Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 november 2008
In het Wetgevingsoverleg Personeel van 3 november jl. (31 700 X, nr. 27) heb ik toegezegd uw Kamer vóór de begrotingsbehandeling te informeren over de omvang van de inhuur bij Defensie, in het bijzonder de verhouding tussen de aantallen burgers en militairen bij projecten. Met deze brief doe ik deze toezegging gestand.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) voert de regie over de rijksbrede inhuuruitgaven. Naar aanleiding van de motie-Schinkelshoek heeft BZK op 3 november 2008 een brief (Kamerstuk 31 701, nr. 4) gezonden aan de Tweede Kamer. De brief bevat een nadere analyse van de externe inhuuruitgaven over het jaar 2007. Voorts wordt in deze brief aangekondigd dat een sturingsinstrument wordt ontwikkeld om te kunnen sturen op de uitgaven van externe inhuur. In de bijlage van de brief wordt ingegaan op de redenen voor inhuur en wordt de nulmeting 2007 rijksbreed gepresenteerd en geanalyseerd.
De minister van BZK heeft een «stoplichtrapportage» opgesteld waarin de verwachte uitgaven voor externe inhuur in 2008 worden afgezet tegen de nulmeting over 2007. De schatting van Defensie van de verwachte inhuur voor 2008 bedroeg destijds € 132,4 miljoen. Ten opzichte van de nulmeting 2007 van € 123 miljoen was dat een stijging van € 9,4 miljoen.
Zowel voor de cijfers over 2007 als over 2008 moet wel een voorbehoud worden gemaakt. Inhuur werd door Defensie tot voor kort op verschillende kostenposten geboekt, afhankelijk van de aard van de inhuur (op formatie, bovenformatief of voor projecten). Een deel van de inhuur was daardoor niet direct zichtbaar in de financiële systemen. Alleen door een arbeidsintensief onderzoek kunnen de kosten van inhuur in de projecten worden vastgesteld.
Voor het jaar 2009 is de financiële administratie intussen aangepast zodat de uitgaven voor de verschillende categorieën inhuur inzichtelijker kunnen worden gemaakt. De opgave van de inhuur in 2009 zal daarom een vollediger financieel beeld geven. Dan zal inzichtelijk kunnen worden gemaakt wat de kosten zijn van de inhuur op formatie. Op 1 november 2008 stonden in het personeelssysteem PeopleSoft in totaal 3347 inhuurkrachten geregistreerd. Hiervan zijn er 96 geregistreerd op een militaire functie en 513 op een burgerfunctie. De inhuur op formatie bedraagt derhalve 609. De overige 2738 betreft bovenformatieve inhuur en inhuur voor projecten. De registratie in PeopleSoft zal worden verbeterd, zodat in de toekomst het inzicht in de inhuur verder toeneemt.
Tot slot merk ik op dat de defensiebegroting berust op een volledig gevulde organisatie. Defensie kent op dit moment echter een groot aantal vacatures. Een deel hiervan, zowel burgervacatures als geschikte militaire vacatures, wordt tijdelijk gevuld met inhuur. De kosten hiervan worden in de begroting niet gescheiden geraamd, omdat zij worden gedekt uit de vrijvallende salariskosten die waren geraamd voor de desbetreffende functie. Het betreft hier dus een verschuiving binnen de begroting gedurende het realisatiejaar. De omvang van de inhuur op formatie hangt daarom samen met de mate van vulling. Beperking van de formatieve inhuur zal dan ook direct gevolgen hebben voor de uitvoering van de taken van Defensie en dat acht ik onwenselijk.