Kamervraag 2020Z01256

Het bericht ‘Vreemdelingenadvocaten: ‘Curaçao zet Venezolanen collectief uit’

Ingediend 27 januari 2020
Beantwoord 5 maart 2020 (na 38 dagen)
Indieners Antje Diertens (D66), Maarten Groothuizen (D66)
Beantwoord door Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Ank Bijleveld (minister defensie) (CDA), Raymond Knops (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen migratie en integratie organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z01256.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-1954.html
1. Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1106. …
2. Europees Comité voor de Preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing
  • Vraag 1
    Herinnert u zich uw antwoorden op de vragen 2,3 en 4?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Door wie wordt dit interview afgenomen? Hoe worden vreemdelingen van te voren geïnformeerd over het doel en het belang van dit interview? Kunnen vreemdelingen zich tijdens het interview laten bijstaan door een advocaat? Zo nee, waarom niet?

    Het Korps Politie Curaçao (KPC) neemt de betreffende gehoren af. De autoriteiten van Curaçao hebben mij laten weten dat het doel en belang van dit interview mondeling aan de vreemdeling (in diens voertaal) kenbaar wordt gemaakt. Het KPC maakt bij het afnemen van het gehoor gebruik van onderdelen uit de vragenformulieren waarmee eveneens in Caribisch Nederland wordt gewerkt. De autoriteiten van Curaçao hebben aangegeven dat vreemdelingen zich tijdens een gehoor kunnen laten bijstaan door een advocaat. Het is volgens de autoriteiten van Curaçao echter aan de vreemdeling zelf om een beroep te doen op rechtshulp. De autoriteiten van Curaçao hebben aangegeven dat in dit kader op het terrein van rechtshulp momenteel de samenwerking wordt gezocht met enkele lokale non-gouvernementele organisaties.

  • Vraag 3
    Herinnert u zich het antwoord op vraag 13?

    Ja.

  • Vraag 4
    Op welke wijze heeft Defensie geverifieerd of er sprake was van humane omstandigheden en of de opgevangen vreemdelingen toegang hadden tot juridische bijstand? Hoe zag deze verificatie eruit en wat waren de bevindingen? In hoeverre is hier onderscheid gemaakt tussen wat op papier is afgesproken (bijvoorbeeld dat vreemdelingen over het algemeen maximaal 14 dagen in de barakken verblijven) en hetgeen er gebeurt in de praktijk (namelijk dat sommige vreemdelingen meerdere maanden verblijven in de barakken)?

    Ik herhaal dat Defensie in onderhavige casus, onder het gezag van de regering van Curaçao, in een uitzonderlijke situatie militaire bijstand heeft geleverd in het kader van de handhaving van de openbare orde door te ondersteunen bij de bewaking en beveiliging van een tijdelijke opvanglocatie voor een groep vreemdelingen, in afwachting van hun uitzetting. De inzet van Defensie is er derhalve op gericht geweest om Curaçao te ondersteunen in het creëren van humane omstandigheden op een alternatieve locatie aangezien de reguliere locatie van vreemdelingenbewaring de maximale capaciteit had bereikt. Bij deze ondersteuning is door personeel van CZMCARIB en de Brigade KMar zowel voorafgaand als tijdens de bijstand altijd zicht geweest op de omstandigheden waarin de vreemdelingen terecht zouden komen. Bij meerdere vergaderingen met de lokale autoriteiten zijn de omstandigheden in de tijdelijke opvanglocatie besproken en is verzekerd dat er gescheiden toiletgroepen en douches waren, alsook ventilatie, voedsel, bewegingsvrijheid, bedden, medische zorg en juridische bijstand. Bij de diverse afstemmingsmomenten heeft het welzijn van de vreemdelingen immer voorop gestaan.

  • Vraag 5
    Vindt u de detentieomstandigheden in de vreemdelingenbarakken op Curaçao in overeenstemming met de standaards die zijn te verwachten in het Koninkrijk der Nederlanden? Zo ja, waarom? Zo nee, op welke punten niet en wat kunt u eraan doen om dit te verbeteren?

    Ik maak mij zorgen over de omstandigheden in de vreemdelingenbewaring op Curaçao. Aangezien het migratiebeleid een landsaangelegenheid betreft, is het echter aan Curaçao om deze omstandigheden te verbeteren. De Minister van Justitie van Curaçao heeft mij in december 2019 gemeld dat hij voornemens is de materiële en immateriële condities in de vreemdelingenbewaring zoveel mogelijk in lijn te brengen met de standaarden van het European Committee for Prevention of Torture (CPT), zoals uiteengezet in het factsheet Immigration Detention, uit 2017. Voorts gaf hij aan dat de uitvoering van een door Curaçao op te leveren project- en implementatieplan vreemdelingenbewaring, hieraan zal bijdragen.
    Gelet op de grote opgave waarvoor Curaçao zich geplaatst ziet, biedt Nederland, op verzoek van Curaçao, op basis van artikel 36 Statuut ondersteuning via het leveren van technische assistentie en het beschikbaar stellen van financiële middelen. Deze ondersteuning stelt de Nederlandse regering ook in staat de vorderingen van de Curaçaose autoriteiten te volgen. Het is mijn verwachting dat in de loop van 2020 in dit verband de nodige resultaten door Curaçao worden geboekt.

  • Vraag 6
    Vindt u het humaan om meerdere vreemdelingen gezamenlijk voor langere tijd (bijvoorbeeld 8 maanden) 23 uur per dag vast te houden in een zeer sobere slaapzaal met enkel wat stapelbedden? Zo ja, waarom? Zo nee, bent u bereid hier iets aan te doen en de autoriteiten van Curaçao hierop aan te spreken?

    Het is van belang dat vreemdelingen in Curaçao worden behandeld op een wijze die niet in strijd is met Curaçaose en internationale regelgeving. Dit betekent dat vreemdelingen niet langer verblijven in de vreemdelingenbewaring dan dat de regelgeving toelaat en dat hun rechten niet worden geschonden wanneer zij in vreemdelingenbewaring verkeren. Of in een concrete situatie conform bovengenoemde normen wordt gehandeld, is aan de autoriteiten en de rechterlijke macht van Curaçao om te beoordelen.
    Verder benadruk ik dat Nederland momenteel ondersteuning aan Curaçao biedt bij het verbeteren van de vreemdelingenketen. De assistentie die Nederland bijvoorbeeld momenteel aan Curaçao verleent is er mede op gericht om het proces van het afdoen van verzoeken om bescherming en het terugkeerproces te bevorderen. Daarnaast sprak ik op verzoek (kenmerk: 2020Z00291) van leden van de vaste commissie Koninkrijksrelaties uit de Tweede Kamer die begin januari 2020 deel uitmaakten van de Nederlandse delegatie bij het IPKO, met de Minister van Justitie van Curaçao over langdurig verblijf in de vreemdelingbewaring bij het SDKK. Hierover heb ik uw Kamer per brief geïnformeerd2.

  • Vraag 7
    Vindt u het humaan als vreemdelingen slechts één uur per dag worden gelucht in een gesloten kooi? Zo ja, waarom? Zo nee, bent u bereid hier iets aan te doen en de autoriteiten van Curaçao hierop aan te spreken?

    Ik onderstreep het belang dat Curaçao diens verplichtingen nakomt, daar waar het de omstandigheden in de vreemdelingenbewaring betreft. Ik acht het daarbij onwenselijk dat vreemdelingen in bewaring binnen het Koninkrijk zonder zinvolle dagbesteding (c.q. aanbod van activiteiten) in vreemdelingenbewaring verkeren.
    De Curaçaose autoriteiten geven verder aan dat mannelijke vreemdelingen wegens redenen van interne veiligheid maximaal twee uren per dag worden gelucht. De betreffende autoriteiten hebben mij verzekerd dat na de geplande verbouwing van de faciliteiten respectievelijk een regulier verblijfsregime en een beheersregime zullen worden gehanteerd, hetgeen er aan moet bijdragen dat de vreemdelingen meer vrijelijk binnen de vreemdelingenbewaring kunnen bewegen. De Curaçaose autoriteiten hebben mij verder gemeld dat de cellen in vreemdelingenbewaring bij het SDKK de hele dag open staan en dat men over een recreatieruimte met fitnessmogelijkheden beschikt.
    In het kader van de ondersteuning die Nederland, op basis van artikel 36 van het Statuut, levert, heb ik er eind 2019 bij de autoriteiten van Curaçao onder andere op aangedrongen dat zij maatregelen ontwikkelen ter bevordering van een zinvolle dagbesteding voor vreemdelingen in bewaring (bijvoorbeeld door middel van de invoering van dagprogramma’s). De regering van Curaçao is momenteel aan zet om de betreffende maatregelen binnen afzienbare tijd te ontwikkelen en deze vervolgens door te voeren. De Dienst Justitiële Inrichtingen levert hierbij assistentie.

  • Vraag 8
    Vindt u de sanitaire voorzieningen humaan wanneer vreemdelingen voetschimmel en schurft van de douche krijgen omdat deze zo weinig wordt schoongemaakt? Vindt u de sanitaire voorzieningen humaan als de wc-pot van de muur is gesloopt en de vloer is bevuild? Zo ja, waarom? Zo nee, bent u bereid hier iets aan te doen en de autoriteiten van Curaçao hierop aan te spreken?

    Curaçao is verantwoordelijk voor het onderhoud van de vreemdelingenbewaring. De hygiënische omstandigheden in de vreemdelingenbewaring op Curaçao dienen in lijn te zijn met de geldende (internationale) standaarden. De autoriteiten van Curaçao stellen dat het hen niet bekend is waarop de betreffende bewering over tekenen van schurft en voetschimmel zijn gebaseerd.
    De autoriteiten van Curaçao geven aan dat de sanitaire voorzieningen in de vreemdelingenbewaring veelvuldig door vreemdelingen worden vernield. Zo geven de autoriteiten van Curaçao ter illustratie aan dat een aantal voorzieningen in 2018 drie keer vervangen moest worden. De autoriteiten van Curaçao geven daarbij aan dat bij beschadiging of vernietiging het niet mogelijk is om op dezelfde dag de betreffende sanitaire voorzieningen te herstellen. Curaçao heeft Nederland in november 2019 in het kader van onderlinge bijstand om een bijdrage gevraagd voor de aanschaf van nieuwe rvs-toiletten, ter waarde van 40.000 euro. Mede gelet op de problematiek en de duur van de aanschaf is deze financiële bijdrage eind 2019 reeds door Nederland geleverd.

  • Vraag 9
    Deelt u de zorgen dat als het aantal vreemdelingen in de barakken toeneemt, het schrijnende karakter van de omstandigheden waarschijnlijk ook zal toenemen en mogelijk ook kan leiden tot grotere problemen zoals uitbraak van ziektes en escalaties van geweld? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid deze zorgen over te brengen aan de autoriteiten van Curaçao?

    Ja, deze zorgen deel ik. De Minister van Justitie van Curaçao is voornemens de capaciteit van de vreemdelingenbewaring uit te breiden tot circa 70 plekken. Eind 2019 drong ik er bij Curaçao al op aan dat planvorming niet alleen betrekking moet hebben op de uitbreiding van de faciliteit en het verbeteren van de materiële condities, maar ook op het in samenhang doorvoeren van aanvullende maatregelen om het regime voor de specifieke doelgroepen substantieel te verbeteren. Dit teneinde de beheersbaarheid in de vreemdelingenbewaring op de korte- en lange termijn te verbeteren.
    Curaçao heeft aangegeven dat het in 2020 maatregelen neemt om de toegang tot medische screening en het aanbieden van zorg te bevorderen. Zelf hecht ik er waarde aan dat Curaçao maatregelen neemt om de medische intake en de toegang tot een huisarts, een psycholoog en verpleegkundigen structureel mogelijk te maken. Dit heb ik eind 2019 ook aan de regering van Curaçao kenbaar gemaakt.
    Het is aan de autoriteiten van Curaçao om te anticiperen op een (mogelijke) toename van het aantal vreemdelingen in de betreffende faciliteit en het nemen van eventuele alternatieven maatregelen in plaats van bewaring zoals het opleggen van een meldplicht.

  • Vraag 10
    Op welk moment bent u van oordeel dat, op grond van artikel 43, tweede lid van het Statuut, sprake is van een actieve rol voor de Nederlandse overheid om de situatie op Curaçao te verbeteren? Kunt u uw antwoord uitgebreid toelichten?

    Artikel 43 van het Statuut brengt onder andere tot uitdrukking dat in elk van de Landen van het Koninkrijk mensenrechten moeten worden beschermd. Het is primair aan de landen zelf om een adequaat niveau van mensenrechtenbescherming te verwezenlijken. Indien dit op problemen stuit, verdient het de voorkeur het gewenste beschermingsniveau te bereiken langs de thans ingeslagen weg van onderlinge samenwerking tussen de Landen.
    Ingrijpen door het Koninkrijk op grond van het Statuut is een laatste redmiddel. Dit is een staatsrechtelijk gegeven, maar het is ook een zaak van handelingsperspectief. Een ingreep heeft namelijk vergaande bestuurlijke en financiële consequenties, die niet eenvoudig te overzien zijn. Daarbij moet een dergelijk besluit rekenen op voldoende draagvlak binnen de Koninkrijksregering.
    Ten aanzien van de vraag op welk moment uit hoofde van de waarborgfunctie van het Koninkrijk (artikel 43, tweede lid Statuut) voor het Koninkrijk een actieve rol is weggelegd, verwijs ik u naar mijn brief aan de Eerste Kamer (Kamerstukken I, 2019/2020, 29 653, I), waarin ik uitgebreid ben ingegaan op de verhoudingen binnen het Koninkrijk. In deze brief zet ik onder meer uiteen dat de toezichthoudende rol van de Koninkrijksregering naar mijn opvatting kan worden geactiveerd door (het niet nakomen van) een rechterlijke uitspraak en door signalen van lokale, internationale of niet-gouvernementele organisaties. Over de omstandigheden in de vreemdelingenbewaring in Curaçao is naar mijn weten tot op heden nog niet door een rechter geoordeeld dat deze onrechtmatig zijn. Wel hebben verschillende organisaties hierover hun zorgen uitgesproken. Deze signalen sterken de Nederlandse regering in haar overtuiging dat het van belang is om er, in het kader van de door Nederland verstrekte ondersteuning, in 2020 zoveel mogelijk op toe te zien dat de regering van Curaçao de overgebrachte voornemens omzet in daadwerkelijke uitvoering van maatregelen. Mochten de inspanningen van Curaçao – mede in het kader van artikel 36 Statuut – tot onvoldoende resultaat leiden, dan kan op termijn door de Koninkrijksregering worden bezien in hoeverre een optreden in de bredere context van het Koninkrijk wenselijk is.

  • Vraag 11
    Hoe beoordeelt u het verschil tussen de informatie die u van de autoriteiten van Curaçao ontvangt en de bevindingen van bijvoorbeeld verschillende Kamerleden die met eigen ogen een andere werkelijkheid vaststellen?

    In algemene zin kan ik aangeven dat er tussen diverse ministeries van Curaçao en Nederland op verschillende terreinen structureel sprake is van informatie-uitwisseling, bijvoorbeeld in het kader van ondersteuning en samenwerking. Daarnaast pleegt Nederland regelmatig hoor- en wederhoor bij de autoriteiten van Curaçao, om onder andere ook uw Kamer zo goed mogelijk te kunnen informeren. Ik heb de indruk dat de autoriteiten van Curaçao bij het verschaffen van informatie zoveel mogelijk transparantie betrachten.

  • Vraag 12
    Bent u bereid een onafhankelijke expert(groep), bijvoorbeeld het VN antifolteringcomité of het CPT2 van de Raad van Europa, te vragen een bezoek te laten brengen aan Curaçao om de situatie objectief te beoordelen? Zo nee, waarom niet?

    Gelet op bestaande rapporten voegt een aanvullende beoordeling mijns inziens op dit moment weinig toe. Daarbij is het overigens in eerste instantie niet aan mij, maar aan de autoriteiten van Curaçao om een dergelijk verzoek te doen.
    Het Koninkrijk der Nederlanden verscheen op 1 en 2 juli 2019, in het kader van de vijfde periodieke rapportage onder het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, voor het VN-Mensenrechtencomité. De Minister van Justitie en Veiligheid zond u op 5 september 2019 een afschrift van de conclusies en aanbevelingen van dit comité4. De betreffende conclusies en aanbevelingen hebben ook betrekking op het verbeteren van de situatie in Curaçao. Het VN-antifolteringscomité stelde in december 2018 eveneens conclusies en aanbevelingen vast over onder andere de situatie in Curaçao5. Verder heeft de Dienst Justitiële Inrichtingen in 2019 een advies uitgebracht aan Curaçao om de condities in de vreemdelingenbewaring bij het SDKK te verbeteren. Het is aan Curaçao om op basis van bestaande analyses (aanbevolen) maatregelen te implementeren. Nederland levert hierbij – zoals gezegd – ondersteuning bij het optimaliseren van de vreemdelingenketen en het verbeteren van de omstandigheden in de vreemdelingenbewaring bij het SDKK.

  • Vraag 13
    Zijn de verbeteringen van het mannenblok van het SDKK inmiddels afgerond? Zo nee, waarom niet? Wanneer verwacht u dat deze verbeteringen zijn afgerond?

    Nee. Zoals ik per Kamerbrief van 3 december 2019 heb laten weten (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1323) hebben de autoriteiten van Curaçao mij eind 2019 gemeld dat in het eerste kwartaal van 2020 de laatste verbeteringen aan het mannenblok van de vreemdelingenbewaring bij het SDKK worden gerealiseerd. In het bijzonder gaat het hierbij om de bouw van een overdekte recreatiezaal. De betreffende verbeteringen werden mede bekostigd door de € 132.000 die Nederland beschikbaar stelde.

  • Vraag 14
    Kunt u de vragen afzonderlijk en exact beantwoorden?

    Ja.

  • Vraag 15
    Kunt u de vragen zo snel mogelijk beantwoorden?

    Ja. Er is in dit kader samengewerkt met het Ministerie van Justitie en Veiligheid, het Ministerie van Defensie en de autoriteiten van Curaçao.

  • Mededeling - 17 februari 2020

    Hierbij deel ik u mede dat de vragen van de leden Groothuizen en Diertens (beiden D66) over het bericht Vreemdelingenadvocaten: «Curaçao zet Venezolanen collectief uit» (ingezonden op 27 januari 2020, met kenmerk 2020Z01256) niet binnen de termijn van drie weken door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en mij kunnen worden beantwoord. De benodigde afstemming met de autoriteiten van Curaçao en betrokken departementen vergt helaas meer tijd. Uw Kamer ontvangt de antwoorden zo spoedig mogelijk.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2020Z01256
Volledige titel: Het bericht ‘Vreemdelingenadvocaten: ‘Curaçao zet Venezolanen collectief uit’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20192020-1954
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Groothuizen en Diertens over het bericht ‘Vreemdelingenadvocaten: ‘Curaçao zet Venezolanen collectief uit’