Gepubliceerd: 2 juli 2009
Indiener(s): Jack de Vries (staatssecretaris defensie) (CDA)
Onderwerpen: begroting defensie financiƫn geluid internationaal luchtvaart natuur en milieu verkeer
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31700-XI-94.html
ID: 31700-XI-94

31 700 XI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) en van de begrotingsstaat van het Waddenfonds voor het jaar 2009

nr. 94
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2009

Met de brief van 26 juni 2008 (Kamerstuk 31 200 X, nr. 139) heb ik de Kamer geïnformeerd over het besluit van de NATO Airborne Early Warning & Control Programme Management OrganisationBoard of Directors (NAPMO BoD) een vervolgstudie te laten uitvoeren naar de herziene business case over de vervanging van de AWACS-motoren. De vervolgstudie is gericht op operationele, milieu- en lokaaleconomische aspecten, in aanvulling op de eerder onderzochte financieel-economische aspecten van de vervanging van de motoren. Met de brief van 23 december 2008 (Kamerstuk 31 700 XI, nr. 66) is de Kamer gemeld dat een Amerikaanse firma door de NATO Airborne Early Warning & Control Programme Management Agency (NAPMA) was geselecteerd om de vervolgstudie uit te voeren. Hierbij bied ik de Kamer het Nederlandstalige eindrapport aan dat de desbetreffende Amerikaanse firma, Landrum & Brown, heeft opgesteld1.

Landrum & Brown heeft de conclusies en aanbevelingen van het rapport op 23 juni jl. gepresenteerd aan de NAPMO BoD. Het eindrapport bevat aanbevelingen voor de korte en de lange termijn, waarmee de geluidsoverlast van de Navo-vliegbasis Geilenkirchen aanzienlijk kan worden verminderd, terwijl de belangrijke, operationele taak niet in het gedrang komt. Op voorstel van het Duitse en het Nederlandse lid heeft de BoD besloten dat beide landen de aanbevelingen van de studie verder uitwerken in samenwerking met NAEW&C Force Command (de operationele commandant) en NAPMA. De uitwerking zal dit najaar in een extra BoD-vergadering worden gepresenteerd. Wat Nederland betreft wordt er spoed betracht met de uitwerking van de aanbevelingen en, vervolgens, de besluitvorming in Navo-verband.

Op 8 juni jl. heb ik een constructief bestuurlijk overleg gehad met de milieugedeputeerde van Limburg en bestuurders van de gemeenten Brunssum, Onderbanken en Schinnen. Daarbij stond de aanbeveling uit de Landrum & Brown studie om de startbaan met 900 meter in oostelijke richting te verlengen, centraal. Wij hebben afgesproken in gezamenlijkheid de realisatie van deze aanbeveling – die een belangrijke bijdrage aan de gewenste reductie van de geluidsoverlast kan leveren – na te streven. De komende tijd zal ik de baanverlenging ook aan de orde stellen in mijn bilaterale contacten met Duitsland. Gedeputeerde Kersten en de aanwezige burgemeesters en wethouders hebben toegezegd hetzelfde te doen bij hun Duitse ambtgenoten.

Ik zal de Kamer dit najaar informeren over de voortgang in dit dossier en de mate waarin de aanbevelingen de uitvoering van de motie-Neppérus/Koopmans (Kamerstuk 31 444 XI, nr. 10) kunnen bevorderen. De schriftelijke vragen over de aanbeveling de baan te verlengen (2009Z11170/2009Z11177) zal ik binnenkort beantwoorden. Tot slot hecht ik eraan mijn waardering tot uitdrukking te brengen voor de Navo-instanties die de studie en de verdere uitwerking van de aanbevelingen mogelijk hebben gemaakt.

De staatssecretaris van Defensie,

J. G. de Vries


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.