Kamervraag 2023Z19291

Het verspreiden van antisemitische flyers op de Universiteit van Leiden

Ingediend 20 november 2023
Beantwoord 18 december 2023 (na 28 dagen)
Indieners Nicki Pouw-Verweij (BBB), Harm Beertema (PVV)
Beantwoord door Robbert Dijkgraaf (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66)
Onderwerpen hoger onderwijs onderwijs en wetenschap openbare orde en veiligheid organisatie en beleid recht staatsrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z19291.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-630.html
  • Vraag 1
    Bent u ervan op de hoogte dat het College van Bestuur van de Universiteit Leiden al op 15 oktober 2023 met een e-mail werd gewaarschuwd voor het antisemitische pamflet?1

    Ja. Ik heb dit nagevraagd bij het College van Bestuur (CvB) van de universiteit. Het CvB geeft aan sinds het oplaaien van het conflict in Israël en de Palestijnse gebieden alert te zijn op het verspreiden van haatzaaiende boodschappen en pamfletten in haar gebouwen en dit absoluut niet te tolereren. Tevens heeft het CvB de beveiligers opdracht gegeven om scherp op te letten dat dit niet gebeurt en als dit zich toch voordoet diegene direct te sommeren hiermee te stoppen.

  • Vraag 2
    Weet u dat in de betreffende e-mail een foto stond van deze folder, alsook de verschillende citaten die uiteindelijk op het pamflet zijn verspreid?

    Ja.

  • Vraag 3
    Wilt u bij het College van Bestuur informeren waarom er vervolgens totaal niets is gedaan om te voorkomen dat deze ontoelaatbare Jodenhaat werd gepromoot op de Universiteit Leiden?

    Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1 geeft de Universiteit Leiden aan extra alert te zijn op verspreiding van haatzaaiende boodschappen en dit niet te tolereren. De beveiligers van de universiteit hebben de opdracht gekregen om scherp op te letten dat haatzaaiende flyers worden verspreid. Ook worden verspreiders direct gesommeerd hiermee te stoppen. In reactie op mails en brieven die het College van Bestuur sinds het begin van het conflict ontvangt heeft het in verschillende berichten aan medewerkers en studenten laten weten dat oproepen tot haat, geweld en onverdraagzaamheid in geen enkel geval getolereerd worden. In een interview heeft de voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit Leiden tevens verdere toelichting gegeven op haar standpunten en zienswijze op de casus. Ook heeft ze aangegeven wat de instelling heeft gedaan en nog zal doen om incidenten te voorkomen.2

  • Vraag 4
    Bent u bereid om de Raad van Toezicht te verzoeken het College van Bestuur ontslag te verlenen nu dit aantoonbaar zo schrijnend tekort is geschoten in het beschermen van een deel van de samenleving dat in deze tijd onder grote druk staat?

    De verantwoordelijkheid voor de zorg voor een veilige leer- en werkomgeving ligt bij de Colleges van Bestuur en het is de taak van de Raden van Toezicht om toe te zien op het bestuurlijk handelen, waaronder de wijze waarop het veiligheidsbeleid wordt vormgegeven en uitgevoerd inclusief de afhandeling van incidenten. De medezeggenschapsraden kunnen hierop in- en tegenspraak bieden. De Universiteit Leiden heeft bij navraag aangegeven dat zij juist in deze moeilijke tijd van polarisatie pal voor de veiligheid van haar medewerkers en studenten staat, oproept tot verdraagzaamheid en helder met hen communiceert over wat wel en niet getolereerd wordt. Ik vind het belangrijk dat bovenstaande partijen met elkaar spreken over de wijze waarop het soms schurende gesprek wordt vormgegeven, met aandacht van de ondergrens en de spelregels van het academische debat. Ingrijpen via de Raad van Toezicht gebeurt alleen in zeer uitzonderlijke gevallen. Voor een dergelijke (zware) procedure zie ik geen aanleiding.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat de universiteitsinstanties, vertrouwenspersonen en diversity officers niet of onvoldoende hebben gefunctioneerd als het gaat om het welzijn van Israëlische en Joodse studenten die hebben geleden onder de oplaaiende Jodenhaat van de laatste maanden?

    Laat ik voorop stellen dat iedereen zich veilig moet kunnen voelen in het onderwijs en op de onderwijsinstelling. Antisemitisme, moslimhaat en elke andere vorm van discriminatie is volstrekt onacceptabel en hier moet krachtig tegen worden opgetreden. De verantwoordelijkheid voor de zorg voor een veilige leer- en werkomgeving ligt bij hoger onderwijsinstellingen bij de Colleges van Bestuur. Studenten die zich gediscrimineerd of onveilig voelen kunnen terecht bij de docent, functionarissen ten behoeve van studentenwelzijn, vertrouwenspersoon of de beveiliging. Het is aan de instellingen om casuïstiek proportioneel af te handelen, waar nodig de daartoe bevoegde partijen hierbij in te schakelen en bij strafbare feiten aangifte te doen bij de politie. Bij iedere universiteit is tevens een intern alarmnummer beschikbaar.
    Instellingen geven aan dat zij per situatie kijken naar een passende oplossing en ondersteuning. Mijn beeld is dat zij hiermee hard aan de slag zijn. Het borgen van een veilige leer- en werkomgeving voor iedereen is geen eenvoudige taak voor instellingen en vraagt onze doorlopende aandacht. Met de actualiteit van dit conflict wordt er bovendien veel van het onderwijs gevraagd. Ik vind het van groot belang dat instellingen ruimte bieden aan het voeren van het moeilijke gesprek over de situatie in het Midden-Oosten, en zo bijdragen aan verbinding. Diverse universiteiten en hogescholen organiseren bijeenkomsten en nemen daartoe verschillende initiatieven. Ik vind het goed dat universiteiten en hogescholen samenwerken aan een veilige leer- en werkomgeving via het Platform Integrale Veiligheid Hoger Onderwijs en via het netwerk van integrale veiligheidsadviseurs van de Universiteiten van Nederland (UNL). Langs die weg ondersteunen zij elkaar door het ontwikkelen en delen van expertise, het bespreken van casuïstiek en het opstellen van methodieken en handreikingen op de vele aspecten van veiligheid. Momenteel voer ik ook actief het gesprek met onder meer studenten, docenten, wetenschappers en onderwijsbestuurders over de impact van het conflict, hoe zij daarmee omgaan, en om kennis en ervaringen onderling te delen.
    Ik heb grote waardering voor de docenten en bestuurders die het moeilijke gesprek op hun instelling mogelijk maken en ik wil hen ook oproepen om dat te blijven doen. Op deze wijze bieden we studenten een ventiel om hun gevoelens en emoties te kunnen uiten en om hen uit te nodigen om open te staan voor anderen, ook als je het inhoudelijk niet met elkaar eens bent.

  • Vraag 6
    Blijft u bij uw weigering om met universiteiten in gesprek te gaan, zoals u eerder aangaf in antwoord op schriftelijke Kamervragen over de onveilige situatie voor Joodse studenten aan de Universiteit van Amsterdam?2

    Sinds het oplaaien van het conflict voer ik actief gesprekken met het onderwijsveld over de impact van het conflict op de leergemeenschappen, hoe zij daarmee omgaan en de uitdagingen die dit met zich meebrengt. Bij deze gesprekken waren ook vertegenwoordigers van studenten, docenten, wetenschappers en onderwijsbestuurders aanwezig.
    Zoals aangegeven in de beantwoording van bovenstaande vragen, heeft de veiligheid van studenten en medewerkers de volle aandacht van Universiteit Leiden. Ik constateerde eerder dat dit ook geldt voor de Universiteit van Amsterdam. Ik zie op dit moment daarom geen aanleiding voor een aanvullend gesprek met genoemde universiteiten.

  • Vraag 7
    Wilt u op alle vragen afzonderlijk antwoord geven en de Kamer hierover volgende week informeren?

    Ik heb getracht aan uw verzoek voor een spoedige beantwoording te voldoen. Met het verzamelen van de benodigde gegevens ging echter enige tijd gemoeid.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2023Z19291
Volledige titel: Het verspreiden van antisemitische flyers op de Universiteit van Leiden
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20232024-630
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Pouw-Verweij en Beertema over het verspreiden van antisemitische flyers op de Universiteit van Leiden