Nr. 53 AMENDEMENT VAN HET LID UITSLAG

Ontvangen 14 juni 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, wordt na onderdeel DD een onderdeel ingevoegd, luidende:

EE

In § 6 wordt na artikel 40 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 40a

  • 1. Op voordracht van Onze Minister en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties tezamen kunnen bij algemene maatregel van bestuur voor een periode van twee jaar bij wijze van experiment gemeenten worden aangewezen waarin bij gemeentelijke verordening kan worden afgeweken van artikel 20, eerste en derde lid, in die zin dat de daarin gestelde leeftijdsgrens van 16 jaar kan worden verhoogd tot 18 jaar.

  • 2. Artikel 19a is van overeenkomstige toepassing, indien een exploitant als bedoeld in dat artikel in een periode van 12 maanden driemaal de uit deze wet voortvloeiende reguliere leeftijdsgrens of de uit een verordening voortvloeiende verhoogde leeftijdsgrens voor verstrekking of toelating heeft genegeerd.

  • 3. Bij een verordening als bedoeld in het eerste lid kan worden bepaald dat de leeftijd dient te worden vastgesteld op de in artikel 20, vierde lid, bedoelde wijze.

  • 4. In de algemene maatregel van bestuur wordt in elk geval bepaald:

    • a. welke criteria voor de evaluatie van het experiment of de experimenten gebezigd worden;

    • b. welke effecten met het experiment beoogd worden;

    • c. op welke wijze en op welke plaatsen en lokaliteiten waar een afwijkende leeftijdsgrens geldt die afwijking wordt kenbaar gemaakt.

  • 5. Onze Minister en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties tezamen zenden uiterlijk drie maanden na de beëindiging van een experiment een verslag over de doeltreffendheid en de effecten ervan, alsmede een standpunt inzake de voortzetting anders dan als experiment, aan de beide kamers der Staten-Generaal.

  • 6. Op voordracht van Onze Minister en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan, indien de experimenten doeltreffend en effectief blijken te zijn, bij algemene maatregel van bestuur worden bepaald dat de in het eerste lid genoemde periode wordt verlengd.

  • 7. De voordracht voor een krachtens het zesde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

II

In artikel I, onderdeel JJ, punt 1, wordt «of 38» vervangen door: 38 of 40a, eerste en derde lid.

III

In artikel II wordt «en 38» vervangen door: 38 en 40a, eerste en derde lid.

Toelichting

De indiener vindt nog steeds dat eerst de norm van geen alcohol onder de 16 beter moet worden gehandhaafd voordat we spreken over het al dan niet landelijk verhogen van de leeftijdsgrens naar 18 jaar. De indiener is, net als het Kabinet, niet blind voor de vele maatschappelijke en wetenschappelijke signalen over de grote gezondheidsschade van (veel) alcohol voor de leeftijdsgroep tot 18 jaar. Dat is ook de reden waarom de leden van het CDA hebben gepleit voor een experimenteerartikel. Vooral gemeenten die voorop lopen met hun lokale of regionale alcoholaanpak en gemeenten met veel alcoholgerelateerde overlast hebben behoefte aan het verhogen van de leeftijdsgrens. De indiener wil die ontwikkeling niet tegenhouden, maar juist stimuleren. De nieuwe alcoholwet moet mee kunnen groeien met die ontwikkeling in plaats van deze blokkeren.

De indiener vindt het dan ook betreurenswaardig dat het Kabinet het artikel dat de gemeenten de mogelijkheid geeft om te experimenteren met het verhogen van de leeftijdsgrens van 16 naar 18 jaar in het vernieuwde wetvoorstel schrapt. De leden vragen zich af of het onderzoek naar de positieve en negatieve (neven)effecten van het verhogen van de leeftijdsgrens naar 18 jaar nu ook komt te vervallen. De indiener dit geen goede ontwikkeling. Zij ziet graag dat het onderzoek naar de schadelijke effecten van alcohol boven de 16 en de experimenten met betrekking tot de handhaving van overmatig alcoholgebruik onder de 18 worden voorgezet. Ook vindt de indiener het erg jammer dat middels deze aanpassing gemeenten die hun eigen verantwoordelijkheid willen nemen deze niet kunnen nemen door landelijke wetgeving. De indiener staat voor een «Verantwoordelijke samenleving» middels deze aanpassing wordt de mogelijkheid om verantwoordelijkheid te nemen op gemeente niveau gedwarsboomd. Om deze stap terug niet te nemen, heeft de indiener besloten tot dit amendement.

Uitslag