Kamerstuk 35851-37

Motie van de leden Dekker-Abdulaziz en Inge van Dijk over onderzoeken hoe de bestuurlijke en/of strafrechtelijke sanctiemogelijkheden kunnen worden uitgebreid

Dossier: Wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders en enige andere wetten ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 (PbEU 2019, L 305) en enige andere wijzigingen


Nr. 37 MOTIE VAN DE LEDEN DEKKER-ABDULAZIZ EN INGE VAN DIJK

Voorgesteld 8 december 2022

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de EU-richtlijn lidstaten verplicht om te zorgen voor «doeltreffende, evenredige en afschrikwekkende sancties» (artikel 23 EU-richtlijn);

overwegende dat op dit moment onvoldoende empirische onderbouwing te vinden is waaruit blijkt dat de huidige civiele sancties doelmatig en voldoende afschrikkend zijn;

van mening dat vanwege het gebrek aan doelmatige en afschrikwekkende sancties de doofpotcultuur bij organisaties in stand wordt gehouden;

verzoekt de regering om te onderzoeken op welke wijze de bestuurlijke en/of strafrechtelijke sanctiemogelijkheden kunnen worden uitgebreid, welke bestuurlijke instantie het meest geschikt is om de sancties uit te voeren en de resultaten van dit onderzoek te betrekken bij de volgende behandeling van het wetsvoorstel, en de Kamer hier uiterlijk voor de zomer 2023 schriftelijk over te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Dekker-Abdulaziz

Inge van Dijk