Kamerstuk 21501-33-221

Verslag van een algemeen overleg

Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie


21 501-33
Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

nr. 221
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 2 april 2009

De vaste commissie voor Economische Zaken1 en de vaste commissie voor Europese Zaken2 hebben op 18 maart 2009 overleg gevoerd met staatssecretaris Heemskerk van Economische Zaken over:

– de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken d.d. 31 maart 2009 met de geannoteerde agenda VTE-Raad (Telecom) (21 501-33, nr. 217);

– de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken d.d. 13 januari 2009 over de fiche: Richtlijn inzake GSM-technologie (22 112, nr. 769);

– de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken d.d. 27 november 2008 met het verslag van de VTE-Raad (Telecom) (21 501-33, nr. 203).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.

Voorzitter: Jan Jacob van Dijk/Van Dam Griffier: De Veth

Vragen en opmerkingen uit de commissies

De heer Van Dam (PvdA): Voorzitter. Ik wil beginnen met voor mij toch wel het meest heuglijke moment van deze ochtend, namelijk dat mevrouw Gesthuizen van de SP mij vanmorgen belde met de weliswaar niet zo heuglijke mededeling dat zij niet kon komen, maar wel dat ik mede namens haar de regering mag zeggen dat zij net als ons de regering kan ondersteunen in haar opstelling ten aanzien van het breedbandplan in het economisch herstelplan. Ik vond dat een zo heuglijk moment dat ik mevrouw Gesthuizen heb gezegd dat als ik vaker namens de SP de regering mag complimenteren, ik dat graag zou doen.

Wij hebben al eerder gesproken over dat breedbandplan en wel in het AO over de Razeb ter voorbereiding van de Europese Raad. De regering plaatst daar terecht de nodige vraagtekens bij. Wat haar betreft, zou dat breedbandonderdeel in het pakket van 5 mld. op de komende Europese Raad niet hoeven te worden vastgesteld, omdat het voor Nederland helemaal geen issue is. Stel nu dat de Europese Raad het pakket wel samenstelt en vaststelt, waar kan Nederland dan op inzetten als het gaat om de besteding van die 1,25 mld.? Als het daadwerkelijk investeringen in breedband moeten zijn, is het maar zeer de vraag wat dat voor Nederland betekent. Zou Nederland een deel van het budget bijvoorbeeld kunnen inzetten voor investeringen in toepassingen op breedbandgebied? Dat lijkt mij voor de innovatie in Nederland heel wat interessanter. Het zou toch mooi zijn als ook wij een stukje van die koek konden meenemen?

Roaming staat weliswaar niet op de agenda van deze raad, maar ik wil er toch wel even bij stilstaan. Het Europees Parlement heeft enkele amendementen ingediend die verder gaan dat het voorstel dat er lag. Het zal bekend zijn dat het voorstel voor ons niet ver genoeg kan gaan. Als het Europees Parlement die amendementen aanneemt, zouden die door ons dan ook zo snel mogelijk moeten worden overgenomen. Ik ben het overigens wel met de consumentenorganisaties eens dat het nog niet ver genoeg gaat, maar elke verbetering is toch een stap in de goede richting.

De heer Elias (VVD): Voorzitter. Op 4 maart heeft de staatssecretaris gezegd dat in het kader van de crisisbestrijding meer zou moeten worden geïnvesteerd in de aanleg van glasvezel en dat hij de gemeenten daarover een brief zou gaan sturen. Wij vragen ons af, waarom de overheid zou moeten investeren in de telecominfrastructuur als de markt dat prima zelf doet. Een drie jaar geleden aangenomen amendement van de heren Aptroot en Hessels verbiedt zelfs dat gemeenten daarin investeren. Voorts is KPN de enige marktpartij die baat heeft bij de aanleg van glasvezel, omdat het vaste netwerk van KPN relatief ouderwets is. Het zou dus leiden tot concurrentieverstoring door de overheid. Kan de staatssecretaris daar iets over zeggen?

Het plan van de Europese Commissie voor breedband op het platteland staat binnenkort op de agenda. De Commissie wil in het kader van de crisisbestrijding daarvoor geld uittrekken. Nederland is daarop tegen en dat is wel logisch, want bijna iedereen in Nederland kan over breedbandinternet beschikken. Het Nederlands standpunt over de opvatting van Europa over de crisis, maakt de opmerking van de staatssecretaris inzake de glasvezel toch wat moeilijk te begrijpen.

In de VTE-Raad van 27 november is een politiek akkoord bereikt over het regelgevend kader voor de telecomsector. Het hete hangijzer daarbij was de vetobevoegdheid van de Europese Commissie ten aanzien van marktbesluiten van nationale toezichthouders. De VVD was hier net als het kabinet fel tegenstander van. Nu zijn die vetobevoegdheden toch opgenomen in het uiteindelijke politieke akkoord. Ik heb begrepen dat Nederland zich in de Raad heeft onthouden van stemming, net als het Verenigd Koninkrijk en Zweden. Waarom heeft Nederland eigenlijk zelf niet het veto gebruikt om deze vetobevoegdheid tegen te houden? Waarom heeft het kabinet dit niet harder gespeeld? Misschien zijn daar best goede argumenten voor te geven, maar dan zou ik ze wel graag willen weten. Nu is het Europees Parlement aan zet in tweede lezing. Wat valt daar nog van te verwachten? Is de verhouding in het Europees Parlement wellicht zodanig dat die vetobevoegdheden alsnog uit het voorstel verdwijnen?

In diezelfde Raad is overeenstemming bereikt over het verlengen en aanpassen van de Europese tariefregulering voor mobiele telefoongesprekken in het buitenland tot 2013, waardoor mobiel bellen, internetten en sms’en in het buitenland naar verwachting goedkoper worden. Nederland heeft benadrukt dat dit een tijdelijke maatregel moet zijn, omdat er een structurele oplossing voor het tekort aan concurrentie op de markt voor deze diensten zou moeten komen. Nederland heeft de Europese Commissie opgeroepen om hierover na te denken. Zal de Europese Commissie daaraan gehoor geven? Ook is de VVD-fractie geïnteresseerd in de mening van de staatssecretaris, in ieder geval in de concrete ideeën die hij op dat punt zou hebben.

In het algemeen overleg ter voorbereiding van de VTE-Raad van 27 november heeft mijn collega en voorganger in deze commissie de heer Aptroot nog gevraagd naar de degelijkheid van de financiering van het Europese programma Interoperabiliteit Europese overheidsorganisaties. Uit de beantwoording blijkt dat dit programma voorzien is van een vast uitgavenplafond, zodat er geen kans bestaat op budgetoverschrijding, maar het is toch niet helemaal duidelijk tot welke concrete resultaten dat programma moet leiden. Welke «herbruikbare gemeenschappelijke diensten en voorzieningen voor grensoverschrijdend gegevensverkeer» worden er bijvoorbeeld ontwikkeld en beheerd? Hoe zit het met de kaders die ontwikkeld worden voor het afstemmen van interoperabiliteitsinitiatieven in de lidstaten? Zijn dat dwingende kaders, verordeningen of richtlijnen, of zijn het handreikingen? Het komt nogal vrijblijvend over, terwijl er wel 164 mln. voor wordt uitgetrokken. Het gaat dus om veel geld en dan zouden wij wel willen weten of daar ook iets nuttigs mee gebeurt.

Ik heb nog een technisch puntje, maar ik moet dat eerst even nazoeken voordat ik er een vraag over kan stellen. Die komt dus wellicht nog in tweede termijn.

Voorzitter: Van Dam

De heer Jan Jacob van Dijk (CDA): Ik wil ingaan op een viertal onderwerpen. Het eerste is het breedbandplan. Wij kunnen helemaal achter de inzet van de Nederlandse regering op dit punt staan. Ook ons lijkt het onverstandig om daar 1,25 mld. aan overheidsgeld in te gaan stoppen. De vraag is, of wij dat standpunt wel overeind kunnen houden. Aanstaande donderdag en vrijdag wordt op de Europese Raad over dat plan gesproken. Hoe zullen dan de verhoudingen liggen? Als straks blijkt dat het plan er doorheen komt, wat gaan wij er dan mee doen? Zou het niet veel verstandiger zou om te bezien hoe wij een aantal procedures kunnen versnellen, zodat wij die breedbandontwikkelingen wat meer kunnen stimuleren? Dat lijkt ons veel verstandiger dan om er nu in een keer 1,25 mld. in te gaan stoppen.

Ik de tweede plaats de roaming. Wij hebben een overzicht gezien van de verschillen tussen de standpunten van de Raad en van het Europees Parlement. Ik moet zeggen dat ik de standpunten van het Europees Parlement wel aantrekkelijk vind als ik kijk naar de maximumtarieven voor sms’en en voor telefoneren. Wat zal de Nederlandse inzet in deze discussie zijn, want het moet nu verder worden uitonderhandeld tussen het EP en de Raad.

Een ander onderwerp waarover op dit moment onderhandeld wordt, is de interoperabiliteit, de verstrekking van de gegevens tussen de verschillende overheidsdiensten. In de geannoteerde agenda staat dat daarover op dit moment onderhandelingen worden gevoerd tussen het Europees Parlement en de Europese Raad. Waar zit nu precies het knelpunt? Is dat alleen de kwestie van de financiën, zoals de heer Elias veronderstelde, of zijn er ook nog andere?

Ik mag vandaag spreken in de geest van de Limburgse gedeputeerde de heer Hessels als het gaat om roaming in de grensstreken. De vorige keerheeft hier al een stevige discussie over plaatsgevonden. De heer Hessels was niet helemaal tevreden met wat de staatssecretaris toen naar voren bracht, namelijk dat je dat handmatig kon uitzetten en dat dit het probleem wel zou oplossen. De staatssecretaris heeft toen toegezegd dat hij er een onderzoek naar zou (laten) instellen. In het verslag van dat overleg staat dat dit er binnen twee maanden zou zijn. Het overleg is in november gevoerd, dus zou dat er al moeten zijn. Ik heb later wel in brieven gezien dat het toch wat tijdneutraal werd geformuleerd. Wanneer komt dat onderzoek nu echt?

De heer Hessels heeft toen al gesuggereerd om eens een proef te doen in de Benelux om te bezien hoe op het punt van roaming enkele dingen zouden kunnen worden tegengegaan, hoe tot een meer gelijk tarief zou kunnen worden gekomen, zodat er eigenlijk helemaal geen roamingtarief meer nodig zou zijn. Hoe kijkt de staatssecretaris daar nu tegenaan? Wij kunnen ons voorstellen dat dit niet direct Europees zal lukken, maar wellicht beter en eerder in Benelux-verband.

De heer Elias (VVD): Voorzitter. Ik heb dat technische puntje gevonden. Wil de staatssecretaris in zijn beantwoording van mijn opmerkingen en vragen over breedband op het platteland meenemen wat er precies is gebeurd met de motie-Atsma (31 700, nr. 81) over breedband op het platteland?

Voorzitter: Jan Jacob van Dijk

Antwoord van de staatssecretaris

Staatssecretaris Heemskerk: Voorzitter. Ik dank de drie fracties – een sprak bovendien nog namens een andere fractie – voor hun inbreng. Ik wil beginnen met de opmerkingen over breedband en glasvezel.

Stel dat er een investeringspakket komt van 1,1 mld. dan zou Nederland op basis van de historische verdeelsleutel voor plattelandsgelden recht hebben op zo’n 5,8 mln. Dat zet dus niet echt zoden aan de dijk. Bovendien zijn wij van mening dat marktpartijen, in ieder geval in Nederland, het zelf kunnen oplossen. Als andere landen in eigen land willen stimuleren, dan ligt daar toch in eerste instantie het primaat. Volgens de laatste versie van het voorstel kan Nederland zelf kiezen waaraan het dat geld wil besteden, aan breedband of aan andere uitdagingen. Denk aan het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de Health Check, water, biodiversiteit, klimaatverandering, duurzame energie. Wij zijn inderdaad geen voorstander van dat pakket van 1,1 mld. In het totaalpakket aan Europese investeringsprojecten dat nu besproken wordt voor een bedrag van ongeveer 5 mld. zitten wel elementen die wij belangrijk vinden, zoals het CCS, het opslaan van CO2 en de North Sea Grid op het terrein van nieuwe vormen van energiewinning. Uiteindelijk zou dat totaalpakket wel aantrekkelijk kunnen zijn. Voor deze afweging staat nu de minister-president en daarover is hij op dit moment ook in overleg met uw Kamer.

Zijn er voor die 5,8 mln. dingen te verzinnen en niet alleen in het kader van infrastructuur, maar ook in het kader van de diensten? Dat zullen wij zeker bezien en dan komt ook de motie-Atsma in beeld waarover ik u overigens nog zou rapporteren.

Inderdaad heb ik gezegd dat het amendement-Hessels/Aptroot op de Telecomwet bij gemeenten voor onduidelijkheid zorgt. Wat mogen ze nu wel en wat mogen ze niet op het terrein van glasvezel? Ik heb toen mijn visie uiteengezet. In de eerste plaats is het glasvezelnet dat wordt neergelegd door KPN in een joint venture met Reggefiber een open glasvezelnet. Daar moet dus concurrentie op. De fusie is goedgekeurd door de NMa en de OPTA met een toegangsregulering. Het is immers de kracht van Nederland dat netwerken open zijn en met elkaar kunnen en moeten concurreren.

Toen ik daarover sprak, waren er veel ondernemers bij die dachten dat de overheid de wereldwijde kredietcrisis in Nederland wel kan «weg investeren» en dat zij alles op de schouders zou moeten nemen. Er werd toen ook gevraagd waarom wij zelf niet dat glasvezelnet zouden gaan aanleggen. Mijn antwoord was dat marktpartijen beter kunnen graven en betere verbindingen kunnen aanleggen dan de overheid. De overheid gaat dus niet graven! Doet zij dan helemaal niets en wat zouden gemeentes kunnen doen?

Wij kunnen vier dingen doen. Het eerste is partijen bij elkaar brengen. Dat initiatief heet Breednet. Als je duidelijk maakt wat de potentiële klanten zijn, krijg je ook een snellere uitrol van glasvezel. Het tweede is dat gemeentes de regie kunnen voeren op het openbreken van de straat op basis van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION). Als er toch iets moet worden gegraven, doe alles dan in een keer tegelijk. Het derde is dat ook (lokale) overheden ervoor kunnen zorgen dat er diensten op het glasvezelnet komen. Zorg ervoor dat er verkeer op die snelweg komt. Ik heb toen gesuggereerd om ook gemeenteraadsvergaderingen via dat net uit te zenden of om archieven te digitaliseren. Ik wijs er maar op wat er recent in Keulen is gebeurd. Je kunt allerlei diensten verzinnen naast het toegankelijker maken van overheidsdiensten.

Ten slotte kun je denken aan het geld dat verschillende gemeentes krijgen door de verkoop van Essent en NUON. Dat zouden ze via een minderheidsparticipatie in een joint venture kunnen investeren, zoals Amsterdam doet. Wij moeten ervoor zorgen dat er regels zijn, dat gemeenten die plannen voor breedband hebben niet hoeven te wachten tot KPN langskomt en eventueel via die minderheidsparticipatie voor een snellere aanleg van glasvezel kunnen kiezen. Dat heb ik in mijn verhaal toen toegezegd. Het gaat om handleidingen en regels, zowel op het gebied van graven als op het gebied van investeren. Inderdaad mogen gemeenten volgens het desbetreffende amendement alleen maar investeren in een participatie daar waar de markt er niet in voorziet. Voor de uitleg daarvan hebben wij een handleiding gemaakt en die poetsen wij nog eens op op basis van de joint venture KPN-Reggefiber.

Er zijn de nodige opmerkingen gemaakt over interoperabiliteit. Het geld moet natuurlijk goed besteed worden. Ik zou de heer Elias willen vragen of ik wat uitgebreider op zijn vragen inga in de voortgangsrapportage Nederland Open in verbinding over de implementatie van open standaarden en open source software in Nederland die interoperabiliteit moeten bevorderen.

De heer Elias (VVD): En wanneer kunnen wij die verwachten?

Staatssecretaris Heemskerk: Binnen een maand.

De heer Elias (VVD): Akkoord!

Staatssecretaris Heemskerk: Gedeputeerde Hessels. Het onderzoek is eind februari, dus inderdaad binnen twee maanden, naar uw Kamer verzonden. Uit het onderzoek blijkt dat de maximale kans op ongewenst roamen op de grens afhankelijk is van de keuze van de provider en maximaal 24% bedraagt. De kans op roamen neemt af, naarmate de afstand van de grens toeneemt!

De voorzitter: Ik moet zeggen dat daar wel een heel onderzoek voor nodig is!

Staatssecretaris Heemskerk: Ik heb de heer Hessels dat ook verschillende malen gezegd, maar hij wilde per se een onderzoek. Dat onderzoek bevestigt ook dat het niet te voorkomen is dat signalen de grens over gaan. Die palen staan er nu eenmaal en de landsgrens loopt niet altijd als een rechte lijn ten opzichte van die palen. Wij hebben wel de praktische suggestie gedaan om bij netwerkselectie niet voor automatisch te kiezen, maar voor handmatig. Veel mensen in de grensstreek weten dat. Er zijn overigens ook niet zo heel veel klachten hierover ontvangen. Door al deze aandacht voor grensverkeer met bellen, zijn enkele operators met een grensbelabonnement gekomen, een buurlandbundel van KPN en het grensabonnement van Vodafone, ofte wel de Hesselsbundel. Dat mag de heer Hessels dus op zijn conto schrijven.

De heer Van Dam (PvdA): Via gsm-masten kan de locatie van een beller worden vastgesteld. Men kan dus gewoon zien aan welke kant van de grens iemand zich bevindt. Is daar in het onderzoek ook naar gekeken?

Staatssecretaris Heemskerk: Misschien mag een van mijn medewerkers daar antwoord op geven.

Mevrouw Sonnema (directeur Directie Telecommarkt): Ik zou niet kunnen zeggen of daar specifiek in dit onderzoek naar gekeken is. Wij hebben wel heel veel gesprekken met operators gevoerd waarin eindeloos veel technische mogelijkheden de revue zijn gepasseerd, zoals grensabonnementen en ook dit soort mogelijkheden. De conclusie was echter dat dit alles niet zo erg veel zou opleveren. Als je met dit soort zaken rekening zou willen houden, zouden de operators hun systemen moeten aanpassen en dat dit zo veel zou kosten dat het niet in verhouding staat tot het in feite kleine probleem dat er is. Door voortdurend de druk op de operators op te voeren, hebben ze uiteindelijk gekozen voor grensabonnementen en het waarschuwen van hun klanten om de netwerkkeuze op handmatig te zetten. Het zal vast veel sophisticater kunnen, maar dat kost veel geld en het is de vraag of dat nu wel zo efficiënt is.

Staatssecretaris Heemskerk: Ik heb in ieder geval begrepen dat de locatie wordt bepaald aan de hand van een paal en niet aan de hand van het mobieltje.

De heer Elias (VVD): Het ontstaan van wat wij vanaf nu maar de Hesselsbundel gaan noemen, is dat geen extra onderstreping van het feit dat de overheid op tal van terreinen veel niet zelf moet willen regelen maar het gewoon aan de markt moet overlaten? Dit probleem is uiteindelijk opgelost omdat de markt ermee is gekomen.

Staatssecretaris Heemskerk: Ik heb al eens gereageerd op een column van de burgemeester van Groningen, waarin hij uiteenzette dat de overheid in feite drie instrumenten heeft. Het eerste is wetgeving, het tweede is geld of subsidies – je ziet overigens dat die twee soms wel eens worden overschat: als je een wet maakt, is het land niet ineens veranderd, ook reageert niet iedereen hetzelfde op financiële prikkels – en het derde instrument dat hij als burgemeester ook veel gebruikt en over het algemeen te weinig wordt ingezet, is koffie. Een kopje koffie drinken met betrokkenen, nog eens praten over een gezamenlijke oplossing. Ik kan u verzekeren dat er veel kopjes koffie geschonken zijn in ons overleg met de operators en dat dit ertoe heeft geleid dat er die grensstreekabonnementen zijn gekomen. Ik ben het dus wel met u eens, mijnheer Elias.

De voorzitter: Ik moet zeggen dat het wel een ruime interpretatie is van wat de heer Elias bedoelde.

De heer Elias (VVD): Als ik er dan nog iets ruimers op terug mag zeggen: dit is wel de burgemeester van Groningen die in zijn periode als staatssecretaris van Onderwijs het onderwijs grofweg heeft omgekocht om tot schaalvergroting over te gaan. Ik vind dat dus niet zo’n goed voorbeeld.

De voorzitter: Dat zijn wellicht mooie bespiegelingen voor een website, maar niet voor dit debat. Dat is nu niet aan de orde!

Staatssecretaris Heemskerk: Het Europees toezichtskader staat niet op de agenda, want daar wordt nog over onderhandeld. Waarom heb ik geen veto uitgesproken? Ik heb dat ook uiteengezet in de stukken. Als ik dat had gedaan, zou het eindresultaat nog slechter zijn geworden. Wij wilden van de veto’s af, de Commissie wilde meer bevoegdheden en meer veto’s, wij kwamen in het midden uit – dus veto’s op de oude instrumenten bleven, maar er kwamen geen veto’s op de nieuwe instrumenten – en omdat het niet de eindronde was, heb ik geen veto uitgesproken. Die hangt in ieder geval nog wel boven de markt. Ik kan u wel zeggen wat de inzet van de Nederlandse regering in de thans nog lopende onderhandelingen is.

Wij willen onafhankelijke en strenge nationale toezichthouders. De OPTA draait op heel veel terreinen goed en als die een besluit neemt, moet dat niet overruled kunnen worden, zoals het openstellen van de kabel in Nederland gelukkig ook niet overruled is. Daar kwam de mooiste reactie op van de heer Karsten van UPC, namelijk dat het openstellen van de kabel nergens goed voor is en dat het enige wat zou gaan gebeuren is dat de prijzen omlaag zullen gaan! Ik denk dat klanten wel degelijk blij zijn met lagere prijzen, zeker nu. Alleen al de dreiging tot toetreding kan leiden tot prijsverlaging. Dat besluit is dus niet overruled en daarmee is voor mij ook wel voor een groot deel de kou uit de lucht.

Onze inzet is dus dat als de nationale toezichthouder een besluit neemt, dat niet overruled kan of mag worden. De Commissie heeft een aantal bevoegdheden. Als de Commissie het oneens is met een nationale toezichthouder, zouden wij de Europese samenwerkende toezichthouders sterker willen maken. Als de Commissie het er niet mee eens is, maar alle toezichthouders het een verstandig besluit vinden, dan vinden wij dat de Commissie dat moet accepteren. Wat mij betreft wordt het anders echt een zaak voor de regeringen en komt het op het niveau van de lidstaten, van de Europese Raad.

Onze inzet is dus een balans tussen onafhankelijke toezichthouders, een Commissie die dat toetst, een Europees Parlement dat daarbij betrokken is en als er een probleem is, is het aan de Europese Raad, want dan zal de Kamer er ongetwijfeld mij op aanspreken. Ik vind dat er in zo’n strijd ook sprake moet zijn van een democratische legitimatie, of een nationale legitimering, namelijk dat ik erbij betrokken wordt, of een Europese legitimering in die zin dat het Europees Parlement er zeggenschap in heeft. Ons voorstel is dus om de balans van de machten op dit punt wat meer in evenwicht te brengen. Dat spel is echter nog volop in beweging en staat inderdaad niet geagendeerd voor de aanstaande VTE-Raad.

De heer Elias (VVD): Als nu bijvoorbeeld negen van de tien van die Europese toezichthouders het besluit wel juist vinden maar een niet, krijg je dan weer niet hetzelfde probleem?

Staatssecretaris Heemskerk: Je kunt dan nog kijken naar de wijze waarop die Europese toezichthouders een besluit nemen, bij unanimiteit of bij meerderheid.

De heer Elias (VVD): Het gezeur begint dan opnieuw, maar dan wel in een ander gremium.

Staatssecretaris Heemskerk: Als een onafhankelijke toezichthouder een besluit neemt en hij wordt gesteund door zijn peers, dan vind ik niet dat de Commissie dat voor de tweede keer zou moeten kunnen overrulen. Dan is het blijkbaar zo’n politiek punt dat of het Europees Parlement of de lidstaten erbij moeten worden betrokken.

Voorzitter. Ten slotte dan de roaming. Nederland loopt op dat punt voorop. Het Europees Parlement gaat grotendeels mee in het akkoord van de Raad, maar wil op een aantal punten toch wat verder. Wij liepen in de Raad ook voorop. Een punt waarop het Europees Parlement afwijkt is bijvoorbeeld dat het wholesale tarief voor dataroaming slechts 50 cent mag bedragen, terwijl de Commissie en de Raad nog uitgingen van een euro. Dat is toch wat beter nieuws als het gaat om de zogenaamde bill shock; je komt terug van vakantie en je hebt wat foto’s verstuurd of wat geïnternet op je blackberry en je schrikt je kapot van de telefoonrekening. Het Europees Parlement wil ook de afrekening per seconde vanaf de start van het telefoongesprek laten ingaan in plaats van na 30 seconden zoals was overeengekomen door Commissie en Raad. Het Europees Parlement wil ook het maximum afrekenplafond ter voorkoming van bill shocks eerder introduceren, namelijk per 1 januari 2010 in plaats van 1 juli 2010. Dat zijn toch allemaal verbeteringen.

De voorzitter: Naar mij blijkt bestaat er niet zozeer behoefte aan een tweede termijn, maar wil de heer Elias nog wel een puntje naar voren brengen.

De heer Elias (VVD): Graag, voorzitter. De staatssecretaris heeft inzake de glasvezel aangegeven dat hij de handreiking voor gemeenten nog wat zal opfleuren. Kan hij toezeggen dat het op geen enkele manier in strijd zal komen met het al genoemde en aangenomen amendement-Aptroot? Hoe kan ik dat dan controleren?

Staatssecretaris Heemskerk: Vanzelfsprekend gaan wij niet handelen in strijd met de wet. Nadat het is opgepoetst, zal ik het niet alleen onder de aandacht brengen van de VNG en de desbetreffende gemeenten, maar zal ik het ook de Kamer doen toekomen.

De voorzitter: Deze toezegging is in ieder geval genoteerd.

Ik dank de staatssecretaris voor de snelle beantwoording van onze vragen en de leden voor hun constructieve inbreng.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken,

Tichelaar

De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken,

Waalkens

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken,

Franke


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Schreijer-Pierik (CDA), Vendrik (GroenLinks), Ten Hoopen (CDA), Tichelaar (PvdA), voorzitter, Hessels (CDA), ondervoorzitter, Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Aptroot (VVD), Smeets (PvdA), Samsom (PvdA), Irrgang (SP), Jansen (SP), Biskop (CDA), Ortega-Martijn (ChristenUnie), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Van der Burg (VVD), Graus (PVV), Zijlstra (VVD), Besselink (PvdA), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD), Vos (PvdA), De Rouwe (CDA) en Elias (VVD).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Jan Jacob van Dijk (CDA), Sap (GroenLinks), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Blom (PvdA), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Koşer Kaya (D66), Ulenbelt (SP), Blok (VVD), Boelhouwer (PvdA), Kalma (PvdA), Karabulut (SP), Luijben (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie), Atsma (CDA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Madlener (PVV), Van Dam (PvdA), Gerkens (SP), Thieme (PvdD), Heerts (PvdA), Uitslag (CDA) en Weekers (VVD).

XNoot
2

Samenstelling:

Leden: Van de Camp (CDA), Atsma (CDA), Van Bommel (SP), ondervoorzitter, Van der Staaij (SGP), Waalkens (PvdA), voorzitter, Van Baalen (VVD), Ormel (CDA), Van Velzen (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Jan Jacob van Dijk (CDA), Blom (PvdA), Eijsink (PvdA), Van Dam (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Jonker (CDA), Irrgang (SP), De Roon (PVV), Boekestijn (VVD), Pechtold (D66), Ten Broeke (VVD), Gill’ard (PvdA), Jasper van Dijk (SP), Thieme (PvdD), Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie) en Peters (GroenLinks).

Plv. leden: Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Jager (CDA), De Wit (SP), Van der Vlies (SGP), Vos (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Haverkamp (CDA), Lempens (SP), Schermers (CDA), Knops (CDA), Jacobi (PvdA), Samsom (PvdA), Kuiken (PvdA), Teeven (VVD), Spies (CDA), Roemer (SP), Wilders (PVV), Van der Ham (D66), Van der Burg (VVD), Boelhouwer (PvdA), Van Leeuwen (SP), Ouwehand (PvdD), Voordewind (ChristenUnie) en Vendrik (GroenLinks).