kabinet betreft aan moet voldoen. Ook worden de voorwaarden genoemd om voor het kabinet eventueel deel te nemen aan de herverdeling van drenkelingen. In de afgelopen periode is Nederland meermaals verzocht deel te nemen aan ad hoc oplossingen. Deze zijn afgewezen met verwijzing naar het standpunt van het kabinet.
Deelt u de mening dat ngo's die migranten ophalen en naar Europa brengen, in plaats van naar Noord- Afrika terug te brengen, een schakel vormen in de laakbare mensensmokkel en daarmee het probleem van illegale migratie in stand houden? Zo nee, waarom niet? Wat doet u om deze criminele organisaties aan te pakken?
Kortheidshalve verwijs ik naar het meest recente debat met uw Kamer over dit onderwerp, het Algemeen Overleg (AO) Asiel -en Vreemdelingenbeleid van 4 juli jl. Ik heb toen herhaald dat het kabinet de internationale verplichtingen om mensenlevens op zee te redden onderschrijft. Tevens heb ik aangegeven dat dergelijke operaties niet onbedoeld moeten bijdragen aan het in stand houden van de criminele activiteiten van mensensmokkelaars die mensenlevens op het spel zetten. Zoals toegelicht in het verslag van de informele JBZ-Raad van 18-19 juli jl., heb ik – conform mijn toezegging tijdens het AO Asiel- en Vreemdelingenbeleid van 4 juli jl. – tijdens de iJBZ-Raad aandacht gevraagd voor de situatie op de Middellandse Zee en specifiek de reddingen op zee. Ik heb de Europese Commissie (EC) verzocht een analyse uit te voeren ten aanzien van het juridische kader rond het redden van menslevens op zee en het onbedoeld faciliteren van mensensmokkel. De EC heeft gemeld een dergelijk onderzoek op dit moment niet opportuun te vinden. De internationale plicht om mensenlevens op zee te redden is en blijft wat de EC betreft, net als voor Nederland, het uitgangspunt. Conform internationale richtlijnen is het aan de kapitein om ter plekke te oordelen of er sprake is van een noodsituatie. Daarbij geldt wel dat de kapitein de instructies dient op te volgen van de coördinerende autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het gebied waarin de reddingsoperatie plaatsvindt.
Erkent u dat Italië er met gezond verstandsbeleid, te weten het niet meer binnenhalen van schepen met illegale migranten, in is geslaagd het probleem van mensensmokkel aan te pakken en dat het daarom gekkenwerk is precies het omgekeerde te doen zoals het EU-plan beoogt? Zo nee, waarom niet?
Achtereenvolgende Italiaanse regeringen hebben zich, in nauwe samenwerking met de EU, ingespannen om het business model van mensensmokkelaars te doorbreken en aldus het aantal overtochten van migranten naar de EU te verminderen. De Commissie rapporteert dat in 2018 het totale aantal aankomsten met 80% was gedaald ten opzichte van 2017, en dat deze trend zich voortzet in 2019. Deze resultaten sterken het kabinet in het voornemen om de huidige inspanningen ter bestrijding van mensensmokkel in EU-verband voort te zetten en de samenwerking met partners in de EU en daarbuiten te versterken. Tegelijkertijd laat dit het uitgangspunt van het kabinet onverlet, dat het een internationale plicht is om mensen in nood op zee te redden en een veilige haven voor hen te vinden.
Hoe gaat u voorkomen dat dit EU-plan realiteit wordt, waardoor ook Nederland weer een stroom nepvluchtelingen kan verwachten, die door de open grenzen ook vanuit andere Europese landen probleemloos binnen kunnen komen? Kunt u toezeggen nooit aan deze plannen te zullen deelnemen?
Kortheidshalve verwijs ik u naar de aanbiedingsbrief bij het verslag van de informele JBZ-Raad van 18-19 juli jl. als ook de brief van 14 januari jl. waarin de door het kabinet gewenste elementen worden toegelicht voor een structurele oplossing voor dit vraagstuk.3
Deelt u de mening dat Nederland al meer dan genoeg (nep-)vluchtelingen en migranten heeft opgevangen en dat we hen juist terug moeten sturen in plaats van bootladingen nieuwe kansloze migranten binnen te halen? Zo ja, bent u bereid een totale asielstop in te stellen? Zo nee, waarom niet?
Ten aanzien van de door u voorgestelde asielstop, verwijs ik u ook naar de eerdere beantwoording van vergelijkbare verzoeken of oproepen. Het kabinet hecht aan een zorgvuldig asielbeleid dat bescherming biedt aan degenen die dat nodig hebben. Wat u voorstelt zou in strijd zijn met de internationale en verdragsrechtelijke verplichting tot het in behandeling nemen van een asielaanvraag. Het kabinet treft gerichte maatregelen als wordt geconstateerd dat oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van het asielrecht door personen die evident geen bescherming nodig hebben. Voor hen, als ook voor andere vreemdelingen die illegaal in Nederland verblijven is terugkeer aan de orde. Het kabinet spant zich er voor in, zowel bilateraal als in Europees verband, dat de medewerking van landen van herkomst aan terugkeer wordt verzekerd.
Het bericht ‘Nederland nog niet akkoord met migrantendeal’ |
|
Jasper van Dijk (SP) |
|
Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA), Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD) |
|
|
|
|
Wat is uw oordeel over het bericht «Nederland nog niet akkoord met migrantendeal»?1
Klopt het dat het voorstel van Frankrijk en Duitsland behelst dat migranten die aankomen in Europa zo snel mogelijk beoordeeld worden en vervolgens verdeeld worden over de lidstaten?
Klopt het dat Nederland niet akkoord is gegaan met dit voorstel? Zo ja, waarom niet?
Wat bedoelt u in dit verband met de opmerking dat de opname van vluchtelingen «niet disproportioneel» mag zijn?
Klopt het tevens dat u als voorwaarde heeft gesteld dat de identificatie aan de buitengrens wordt gedaan? Bedoelt u met identificatie de asielprocedure? Zo nee, wat dan wel?
Ziet u dit voorstel als een oplossing voor het probleem van reddingsschepen die langdurig niet worden toegelaten tot Europese havens? Zo nee, welke oplossing ziet u dan voor dit humanitaire drama?
Klopt het voorts dat Italië en Malta als alternatief hebben voorgesteld om een opvangvoorziening in de regio in te richten?2 Hoe werd binnen de EU over dit voorstel geoordeeld? Is hiervoor een meerderheid?
Dat klopt. Hier is geen meerderheid voor in de EU. Zoals vaker met uw Kamer gewisseld is externalisering van Europese asielprocedures geen reële oplossing. In plaats daarvan zet het kabinet in op onder andere betere opvang en bescherming in derde landen, zodat vluchtelingen en ontheemden dicht bij huis bescherming en kansen worden geboden en de noodzaak om verder te migreren wordt weggenomen.
Bent u bereid te bemiddelen tussen Frankrijk en Duitsland en tussen Italië en Malta teneinde een overeenkomst te sluiten waarin wordt voorzien in opvangvoorzieningen voor vluchtelingen in de regio waar UNHCR en IOM hun medewerking aan kunnen verlenen en in de ontscheping van migranten aan de buitengrenzen van Europa waarbij erkende vluchtelingen eerlijk over de lidstaten verdeeld worden?
Sociale ontwrichting als gevolg van arbeidsmigratie |
|
Jasper van Dijk (SP) |
|
Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (D66) |
|
|
|
|
Wat is uw oordeel over het drieluik: «Overvolle huizen en toeterende busjes»?1
Arbeidsmigranten leveren een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse economie. Het kabinet pakt misstanden bij arbeidsmigranten aan en bevordert goede arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden voor arbeidsmigranten en goed werkgeverschap bij bedrijven. Het is belangrijk dat arbeidsmigranten goed worden gehuisvest en fatsoenlijk worden behandeld, zonder dat dit overlast oplevert voor de buurt.
Deelt u de mening dat de sociale ontwrichting als gevolg van arbeidsmigratie (lage lonen, hoge huren, uitbuiting, slechte huisvesting) onevenredig wordt afgewenteld op Haagse woonwijken, zoals die rond het Kaapseplein? Kunt u dit nader toelichten?
Ik herken dat de gevolgen zich voordoen in stedelijke wijken, maar dit speelt evengoed in gemeenten met een meer plattelandskarakter waardoor ik geen specifiek beeld over evenredigheid heb. Misstanden als onderbetaling, slechte huisvestingsomstandigheden en in sommige gevallen zelfs uitbuiting, zouden in Nederland geen plaats moeten hebben zoals ik ook heb aangegeven in mijn brief van 21 juni. jl. Ik werk daarom samen met de Minister en Staatssecretaris van BZK, de Staatssecretaris van EZK en de Staatssecretaris van SZW aan de uitwerking van de aanpak van misstanden bij EU-arbeidsmigranten.
Deelt u de mening dat de aanwezigheid van arbeidsmigranten in dergelijke woonwijken een wissel trekt op Haagse overheidsinstanties zoals de reiniging, bewaking en de Pandbrigade? Kunt u dit nader toelichten?
In algemene zin geldt dat als zich meer mensen in Nederland vestigen, of dit nu in een stad of op het platteland is, het beroep op overheidsinstanties of de druk op voorzieningen ook toeneemt.
Het is aan gemeenten, werkgevers en huisvesters om gezamenlijk afspraken te maken over voldoende en kwalitatieve huisvesting zonder dat dit leidt tot overlast of sociale ontwrichting. Een voorbeeld van een initiatief van een gemeente om de leefbaarheid en veiligheid in de wijken te verbeteren is de door u genoemde Pandbrigade in Den Haag. Uiteraard zou het ideaal zijn als een dergelijke brigade niet zou hoeven te bestaan, maar er wordt geen wissel getrokken op de Pandbrigade. Het is immers de reden waarom zij bestaan.
Deelt u de mening dat wanneer overheidsinstanties overbelast raken dit de ruimte biedt om door te gaan met wanpraktijken als huisjesmelken en/of uitbuiting van dagloners? Kunt u dit nader toelichten?
In algemene zin herken ik dat we moeten waken voor mechanismes en verdienmodellen waarbij de voordelen privaat zijn en de nadelen op het collectief worden afgewenteld.
Het tegengaan van dergelijke mechanismes verdient aandacht en kan zeker niet aan de achterkant via handhaving worden voorkomen of opgelost. Daarom is bijvoorbeeld met het traject Goed Verhuurderschap gestart. Ook wordt bezien of gemeenten en de Stichting Normering Flexwonen en de Inspectie SZW nog meer aan de voorkant problemen kunnen voorkomen. Dit laat onverlet dat handhaving onontbeerlijk is en dat het belangrijk is dat er voldoende handhaving plaatsvindt door zowel lokale overheden als landelijke diensten. Om die reden heeft het kabinet een aanzienlijke versterking van de inspectie SZW in gang gezet.
Ziet u de mogelijkheid om kosten die gemaakt worden door overheidsdiensten als gevolg van de hoge concentratie arbeidsmigranten te verhalen op de veroorzakers ervan, i.c. de verhuurders/werkgevers? Kunt u dit nader toelichten?
Arbeidsmigranten leveren een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse economie.
Ik deel de mening niet dat arbeidsmigranten voornamelijk een kostenpost zouden zijn. Het vrij verkeer van werknemers binnen de EU draagt bij aan onze welvaart en de bijdrage van arbeidsmigranten is essentieel voor de continuïteit in bepaalde sectoren. Misstanden moeten uiteraard worden aangepakt, maar dit betekent niet dat arbeidsmigratie altijd een last is of een probleem vormt.
Acht u het wenselijk dat de in het artikel genoemde arbeidsmigranten als dagloner worden geëxploiteerd? Deelt u de mening dat dit een uitwas van doorgeslagen flex is? Zo nee, waarom niet?
Uit het artikel kan ik niet opmaken dat er sprake is van arbeidsuitbuiting of doorgeslagen flex bij de genoemde arbeidsmigranten. Er worden verschillende misstanden aangekaart, voornamelijk op het gebied van huisvesting en leefbaarheid van de buurt, met verschillende oorzaken. In het actieplan van het kabinet, worden de verschillende misstanden integraal aangepakt en wordt er goed naar de verschillende oorzaken gekeken die de problemen veroorzaken, zodat de acties goed passen bij de aanpak van de problematiek.
Aangezien het overgrote deel van de in het artikel genoemde werknemers niet bestaat bij de officiële instanties, welke stappen onderneemt u om deze mensen te laten registreren?
Voor EU-arbeidsmigranten die korter dan vier maanden (in zes maanden) in Nederland (denken te) verblijven, is er geen verplichting zich te laten registreren in de Basisregistratie Personen (BRP). Zoals in de brief van 21 juni over de aanpak van misstanden EU-migranten is beschreven, leidt het niet registreren tot knelpunten. Om meer zicht te krijgen op waar arbeidsmigranten in Nederland verblijven heeft een aantal jaren een pilot gelopen bij gemeenten met het registreren van het eerste verblijfsadres (pilot REVA, Registratie Eerste Verblijfsadres). Deze pilot is geëvalueerd waarbij bleek dat het eerste verblijfsadres onvoldoende betrouwbaar is. Vaak wordt een tijdelijk adres opgegeven en is de betreffende persoon daar al gauw weer vertrokken, of er wordt een algemeen adres opgegeven (bijvoorbeeld van een werkgever).
Het kabinet onderzoekt de mogelijkheden om te bevorderen dat arbeidsmigranten zich tijdig als ingezetene registreren in de Basisregistratie Personen (BRP). Daarbij gaat het kabinet ook met werkgevers in gesprek over hun rol bij de registratie in de BRP.
Meer zicht op waar arbeidsmigranten verblijven is ook van belang om goed te kunnen reageren bij calamiteiten.
Deelt u de mening dat het onwenselijk is als arbeidsmigranten worden «afgeleverd» bij de daklozenopvang? Kunt u dit nader toelichten?
Ja, dat is zeer onwenselijk. Ook als werkgevers geen formele verplichting hebben om hun werknemers te helpen bij het vinden van huisvesting, ben ik wel van mening dat werkgevers – zeker wanneer mensen uit het buitenland aankomen – kunnen helpen bij het op voorhand zekerstellen dat (beoogd) werknemers worden voorzien in woonruimte dan wel de verantwoordelijkheid nemen hen te helpen bij het zoeken naar woonruimte.
Wanneer mensen in een zogeheten «matrassenwoning» worden ondergebracht en wanneer deze mensen niet geregistreerd staan, hoe denkt u bij een calamiteit zoals een uitslaande brand naar behoren te kunnen handelen?
Zie antwoord vraag 7.
Constaterende dat in deel twee van het drieluik woningen worden beschreven waar in vroegere tijden het bordje «onbewoonbaar verklaarde woning» aan de gevel werd opgehangen, gaat u gemeenten oproepen om pandeigenaren aan te schrijven met de verplichting om de woning(en) te renoveren? Kunt u dit nader toelichten?
Het is primair de verantwoordelijkheid van de eigenaar van een gebouw om ervoor te zorgen dat dit gebouw aan de eisen op grond van de Woningwet en het Bouwbesluit 2012 voldoet. De afweging of herstelmaatregelen voor een woning noodzakelijk zijn moet op lokaal niveau gemaakt worden, gemeenten kunnen handhaven op grond van eigen waarnemingen of handelen naar aanleiding van een handhavingsverzoek. Gemeenten hebben de bevoegdheden om pandeigenaren te verplichten om verbeteringen aan de woning uit te voeren. Wanneer de pandeigenaar de verbeteringen niet binnen de gestelde termijn uitvoeren kan het college van burgemeester en wethouders overgaan tot het opleggen van een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang.
Deelt u de mening dat de in deel drie gedane uitspraak: «De zelfregulering van de markt is mislukt», de spijker op zijn kop is? Zo nee, waarom niet?
Dergelijke generieke uitspraken wil ik zeker niet voor mijn rekening nemen. Overigens geldt onverkort, ook bij vormen van zelfregulering, dat bij het constateren van wetsovertreding, bestuursrechtelijke handhaving kan plaatsvinden.
Omdat steeds vaker het argument wordt gebruikt dat arbeidsmigranten nodig zijn «voor onze welvaart», deelt u de mening dat dit argument verwerpelijk is, omdat het impliceert dat «onze welvaart» gebaseerd is op uitbuiting van arbeidsmigranten?
Nee, ik deel deze mening niet. Arbeidsmigranten leveren een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse (kennis)economie, innovatieve slagkracht en concurrentiepositie en zijn essentieel voor de continuïteit in bepaalde sectoren.2 Er komen nog te vaak misstanden voor en die willen we ook als kabinet integraal aanpakken. Dit betekent echter niet dat alle arbeidsmigranten worden uitgebuit.
Wat is uw reactie op het artikel: «Controles in zes gemeenten leren huisvesting nog vaak niet op orde»? Hoe gaat u de controle op huisvesting verbeteren?2
Ik vind het goed dat dergelijke integrale controles worden uitgevoerd. Het zou uiteraard nog mooier zijn als deze niet nodig zijn. De controle van huisvesting is aan gemeenten. Zij kunnen bijvoorbeeld controleren op basis van het Bouwbesluit en op het bestemmingsplan. Wanneer sprake is van een SNF-keurmerk, worden er ook (reguliere) controles uitgevoerd door SNF.
Wat onderneemt u tegen sociale ontwrichting als gevolg van arbeidsmigratie?
De komst van grote groepen arbeidsmigranten in een wijk, kan voor spanningen zorgen in de buurt. Gemeenten kunnen in gesprek met huisvesters en werkgevers gezamenlijk bepalen welke plekken geschikt kunnen zijn voor de huisvesting van arbeidsmigranten en daarbij rekening houden met de sociale cohesie in de buurt.
Voor de uitvoering van de motie Segers en Jasper van Dijk ben ik gesprek met VNO NCW en MKB Nederland om werkgevers met veel arbeidsmigranten te stimuleren om zich aan te sluiten bij het Taalakkoord. Beheersing van de Nederlandse taal bevordert immers de integratie in de samenleving.