32 029
Wijziging van de Metrologiewet in verband met implementatie van de wijziging van de EG-richtlijn inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten op het gebied van meeteenheden

nr. 4
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 30 juli 2009 en het nader rapport d.d. 11 augustus 2009, aangeboden aan de Koningin door de minister van Economische Zaken. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 17 juli 2009, no. 09.001948, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de minister van Economische Zaken, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Metrologiewet in verband met implementatie van de wijziging van de richtlijn inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten op het gebied van meeteenheden, met memorie van toelichting.

Het wetsvoorstel strekt tot wijziging van de Metrologiewet ter implementatie van richtlijn 2009/3/EG van het Europees Parlement en de Raad.2 Deze wijziging van de Metrologiewet bestaat uit onder meer een uitbreiding van de reikwijdte van de verplichting tot gebruik van wettelijk vastgestelde meeteenheden. Artikel 22 van de Metrologiewet wordt zodanig aangepast, dat de werking van het daarin opgenomen verbod niet langer beperkt blijft tot de uitoefening van een beroep of bedrijf bij het vragen, het aanbieden of het leveren van goederen of diensten.

De Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar maakt een opmerking over de mogelijkheid van inwerkingtreding met terugwerkende kracht. Hij is van oordeel dat in verband daarmee enige aanpassing van het voorstel wenselijk is.

De uiterste implementatiedatum van richtlijn 2009/3/EG is 1 januari 2010. Gelet daarop voorziet Artikel II in inwerkingtreding per 1 januari 2010, zo nodig met terugwerkende kracht.

De Raad wijst erop dat artikel 22, eerste lid, van de Metrologiewet na de voorgestelde wijziging een algemeen verbod bevat op gebruik van andere dan de wettelijk voorgeschreven meeteenheden. Dat houdt in dat meer gedragingen onder het verbod komen te vallen dan op grond van de thans nog geldende wet het geval is. Overtreding van artikel 22, eerste lid, van de Metrologiewet is een economisch delict in de zin van artikel 1, onder 1, van de Wet op de economische delicten (WED). Op grond van artikel 2, vierde lid, juncto artikel 6, eerste lid, onder 4, WED is overtreding van artikel 22, eerste lid, van de Metrologiewet strafbaar gesteld.

Artikel II van het wetsvoorstel brengt derhalve het risico met zich dat met terugwerkende kracht feiten strafbaar worden gesteld. Op grond van artikel 7 van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, artikel 16 van de Grondwet en artikel 1 van het Wetboek van Strafrecht is strafbaarstelling met terugwerkende kracht niet toegestaan.1

De Raad adviseert Artikel II zodanig aan te passen dat wordt voorkomen dat feiten met terugwerkende kracht strafbaar kunnen worden gesteld.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 17 juli 2009, nr. 09.001948, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 30 juli 2009, nr. W10.09.0292/III, bied ik U hierbij aan.

Aan het advies van de Raad van State is gehoor gegeven door de zinsnede inzake de terugwerkende kracht in de inwerkingtredingsbepaling te schrappen.

Voorts is van de gelegenheid gebruik gemaakt om een redactionele wijziging in het opschrift van het voorstel van wet aan te brengen.

De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De waarnemend Vice-President van de Raad van State,

P. van Dijk

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven


XNoot
1

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
2

Richtlijn 2009/3/EG van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 80/181/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten op het gebied van meeteenheden.

XNoot
1

Zie bijvoorbeeld ook het advies van de Raad van 1 september 2000, nr. W09.00.0313, inzake het ontwerpbesluit tot wijziging van het Voertuigreglement met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke goederen, Bijvoegsel Staatscourant 13 februari 2001, nr. 31.