Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 januari 2009
Op 2 november 2007 hebben de staatssecretarissen van Defensie, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Deze overeenkomst betreft het verhogen van de arbeidsparticipatie en het terugdringen van voortijdig schoolverlaten, beide ter versterking van de personeels-voorziening van Defensie. De samenwerkingsovereenkomst heb ik u op 8 november 2007 aangeboden (Kamerstuk 31 200 X, nr. 32). Een van de afspraken uit de overeenkomst is om gedurende deze kabinetsperiode jaarlijks (in de maand september) een evaluatie uit te voeren van de samenwerkingsovereenkomst.
Deze evaluatie heeft inmiddels plaatsgevonden. Ook de minister van Jeugd en Gezin is daarbij betrokken voor één van de actiepunten. In mijn antwoord op vragen van de vaste commissie voor Defensie over dit samenwerkingsovereenkomst (kamerstuk 31 200 X, nr. 81), heb ik u toegezegd het verslag van de evaluatie – mede namens mijn ambtsgenoten van SZW en OCW – toe te sturen. In bijlage 1 en 2 bij deze brief is het evaluatieverslag opgenomen met daarbij een stand van zaken per afspraak uit de samenwerkingsovereenkomst.1
Het beeld dat hieruit spreekt is dat een groot deel van de gemaakte afspraken is uitgevoerd en afgehandeld.
Het onderzoek naar de mogelijkheden om 24-uursopvang in combinatie met opleiding te realiseren loopt. De interdepartementale afstemming met Jeugd en Gezin en OCW is daarbij essentieel. In april 2009 zal een plan van aanpak gereed zijn. Dit is in lijn met de motie Knops en Voordewind, nr. 44 (31 700 X).
De meest omvattende afspraak, de samenwerking met ROC’s en de bijdrage aan het terugdringen van voortijdig schoolverlaten, is een langer lopend en omvangrijk traject. Dit project is een belangrijk onderdeel van Werving en Behoud en draagt ook bij aan een succesvolle werking van het Flexibel Personeelssysteem (FPS). De samenwerking tussen Defensie en de betrokken ROC’s loopt goed en ik ben positief over datgene dat tot nu toe in gezamenlijkheid is bereikt. Over de voortgang van de afgesproken maatregelen kan ik u bij de volgende evaluatie informeren.