Kamervraag 2015Z00674

De ingangsdatum van de subsidieregeling energiebelasting voor sportverenigingen

Ingediend 19 januari 2015
Beantwoord 9 maart 2015 (na 49 dagen)
Indieners Pieter Omtzigt (CDA), Hanke Bruins Slot (CDA)
Beantwoord door Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD), Eric Wiebes (staatssecretaris financiën) (VVD)
Onderwerpen belasting cultuur en recreatie energie financiën natuur en milieu sport
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z00674.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-1509.html
  • Vraag 1
    Kent u het artikel «rijk pakt sportclubs veel geld af»1, het artikel «Nieuwe subsidieregeling energiebelasting» op de website van de KNVB2 en het artikel «Stopzetting ecotax nadelig voor verenigingen»?3

    Ja.

  • Vraag 2
    Klopt het dat het kalenderjaar 2014 het laatste jaar is waarover teruggave van de betaalde energiebelasting aangevraagd kan worden door sportverenigingen?

    Ja.

  • Vraag 3
    Klopt het dat de nieuwe subsidieregeling pas per 1 januari 2016 ingaat, waardoor over het kalenderjaar 2015 geen teruggaaf en geen subsidie aangevraagd kan worden? Zo ja, betekent dit dan dat sportverenigingen over 2015 met (aanzienlijk) hogere energiekosten worden geconfronteerd?

    Over het kalenderjaar 2015 kan geen compensatie worden aangevraagd. De sportverenigingen krijgen in 2015 wel de compensatie over het kalenderjaar 2014. Het betreft het energiegebruik over een aaneengesloten periode van 12 maanden en waarvan de einddatum ligt in 2014. Deze teruggave wordt bij de sportverenigingen dan ook opgenomen in de begroting in 2015. Op de begroting 2015 zal voor de sportvereniging dan ook geen verandering plaats vinden in de totale lasten van de energie op de begroting.

  • Vraag 4
    Klopt het dat de Stichting Waarborgfonds Sport (SWS) penningmeesters adviseert in de begroting vanaf 2016 geen rekening meer te houden met de teruggave energiebelasting?4 Deelt u de mening dat penningmeesters ook actief geïnformeerd moeten worden over het feit dat zij over kalenderjaar 2015 geen enkele teruggaaf of subsidie hoeven te verwachten?

    Ja, ik heb de sportbonden op 14 november 2014 schriftelijk geïnformeerd over het afschaffen van de mogelijkheid tot gedeeltelijke compensatie van de betaalde energiebelasting. De bonden en de Stichting Waarborgfonds Sport hebben hierop de penningmeesters geïnformeerd.

  • Vraag 5
    Hoe staat het met de toezegging van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport dat zij met de koepelorganisatie van de georganiseerde sport (NOC*NSF) de wenselijkheid van een eventuele overgangsregeling bespreekt?5

    In overleg met de sportsector heb ik besloten de ingangsdatum van de nieuwe subsidieregeling uit te stellen van 1 januari 2015 naar 1 januari 2016. Op deze wijze kunnen de verenigingen zich voorbereiden op de afschaffing van de mogelijkheid tot gedeeltelijke compensatie van de betaalde energiebelasting en de ingang van de nieuwe regeling energiebesparing en verduurzaming sportaccommodaties. In dit besluit heb ik de wenselijkheid van een eventuele overgangscompensatie mee laten wegen.
    Op basis hiervan heb ik de mogelijkheid tot gedeeltelijke compensatie van de betaalde energiebelasting afgeschaft zonder overgangscompensatie.

  • Vraag 6
    Is er een overgangsregeling? Zo ja, hoe ziet die eruit, en hoe kunnen sportverenigingen hier gebruik van maken? Zo nee, waarom is ertoe besloten geen overgangsregeling in te stellen?

    Zie antwoord vraag 5.

  • Vraag 7
    Welke partijen worden betrokken bij de uitwerking van de nieuwe subsidieregeling?

    Ik hecht er belang aan de georganiseerde sport goed bij deze regeling te betrekken. Daarom betrek ik bij de uitwerking van de nieuwe regeling NOC*NSF, de tien grootste sportbonden, Vereniging Sport en Gemeenten en de Stichting Waarborgfonds Sport.

  • Vraag 8
    Kunt u garanderen dat het wijzigen van de regeling niet ten koste gaat van de financiële stabiliteit van sportverenigingen?

    Bij de huidige mogelijkheid tot gedeeltelijke compensatie van de betaalde energiebelasting gaat het om gemiddeld 1% van de begroting van een sportvereniging (TK 33 750 XVI nr. 94).
    Het is dan ook niet de verwachting dat de financiële stabiliteit van sportverenigingen hierdoor substantieel aangetast wordt.

  • Vraag 9
    Welke doelstelling voor verduurzaming van sportaccommodaties wordt door de nieuwe subsidieregeling beoogd?

    De doelstelling van de nieuwe regeling is energiebesparing en verduurzaming op sportaccommodaties te bewerkstelligen.

  • Vraag 10
    Waarom is er voor gekozen de teruggave energiebelasting af te schaffen? Was het met het oog op een effectieve verduurzaming van sportaccommodaties niet beter geweest om naast de nieuwe subsidieregeling ook de teruggaafregeling in stand te houden, zoals beoogd was met de motie van de leden Bruins Slot en Pia Dijkstra?6

    De teruggave regeling energiebelasting stimuleert verenigingen niet om energiebesparende of verduurzamende maatregelen te nemen. Door deze middelen in te zetten voor de nieuwe regeling wordt deze positieve stimulans wel aan de verenigingen gegeven. Het in stand houden van beide regelingen zou twee contraire signalen aan de sportverenigingen geven.

  • Vraag 11
    Deelt u de mening dat sportverenigingen die reeds de stap naar verduurzaming hebben gemaakt, benadeeld worden door het vervangen van de teruggaafregeling voor een subsidieregeling? Zo nee, waarom niet?

    Nee, verengingen die reeds energiebesparende en verduurzamende maatregelen genomen hebben, kunnen hierdoor een verlaging van de energierekening realiseren. Deze verlaging van energielasten betekent automatisch dat de gedeeltelijke compensatie van de betaalde energiebelasting lager is geworden.

  • Vraag 12
    Bent u bereid ook sportverenigingen die de stap naar verduurzaming in recente jaren al gemaakt hebben ook de gelegenheid te geven gebruik te maken van de subsidieregeling? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit vormgeven?

    Ja, de subsidieregeling is bedoeld voor nieuwe investeringen in energiebesparende en verduurzamende maatregelen. Wanneer verenigingen die al stappen hebben genomen op dit terrein aanvullende stappen willen nemen kunnen zij van deze regeling gebruik maken.

  • Vraag 13
    Heeft u bij uw besluit de teruggaafregeling af te schaffen overleg gevoerd met provincies, die vaak zelf al een beleid voeren voor verduurzaming van sportaccommodaties? Heeft u met uw besluit rekening gehouden met het risico dat hiermee acties van provincies voor verduurzaming belemmerd worden? Zo nee, waarom niet?

    Bij het besluit om de huidige mogelijkheid tot gedeeltelijke compensatie van de betaalde energiebelasting af te schaffen heb ik gesproken met de georganiseerde sport en de Vereniging Sport en Gemeenten.
    De provinciale regelingen en de regeling zoals ik die met mijn collega van Economische Zaken voornemens ben, belemmeren elkaar niet maar versterken elkaar. Het beleid van de Provincie Overijssel heeft het voor sportverenigingen aantrekkelijk gemaakt een energiescan te laten uitvoeren en te investeren tot 10.000 euro. Bij grotere investeringen is het voor de sportverenigingen mogelijk om een lening tegen gereduceerd rente tarief af te sluiten. Deze verenigingen hebben hierdoor een eerste stap kunnen maken en kunnen van de nieuwe regeling gebruik maken om aanvullende maatregelen te nemen.

  • Vraag 14
    Op welke wijze denkt u dat uw besluit om de teruggaafregeling af te schaffen bijvoorbeeld het beleid van de provincie Overijssel voor verduurzaming beïnvloedt?7

    Zie antwoord vraag 13.

  • Vraag 15
    Deelt u de mening dat met uw besluit provincies die afgelopen jaren geïnvesteerd hebben in verduurzaming van sportaccommodaties benadeeld worden ten opzichte van provincies die hier niets aan gedaan hebben? Zo nee, waarom niet?

    Nee, provincies die in de afgelopen jaren regelingen zijn gestart voor energiebesparing en verduurzaming van sportaccommodaties hebben hierdoor de sportverenigingen in de betreffende provincie bewuster gemaakt van de mogelijkheden voor energiebesparing en verduurzaming. Wanneer deze verenigingen nieuwe of aanvullende maatregelen willen nemen kunnen zij ook gebruik maken van de nieuwe subsidieregeling.

  • Vraag 16
    Welke provincies hebben de afgelopen jaren vanuit eigen middelen geïnvesteerd in de verduurzaming van sportaccommodaties? Bent u bereid met provincies in overleg te gaan over de gevolgen van het afschaffen van de teruggaafregeling? Zo nee, waarom niet?

    Dit geldt voor de provincies Overijssel en Limburg. De provincies Gelderland8 en Groningen9 bieden de mogelijkheid voor verenigingen om een energiescan te laten doen. In de overige provincies kunnen sportverenigingen vaak gebruik maken van meer generieke subsidie middelen maar dit heeft nog maar tot een enkele investering geleid. Ik ben en blijf met de provincies in overleg over de nieuwe subsidieregeling.

  • Mededeling - 4 februari 2015

    De vragen van de Kamerleden Bruins Slot (CDA) en Omtzigt (CDA) over de ingangsdatum van de subsidieregeling energiebelasting voor sportverenigingen (2015Z00674) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat er nader overleg moet plaatsvinden met de in de Kamervragen genoemde externe partijen en dat dit meer tijd zal kosten dan voorzien. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2015Z00674
Volledige titel: De ingangsdatum van de subsidieregeling energiebelasting voor sportverenigingen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20142015-1509
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Bruins Slot en Omtzigt over de ingangsdatum van de subsidieregeling energiebelasting voor sportverenigingen