32 221
Wijziging van de Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen, de Wet schadeloosstelling, uitkering en pensioen leden Europees Parlement, de Provinciewet, de Gemeentewet, de Waterschapswet en de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers in verband met de rechtstreekse betaling van vergoedingen aan politieke ambtsdragers

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld 21 januari 2010

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

1. Inleiding 1

2. Onafhankelijkheid van ambtsdragers; de aanleiding en noodzaak tot het treffen van een wettelijke voorziening 2

3. Reikwijdte van de wet 2

4. Cessie 3

5. Invoeringstraject 3

1. Inleiding

De leden van de CDA-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het onderhavige voorstel. Wel hebben deze leden nog een aantal vragen en opmerkingen naar aanleiding van de memorie van toelichting en het advies van de Raad van State. Een aantal van deze vragen is reeds opgenomen in het Verslag over wetsvoorstel TK 32 220, omdat de memories van toelichting en de adviezen van de Raad van State van beide wetsvoorstellen een grote overlap vertonen. Deze leden verwijzen ook naar hun inbreng in dat Verslag.

De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel 32 221, waarmee directe betaling van vergoedingen aan politieke ambtsdragers gewaarborgd wordt.

De leden van de SP-fractie hebben ook van het onderhavige wetsvoorstel met teleurstelling kennisgenomen. Voor hun vragen en opmerkingen verwijzen zij m.m. naar hun inbreng bij het Verslag over het wetsvoorstel onder nummer TK 32 220.

De leden van de VVD-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het wetsvoorstel inzake Wijziging van de Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen, de Wet schadeloosstelling, uitkering en pensioen leden Europees Parlement, de Provinciewet, de Gemeentewet, de Waterschapswet en de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers in verband met de rechtstreekse betaling van vergoedingen aan politieke ambtsdragers. Zij steunen het voorstel van de regering dat wettelijk wordt geregeld dat schadeloosstellingen, vergoedingen en wachtgelden voor de hier bedoelde functionarissen niet overdraagbaar zijn en uitsluitend «in persoon» worden uitbetaald. De leden van de VVD-fractie hechten namelijk zeer aan een onafhankelijke positie van deze functionarissen.

Het onderhavige wetsvoorstel heeft betrekking op ministers en staatssecretarissen, leden van het Europees Parlement, op ambtsdragers in de provincies, de gemeenten en de waterschappen. De leden van de VVD-fractie gaan ervan uit dat het verbod van cessie ook geldt voor de leden van het dagelijks bestuur en de leden van een deelgemeenteraad. Graag krijgen zij een reactie van de regering.

Voor de overige vragen en opmerkingen met betrekking tot de onderhavige materie verwijzen zij, mutatis mutandis, naar hun inbreng bij het Verslag over het wetsvoorstel met betrekking tot de leden van de Tweede en Eerste Kamer (TK 32 220).

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Voor hun vragen en opmerkingen verwijzen zij m.m. naar hun inbreng bij het Verslag over het wetsvoorstel onder nummer TK 32 220.

De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Voor hun vragen en opmerkingen verwijzen zij m.m. naar hun inbreng bij het Verslag over het wetsvoorstel onder nummer TK 32 220.

2. Onafhankelijkheid van ambtsdragers; de aanleiding en noodzaak tot het treffen van een wettelijke voorziening

De leden van de CDA-fractie lezen in het Nader Rapport dat de regering stelt dat de overheid op dit moment niet meewerkt aan cessie-overeenkomsten waarbij schadeloosstellingen voor politieke ambtsdragers aan derden worden uitbetaald. De betaling van schadeloosstellingen van Kamerleden geschiedt namelijk door de Staten-Generaal zelf. Geldt ook voor alle andere politieke ambtsdragers dat de overheid geen cessieovereenkomsten uitvoert? Zijn er daarnaast meer categorieën politieke ambtsdragers die hun bezoldiging ontvangen via een ander orgaan dan de overheid, bijvoorbeeld via de gemeenteraad of provinciale staten? Is de regering bekend of deze andere organen meewerken aan bepaalde cessieovereenkomsten?

De onafhankelijkheid van volksvertegenwoordigers is voor de leden van de PvdA-fractie van zeer groot belang; zij gaan daarom graag de discussie aan over maatregelen die deze onafhankelijkheid zouden kunnen borgen. Zij constateren dat de regering waarde hecht aan de onafhankelijkheid van benoemde ambtsdragers, terwijl die onafhankelijkheid anders gewaarborgd is dan die van gekozen vertegenwoordigers. Kan de regering ingaan op de vraag of deze onafhankelijkheid, los van de directe betaling, naar haar mening voldoende beschermd is?

3. Reikwijdte van de wet

Het valt de leden van de PvdA-fractie op dat het nieuwe Statuut van de Leden van het Europees Parlement alle overeenkomsten over de besteding van de bezoldiging nietig verklaart. Kan de regering inzicht geven in de wijze waarop de vrijheid van de besteding van de bezoldiging van politieke ambtsdragers in andere Europese landen geregeld is? Deze leden constateren voorts dat vrijwel alle politieke partijen afdrachtregelingen kennen voor hun politiek vertegenwoordigers. Zij zien dat als logisch uitvloeisel van de rol die deze vertegenwoordigers in de partij hebben en de ondersteuning die de kiesvereniging aan hen biedt in de uitoefening van hun werkzaamheden. De leden van de PvdA-fractie willen de regering vragen wel in te gaan op de wijze waarop deze afdracht geregeld is en de mogelijke invloed hiervan op de onafhankelijkheid van de benoemde politiek ambtsdrager.

4. Cessie

De leden van de PvdA-fractie ontvangen graag een toelichting van de regering over de fiscale gevolgen van een cessieovereenkomst met een politieke partij. Hoe wordt de inkomstenbelasting geheven over inkomen waarvan men door middel van een cessieovereenkomst afstand heeft gedaan?

5. Invoeringstraject

De leden van de CDA-fractie vragen, of de regering een inschatting kan maken van de duur van het invoeringstraject van het wetsvoorstel. In de memorie van toelichting wordt aangegeven dat de uitvoerende instanties tijd nodig hebben om hun administraties aan te passen, omdat de betalingsopdrachten moeten worden gewijzigd. Maar om welke betalingsopdrachten gaat het in dit geval?

De voorzitter van de commissie,

Leerdam

Adjunct-griffier van de commissie,

Hendrickx


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Halsema (GL), Van Beek (VVD), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove (CDA), Gerkens (SP), Sterk (CDA), De Krom (VVD), ondervoorzitter, Leerdam (PvdA), voorzitter, Griffith (VVD), Boelhouwer (PvdA), Algra (CDA), Irrgang (SP), Brinkman (PVV), Kalma (PvdA), Van Raak (SP), Van der Burg (VVD), Schinkelshoek (CDA), Leijten (SP), Thieme (PvdD), Pechtold (D66), Bilder (CDA), Anker (CU), Heijnen (PvdA) en Laaper-ter Steege (PvdA).

Plv. leden: Azough (GL), Teeven (VVD), Van der Vlies (SGP), Joldersma (CDA), Smilde (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA), Aptroot (VVD), Wolbert (PvdA), Zijlstra (VVD), Vermeij (PvdA), Knops (CDA), Van Gerven (SP), De Roon (PVV), Heerts (PvdA), Van Bommel (SP), Remkes (VVD), Çörüz (CDA), De Wit (SP), Ouwehand (PvdD), Van der Ham (D66), Van Haersma Buma (CDA), Cramer (CU), Kraneveldt-van der Veen (PvdA) en Timmer (PvdA).