32 259
Uitvoering van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de zeevaart (Trb. 2006, 223) en het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het continentale plat (Trb. 2006, 224)

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 2 februari 2010

De vaste commissie voor Justitie1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het voorstel van wet genoegzaam voorbereid.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de wetsvoorstellen tot goedkeuring en uitvoering van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de zeevaart (Trb. 2006, 223) en het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het continentale plat (Trb. 2006, 224). Zij hebben de strekking onder andere te voorzien in strafbaarstellingen betreffende het gebruik van schepen bij het voorbereiden en plegen van terroristische aanslagen, het helpen van terroristen bij het vluchten na een aanslag, het gebruik van een schip als wapen en het ongeautoriseerd vervoer per schip van massavernietigingswapens. Deze leden onderschrijven het streven naar ruimere antiterrorisme-instrumenten. Voor het vervoer en bewaren van nucleaire stoffen gelden allerlei regels. Wat betekent de implementatie van de wijzigingsprotocollen voor het geval een schip dat onder Iraanse vlag vaart nucleaire stoffen vervoert?

De voorzitter van de commissie,

De Pater – van der Meer

Adjunct-griffier van de commissie,

Puts


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: De Wit (SP), Arib (PvdA), Ondervoorzitter, Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Voorzitter , Çörüz (CDA), Azough (GL), Gerkens (SP), Van Haersma Buma (CDA), Joldersma (CDA), Teeven (VVD), Van Velzen (SP), Van Vroonhoven-Kok (CDA), De Krom (VVD), Timmer (PvdA), Griffith (VVD), Verdonk (Verdonk), Pechtold (D66), Heerts (PvdA), Bouwmeester (PvdA), De Roon (PVV), Roemer (SP), Thieme (PvdD), Van Toorenburg (CDA), Anker (CU) en Laaper-ter Steege (PvdA).

Plv. leden: Langkamp (SP), Besselink (PvdA), Van der Vlies (SGP), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Jager (CDA), Van Gent (GL), Leijten (SP), Sterk (CDA), Jonker (CDA), Van Miltenburg (VVD), Ulenbelt (SP), De Vries (CDA), Weekers (VVD), Dijsselbloem (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Zijlstra (VVD), Koşer Kaya (D66), Gill’ard (PvdA), Bouchibti (PvdA), Fritsma (PVV), Karabulut (SP), Ouwehand (PvdD), Smilde (CDA), Slob (CU) en Spekman (PvdA).