Het artikel ‘Internationale boksbond gaat olympische status verliezen om Russische invloeden’ |
|
Ruben Brekelmans (VVD), Rudmer Heerema (VVD) |
|
Wopke Hoekstra (viceminister-president , minister buitenlandse zaken) (CDA), Conny Helder (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
![]() |
Bent u bekend met het artikel «Internationale boksbond gaat olympische status verliezen om Russische invloeden»1?
Ja.
Onderstreept u nog steeds het belang van het weren van Russische en Wit-Russische sporters bij deelname aan landentoernooien als de Olympische Spelen?
Ja.
Bent u het eens dat niet alleen Russische sporters, maar ook trainers en officials geweerd zouden moeten worden, zeker onder eigen vlag en als ze niet nadrukkelijk afstand hebben genomen van de oorlog?
Ja, daar ben ik het mee eens.
Bent u op de hoogte van de schorsing van de Internationale Boxing Association (IBA) in 2019 vanwege corruptie bij wedstrijden, bestuurlijke en financiële problemen? En bent u op de hoogte van het toelaten door de IBA van Russische en Wit-Russische boksers op internationale competities tegen de sancties van het internationaal olympisch comité (IOC) in, waardoor de olympische status van het boksen nog verder in gevaar is gekomen?
Ja, ik ben op de hoogte van de schorsing van de IBA en het toelaten van sporters uit Rusland en Belarus onder eigen vlag door de IBA.
Het IOC heeft aangegeven zich te willen blijven inzetten voor de bokssport. Het ziet er ook naar uit dat boksen op het programma zal staan tijdens de Olympische Spelen 2028 in Los Angeles (LA2028). Dit is op het moment echter nog niet bevestigd.
Bent u op de hoogte van het feit dat het IOC de olympische erkenning van de internationale boksbond IBA op 22 juni definitief gaat intrekken? Hoe kijkt u tegen deze overweging aan gezien de Russische invloeden binnen- en het slecht functioneren van de IBA?
Ja, het IOC heeft deze erkenning inmiddels ingetrokken. Gezien de keuzes en ontwikkelingen van de IBA en de vastgelopen gesprekken tussen IBA en IOC begrijp en steun ik het besluit van het IOC.
Heeft u overleg met NOC*NSF over welke koers er met betrekking tot deelname van Russische sporters, trainers en juryleden moet worden gevaren? Klopt het dat de koers van het kabinet (geen deelname Russische sporters) afwijkt met die van NOC*NSF (onder voorwaarden deelname Russische sporters)?
Ik heb zeer regelmatig contact met NOC*NSF over dit onderwerp. We houden elkaar ook goed op de hoogte van alle ontwikkelingen.
We delen grotendeels dezelfde opvattingen. Het klopt dat er enkele nuanceverschillen zijn.
Bent u op de hoogte dat er een alternatief voor de internationale boksbond IBA is, namelijk de nieuw opgerichte World Boxing die wel kans maakt op Olympische erkenning zodat boksen op de Olympische agenda in 2028 en verder kan blijven staan en daarmee Nederlandse boksers de kans geeft op deelname en het winnen van medailles?
Ja, ik ben op de hoogte van de nieuwe opgerichte World Boxing. Ik blijf in contact met NOC*NSF om de ontwikkelingen te volgen.
Het is op dit moment nog niet duidelijk of World Boxing al zicht heeft op de Olympische erkenning, daar gaat het IOC over. Voor LA2028 verwijs ik graag naar het antwoord onder vraag 4.
Bent u het eens dat de effecten van de onvoorspelbare ontwikkelingen in de oorlog die Rusland is gestart tegen Oekraïne geen effect mogen hebben op de financiering van sportbonden? En vindt u ook dat Nederlandse sporters die voldoen aan de Olympische eisen via World Boxing meer kans maken op deelname aan Olympische Spelen dan bij de IBA die geen Olympische erkenning meer heeft? En dat zowel het ministerie als NOC*NSF als uitvoerder van het Nederlands topsportbeleid de meest kansrijke route voor deelname moeten omarmen?
Ja, ik ben het eens dat dit geen effect mag hebben op de financiering van sportbonden.
Het is op dit moment nog niet duidelijk of World Boxing al zicht heeft op de Olympische erkenning, daar gaat het IOC over. Ik blijf in contact met NOC*NSF om de ontwikkelingen te volgen. Hoe dan ook steunt NOC*NSF de Nederlandse boksers zodat zij zich kunnen voorbereiden op de komende Olympische Spelen.
Bent u bereid om steun uit te spreken voor World Boxing waar ook de Nederlandse Boksbond zich bij wil aansluiten om de kans te vergroten om boksen op het Olympische programma te houden? En deelt u de mening dat Nederland zich vanwege de Russische invloeden bij de IBA op geen enkele wijze meer moet verhouden tot de IBA?
Ik blijf in contact met NOC*NSF om de ontwikkelingen te volgen. De hoop is dat er snel duidelijkheid komt voor de internationale boksgemeenschap.
Het is zeer wenselijk dat Nederland zich niet meer hoeft te verhouden tot de IBA.
Het artikel ‘Betaald voetbal predikte loonmatiging tijdens corona, maar spelers kregen meer’ |
|
Lisa Westerveld (GL), Tom van der Lee (GL) |
|
Karien van Gennip (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (CDA), Conny Helder (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
![]() |
Heeft u het artikel «Betaald voetbal predikte loonmatiging tijdens corona, maar spelers kregen meer»?1
Ja.
Was u er voor publicatie van dit artikel van op de hoogte dat eredivisieclubs niet eerlijk waren over het gebruik van de loonsteun? Zo ja, wanneer en waarom heeft u dit niet met de Kamer gedeeld?
Betaald voetbalorganisaties en de KNVB hebben ten tijde van de coronacrisis in hun Deltaplan «De toekomst van het Nederlands voetbal» aangegeven dat zij als gevolg van coronamaatregelen financiële schade verwachtten. In het Deltaplan hebben clubs ook meerdere routes aangegeven om die schade met eigen maatregelen op te vangen. Het Deltaplan is een document dat door de sector zelf eenzijdig is opgesteld en bevat daarmee geen afspraken tussen de sector en de overheid. Als het gaat om het gebruik van loonsteun door middel van de NOW gelden de voorwaarden zoals die in de NOW-regelingen zijn vastgelegd.
Er zijn betaald voetbalclubs die gebruik hebben gemaakt van de NOW. De NOW was bedoeld om werkgevers tegemoet te komen in de betaling van de loonkosten, indien in een aangewezen periode sprake was van omzetdaling van ten minste twintig procent. Als sprake was van een NOW-subsidie boven de 40.000 euro of 125.000 euro diende bij de vaststellingsaanvraag het rapport van een deskundige derde respectievelijk een accountantsverklaring te worden toegevoegd ter toetsing van het voldoen aan de voorwaarden. Als niet aan de voorwaarden is voldaan, werd de subsidie (gedeeltelijk) teruggevorderd.
Bij de vaststelling van de definitieve subsidiehoogte maakte UWV onder andere gebruik van de loonsom zoals deze bekend is in hun Polisadministratie. In combinatie met het daadwerkelijke omzetverlies dat door de werkgever door middel van de vaststellingsaanvraag is ingediend, werd door UWV de subsidie definitief vastgesteld. Deze vaststelling werd, afhankelijk van het bedrag, ondersteund door een deskundige derde of accountant. Op basis van deze vaststelling kreeg een werkgever een nabetaling of een (gedeeltelijke) terugvordering van het eerder verleende voorschot. Als tijdens de vaststelling bleek dat een aanvraag niet (langer) aan een van de voorwaarden voldeed, werd het volledige voorschot teruggevorderd. In de vaststellingsfase heeft UWV onder andere gecontroleerd of de loonsom gelijk is gebleven, in lijn met het doel van de regeling. Als de loonsom van de werkgever was gedaald, zal dit (bij een gelijkblijvend omzetverlies) geleid hebben tot een lager recht op NOW-subsidie en dus een mogelijke terugvordering van het eerder verstrekte voorschotbedrag. Als de loonsom was gestegen, heeft dat niet geleid tot een hogere subsidie.
Loonmatiging was geen voorwaarde voor de NOW en is dus geen relevante factor in de vaststelling. Er zijn met de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (KNVB) of betaald voetbalclubs destijds geen sectorspecifieke afspraken gemaakt rondom voorwaarden voor NOW-steun.
In het kader van de NOW-steun zijn aanvragers altijd gecontroleerd of zij recht hadden op deze steun en kan er dus niet zonder meer worden gesteld dat zij hier op een oneerlijke manier mee zijn omgegaan.
Bij welke clubs is er sprake van een loonstijging, terwijl loonmatiging was beloofd?
Cijfers over loonstijgingen in het betaald voetbal worden niet bijgehouden door UWV, aangezien dit geen onderdeel is van de NOW-voorwaarden.
Wat was de hoogte van de salarissen bij deze clubs voordat zij loonsteun kregen en hoeveel zijn die salarissen gestegen (zowel relatief als absoluut)?
Ons is niet bekend bij welke clubs er sprake was van een loonstijging en in welke mate de salarissen zijn gestegen. De KNVB geeft aan niet te beschikken over exacte cijfers bij welke clubs de lonen zijn gestegen, en dat deelbare cijfers niet beschikbaar zijn omdat dit bedrijfsgevoelige informatie betreft.
Ook geeft de KNVB aan dat meerdere clubs tijdens de coronacrisis tijdelijke loonmatigingen doorvoerden in samenspraak met spelers. Onder meer FC Groningen, Feyenoord, PSV, PEC Zwolle en SC Heerenveen sloten overeenkomsten over het korten van de salarissen. Verder leverden bij diverse clubs ook directieleden in op hun loon.
Tot slot geeft de KNVB aan dat corona een stevige impact heeft gehad op de financiën van clubs. In het seizoen 2020/»21 is de netto omzet in de Eredivisie en Eerste Divisie ten opzichte van het seizoen 2019/»20 gedaald met respectievelijk 23% en 20%.
Hoe beoordeelt u de uitspraken van de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) dat clubs «het maximale» gedaan hebben, zoals wordt gezegd door selecties te verkleinen en contracten aan te passen? Bent u van mening dat sprake is van misleiding op het moment dat daarentegen, zoals het artikel stelt, inderdaad sprake is van een stijging van de salarissen voor voetballers?
Van belang is of overheidssteun werd gebruikt in lijn met de voorwaarden die voor die steun zijn vastgesteld. Zoals aangegeven in antwoord op vraag 2 zijn er verschillende voorwaarden in de NOW-regelingen opgenomen. Verleende steun die achteraf niet aan deze voorwaarden voldoet, wordt door UWV teruggevorderd. UWV is nog volop met de vaststellingen en de terugvorderingen bezig.
Welke afspraken zijn er precies gemaakt over loonmatiging? Zijn deze (contractueel) vastgelegd? Zo ja, met welke gevolgen als de afspraken niet worden nagekomen?
Tussen het Rijk en de voetbalsector zijn geen afspraken gemaakt rondom NOW-steun of loonmatiging. Zoals eerder in deze beantwoording aangegeven, was loonmatiging geen voorwaarde voor de NOW en heeft een lagere loonsom van een werkgever in veel gevallen tot een lager definitief recht op NOW geleid.
Kunt u uitleggen hoe het ontvangen van loonsteun zich verhoudt tot de systematiek van de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), waarbij loonsomdalingen leidden tot verlaging van de subsidie en waarbij omzetstijgingen ook leidden tot een verlaging van de subsidie?
Zie het antwoord op vraag 2. Binnen de NOW gold voor de werkgever de voorwaarde dat de loonsom wordt doorbetaald. Een gedaalde loonsom heeft geleid tot een lagere subsidie en in veel gevallen een terugvordering. Een verhoging van salarissen was daarentegen geen relevante factor in de vaststelling van de hoogte van NOW-subsidie.
Hoe beoordeelt u de loonsteun die uiteindelijk verstrekt is aan de eredivisieclubs, nu blijkt dat zij de beloften tot loonmatiging niet zijn nagekomen? Hadden de clubs toch deze loonsteun ontvangen als voor het verstrekken daarvan duidelijk was geweest dat het gebruikt zou worden om de salarissen van voetballers verder te verhogen?
Zie het antwoord op de voorgaande vragen. Loonmatiging was geen voorwaarde binnen de NOW en daarmee geen relevante factor in de vaststelling van de hoogte van NOW-subsidie.
Bent u van mening dat de onderhandelingsmacht van voetballers geen reden is om het verstrekken van loonsteun goed te praten, zonder dat de loonsteun wordt terugbetaald?
Loonsteun die niet in overeenstemming was met de geldende voorwaarden in de NOW-regeling diende te worden terugbetaald. Dit wordt tot op heden gecontroleerd door UWV en onterecht uitbetaalde steun wordt teruggevorderd.
Hoe beoordeelt u de reactie van de KNVB, waarin de KNVB stelt dat de lonen vooral zijn gestegen door de marktmacht van voetballers? Was de marktmacht van voetballers niet te voorzien? En hoe verhouden deze statements van de KNVB zich tot de letterlijke belofte «De beoogde overheidshulp is absoluut niet bedoeld voor de salarissen van de topspelers»2?
Of en waarom lonen van topspelers zijn gestegen, was vanuit de optiek van de NOW-regeling geen relevante factor. Zoals in eerdere antwoorden aangegeven, beoordeelde UWV of de verleende loonsteun op basis van de voorwaarden die in de NOW-regelingen zijn vastgelegd en die voor alle werkgevers hetzelfde zijn.
Is er al steun terugbetaald, aangezien voetbalclubs hebben beloofd3 dat de steun onmiddellijk terugbetaald zou worden als afspraken niet werden nagekomen? Zo nee, waarom niet?
Voor elke NOW-periode waarvan betaald voetbalclubs gebruik hebben gemaakt, moest een vaststellingsaanvraag worden gedaan. Daarin werd de daadwerkelijke omzetdaling en de daadwerkelijke loonsom in overweging genomen.
Wanneer bleek dat sprake was van een dalende loonsom dan wel een hogere omzet dan verwacht bij de voorschotaanvraag, of als er niet aan andere voorwaarden was voldaan, heeft dit geleid tot een gehele of gedeeltelijke terugvordering. In de openbare NOW-registers is inzichtelijk welke werkgevers gebruik hebben gemaakt van de NOW.
Wij hebben geen inzicht in eventuele afspraken die zijn gemaakt tussen de KNVB en betaald voetbalclubs over onderlinge vormen van steun of de voorwaarden die daaraan zijn gesteld.
Bent u van mening dat de loonsteun die is gebruikt voor de verhoging van salarissen van voetballers teruggevorderd moeten worden? Zo ja, op welke termijn gaat en hoe gaat deze zorg terugvorderen?
Zie het antwoord op de voorgaande vragen. Bij een vaststellingsaanvraag controleerde UWV of is voldaan aan de NOW-voorwaarden en werd vastgesteld wat de definitieve hoogte van de subsidie is. Dit kan geleid hebben tot een (gedeeltelijke) terugvordering.
Discriminerende spreekkoren in de stadions |
|
Mohammed Mohandis (PvdA), Songül Mutluer (PvdA) |
|
Conny Helder (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
![]() |
Bent u bekend met de petitie «Stop discriminerende spreekkoren in de stadions» van COC Nederland en met het bericht «Nog geen concrete afspraken voor homospreekkoren in nieuwe voetbalseizoen: «Ligt niet zo simpel»»?1, 2
Ja.
Kunt u zich vinden in de eis in de petitie dat voetbalclubs, de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) en overheden er vanaf komend seizoen voor moeten zorgen dat wedstrijden consequent worden stilgelegd en indien nodig gestaakt bij discriminerende spreekkoren? Zo ja, hoe gaat u hier uitvoering aan geven? Zo nee, waarom niet? Heeft u een beeld van hoe vaak wedstrijden zijn stilgelegd bij discriminerende spreekkoren?
Wat mij betreft is ieder discriminerend spreekkoor er één te veel. Discriminatie hoort niet thuis in Nederland, ook niet op het voetbalveld. Ik ben dan ook voor het – al dan niet tijdelijk – stilleggen van wedstrijden indien zich ongewenste spreekkoren voordoen.
Zoals u weet treedt bij de signalering van discriminatoire, racistische, antisemitische of anderszins kwetsende spreekkoren de KNVB Richtlijn bestrijding verbaal geweld in werking. Dit betekent dat de thuisspelende betaald voetbal organisatie (bvo) primair verantwoordelijk is voor het optreden hiertegen. Bij signalering van discriminatoire, racistische en/of antisemitische spreekkoren zal door de thuisspelende bvo direct actie worden ondernomen door de stadionspeaker het publiek toe te laten spreken, waarbij het publiek dringend wordt verzocht tot het beëindigen van dergelijke spreekkoren. Ook wordt het publiek gewaarschuwd dat bij voortzetting/herhaling van dergelijke spreekkoren, de wedstrijd direct zal worden stilgelegd. Ingeval de spreekkoren worden voortgezet/herhaald, dan kan de scheidsrechter (al dan niet op verzoek van de thuisspelende bvo) de wedstrijd (tijdelijk) stilleggen, waarna de stadionspeaker het publiek hierover informeert en het publiek nogmaals dringend verzoekt tot beëindiging van dergelijke spreekkoren. De thuisspelende bvo dient op dat moment met de lokale overheid in overleg te treden voor het geval dat de wedstrijd definitief wordt gestaakt. Na de (tijdelijke) stillegging kan de wedstrijd door de scheidsrechter worden hervat indien de spreekkoren zijn gestopt. Ingeval de spreekkoren worden voortgezet/herhaald, dan kan de scheidsrechter (op verzoek van de thuisspelende bvo en in overleg met de lokale autoriteiten) de wedstrijd definitief staken.
In het geval van andersoortige, niet discriminerende spreekkoren, zal de thuisspelende bvo het publiek via de stadionspeaker tweemaal (kunnen) waarschuwen voordat de thuisspelende bvo de scheidsrechter verzoekt de wedstrijd (tijdelijk) stil te leggen.
De KNVB houdt niet expliciet bij hoeveel wedstrijden worden stilgelegd. Het antwoord op de vraag daarop blijf ik u dan ook schuldig.
Hoe kan het dat er nog steeds geen concrete afspraken zijn voor homospreekkoren tijdens voetbalwedstrijden, ondanks de «Richtlijn bestrijding verbaal geweld» die de KNVB heeft opgesteld om discriminerende en kwetsende spreekkoren in stadions rechtstreeks aan te pakken?3
Die afspraken zijn er wel als het om homospreekkoren gaat die ook discriminerend zijn. Vanaf aankomend seizoen wordt in de voetbalstadions ook ingegrepen als bezoekers in spreekkoren het woord homo als scheldwoord gebruiken voor bijvoorbeeld een speler of scheidsrechter. Alle betaald voetbalclubs willen af van de homospreekkoren. Vanaf de start van seizoen 2023/»24 zal de stadionspeaker bij homospreekkoren gericht op een individu, als ze massaal, repeterend en/of langdurig zijn, de daders eerst waarschuwen. Gaat men na twee van deze berichten toch door, dan wordt de wedstrijd tijdelijk stilgelegd. Daders worden opgespoord en krijgen een stadionverbod van maximaal 18 maanden. Het betaald voetbal zal na afloop van het seizoen 2023/»24 de aanpak evalueren en op basis daarvan kunnen verdere afspraken worden gemaakt.
Wordt op dit moment door de betaald voetbalorganisaties (BVO’s) consequent uitvoering gegeven aan de «Richtlijn bestrijding verbaal geweld»? Zo ja, hoe precies? Zo nee, waarom niet?
Bvo’s zijn gehouden aan de regels omtrent spreekkoren en dienen hier uitvoering aan te geven. Indien er discriminatoire, racistische, antisemitische of anderszins kwetsende spreekkoren gesignaleerd worden zal de onafhankelijk aanklager betaald voetbal onderzoek doen naar de feiten en of de bvo zich aan de richtlijnen heeft gehouden en wat er voor, tijdens en na de wedstrijd aan is gedaan. Uiteindelijk oordeelt de onafhankelijke tuchtcommissie of een bvo juist heeft gehandeld en bepaalt de strafmaat.
Bent u nog met de KNVB in gesprek om discriminatoire, racistische, antisemitische en andersoortige spreekkoren onder de aandacht te brengen van de BVO’s? Zo ja, hoe verlopen die gesprekken en wat zijn de concrete uitkomsten van die gesprekken? Zo nee, waarom niet en bent u van plan deze gesprekken weer op te pakken?
Samen met de partners, waaronder de KNVB, ben ik in gesprek over een vervolg op «Ons voetbal is van iedereen. Samen zetten we racisme en discriminatie buitenspel» (OVIVI). De plannen voor dit vervolg zullen de komende periode verder worden ingevuld en vormgegeven. Ik kan al wel aangeven dat spreekkoren een thema is dat door middel van trainingsprogramma’s onder de aandacht zal komen van de bvo’s.
Is hetgeen gebeurd dat u in mei vorig jaar aan de Kamer schreef, dat in samenwerking met drie BVO’s slimme technologie zou worden getoetst in een realistische (stadion)setting om discriminerende of kwetsende uitingen in stadions beter te kunnen registreren? Zo ja, wat was de uitkomst daarvan?
Ja, deze pilot loopt nog en zal in het vervolg op OVIVI een vervolg krijgen. Bij PEC Zwolle is succesvol getest met de zogenaamde persoonsgebonden toegang (identificatie), waarmee men bij PEC Zwolle precies weet wie er in het stadion zit, ook als een kaartje wordt doorverkocht of doorgegeven. Dit systeem zal vanaf volgend seizoen worden gevalideerd en opgeschaald richting meerdere clubs in het betaald voetbal. Daarnaast zal verder worden gewerkt aan beeld- en geluidsystemen gekoppeld aan AI (signaleren en registreren).
Het bericht 'Sportkantine drooggelegd: kabinet sleutelt aan nieuwe anti-drankplannen' |
|
Vicky Maeijer (PVV) |
|
Maarten van Ooijen (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (CU) |
|
![]() |
Bent u bekend met het bericht «Sportkantine drooggelegd: kabinet sleutelt aan nieuwe anti-drankplannen?1
Ja.
Klopt het dat u een enorme accijnsverhoging (50%) overweegt op alcoholhoudende dranken?
In het Nationaal Preventieakkoord (NPA) zijn doelstellingen afgesproken om het alcoholgebruik onder jongeren, zwangeren, overmatige en zware drinkers terug te dringen én op de kennis over en de bewustwording over de schadelijkheid van alcohol te vergroten. Gebleken is dat we met de huidige inzet deze doelstellingen van het NPA niet gaan halen. Daar is echt meer voor nodig. Hoewel overmatig alcoholgebruik en alcoholgebruik onder zwangeren licht lijkt te dalen, zien we dat zwaar alcoholgebruik en het alcoholgebruik onder jongeren, ondanks gezamenlijke inzet via het NPA, niet afneemt. Met name het alcoholgebruik door jongeren baart mij zorgen; bijna 21% van de jongeren tussen de 12 en 16 doet aan bingedrinken (5 glazen of meer per gelegenheid)2. In gesprekken hierover moeten we alle effectieve maatregelen om die doelen te halen, op tafel leggen. Het RIVM en WHO adviseren om maatregelen op het terrein van prijs, marketing en beschikbaarheid te overwegen. Er is geen sprake van een Kabinetsbesluit, ook niet van een politiek wensenlijstje.
Klopt het dat u de verkoop van wijn en speciaal bier in supermarkten overweegt te verbieden?
Zie antwoord vraag 2.
Klopt het dat u alle alcoholische dranken in sportkantines overweegt te verbieden?
Nee, dat klopt niet. Ik ben voorstander van een gezonde sportomgeving voor de jeugd en een gezonde generatie in 2040. Een gezonde sportomgeving betekent wat mij betreft dat tijdens jeugdwedstrijden niet geschonken wordt en dat jongeren onder de 18 vanzelfsprekend niet aan alcohol kunnen komen op de sportvereniging. Ik wil graag het gesprek voeren hoe we daar kunnen komen.
Waarom wilt u iedereen die wel eens een borreltje drinkt aanpakken?
Ik wil niemand z’n drankje afpakken.
Heeft u niets beters te doen dan maatregelen bedenken die het leven van gewone Nederlanders onbetaalbaar maken? Waarom stopt u niet met het bedenken van prijsverhogende maatregelen zoals de suikertaks, vleestaks en het verhogen van accijnzen?
Zie antwoord vraag 5.
Waarom mogen volwassenen niet zelf bepalen of zij nog een biertje willen drinken in de sportkantine?
Zie antwoord vraag 5.
Kan u de Kamer een afschrift sturen van de in het artikel genoemde «betuttellijst»?
Voor een totaaloverzicht van effectieve maatregelen verwijs ik u naar het RIVM-rapport «Inventarisatie aanvullende maatregelen Nationaal Preventieakkoord» dat ik op 6 april 2021 met uw Kamer heb gedeeld3. Voorts wijs ik u erop dat alcoholgebruik leidt tot een verlies aan arbeidsproductiviteit, diverse ziekten en aandoeningen, verkeersongevallen, geweld. De kosten voor de maatschappij worden geschat op € 2,3 – 4,2 mrd. per jaar.
Het artikel ‘Atlete Lieke Klaver baalt van ’lullige’ regeling over verdiensten: ’Waar heb je het dan voor gedaan?’ |
|
Rudmer Heerema (VVD) |
|
Conny Helder (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
![]() |
Bent u bekend met het artikel «Atlete Lieke Klaver baalt van «lullige» regeling over verdiensten: «Waar heb je het dan voor gedaan?»»1
Bent u bekend met de regeling over de verdiensten van sporters die aangesloten zijn bij NOC*NSF en dat atleten relatief weinig inkomsten overhouden of zelfs een deel van de toelage moeten terugbetalen? Hoe kijkt u hiernaar?
Bent u betrokken bij het proces van het ontwikkelen van een nieuw model voor sporters door NOC*NSF en welke ontwikkelingen zijn er om tot een beter, meer lonend en meer passend stipendiumregeling te komen? Op welke termijn kunt u een definitief voorstel aan de Kamer terugkoppelen?
Deelt u de mening dat uitzonderlijke prestaties ook beloond mogen worden en hoe kan voorkomen worden dat atleten hun toelage terug hoeven te betalen wanneer zij door goede prestaties geleverd te hebben «te veel» hebben verdiend?
Kunt u de beantwoording van deze vragen voorafgaand aan het wetgevingsoverleg Begrotingsonderdeel Sport en Bewegen 2023 aan de Kamer sturen?
De noodzaak van ondersteuning voor sportverenigingen en -accommodaties |
|
Mohammed Mohandis (PvdA) |
|
Conny Helder (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
![]() |
Bent u op de hoogte van de actuele stand van zaken en problemen van sportverenigingen en -accommodaties? Hoe houdt u de vinger aan de pols?
Hoeveel sportclubs (ondernemers en verenigingen) hebben gebruik gemaakt van de TEK (Tegemoetkoming Energiekosten energie-intensief mkb), vanaf welke datum en welke bedragen zijn uitgekeerd? Hoeveel aanvragen lopen nog? Hoeveel amateursportverenigingen voldeden niet aan de voorwaarden?
Hoeveel zwembaden hebben gebruik gemaakt van de Specifieke uitkering meerkosten energie openbare zwembaden? Hoeveel van de 207 miljoen euro is inmiddels uitgekeerd? Hoeveel aanvragen lopen er nog? Is het budget van 207 miljoen euro voldoende?
Hoeveel amateursportverenigingen hebben via hun gemeente gebruik gemaakt van de regeling Specifieke uitkering noodfonds energie amateursportverenigingen (SPUK-NEAS)? Hoeveel van de 6 miljoen euro is inmiddels uitgekeerd? Hoeveel aanvragen lopen er nog?
Is het totaal aangevraagde bedrag voor het SPUK-NEAS tot nu toe hoger dan het budget van 6 miljoen euro of is dit budget voldoende? Wordt verwacht dat het voor 2023 in totaal aangevraagde bedrag hoger zal zijn dan 6 miljoen euro? Zo ja, hoeveel hoger?
Hoeveel sportclubs (ondernemers en verenigingen) hebben volgens uw inschatting gebruik gemaakt van een bijdrage uit het Gemeentefonds? Hoeveel van de 300 miljoen euro is inmiddels uitgekeerd, hoeveel aanvragen lopen er nog?
Welke stappen heeft u al gezet om in samenspraak met gemeenten te komen tot een voorstel voor een landelijke sturing en coördinatie van verduurzaming van sportverenigingen en sportaccommodaties, gezien het feit dat uit het onderzoek van het RVVB (Register voor Verenigingsbestuurders) blijkt dat 60% van de sportverenigingen niet verwacht binnen vier tot vijf jaar zodanig te zijn verduurzaamd dat zij de structureel hogere energierekening kunnen dragen, vanwege gebrek aan kennis, middelen en mensen?
Hoeveel sportclubs (ondernemers en verenigingen) hebben stappen gezet om te verduurzamen? Hoeveel sportclubs (ondernemers en verenigingen) maken zich nog steeds zorgen over de financiële gevolgen van hogere energiekosten voor de komende winter?
Denkt u dat het noodzakelijk is de steunmaatregelen voor sportclubs in 2024 voort te zetten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke en hoe heeft u dat in de begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport opgenomen? Bent u in ieder geval van plan de sportclubs hierover duidelijkheid te bieden op Prinsjesdag? Zo nee, waarom niet?
Hoe laat u de sportclubs (ondernemers en (amateur)verenigingen) achter voor een nieuw kabinet?
Wilt u deze vragen, gezien het belang voor sportclubs, binnen de gestelde termijn van drie weken beantwoorden? Zo nee, waarom is dat niet mogelijk?
Het bericht dat Europese voetbalclubs sinds het uitbreken van de oorlog in Oekraïne zo’n 40 miljoen euro aan transfer – en huursommen aan hun Russische tegenhangers hebben betaald. |
|
Derk Boswijk (CDA), Bart van den Brink (CDA) |
|
Wopke Hoekstra (viceminister-president , minister buitenlandse zaken) (CDA), Conny Helder (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
![]() |
Bent u bekend met de berichtgeving dat ondanks de oorlog in Oekraïne Europese voetbalclubs nog steeds volop zaken doen met Russische voetbalclubs?1 2
Wat vindt u ervan dat Europese voetbalclubs sinds het uitbreken van de oorlog in Oekraïne nog zo’n 40 miljoen euro aan transfer- en huursommen aan hun Russische tegenhangers hebben betaald? Deelt u de opvatting dat het onwenselijk is dat Nederlandse en Europese voetbalclubs zaken doen met Russische voetbalclubs, omdat indirect de Russische staatskas wordt gespekt met dergelijke transfers?
Bent u in gesprek met de KNVB, de Eredivisie en Eredivisieclubs over de gevoeligheden omtrent het zakendoen met Russische voetbalclubs en/of zijn er afspraken gemaakt over deze, in de ogen van de indieners, onwenselijke praktijk? Zo nee, op welke wijze probeert u Nederlandse voetbalclubs er toe aan te zetten hun transferactiviteiten met Russische voetbalclubs te staken?
Waarom heeft de Europese Unie ervoor gekozen om geen directe sanctiemaatregelen tegen Rusland te treffen die transfers naar EU-clubs onmogelijk maken?
Hoe verklaart u dat Engeland, ondanks het feit dat er het Verenigd Koninkrijk net als de EU geen directe sanctiemaatregelen tegen Rusland heeft getroffen die transfers onmogelijk maken, als enige grote voetbalnatie als koper van de Russische markt is verdwenen? En welke mogelijke lessen vallen hieruit te trekken voor de Europese Unie?
Is er op Europese niveau onderzoek gedaan naar de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van Russische voetbalclubs zodat Europese voetbalclubs weten of er sancties gelden tegen aandeelhouders van de club of personen die het achter de schermen voor het zeggen hebben bij deze clubs? Bent u bereid hier op EU niveau onderzoek naar te laten doen?
Bent u bereid om bij de uitwerking van het twaalfde EU sanctiepakket tegen Rusland te pleiten voor sanctiemaatregelen die transfers naar EU-clubs onmogelijk maken, waarbij eventueel een uitzondering kan worden gemaakt voor voetballers uit EU-landen en niet-Russische spelers die uit morele overwegingen willen vertrekken uit Rusland?
Discriminerende spreekkoren in de stadions |
|
Mohammed Mohandis (PvdA), Songül Mutluer (PvdA) |
|
Conny Helder (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
![]() |
Bent u bekend met de petitie «Stop discriminerende spreekkoren in de stadions» van COC Nederland en met het bericht «Nog geen concrete afspraken voor homospreekkoren in nieuwe voetbalseizoen: «Ligt niet zo simpel»»?1, 2
Ja.
Kunt u zich vinden in de eis in de petitie dat voetbalclubs, de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) en overheden er vanaf komend seizoen voor moeten zorgen dat wedstrijden consequent worden stilgelegd en indien nodig gestaakt bij discriminerende spreekkoren? Zo ja, hoe gaat u hier uitvoering aan geven? Zo nee, waarom niet? Heeft u een beeld van hoe vaak wedstrijden zijn stilgelegd bij discriminerende spreekkoren?
Wat mij betreft is ieder discriminerend spreekkoor er één te veel. Discriminatie hoort niet thuis in Nederland, ook niet op het voetbalveld. Ik ben dan ook voor het – al dan niet tijdelijk – stilleggen van wedstrijden indien zich ongewenste spreekkoren voordoen.
Zoals u weet treedt bij de signalering van discriminatoire, racistische, antisemitische of anderszins kwetsende spreekkoren de KNVB Richtlijn bestrijding verbaal geweld in werking. Dit betekent dat de thuisspelende betaald voetbal organisatie (bvo) primair verantwoordelijk is voor het optreden hiertegen. Bij signalering van discriminatoire, racistische en/of antisemitische spreekkoren zal door de thuisspelende bvo direct actie worden ondernomen door de stadionspeaker het publiek toe te laten spreken, waarbij het publiek dringend wordt verzocht tot het beëindigen van dergelijke spreekkoren. Ook wordt het publiek gewaarschuwd dat bij voortzetting/herhaling van dergelijke spreekkoren, de wedstrijd direct zal worden stilgelegd. Ingeval de spreekkoren worden voortgezet/herhaald, dan kan de scheidsrechter (al dan niet op verzoek van de thuisspelende bvo) de wedstrijd (tijdelijk) stilleggen, waarna de stadionspeaker het publiek hierover informeert en het publiek nogmaals dringend verzoekt tot beëindiging van dergelijke spreekkoren. De thuisspelende bvo dient op dat moment met de lokale overheid in overleg te treden voor het geval dat de wedstrijd definitief wordt gestaakt. Na de (tijdelijke) stillegging kan de wedstrijd door de scheidsrechter worden hervat indien de spreekkoren zijn gestopt. Ingeval de spreekkoren worden voortgezet/herhaald, dan kan de scheidsrechter (op verzoek van de thuisspelende bvo en in overleg met de lokale autoriteiten) de wedstrijd definitief staken.
In het geval van andersoortige, niet discriminerende spreekkoren, zal de thuisspelende bvo het publiek via de stadionspeaker tweemaal (kunnen) waarschuwen voordat de thuisspelende bvo de scheidsrechter verzoekt de wedstrijd (tijdelijk) stil te leggen.
De KNVB houdt niet expliciet bij hoeveel wedstrijden worden stilgelegd. Het antwoord op de vraag daarop blijf ik u dan ook schuldig.
Hoe kan het dat er nog steeds geen concrete afspraken zijn voor homospreekkoren tijdens voetbalwedstrijden, ondanks de «Richtlijn bestrijding verbaal geweld» die de KNVB heeft opgesteld om discriminerende en kwetsende spreekkoren in stadions rechtstreeks aan te pakken?3
Die afspraken zijn er wel als het om homospreekkoren gaat die ook discriminerend zijn. Vanaf aankomend seizoen wordt in de voetbalstadions ook ingegrepen als bezoekers in spreekkoren het woord homo als scheldwoord gebruiken voor bijvoorbeeld een speler of scheidsrechter. Alle betaald voetbalclubs willen af van de homospreekkoren. Vanaf de start van seizoen 2023/»24 zal de stadionspeaker bij homospreekkoren gericht op een individu, als ze massaal, repeterend en/of langdurig zijn, de daders eerst waarschuwen. Gaat men na twee van deze berichten toch door, dan wordt de wedstrijd tijdelijk stilgelegd. Daders worden opgespoord en krijgen een stadionverbod van maximaal 18 maanden. Het betaald voetbal zal na afloop van het seizoen 2023/»24 de aanpak evalueren en op basis daarvan kunnen verdere afspraken worden gemaakt.
Wordt op dit moment door de betaald voetbalorganisaties (BVO’s) consequent uitvoering gegeven aan de «Richtlijn bestrijding verbaal geweld»? Zo ja, hoe precies? Zo nee, waarom niet?
Bvo’s zijn gehouden aan de regels omtrent spreekkoren en dienen hier uitvoering aan te geven. Indien er discriminatoire, racistische, antisemitische of anderszins kwetsende spreekkoren gesignaleerd worden zal de onafhankelijk aanklager betaald voetbal onderzoek doen naar de feiten en of de bvo zich aan de richtlijnen heeft gehouden en wat er voor, tijdens en na de wedstrijd aan is gedaan. Uiteindelijk oordeelt de onafhankelijke tuchtcommissie of een bvo juist heeft gehandeld en bepaalt de strafmaat.
Bent u nog met de KNVB in gesprek om discriminatoire, racistische, antisemitische en andersoortige spreekkoren onder de aandacht te brengen van de BVO’s? Zo ja, hoe verlopen die gesprekken en wat zijn de concrete uitkomsten van die gesprekken? Zo nee, waarom niet en bent u van plan deze gesprekken weer op te pakken?
Samen met de partners, waaronder de KNVB, ben ik in gesprek over een vervolg op «Ons voetbal is van iedereen. Samen zetten we racisme en discriminatie buitenspel» (OVIVI). De plannen voor dit vervolg zullen de komende periode verder worden ingevuld en vormgegeven. Ik kan al wel aangeven dat spreekkoren een thema is dat door middel van trainingsprogramma’s onder de aandacht zal komen van de bvo’s.
Is hetgeen gebeurd dat u in mei vorig jaar aan de Kamer schreef, dat in samenwerking met drie BVO’s slimme technologie zou worden getoetst in een realistische (stadion)setting om discriminerende of kwetsende uitingen in stadions beter te kunnen registreren? Zo ja, wat was de uitkomst daarvan?
Ja, deze pilot loopt nog en zal in het vervolg op OVIVI een vervolg krijgen. Bij PEC Zwolle is succesvol getest met de zogenaamde persoonsgebonden toegang (identificatie), waarmee men bij PEC Zwolle precies weet wie er in het stadion zit, ook als een kaartje wordt doorverkocht of doorgegeven. Dit systeem zal vanaf volgend seizoen worden gevalideerd en opgeschaald richting meerdere clubs in het betaald voetbal. Daarnaast zal verder worden gewerkt aan beeld- en geluidsystemen gekoppeld aan AI (signaleren en registreren).
Het bericht 'Sportkantine drooggelegd: kabinet sleutelt aan nieuwe anti-drankplannen' |
|
Vicky Maeijer (PVV) |
|
Maarten van Ooijen (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (CU) |
|
![]() |
Bent u bekend met het bericht «Sportkantine drooggelegd: kabinet sleutelt aan nieuwe anti-drankplannen?1
Ja.
Klopt het dat u een enorme accijnsverhoging (50%) overweegt op alcoholhoudende dranken?
In het Nationaal Preventieakkoord (NPA) zijn doelstellingen afgesproken om het alcoholgebruik onder jongeren, zwangeren, overmatige en zware drinkers terug te dringen én op de kennis over en de bewustwording over de schadelijkheid van alcohol te vergroten. Gebleken is dat we met de huidige inzet deze doelstellingen van het NPA niet gaan halen. Daar is echt meer voor nodig. Hoewel overmatig alcoholgebruik en alcoholgebruik onder zwangeren licht lijkt te dalen, zien we dat zwaar alcoholgebruik en het alcoholgebruik onder jongeren, ondanks gezamenlijke inzet via het NPA, niet afneemt. Met name het alcoholgebruik door jongeren baart mij zorgen; bijna 21% van de jongeren tussen de 12 en 16 doet aan bingedrinken (5 glazen of meer per gelegenheid)2. In gesprekken hierover moeten we alle effectieve maatregelen om die doelen te halen, op tafel leggen. Het RIVM en WHO adviseren om maatregelen op het terrein van prijs, marketing en beschikbaarheid te overwegen. Er is geen sprake van een Kabinetsbesluit, ook niet van een politiek wensenlijstje.
Klopt het dat u de verkoop van wijn en speciaal bier in supermarkten overweegt te verbieden?
Zie antwoord vraag 2.
Klopt het dat u alle alcoholische dranken in sportkantines overweegt te verbieden?
Nee, dat klopt niet. Ik ben voorstander van een gezonde sportomgeving voor de jeugd en een gezonde generatie in 2040. Een gezonde sportomgeving betekent wat mij betreft dat tijdens jeugdwedstrijden niet geschonken wordt en dat jongeren onder de 18 vanzelfsprekend niet aan alcohol kunnen komen op de sportvereniging. Ik wil graag het gesprek voeren hoe we daar kunnen komen.
Waarom wilt u iedereen die wel eens een borreltje drinkt aanpakken?
Ik wil niemand z’n drankje afpakken.
Heeft u niets beters te doen dan maatregelen bedenken die het leven van gewone Nederlanders onbetaalbaar maken? Waarom stopt u niet met het bedenken van prijsverhogende maatregelen zoals de suikertaks, vleestaks en het verhogen van accijnzen?
Zie antwoord vraag 5.
Waarom mogen volwassenen niet zelf bepalen of zij nog een biertje willen drinken in de sportkantine?
Zie antwoord vraag 5.
Kan u de Kamer een afschrift sturen van de in het artikel genoemde «betuttellijst»?
Voor een totaaloverzicht van effectieve maatregelen verwijs ik u naar het RIVM-rapport «Inventarisatie aanvullende maatregelen Nationaal Preventieakkoord» dat ik op 6 april 2021 met uw Kamer heb gedeeld3. Voorts wijs ik u erop dat alcoholgebruik leidt tot een verlies aan arbeidsproductiviteit, diverse ziekten en aandoeningen, verkeersongevallen, geweld. De kosten voor de maatschappij worden geschat op € 2,3 – 4,2 mrd. per jaar.
Het artikel ‘Internationale boksbond gaat olympische status verliezen om Russische invloeden’ |
|
Ruben Brekelmans (VVD), Rudmer Heerema (VVD) |
|
Wopke Hoekstra (viceminister-president , minister buitenlandse zaken) (CDA), Conny Helder (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
![]() |
Bent u bekend met het artikel «Internationale boksbond gaat olympische status verliezen om Russische invloeden»1?
Ja.
Onderstreept u nog steeds het belang van het weren van Russische en Wit-Russische sporters bij deelname aan landentoernooien als de Olympische Spelen?
Ja.
Bent u het eens dat niet alleen Russische sporters, maar ook trainers en officials geweerd zouden moeten worden, zeker onder eigen vlag en als ze niet nadrukkelijk afstand hebben genomen van de oorlog?
Ja, daar ben ik het mee eens.
Bent u op de hoogte van de schorsing van de Internationale Boxing Association (IBA) in 2019 vanwege corruptie bij wedstrijden, bestuurlijke en financiële problemen? En bent u op de hoogte van het toelaten door de IBA van Russische en Wit-Russische boksers op internationale competities tegen de sancties van het internationaal olympisch comité (IOC) in, waardoor de olympische status van het boksen nog verder in gevaar is gekomen?
Ja, ik ben op de hoogte van de schorsing van de IBA en het toelaten van sporters uit Rusland en Belarus onder eigen vlag door de IBA.
Het IOC heeft aangegeven zich te willen blijven inzetten voor de bokssport. Het ziet er ook naar uit dat boksen op het programma zal staan tijdens de Olympische Spelen 2028 in Los Angeles (LA2028). Dit is op het moment echter nog niet bevestigd.
Bent u op de hoogte van het feit dat het IOC de olympische erkenning van de internationale boksbond IBA op 22 juni definitief gaat intrekken? Hoe kijkt u tegen deze overweging aan gezien de Russische invloeden binnen- en het slecht functioneren van de IBA?
Ja, het IOC heeft deze erkenning inmiddels ingetrokken. Gezien de keuzes en ontwikkelingen van de IBA en de vastgelopen gesprekken tussen IBA en IOC begrijp en steun ik het besluit van het IOC.
Heeft u overleg met NOC*NSF over welke koers er met betrekking tot deelname van Russische sporters, trainers en juryleden moet worden gevaren? Klopt het dat de koers van het kabinet (geen deelname Russische sporters) afwijkt met die van NOC*NSF (onder voorwaarden deelname Russische sporters)?
Ik heb zeer regelmatig contact met NOC*NSF over dit onderwerp. We houden elkaar ook goed op de hoogte van alle ontwikkelingen.
We delen grotendeels dezelfde opvattingen. Het klopt dat er enkele nuanceverschillen zijn.
Bent u op de hoogte dat er een alternatief voor de internationale boksbond IBA is, namelijk de nieuw opgerichte World Boxing die wel kans maakt op Olympische erkenning zodat boksen op de Olympische agenda in 2028 en verder kan blijven staan en daarmee Nederlandse boksers de kans geeft op deelname en het winnen van medailles?
Ja, ik ben op de hoogte van de nieuwe opgerichte World Boxing. Ik blijf in contact met NOC*NSF om de ontwikkelingen te volgen.
Het is op dit moment nog niet duidelijk of World Boxing al zicht heeft op de Olympische erkenning, daar gaat het IOC over. Voor LA2028 verwijs ik graag naar het antwoord onder vraag 4.
Bent u het eens dat de effecten van de onvoorspelbare ontwikkelingen in de oorlog die Rusland is gestart tegen Oekraïne geen effect mogen hebben op de financiering van sportbonden? En vindt u ook dat Nederlandse sporters die voldoen aan de Olympische eisen via World Boxing meer kans maken op deelname aan Olympische Spelen dan bij de IBA die geen Olympische erkenning meer heeft? En dat zowel het ministerie als NOC*NSF als uitvoerder van het Nederlands topsportbeleid de meest kansrijke route voor deelname moeten omarmen?
Ja, ik ben het eens dat dit geen effect mag hebben op de financiering van sportbonden.
Het is op dit moment nog niet duidelijk of World Boxing al zicht heeft op de Olympische erkenning, daar gaat het IOC over. Ik blijf in contact met NOC*NSF om de ontwikkelingen te volgen. Hoe dan ook steunt NOC*NSF de Nederlandse boksers zodat zij zich kunnen voorbereiden op de komende Olympische Spelen.
Bent u bereid om steun uit te spreken voor World Boxing waar ook de Nederlandse Boksbond zich bij wil aansluiten om de kans te vergroten om boksen op het Olympische programma te houden? En deelt u de mening dat Nederland zich vanwege de Russische invloeden bij de IBA op geen enkele wijze meer moet verhouden tot de IBA?
Ik blijf in contact met NOC*NSF om de ontwikkelingen te volgen. De hoop is dat er snel duidelijkheid komt voor de internationale boksgemeenschap.
Het is zeer wenselijk dat Nederland zich niet meer hoeft te verhouden tot de IBA.
Het artikel ‘Betaald voetbal predikte loonmatiging tijdens corona, maar spelers kregen meer’ |
|
Lisa Westerveld (GL), Tom van der Lee (GL) |
|
Karien van Gennip (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (CDA), Conny Helder (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
![]() |
Heeft u het artikel «Betaald voetbal predikte loonmatiging tijdens corona, maar spelers kregen meer»?1
Ja.
Was u er voor publicatie van dit artikel van op de hoogte dat eredivisieclubs niet eerlijk waren over het gebruik van de loonsteun? Zo ja, wanneer en waarom heeft u dit niet met de Kamer gedeeld?
Betaald voetbalorganisaties en de KNVB hebben ten tijde van de coronacrisis in hun Deltaplan «De toekomst van het Nederlands voetbal» aangegeven dat zij als gevolg van coronamaatregelen financiële schade verwachtten. In het Deltaplan hebben clubs ook meerdere routes aangegeven om die schade met eigen maatregelen op te vangen. Het Deltaplan is een document dat door de sector zelf eenzijdig is opgesteld en bevat daarmee geen afspraken tussen de sector en de overheid. Als het gaat om het gebruik van loonsteun door middel van de NOW gelden de voorwaarden zoals die in de NOW-regelingen zijn vastgelegd.
Er zijn betaald voetbalclubs die gebruik hebben gemaakt van de NOW. De NOW was bedoeld om werkgevers tegemoet te komen in de betaling van de loonkosten, indien in een aangewezen periode sprake was van omzetdaling van ten minste twintig procent. Als sprake was van een NOW-subsidie boven de 40.000 euro of 125.000 euro diende bij de vaststellingsaanvraag het rapport van een deskundige derde respectievelijk een accountantsverklaring te worden toegevoegd ter toetsing van het voldoen aan de voorwaarden. Als niet aan de voorwaarden is voldaan, werd de subsidie (gedeeltelijk) teruggevorderd.
Bij de vaststelling van de definitieve subsidiehoogte maakte UWV onder andere gebruik van de loonsom zoals deze bekend is in hun Polisadministratie. In combinatie met het daadwerkelijke omzetverlies dat door de werkgever door middel van de vaststellingsaanvraag is ingediend, werd door UWV de subsidie definitief vastgesteld. Deze vaststelling werd, afhankelijk van het bedrag, ondersteund door een deskundige derde of accountant. Op basis van deze vaststelling kreeg een werkgever een nabetaling of een (gedeeltelijke) terugvordering van het eerder verleende voorschot. Als tijdens de vaststelling bleek dat een aanvraag niet (langer) aan een van de voorwaarden voldeed, werd het volledige voorschot teruggevorderd. In de vaststellingsfase heeft UWV onder andere gecontroleerd of de loonsom gelijk is gebleven, in lijn met het doel van de regeling. Als de loonsom van de werkgever was gedaald, zal dit (bij een gelijkblijvend omzetverlies) geleid hebben tot een lager recht op NOW-subsidie en dus een mogelijke terugvordering van het eerder verstrekte voorschotbedrag. Als de loonsom was gestegen, heeft dat niet geleid tot een hogere subsidie.
Loonmatiging was geen voorwaarde voor de NOW en is dus geen relevante factor in de vaststelling. Er zijn met de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (KNVB) of betaald voetbalclubs destijds geen sectorspecifieke afspraken gemaakt rondom voorwaarden voor NOW-steun.
In het kader van de NOW-steun zijn aanvragers altijd gecontroleerd of zij recht hadden op deze steun en kan er dus niet zonder meer worden gesteld dat zij hier op een oneerlijke manier mee zijn omgegaan.
Bij welke clubs is er sprake van een loonstijging, terwijl loonmatiging was beloofd?
Cijfers over loonstijgingen in het betaald voetbal worden niet bijgehouden door UWV, aangezien dit geen onderdeel is van de NOW-voorwaarden.
Wat was de hoogte van de salarissen bij deze clubs voordat zij loonsteun kregen en hoeveel zijn die salarissen gestegen (zowel relatief als absoluut)?
Ons is niet bekend bij welke clubs er sprake was van een loonstijging en in welke mate de salarissen zijn gestegen. De KNVB geeft aan niet te beschikken over exacte cijfers bij welke clubs de lonen zijn gestegen, en dat deelbare cijfers niet beschikbaar zijn omdat dit bedrijfsgevoelige informatie betreft.
Ook geeft de KNVB aan dat meerdere clubs tijdens de coronacrisis tijdelijke loonmatigingen doorvoerden in samenspraak met spelers. Onder meer FC Groningen, Feyenoord, PSV, PEC Zwolle en SC Heerenveen sloten overeenkomsten over het korten van de salarissen. Verder leverden bij diverse clubs ook directieleden in op hun loon.
Tot slot geeft de KNVB aan dat corona een stevige impact heeft gehad op de financiën van clubs. In het seizoen 2020/»21 is de netto omzet in de Eredivisie en Eerste Divisie ten opzichte van het seizoen 2019/»20 gedaald met respectievelijk 23% en 20%.
Hoe beoordeelt u de uitspraken van de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) dat clubs «het maximale» gedaan hebben, zoals wordt gezegd door selecties te verkleinen en contracten aan te passen? Bent u van mening dat sprake is van misleiding op het moment dat daarentegen, zoals het artikel stelt, inderdaad sprake is van een stijging van de salarissen voor voetballers?
Van belang is of overheidssteun werd gebruikt in lijn met de voorwaarden die voor die steun zijn vastgesteld. Zoals aangegeven in antwoord op vraag 2 zijn er verschillende voorwaarden in de NOW-regelingen opgenomen. Verleende steun die achteraf niet aan deze voorwaarden voldoet, wordt door UWV teruggevorderd. UWV is nog volop met de vaststellingen en de terugvorderingen bezig.
Welke afspraken zijn er precies gemaakt over loonmatiging? Zijn deze (contractueel) vastgelegd? Zo ja, met welke gevolgen als de afspraken niet worden nagekomen?
Tussen het Rijk en de voetbalsector zijn geen afspraken gemaakt rondom NOW-steun of loonmatiging. Zoals eerder in deze beantwoording aangegeven, was loonmatiging geen voorwaarde voor de NOW en heeft een lagere loonsom van een werkgever in veel gevallen tot een lager definitief recht op NOW geleid.
Kunt u uitleggen hoe het ontvangen van loonsteun zich verhoudt tot de systematiek van de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), waarbij loonsomdalingen leidden tot verlaging van de subsidie en waarbij omzetstijgingen ook leidden tot een verlaging van de subsidie?
Zie het antwoord op vraag 2. Binnen de NOW gold voor de werkgever de voorwaarde dat de loonsom wordt doorbetaald. Een gedaalde loonsom heeft geleid tot een lagere subsidie en in veel gevallen een terugvordering. Een verhoging van salarissen was daarentegen geen relevante factor in de vaststelling van de hoogte van NOW-subsidie.
Hoe beoordeelt u de loonsteun die uiteindelijk verstrekt is aan de eredivisieclubs, nu blijkt dat zij de beloften tot loonmatiging niet zijn nagekomen? Hadden de clubs toch deze loonsteun ontvangen als voor het verstrekken daarvan duidelijk was geweest dat het gebruikt zou worden om de salarissen van voetballers verder te verhogen?
Zie het antwoord op de voorgaande vragen. Loonmatiging was geen voorwaarde binnen de NOW en daarmee geen relevante factor in de vaststelling van de hoogte van NOW-subsidie.
Bent u van mening dat de onderhandelingsmacht van voetballers geen reden is om het verstrekken van loonsteun goed te praten, zonder dat de loonsteun wordt terugbetaald?
Loonsteun die niet in overeenstemming was met de geldende voorwaarden in de NOW-regeling diende te worden terugbetaald. Dit wordt tot op heden gecontroleerd door UWV en onterecht uitbetaalde steun wordt teruggevorderd.
Hoe beoordeelt u de reactie van de KNVB, waarin de KNVB stelt dat de lonen vooral zijn gestegen door de marktmacht van voetballers? Was de marktmacht van voetballers niet te voorzien? En hoe verhouden deze statements van de KNVB zich tot de letterlijke belofte «De beoogde overheidshulp is absoluut niet bedoeld voor de salarissen van de topspelers»2?
Of en waarom lonen van topspelers zijn gestegen, was vanuit de optiek van de NOW-regeling geen relevante factor. Zoals in eerdere antwoorden aangegeven, beoordeelde UWV of de verleende loonsteun op basis van de voorwaarden die in de NOW-regelingen zijn vastgelegd en die voor alle werkgevers hetzelfde zijn.
Is er al steun terugbetaald, aangezien voetbalclubs hebben beloofd3 dat de steun onmiddellijk terugbetaald zou worden als afspraken niet werden nagekomen? Zo nee, waarom niet?
Voor elke NOW-periode waarvan betaald voetbalclubs gebruik hebben gemaakt, moest een vaststellingsaanvraag worden gedaan. Daarin werd de daadwerkelijke omzetdaling en de daadwerkelijke loonsom in overweging genomen.
Wanneer bleek dat sprake was van een dalende loonsom dan wel een hogere omzet dan verwacht bij de voorschotaanvraag, of als er niet aan andere voorwaarden was voldaan, heeft dit geleid tot een gehele of gedeeltelijke terugvordering. In de openbare NOW-registers is inzichtelijk welke werkgevers gebruik hebben gemaakt van de NOW.
Wij hebben geen inzicht in eventuele afspraken die zijn gemaakt tussen de KNVB en betaald voetbalclubs over onderlinge vormen van steun of de voorwaarden die daaraan zijn gesteld.
Bent u van mening dat de loonsteun die is gebruikt voor de verhoging van salarissen van voetballers teruggevorderd moeten worden? Zo ja, op welke termijn gaat en hoe gaat deze zorg terugvorderen?
Zie het antwoord op de voorgaande vragen. Bij een vaststellingsaanvraag controleerde UWV of is voldaan aan de NOW-voorwaarden en werd vastgesteld wat de definitieve hoogte van de subsidie is. Dit kan geleid hebben tot een (gedeeltelijke) terugvordering.
Het bericht 'COC meldt ‘homohaat tegen kinderen’, pand in Eindhoven belaagd' |
|
Jeanet van der Laan (D66) |
|
Robbert Dijkgraaf (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66), Conny Helder (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
![]() |
Klopt het dat de daders een groep voetbalsupporters betreft die later die dag een wedstrijd bij zouden wonen?1
Dat is niet met zekerheid te zeggen. Op dit moment loopt het politieonderzoek naar de precieze toedracht nog. In het belang van het onderzoek doet de politie geen verdere mededelingen.
Ziet u een verband tussen de anti-LHBTI-spreekkoren tijdens voetbalwedstrijden en acties door voetbalsupporters, zoals het belagen van het COC-pand in Eindhoven of de poging tot brandstichting van de sportschool van de oprichter van Roze Kameraden?
Ik zie dat discriminatie en racisme breed speelt in de voetbalwereld. Tijdens wedstrijden in de vorm van (antisemitische) spreekkoren, zoals bijvoorbeeld de wedstrijd Feyenoord-Ajax van 5 april jl. Soms strekken deze incidenten zelfs tot ver buiten het stadion, zoals het vandalisme aan de panden van de (voorzitter van de) Roze Kameraden en het COC in Rotterdam. Met de partners van het programma «Ons voetbal is van iedereen» (OVIVI) zet ik mij onverminderd in om discriminatie en racisme in en om het voetbal tegen te gaan.
Hoeveel incidenten van anti-LHBTI-geweld hebben er in de afgelopen tien jaar plaatsgevonden waarbij voetbalsupporters betrokken waren?
Over het algemeen wordt er door de betrokken instanties niet gewerkt op basis van «incidenten». Bij de politie kan melding of aangifte worden gedaan. Wat betreft strafbare feiten, gericht tegen de lhbtiq+ gemeenschap zou gedacht kunnen worden aan commune feiten, zoals bijvoorbeeld mishandeling (art. 300 Wetboek van Strafrecht), openlijke geweldpleging (141 Wetboek van Strafrecht) of brandstichting (art. 157 Wetboek van Strafrecht) met een discriminatoir aspect. Daarnaast kan sprake zijn van specifieke discriminatiefeiten uit het Wetboek van Strafrecht (bijvoorbeeld artikel 137c en 137d Wetboek van Strafrecht). Daarbij dient opgemerkt te worden dat over het algemeen niet op dusdanig specifieke wijze geregistreerd wordt, zoals benoemd in de vraag. Daarom kan ik op deze vraag geen antwoord worden.
In hoeverre was hierbij sprake van gerichte en vooropgezette acties door groepen met een georganiseerd karakter?
Op dit moment kan ik daar geen uitspraken over doen in verband met lopend onderzoek.
Bij hoeveel eredivisiewedstrijden in de afgelopen 10 jaar hebben homofobe, seksistische en racistische spreekkoren plaatsgevonden en in hoeveel gevallen is daar een sanctie aan verbonden, zoals het stilleggen van een wedstrijd of een stadionverbod?
Vanaf het seizoen 2019/2020 registreren ketenpartners (betaald voetbalorganisaties, KNVB, gemeenten, OM en politie) incidenten in het betaald voetbal in de Ketenvoorziening Voetbal (KVV), waarbij incidenten van racisme en discriminatie apart worden geregistreerd. In het seizoen 2019/2020 zijn via de KVV 22 discriminatie-incidenten geregistreerd, waarvan vijftien incidenten – vooral die binnen het stadion – opvolging hebben gekregen. In het seizoen 2021/2022 werden 24 incidenten van discriminatie geregistreerd. De meeste discriminatie-incidenten betroffen antisemitische uitlatingen, gevolgd door racistische uitlatingen. Driemaal werden discriminerende uitlatingen gerelateerd aan seksuele voorkeur geregistreerd.2 Vóór het seizoen 2019–2020 registreerden de ketenpartners de incidenten in het Voetbal Volgsysteem (VVS). Door wijziging van het registratiesysteem zijn deze cijfers niet vergelijkbaar. Door de coronabeperkingen zijn veel wedstrijden in de seizoenen 2019–2020 en 2020–2021 gespeeld met minder of geen publiek, wat van invloed kan zijn op de hoogte van het aantal incidenten.
Op welke wijze is uitvoering gegeven aan de motie van de leden Westerveld en Van der Laan over het stilleggen van wedstrijden bij spreekkoren?2
Zoals ook aangegeven in de brief aan uw Kamer van 10 mei 20224 heeft de KNVB de «Richtlijn bestrijding verbaal geweld» opgesteld. In de richtlijn zijn zowel de verantwoordelijkheidsverdeling van betrokken actoren als de geldende maatregelen beschreven met betrekking tot het tegengaan van discriminatoire, racistische, antisemitische en andersoortige spreekkoren. Sinds de uitvoering van de motie van de leden Westerveld en Van der Laan over het stilleggen van wedstrijden bij spreekkoren heeft de KNVB de richtlijn extra onder de aandacht gebracht bij de betaald voetbalclubs (bvo’s). Ook is er een aanpassing gedaan met betrekking tot de rol van de scheidsrechter waardoor deze de wedstrijd ook zelfstandig mag stilleggen.
Tevens is de richtlijn aangescherpt en geldt dat bij spreekkoren het publiek door de stadionspeaker wordt toegesproken en gewaarschuwd wordt dat bij herhaling/voorzetting de wedstrijd zal worden stilgelegd. Indien de spreekkoren worden voortgezet, wordt de wedstrijd stilgelegd. Er wordt dan met de lokale overheid overlegd of er definitief wordt gestaakt of dat de wedstrijd nog één keer wordt hervat. In geval van hervatting van de wedstrijd en opnieuw herhaling van de spreekkoren wordt de wedstrijd definitief gestaakt.
Tot slot zijn de partners met elkaar in gesprek over een vervolg op het actieplan OVIVI. Daarin zal ook aandacht zijn voor spreekkoren en zullen we samen met partners, de John Blankenstein Foundation en de Anne Frank Stichting een proces in gang zetten gericht op het normeren van gedrag in stadions met betrekking tot onwenselijke uitingen zoals homofobe spreekkoren. Daarom ben ik met bvo’s en supporters in gesprek over de impact van kwetsende spreekkoren.
In hoeverre bent u van mening dat de voetbalwereld een structureel probleem heeft op het gebied van anti-LHBTI-sentimenten en in hoeverre speelt deze problematiek ook in andere takken van sport?
Op dit moment vallen anti-lhbtiq+-sentimenten met name in het voetbal op. Dit kan mede het geval zijn doordat het een zeer zichtbare sport is. Deze problematiek speelt echter in meerdere takken van sport. Discriminatie doet zich helaas voor in alle delen van onze samenleving.
De aanpak hiervan gaat niet vanzelf en vergt een brede aanpak gericht op cultuur- en gedragsverandering. Met NOC*NSF ben ik dan ook in gesprek over een geschikte aanpak voor andere sportbonden dan de KNVB.
In hoeverre bent u van mening dat dit probleem niet opgelost kan worden als er niet actief opgetreden wordt tegen deze spreekkoren en dat voetbalclubs hierin hun verantwoordelijkheid moeten nemen en de beslissing om een wedstrijd stil te leggen niet mogen neerleggen bij een individuele speler?
Ik ben het met u eens dat actief moet worden opgetreden tegen discriminerende en ongewenste spreekkoren. Discriminatie hoort niet thuis in Nederland, ook niet op het voetbalveld.
Naast een speler, kan ook een coach of de veiligheidscoördinator (namens de bvo) de scheidsrechter verzoeken een wedstrijd stil te leggen. Ook kan de scheidsrechter op eigen initiatief handelen en de wedstrijd stilleggen, zo lijkt de voornaamste druk bij de spelers te zijn weggehaald.
Bent u bereid om met de KNVB in overleg te treden en af te spreken dat iedere club in het betaald voetbal een actieplan moet ontwikkelen om anti-LHBTI-sentimenten binnen hun club en de voetbalwereld tegen te gaan?
Betaald voetbalclubs (bvo’s) in Nederland moeten voldoen aan de licentie-eisen van de KNVB. Een van de licentie-eisen is het hebben van een schriftelijk antidiscriminatie en antiracisme beleid en het toepassen van dit beleid in de organisatie. De bvo’s rapporteren aan een onafhankelijke certificeringsinstantie (KIWA) en de licentiecommissie betaald voetbal monitort en toets of clubs aan de gestelde criteria voldoen.
Zoals ook gezegd in antwoord 6 ben ik met partijen, waaronder de KNVB, in gesprek over een vervolg op OVIVI. Daarin willen we met elkaar een proces in gang zetten gericht op het normeren van gedrag in stadions met betrekking tot het terugdringen van onwenselijke uitingen zoals homofobe spreekkoren. Als onderdeel daarvan is de KNVB hierover in gesprek met de betaald voetbalclubs en supportersverenigingen. De komende periode wordt dit traject verder ingevuld en vormgegeven.
Welke stappen onderneemt de KNVB momenteel wanneer voetbalclubs hun verantwoordelijkheid niet nemen en geen stappen ondernemen om anti-LHBTI-sentimenten binnen hun club aan te pakken?
Om in Nederland betaald voetbal te mogen spelen moeten betaald voetbalclubs (bvo’s) voldoen aan de licentie-eisen van de KNVB5. Een van de licentie-eisen is het hebben van een schriftelijk antidiscriminatie en antiracisme beleid en het toepassen van dit beleid in de organisatie. De bvo’s rapporteren aan een onafhankelijke certificeringsinstantie (KIWA). KIWA toetst aan de hand van de licentie-criteria of clubs hier wel/niet aan voldoen. Voldoen ze niet, krijgen ze mogelijkheid om hier wel aan te voldoen. De Licentiecommissie betaald voetbal houdt hier toezicht op, onder meer met haar sanctiemogelijkheden (waarschuwing, opleggen plan van aanpak tot uiteindelijk intrekken van Licentie).
Zal de financiering van de Alliantie Gelijke Spelen worden voortgezet om sportclubs te kunnen blijven ondersteunen in het bevorderen van LHBTI-acceptatie3?
Ja, het kabinet is voornemens om de Alliantie Gelijke Spelen voort te zetten.
Hoe kijkt de Minister aan tegen het Football v. Homophobia-initiatief4, een internationale campagne uit het Verenigd Koninkrijk om homofobie in de voetbalwereld tegen te gaan, en welke elementen hieruit zouden wij in Nederland nog over kunnen nemen?
Het initiatief Football versus Homophobia uit het Verenigd Koninkrijk kent vergelijkbare doelen als het Nederlandse OVIVI. Ik zal de elementen van dit Britse initiatief bestuderen en waar mogelijk meenemen in de vormgeving van OVIVI 2. Na de zomer informeer ik uw Kamer hier verder over.
Spreekkoren bij de halve finale van de KNVB beker. |
|
Lisa Westerveld (GL) |
|
Conny Helder (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
![]() |
Bent u bekend met het bericht «Spakenburg gaat supporters confronteren met homofobe-spreekkoren: «Dit is een smet»»?1
Ja.
Waarom was van te voren niet duidelijk dat Spakenburg primair verantwoordelijk was om de wedstrijd stil te leggen bij discriminerende spreekkoren?
Voor de bestrijding van ongewenste spreekkoren moet door de club (BVO) gebruik worden gemaakt van de Richtlijn bestrijding verbaal geweld. Omdat de TOTO KNVB Beker een betaald voetbalcompetitie is, wordt de richtlijn gedeeld met alle deelnemende clubs aan de TOTO KNVB Beker. Alle deelnemende clubs zijn derhalve bekend met de richtlijn. Een thuisspelende club is primair verantwoordelijk voor het optreden tegen discriminatoire, racistische en/of antisemitische spreekkoren.
Waarom is de wedstrijd niet stilgelegd?
Ik vind dergelijke spreekkoren ook verwerpelijk en zou graag zien dat een wedstrijd om die reden wordt stilgelegd. Homofobe uitingen zijn in beginsel discriminatoir. Er is echter een grijs gebied als het gaat om het gebruik van het woord «homo» dat an sich niet strafbaar is. De aanpak in het tegengaan van homofobe spreekkoren behoeft daarom verdere uitwerking. Samen met de partners wil ik in het vervolg op «Ons voetbal is van iedereen. Samen zetten we racisme en discriminatie buitenspel» (OVIVI) hier op inzetten en ons richten op het normeren van gedrag in stadions. De komende periode wordt dit traject verder ingevuld en vormgegeven.
Hoe rijmt deze gang van zaken met uw eerdere uitspraken waarin u aangeeft dat de verantwoordelijkheden duidelijk zijn belegd?2
De verantwoordelijkheden en afspraken rondom spreekkoren zijn duidelijk belegd in de Richtlijn bestrijding verbaal geweld. Zoals ook terugkomt in het antwoord op vraag 3 behoeft de aanpak van homofobe spreekkoren een nadere uitwerking.
Hoe vaak zijn wedstrijden in het betaald voetbal stilgelegd en gestaakt na homofobe spreekkoren?
De KNVB houdt niet expliciet bij hoeveel wedstrijden worden stilgelegd. Maar voor zover bekend is er nog nooit een wedstrijd stilgelegd en gestaakt na homofobe spreekkoren.
Begrijpt u dat clubs terughoudend zijn om wedstrijden stil te leggen, aangezien ze dan ook onderwerp kunnen worden van onderzoek door de aanklager betaald voetbal, om te toetsen of de club zich wel voldoende heeft ingezet om de spreekkoren te doen stoppen of te voorkomen?3
Er wordt door de aanklager betaald voetbal altijd gekeken of een club juist heeft gehandeld bij spreekkoren. Dit is niet alleen na het stilleggen van wedstrijden. Het stilleggen van een wedstrijd kan zelfs een positief effect hebben op het onderzoek van de aanklager betaald voetbal.
Deelt u de mening dat clubs daardoor een belang hebben om wedstrijden helemaal niet stil te leggen? Is het dan niet beter om niet de clubs of scheidsrechter hiervoor verantwoordelijk te maken, maar de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB)?
Die mening deel ik niet. Ook de scheidsrechter kan de wedstrijd stilleggen. Wanneer de arbitrage constateert dat sprake is van discriminatoire, racistische, antisemitische of andere extreme spreekkoren, dan zal de scheidsrechter –bij wijze van ultimum remedium– zelfstandig de wedstrijd stilleggen. Vervolgens roept de scheidsrechter de beide aanvoerders, de betrokken veiligheidscoördinator en/of de omroeper bij de 4e official om aan te geven wat aan de hand is en vervolgacties met elkaar af te spreken.
Mocht het aanvullend noodzakelijk zijn, dient de scheidsrechter direct in overleg te treden met de thuisspelende BVO en de lokale autoriteiten waarbij de overige uitgangspunten van de richtlijn dienen te worden gevolgd alsmede het lokale beleid ter bestrijding van verbaal geweld. Dit laat onverlet dat de BVO’s primair verantwoordelijk zijn voor de bestrijding van spreekkoren en niet de KNVB.
Waarom staat er in de richtlijn dat een speler zich bij de scheidsrechter moet melden als hij door de spreekkoren niet meer kan functioneren en mag de scheidsrechter daarna pas het spel stil leggen? Zouden discriminerende spreekkoren niet sowieso aangepakt moeten worden, onafhankelijk of een speler daar zichtbaar last van heeft?
Naast een speler, kan ook een coach of de veiligheidscoördinator (namens de BVO) de scheidsrechter verzoeken een wedstrijd stil te leggen. Daarnaast kan de scheidsrechter ook op eigen initiatief handelen, zo lijkt de voornaamste druk bij de spelers te zijn weggehaald.
Deelt u de mening dat voetbal niet voor iedereen is, zolang nog homofobe of discriminerende spreekkoren te horen zijn op de tribunes? Zo nee, waarom niet?
Zoals aangegeven in het antwoord van vraag 3 vind ik dergelijke spreekkoren verwerpelijk en wil ik met alle partijen optrekken om homofobe uitingen uit stadions te verbannen. Iedereen hoort zich thuis te voelen op en rond het voetbalveld, ook in het stadion. Helaas is dat niet het volledige beeld en gebeuren er soms ook negatieve dingen, zoals discriminerende en kwetsende spreekkoren. Daarom zet ik me met de partners uit OVIVI onverminderd in om racisme en discriminatie aan te pakken en ervoor te zorgen dat ons voetbal ook echt van iedereen is.
Het ‘Nationaal onderzoek toekomstbestendigheid sportclubs’ via de RVVB [Register voor Verenigingsbesturen] |
|
Rudmer Heerema (VVD) |
|
Conny Helder (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
![]() |
Bent u bekend met het nationaal onderzoek toekomstbestendigheid sportclubs, dat wordt uitgevoerd door het Register voor Verenigingsbesturen (RVVB)?1
Ja.
Kunt u aangeven welke verschillen in regels en verantwoording tussen de commerciële sport en de verenigingssport de afgelopen tien jaar zijn weggenomen?
Commerciële sport en sportverenigingen hebben een andere rechtsvorm. De verschillen in regels en verantwoording volgen dan uit het verschil in gekozen rechtsvorm bij oprichting. Sportverenigingen hebben geen winstoogmerk en kiezen er meestal voor een vereniging of stichting op te richten. De commerciële sport daarentegen heeft juist een winstoogmerk en kiest veelal een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (bv) als rechtspersoon. De regels en verplichtingen hangen samen met het verkrijgen van inkomsten, zoals het aanvragen en verantwoorden van subsidies en een eventuele ANBI-status, welke niet beschikbaar is voor de commerciële sport. Maar ook om verplichtingen die samenhangen met financiële verantwoording (jaarrekening) en belastingen (zoals de BTW regelgeving en vennootschapsbelasting). Vanwege de verschillende rechtsvormen is het niet mogelijk om weggenomen verschillen te benoemen.
Kunt u aangeven welke regels en eisen er de afgelopen tien jaar voor sportverenigingen zijn bijgekomen? Kunt u tevens aangeven of toenemende regeldruk ook financiële impact heeft gehad en hoe daar bij bijvoorbeeld een regeldruktoets rekening mee is gehouden?
Op dit moment voert Sira Consulting onderzoek uit naar de aard, omvang en achterliggende oorzaken van de ervaren regeldruk bij vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen, waar ook sportverenigingen onder vallen. Hierbij zal een overzicht worden gegeven van de wettelijke verplichtingen waar deze organisaties aan moeten voldoen, dus ook de verplichtingen die er de afgelopen 10 jaar zijn bijgekomen. Voor de zomer zal de Staatssecretaris van VWS het rapport naar uw Kamer toezenden.
Heeft er in de afgelopen tien jaar een toetsing van de regeldruk plaatsgevonden voor de sportsector? Zo nee, bent u bereid een regeldruktoets te laten doen naar de effecten van de verzwaring van regeldruk en extra eisen aan de sportvereniging op een vrijwilligersorganisatie?
Het handboek meting regeldruk van het kabinet schrijft in de regeldrukparagraaf voor dat bij nieuwe regelgeving ook verantwoording plaatsheeft van de regeldrukgevolgen voor «georganiseerde burgers». Bij de georganiseerde burgers gaat het volgens het handboek (versie 2014) om verenigingen en stichtingen zonder winstoogmerk. Daar vallen dus ook amateursportorganisaties onder. Het kijken naar en verantwoorden van regeldruk voor amateursportorganisatie is daarmee dus al verplicht op rijksniveau.
Een afzonderlijke (verplichte) vrijwilligerstoets voor amateursportorganisaties bestaat op dit moment niet. Bij een dergelijke geformaliseerde toets, vergelijkbaar met de mkb-toets, wordt in een gesprek met een panel van individuele mkb-bedrijven de werkbaarheid van nieuwe regelgeving besproken en zo nodig gekeken naar minder belastende alternatieven. Kanttekening bij de invoering van een dergelijke regeldruktoets is dat een afzonderlijk panel(gesprek) voor (of met) amateursportorganisaties inzet van menskracht en deskundigheid van deze organisaties vraagt en dat is op dit moment een aandachtspunt, zoals ook geconcludeerd wordt in het RVVB rapport.
NOC*NSF heeft in 2021 een inventarisatie gedaan naar de regeldruk voor sportverenigingen. Hierbij is feedback opgehaald bij de eindgebruikers ten aanzien van de toepasbaarheid van het handboek wet- en regelgeving sportverenigingen. Op dat moment werden geen regels geïdentificeerd als overbodig of onwenselijk. Er werd geconcludeerd dat het met name van belang is dat (de toepassing van) regelgeving begrijpelijk en behapbaar is voor vrijwilligersorganisaties. Het geactualiseerde digitale handboek wet- en regelgeving sportverenigingen draagt hier aan bij. Tegelijkertijd blijft het een voortdurend punt van aandacht bij de ondersteuning en ontwikkeling van sportverenigingen.
Op welke wijze wordt er binnen uw ministerie met betrekking tot bijvoorbeeld regeldruk rekeninggehouden met het feit dat een sportvereniging gedragen wordt door vrijwilligers die het besturen of andere taken vaak alleen in de avonduren kunnen doen, naast de gewone baan die ze hebben? Zijn deze gevolgen in kaart gebracht en kunt u dit met de Kamer delen?
Vrijwilligers zijn van groot belang om sportverenigingen draaiende te houden. Binnen ons ministerie realiseren we ons heel goed dat sportverenigingen gedragen worden door de 1 miljoen vrijwilligers die actief zijn in de sport. Via het Sportakkoord streef ik ernaar sportverenigingen zoveel mogelijk te ondersteunen, bijvoorbeeld door het versterken van technisch, bestuurlijk en vrijwillig kader en het vergroten van de uitvoeringskracht bij clubs door het aanstellen van clubkadercoaches en verenigingsmanagers.
Zoals aangegeven voert Sira Consulting momenteel onderzoek uit naar regeldruk bij vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen, waarbij er aanbevelingen worden gedaan om de regeldruk die voortvloeit uit de wet- en regelgeving waar dat mogelijk is terug te dringen. De Kamer wordt hierover voor de zomer geïnformeerd.
Welke mogelijkheden ziet u om lokale overheden te overtuigen dat vrijwilligersorganisaties met lokale regelgeving voor bijvoorbeeld de organisatie van evenementen niet op dezelfde wijze behandeld moeten worden als professionele organisaties, maar meer ondersteuning nodig hebben?
Het kijken naar en verantwoorden van regeldruk voor amateursportorganisatie is al verplicht op rijksniveau. Het al dan niet beoordelen en verantwoorden van de regeldruk met betrekking tot lokale regelgeving is de verantwoordelijkheid van de lokale overheden. Dat geldt ook voor zaken als de organisatie van evenementen en het aanvragen van vergunningen.
Het artikel 'Ruimtegebrek dreigt door extra gymlessen Hardenbergse scholen: 'Vooral in Dedemsvaart'' |
|
Rudmer Heerema (VVD) |
|
Dennis Wiersma (minister zonder portefeuille onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
|
![]() |
Bent u bekend met het artikel «Ruimtegebrek dreigt door extra gymlessen Hardenbergse scholen: «Vooral in Dedemsvaart?»»1
Ja.
Deelt u de mening dat het belangrijk is dat elk kind minimaal twee uur per week bewegingsonderwijs krijgt en dat gemeenten voldoende tijd hebben gekregen om te voldoen aan deze bijgestelde norm?
Ja, ik deel de mening dat het belangrijk is dat kinderen voldoende bewegingsonderwijs krijgen. De nieuwe norm van twee (les)uren bewegingsonderwijs per week in het primair onderwijs, die per schooljaar 2023/2024 in werking treedt, draagt hieraan bij. Na het aannemen van het amendement2 van Rudmer Heerema en Van Nispen over de urennorm bewegingsonderwijs, in het voorjaar van 2020, heb ik gemeenten en scholen op diverse manieren ondersteund om binnen drie jaar te voldoen aan de wettelijke verplichting. Een belangrijk voorbeeld hiervan is de subsidieregeling Impuls en Innovatie Bewegingsonderwijs. Deze wordt dit jaar geëvalueerd. Hierover wordt uw Kamer naar verwachting in 2024 over geïnformeerd. Desondanks ben ik ook op de hoogte dat het bijbouwen van gymzalen niet altijd mogelijk is in gemeenten waar een tekort aan accommodaties is. Daarom ben ik positief gestemd dat veel gemeenten en scholen de afgelopen periode hebben benut om andere oplossingen te vinden, zoals het in gebruik nemen van buitenlocaties waar de kerndoelen van bewegingsonderwijs goed uitgevoerd kunnen worden.
Deelt u de mening dat het voldoen aan landelijke regels voor bewegingsonderwijs niet afhankelijk moet zijn van een oplettende lokale partij?
Het voldoen aan de nieuwe norm voor bewegingsonderwijs is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van scholen en gemeenten. Gemeenten dragen zorg voor onderwijshuisvesting, waar bewegingsonderwijs ook een plek in heeft. Scholen hebben, in aanvulling daarop, de rol en verantwoordelijkheid om tijdig het gesprek aan te gaan met de gemeenten over waar hun ondersteuningsbehoefte ligt, en een eventueel gebrek aan voldoende geschikte ruimte voor bewegingsonderwijs aan te kaarten.
Is inmiddels 100 procent van alle gemeenteambtenaren op de hoogte van de bijgestelde urennorm, in plaats van 95 procent?2
Op dit moment herhaalt de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) in samenwerking met het Mulier Instituut op eigen initiatief het onderzoek naar huisvesting bewegingsonderwijs4 om te zien of gemeenten, die een tekort aan accommodaties hadden, inmiddels stappen hebben ondernomen om knelpunten op te lossen.
Heeft elke gemeente inmiddels maatregelen getroffen om voldoende capaciteit voor bewegingsonderwijs te realiseren?
Zie antwoord vraag 4.
Hoe staat het met het door u aangekondigde communicatieplan om scholen en gemeenten steviger te wijzen op de urennorm?3
Samen met de Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding (KVLO), de Vereniging Sport en Gemeenten, een vertegenwoordiging van de Academie voor Lichamelijke opvoeding (ALO NL) en de PO-Raad hebben we individueel en gezamenlijk acties ondernomen om ervoor te zorgen dat niemand de urennorm ontgaat. Er komen ook diverse vragen van scholen over de urennorm, bijvoorbeeld over de precieze inhoudelijke invulling of hoe om te gaan met knelpunten. Daarom hebben we ook gecommuniceerd waar scholen ondersteuning kunnen vinden indien nodig. De komende maanden zullen we nogmaals alle informatie en de antwoorden op veel gestelde vragen bundelen en verspreiden onder diverse doelgroepen zoals scholen en gemeenten.
Bent u bereid te onderzoeken welke gemeenten nog niet kunnen voldoen aan de urennorm? En bent u tevens bereid te onderzoeken welk deel van de gemeenten enkel kunnen voldoen aan de urennorm door buiten te gymmen?
Zoals eerder aangegeven ga ik ervan uit dat gemeenten op de hoogte zijn van het belang van voldoende accommodaties voor het geven van bewegingsonderwijs en indien nodig, zelf onderzoek doen naar de stand van zaken in hun gemeente. In aanvulling hierop verschaft het vervolgonderzoek van de VSG naar de huisvesting van bewegingsonderwijs weer nieuwe informatie en waar nodig ook urgentie bij gemeenten om zelf hier een vervolg aan te geven. Als het bewegingsonderwijs dat buiten gegeven wordt, wordt ingezet voor leerlijnen die ook goed buiten kunnen worden gegeven, is dit mijns inziens geen reden voor vervolgonderzoek. De Inspectie van het Onderwijs zal ook als onderdeel van het brede toezicht, toezien op het bewegingsonderwijs.
Kunt u garanderen dat alle scholen bij aanvang van het nieuwe schooljaar kunnen voldoen aan de urennorm bewegingsonderwijs? Indien niet, waarom niet? Welke verdere maatregelen gaat u nemen om te garanderen dat elk kind met ingang van het schooljaar 2023–2024 twee lesuren per week bewegingsonderwijs kan krijgen?
Ik heb vertrouwen in scholen dat zij hun uiterste best doen om bij aanvang van het nieuwe schooljaar te voldoen aan de urennorm bewegingsonderwijs. De Inspectie van het Onderwijs zal in het brede toezicht ook toezien op voldoende en goed bewegingsonderwijs. Als scholen bij de aanvang van het nieuwe jaar hier niet aan voldoen, vertrouw ik erop dat dit enkel door overmacht komt en dat zij zich inspannen om alsnog zo snel mogelijk de norm voor bewegingsonderwijs te halen. Dit jaar kunnen scholen hiervoor nog gebruik maken van middelen uit de subsidieregeling Impuls en Innovatie Bewegingsonderwijs. Op basis van de evaluatieresultaten van deze regeling zal ik bepalen of en welke vervolgondersteuning vanaf het schooljaar 2023–2024 passend is om ervoor te zorgen dat ieder kind kan rekenen op twee lesuren bewegingsonderwijs per week.
Een meldplicht bij stadionverboden |
|
Lisa Westerveld (GL) |
|
Conny Helder (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
![]() |
Bent u ervan op de hoogte dat de man die bij de Europa League wedstrijd PSV-Sevilla op 23 februari jl. Sevilla-keeper Marko Dmitrovic aanviel een stadionverbod had?1
Ja.
Onder welke criteria wordt besloten om bij stadionverboden ook een meldplicht op te leggen? Ligt deze eindverantwoordelijkheid uitsluitend bij de burgemeester of worden betreffende voetbalclubs ook betrokken?
Een civielrechtelijk stadionverbod kan worden opgelegd door een voetbalorganisatie (voor het eigen stadion) of de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB). Ook de strafrechter kan een stadionverbod opleggen. Een meldplicht kan zowel door de officier van justitie, de strafrechter als de burgemeester worden opgelegd. Als de meldplicht wordt opgelegd, dan wordt deze goed nagekomen.
De officier van justitie kan bij ernstige bezwaren jegens de verdachte én verdenking van een strafbaar feit een meldplicht opleggen. De strafrechter kan een meldplicht opleggen bij een rechtelijke uitspraak; een (on)voorwaardelijke (taak)straf en als maatregel ter beveiliging van de maatschappij of voorkomen van strafbare feiten.
De burgemeester heeft op grond van artikel 172a van de Gemeentewet onder daarin bepaalde omstandigheden een bevelsbevoegdheid tot het opleggen van een gebiedsverbod, groepsverbod of meldplicht. De burgemeester mag een maatregel (zoals de meldplicht) opleggen als er sprake is van een herhaaldelijke of ernstige groepsgewijze of individuele verstoring van de openbare orde. Op grond van het tweede lid kan de burgemeester tevens een bevel geven aan een persoon aan wie door een private organisatie een sanctie is opgelegd, wegens gedrag dat bij de burgemeester de ernstige vrees doet ontstaan dat die persoon de openbare orde zal verstoren. De burgemeester is daarmee onder meer bevoegd tot het opleggen van een meldplicht in aanvulling op een civielrechtelijk stadionverbod. De burgemeester moet de noodzaak voor een aanvullende maatregel goed motiveren (zie ook het antwoord op vraag 6). Hierbij kan informatie van voetbalclubs worden gebruikt.
Is betreffende supporter behandeld volgens de zogenaamde persoonsgerichte aanpak (PGA-aanpak)? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen zijn gehanteerd?
Een persoonsgerichte aanpak (PGA) bestaat uit een mix van bestuurs-, civiel- en strafrechtelijke maatregelen, waarbij ook zorg- en overige interventies toegepast kunnen worden. Het treffen van maatregelen is een bevoegdheid van het lokaal gezag en de clubs, waarbij de PGA op verschillende manieren kan worden ingevuld of toegepast. De gemeente Eindhoven heeft laten weten dat aan de betreffende persoon civielrechtelijk, door de club, een stadionverbod is opgelegd en bestuursrechtelijk, door de burgemeester, een gebiedsverbod. Na het incident heeft de rechter in een snelrechtszitting een gevangenisstraf van drie maanden opgelegd, waarvan één voorwaardelijk, in combinatie met een gebiedsverbod voor twee jaar. Daarnaast heeft PSV een stadionverbod van 40 jaar gegeven en wil de club een procedure starten om de eventuele schade voor de club op de supporter te verhalen. Er wordt nu met alle partners bekeken welke eventuele aanvullende maatregelen nodig zijn, waarbij sowieso sprake zal zijn van een persoonsgerichte aanpak.
Bent u het eens dat er strakker opgetreden zou moeten worden tegen de relatief kleine groep notoire ordeverstoorders die het niet uitmaakt dat ze een stadionverbod hebben, zodat zij naast een omgevingsverbod ook standaard een meldplicht opgelegd krijgen?
Het bezoeken van een voetbalwedstrijd moet voor iedereen gastvrij en veilig zijn. De kleine groep notoire ordeverstoorders moeten met een lik op stuk beleid worden aangepakt. Dat ben ik met u eens. In eerste instantie is de handhaving van stadionverboden de verantwoordelijkheid van de betaald voetbalorganisaties. Civielrechtelijke, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke maatregelen zijn complementair aan elkaar en in sommige gevallen is het inderdaad wenselijk deze gecombineerd in te zetten. De partijen uit het lokale driehoeksoverleg (burgemeester, politie en officier van justitie) en de betaald voetbalorganisatie werken hierin samen. Het standaard opleggen van een meldplicht is echter niet haalbaar en niet wenselijk en vereist altijd maatwerk, zie hiervoor ook het antwoord op vraag 6.
Bent u zich ervan bewust dat de vraag om na een stadionverbod vaker een meldplicht op te leggen ook vanuit betaald voetbalorganisaties zelf en supporters komt? Zo ja, bent u ook met hen in gesprek over het tegengaan van supportersgeweld?
Ja, daar ben ik mij van bewust en ik ben met deze partijen in gesprek. Recentelijk heb ik nog gesproken met het Supporterscollectief Nederland en een afvaardiging van supportersverenigingen. In dit gesprek heb ik deze zorgen ook gehoord en heb ik aangegeven dat dit primair een lokale afweging is. Ik heb ook aangegeven dat ik in gesprek zal blijven met alle partijen, waaronder de burgemeesters van gemeenten met een betaald voetbal organisatie, om te bezien of we alle instrumenten die we hebben ook goed en consequent inzetten en waar we elkaar kunnen helpen.
In verschillende gremia is het Ministerie van Justitie en Veiligheid met betaald voetbalorganisaties en supporters in gesprek over het tegengaan van supportersgeweld. Binnen de Regiegroep Voetbal en Veiligheid wordt op structurele basis overleg gevoerd tussen de KNVB, politie, openbaar ministerie, gemeenten en het Ministerie van Justitie en Veiligheid. De supportersvertegenwoordiging zal op gezette tijden aansluiten bij de Regiegroep als geheel en heeft daarnaast ook waar nodig aparte gesprekken met de leden. Onder de Regiegroep voert de Expertgroep, die uit dezelfde partijen bestaat, op structurele basis overleg met het Supporterscollectief Nederland en een kerngroep van Supporter Liaison Officers (SLO’s – de internationale term voor supporterscoördinator). De samenwerking tussen alle partijen is intensief. Ons gezamenlijk doel is om het betaalde voetbal weer toegankelijk, gastvrij en veilig te maken voor iedereen.
Kunt u precies uiteenzetten waarom een meldplicht niet standaard wordt opgelegd na een stadionverbod? Is dit enkel uit capaciteitsgebrek of zijn er andere overwegingen die meespelen?
Het is niet haalbaar of wenselijk dat alle stadionverboden worden gecombineerd met strafrechtelijke of bestuursrechtelijke maatregelen zoals een meldplicht. Het opleggen van een meldplicht is niet in alle gevallen proportioneel, zoals iemand die een plastic beker bier naar het veld gooit of zijn/haar kaart illegaal doorverkoopt. Deze situaties vallen hierbuiten en worden alleen civielrechtelijk aangepakt. Het is aannemelijk dat de gezagsdragers aan de personen die hiervoor een stadionverbod krijgen, geen (gebiedsverbod met) meldplicht opleggen. Bovendien kan een meldplicht alleen onder bepaalde voorwaarden (zie ook het antwoord op vraag 2) worden opgelegd. Zo kan de burgemeester dit opleggen bij ernstige vrees voor (verdere) verstoring van de openbare orde. Het al dan niet opleggen van dergelijke maatregelen is een bevoegdheid van het lokaal gezag en vraagt altijd een lokale afweging en maatwerk.
Kunt u een update geven over de pilot met de digitale meldplicht die in 2020 vorm kreeg? Is het de bedoeling om dit traject voort te zetten? Zo ja, wat zijn de plannen met betrekking tot de financiering en de tijdslijn? Waarom lijkt het nog jaren te duren voordat duidelijk wordt of een digitale meldplicht mogelijk is terwijl een soortgelijke techniek al wordt toegepast met enkelbanden bij gedetineerden? Kunt u aangeven wat nodig is om elektronisch toezicht in het geval van stadionverboden toe te passen?2
Na een voorstudie is de Justitiële Informatiedienst (Justid) reeds gestart met de bouw van een prototype van de digitale meldplicht app. Het doel van het prototype is het toetsen van de technische haalbaarheid en het toetsen van de mogelijkheid om de app te beveiligen tegen fraude. Het prototype is daarmee nog niet geschikt voor operationeel gebruik.
Het prototype van de digitale meldplicht app bevat unieke software en functionaliteiten. Twee voorbeelden zijn gezichtsherkenning om de identiteit van de melder vast te stellen en nauwkeurige locatiebepaling. Fraudepreventie is hierbij cruciaal, omdat er risico's zijn op fraude met gezichtsherkenning door bijvoorbeeld deepfake technologie en fraude met de locatie door bijvoorbeeld VPN of GPS-spoofing. Een kritische succesfactor is dan ook het gebruik van geschikte software om deze fraude op te sporen en de privacy en informatiebeveiliging van de melder te waarborgen. Rond de zomer volgt een besluit over de volgende fase waarin wordt toegewerkt naar een pilot. In deze fase zal meer helderheid ontstaan over de financiële consequenties ook op basis van kosten-batenanalyses. Voor er daadwerkelijk in de praktijk met een digitale meldplicht kan worden gewerkt moeten er dus nog de nodige stappen worden gezet. Ik kan hier nu nog geen concrete tijdlijn aan verbinden, maar deel de urgentie en met mij de partners in dit traject zoals de gemeenten, politie en OM. De digitale meldplicht vereist een digitale voorziening die robuust, veilig en breed toepasbaar moet zijn. Dit vraagt om een gedegen en zorgvuldige aanpak en dat vergt tijd.
De app moet bruikbaar zijn op een smartphone van de meldplichtige. Dat maakt het complexer dan een enkelband. De identiteit moet continu fraudebestendig vastgesteld worden. Het zijn duidelijk twee verschillende (elektronische) middelen met andere hard- en software.
De toepassing van de enkelband is bovendien anders van aard dan de digitale meldplicht en kent een ander juridisch kader. Zo kan een enkelband uitsluitend worden toegepast bij een verdachte of veroordeelde op grond van het strafrecht, terwijl de meldplicht zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk kan worden opgelegd. Een enkelband voor de betrokkene is verstrekkender dan een (digitale) meldplicht. De toepassing van een enkelband ziet op het (desgewenst) continu zichtbaar maken van de locatie van een verdachte of veroordeelde. De (digitale) meldplicht ziet slechts, in combinatie met een gebiedsverbod, op controle op een bepaald moment, bijvoorbeeld gerelateerd aan een voetbalwedstrijd.
Bent u bereid om deze vragen te beantwoorden voor het commissiedebat over Sportbeleid op 5 april a.s.?
Ja.
De negatieve gevolgen van de brede SPUK-regeling voor kleinere gemeenten |
|
Mohammed Mohandis (PvdA), Habtamu de Hoop (PvdA) |
|
Conny Helder (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
![]() |
Bent u ervan op de hoogte dat de bundeling van verschillende regelingen in de Specifieke Uitkering (SPUK) nadelige gevolgen heeft voor het beleid ten aanzien van sport en gezondheidsbevordering in kleine gemeenten?
Voor 98% van alle gemeenten geldt dat zij met de Brede SPUK in totaal aanzienlijk meer middelen ontvangen. Drie gemeenten ontvangen minder middelen ten opzichte van 2022. Het betreft hier zowel kleine als middelgrote gemeenten.
Heeft u, voordat u deze regeling inzette, de gevolgen van de wijziging voor kleine gemeenten door laten rekenen en deze meegenomen in uw besluit tot het bundelen van de regelingen tot de SPUK-regeling? Zo nee, waarom niet?
Voor de vier bestaande programma’s in de Brede SPUK (Kansrijke Start, Brede Regeling Combinatiefuncties, Uitvoering lokale sportakkoorden, Gezond in de Stad (GIDS)) is nagegaan wat de gevolgen van een aangepaste verdeelsleutel zouden zijn. Hierbij zijn ook de nieuwe onderdelen meegewogen.
Deze aangepaste verdeelsleutel is gebaseerd op het aantal inwoners in een gemeente en het aantal inwoners met lage sociaaleconomische positie (SEP), gebaseerd op laag inkomen en lage opleiding. Met deze Regeling zijn gemeenten in een goede uitgangspositie gebracht om gezondheidsachterstanden terug te dringen en beweegarmoede tegen te gaan.
Naast de vier bestaande programma’s zijn er elf nieuwe onderdelen toegevoegd met ook extra middelen. Hierdoor gaat het overgrote deel van de gemeenten er met deze verdeelsleutel enorm op vooruit en ontvangen zij juist meer financiële middelen dan voorheen. Dat geldt ook voor bijna alle kleine gemeenten.
Wat zijn de financiële gevolgen van de bundeling tot de SPUK-regeling voor bijvoorbeeld de Waddeneilanden? Kunt u een overzicht geven van de gelden voor de eilanden voorheen en via de SPUK-regeling? Wat betekent dit voor het beleid?
Voor twee Waddeneilanden, Schiermonnikoog en Vlieland en de gemeente Rozendaal heeft de bundeling van SPUK middelen negatieve financiële gevolgen ten opzichte van middelen die deze gemeenten in 2022 kregen uit de Rijksbijdrage voor Kansrijke Start, Brede Regeling Combinatiefuncties, Uitvoering lokale sportakkoorden, GIDS. Dat is uiteraard onwenselijk: deze gemeenten zouden zonder correctie moeten bezuinigen. Daarom zal voor deze drie gemeenten de specifieke uitkering worden opgehoogd tot het niveau dat zij in 2022 kregen uit genoemde programma’s. Zo worden ook deze gemeenten in een goede uitgangspositie gebracht om te investeren.
Kunt u aangeven voor welke gemeenten de SPUK-regeling positieve c.q. negatieve financiële gevolgen heeft en wat deze nieuwe regeling betekent voor de plannen die gemeenten al hadden gemaakt op basis van de oude financiering?
Ruim 98% van de gemeenten gaan er financieel op vooruit. Dit komt doordat er elf nieuwe onderdelen in de brede SPUK zijn opgenomen met extra middelen. Daarnaast zijn bij een paar bestaande onderdelen zoals de Brede regeling combinatiefuncties extra middelen toegevoegd. De negatieve financiële gevolgen betreffen in ieder geval twee Waddeneilanden en één andere gemeente. De positieve financiële gevolgen betreffen bijna alle gemeenten. Op vrijdag 31 maart jl. is de aanvraagronde voor de Brede SPUK gesloten. Alle gemeenten hebben op deze brede SPUK ingetekend voor vrijwel alle onderdelen. Direct na de sluiting van de aanvraagtermijn is de balans opgemaakt en is vanuit het ministerie gekeken naar een passende oplossing. Voor deze drie gemeenten wordt de specifieke uitkering opgehoogd tot het niveau dat zij in 2022 kregen uit genoemde programma’s. Zo worden ook deze gemeenten in een goede uitgangspositie gebracht om te investeren.
Hoe gaat u er voor zorgen dat gemeenten hun beleid ten aanzien van sport en gezondheidsbevordering nog op dezelfde manier kunnen blijven uitvoeren en er niet op achteruit gaan door de SPUK-regeling?
Deze brede SPUK is ervoor bedoeld dat gemeenten juist meer kunnen gaan inzetten op het gebied van Sport, bewegen en cultuur, Gezondheid en Sociale basis. Dit omdat in Nederland een grote uitdaging bestaat om de gezondheidsachterstanden terug te dringen en de beweegarmoede terug te dringen. Vandaar de nieuwe verdeelsleutel, die past bij deze doelstelling.
De berichten ‘Nederlands standpunt Russische sporters’, ‘Aziatische sluiproute voert Russische sporters wellicht alsnog naar Olympische spelen 2024’, en ‘De boycot treft de Russische topsport en daarmee de pr-machine van Vladimir Poetin’ |
|
Ruben Brekelmans (VVD), Rudmer Heerema (VVD) |
|
Wopke Hoekstra (viceminister-president , minister buitenlandse zaken) (CDA), Conny Helder (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
![]() |
Welke mogelijkheden ziet u om een rol te spelen om niet alleen Russische sporters en officials te weren uit de internationale sportwereld, maar ook de Russische bestuurders bij internationale sportorganisaties?1
Ik heb mij samen met mijn internationale collega’s daar in meerdere statements richting de internationale sport voor uitgesproken.2
Bent u op de hoogte van het feit dat de internationale boksbond gedomineerd wordt door Russische sportbestuurders en gesponsord wordt door Gazprom? Bent u ervan op de hoogte dat bij wedstrijden die door deze internationale boksbond georganiseerd worden Russische sporters onder eigen vlag mogen deelnemen, met al het bijbehorende uiterlijk vertoon?
Ja, daarvan ben ik op de hoogte.
Diverse landen zien nu vanwege de Russische invloeden en de minachting van de oorlog in Oekraïne af van deelname aan het WK boksen en is de Minister ervan op de hoogte dat de Nederlandse boksbond overweegt dit ook te doen?
Ja, daarvan ben ik op de hoogte. De Nederlandse boksbond heeft inmiddels ook besloten niet deel te nemen aan o.a. de IBA Women’s World Boxing Championships 2023 in maart.
Wilt u zich hardmaken om brede nationale en internationale steun voor dit besluit te organiseren en ervoor te zorgen dat de Nederlandse boksbond of haar sporters hierdoor geen zwaarwegende nadelige gevolgen zullen ervaren? Ook niet in eigen land wat bijvoorbeeld bekostiging of stipendium betreft?
Tijdens de digitale bijeenkomst op 10 februari om met gelijkgestemde landen van gedachten te wisselen over het statement van het IOC van 25 januari jl. hebben ik en meerdere internationale collega’s uitgesproken dat de beslissing van het IBA om geen restricties te hanteren verwerpelijk is.
In juni 2022 heeft het IOC aangekondigd dat IBA niet betrokken zal worden bij de boks kwalificaties voor de Olympische Spelen in Parijs. Atleten zullen daarom geen nadelige gevolgen ervaren door deze beslissing.
Ook in Nederland zullen de bond en haar sporters geen nadelige gevolgen ervaren. Deze kwestie heeft geen invloed op het stipendium.
De berichten ‘Nederlands standpunt Russische sporters’, ‘Aziatische sluiproute voert Russische sporters wellicht alsnog naar Olympische spelen 2024’ en ‘De boycot treft de Russische topsport en daarmee de pr-machine van Vladimir Poetin’ |
|
Ruben Brekelmans (VVD), Rudmer Heerema (VVD) |
|
Conny Helder (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
![]() |
Bent u bekend met de berichten: «Nederlands standpunt Russische sporters», «Aziatische sluiproute voert Russische sporters wellicht alsnog naar Olympische spelen 2024», en «De boycot treft de Russische topsport en daarmee de pr-machine van Vladimir Poetin»?1, 2, 3
Ja.
Deelt u de mening dat het Russische regime de internationale sportprestaties van Russische sporters misbruikt voor binnenlandse propaganda?
Het is duidelijk dat het Russische regime veel waarde hecht aan internationale sportprestaties van Russische sporters.
Deelt u de mening dat wanneer Oekraïense sporters in de frontlinie moeten vechten terwijl Russische sporters, vaak in dienst van het Russische Ministerie van Defensie, kunnen blijven trainen en ook nog wedstrijden kunnen doen, er van eerlijke sport geen sprake is?
Het is verschrikkelijk dat het nodig is dat Oekraïners, onder wie ook sporters, hun land moeten verdedigen in de oorlog tegen Rusland en dat er Oekraïense atleten overleden zijn in deze strijd. Dit is van een andere orde dan eerlijke sport.
Bent u ervan op de hoogte dat er nog steeds Russische sporters actief zijn op internationale sporttoernooien in Nederland (bijvoorbeeld het ABN Amro Open)?
Ja.
Klopt het dat de Nederlandse overheid de visa uitgeeft om Russische sporters in staat te stellen om in Nederland te verblijven voor deelname aan internationale sporttoernooien? Hoeveel Russische sporters hebben sinds de aanval op Oekraïne een visum gekregen om in Nederland deel te kunnen nemen aan sportwedstrijden?
Ja. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft tussen 24 februari 2022 en peildatum 28 februari 2023 in totaal twee kort verblijf visa verstrekt aan aanvragers met de Russische nationaliteit die bij hun aanvraag als bestemming Nederland en als verblijfsdoel «sportwedstrijd» hebben opgegeven. Het gaat om twee visa die beide in juli 2022 zijn verstrekt, voor twee afzonderlijke sportevenementen. De visa zijn cf. de relevante Europese wet- en regelgeving afgegeven, te weten de Schengen visumcode en de Visum Facilitatie Overeenkomst (VFA) met Rusland. De VFA werd op 9 september 2022 volledig opgeschort4. Bij de opschorting van deze overeenkomst publiceerde de Europese Commissie richtsnoeren over de visumafgifte aan Russen5. Deze richtsnoeren bevatten geen specifieke restricties voor Russische sporters.
Deelt u de mening dat als we andere landen zoals Frankrijk vragen om geen Russische sporters toe te laten, wij als Nederland zelf ook het goede voorbeeld moeten geven? Bent u daarom bereid om de visumverstrekking aan Russische sporters op te schorten zolang Rusland de verderfelijke oorlog in Oekraïne voert? Mochten hier juridische belemmeringen zijn, wilt u met de grootst mogelijke spoed met voorstellen komen om deze belemmeringen weg te nemen zodat Russische sporters uit Nederland geweerd kunnen worden?
Het is niet zo dat ik andere landen, zoals Frankrijk, heb gevraagd om geen Russische sporters toe te laten.
Het kabinet heeft duidelijk stelling genomen tegen de deelname van Russische sporters aan landentoernooien zoals de Olympische Spelen, ook onder neutrale vlag. Onder geen beding mag sport een vehikel worden voor Russische propaganda. Het is echter niet zo dat sporters die over de Russische nationaliteit beschikken per definitie zijn uitgesloten van deelname op individuele basis aan alle sporttoernooien. Wanneer een sporter met de Russische nationaliteit wordt uitgenodigd kan deze ook een visum aanvragen. Iedere visumaanvraag wordt op zijn merites beoordeeld en getoetst aan de voorwaarden uit de Schengenvisumcode. Daarbij wordt ook getoetst op de duur en doel van het verblijf. Dat moet de aanvrager met onderliggende documenten kunnen onderbouwen. Als het reisdoel sport is, wordt dat doorgaans aangetoond met een (gepersonaliseerde) uitnodiging van de organisatie die het sportevenement organiseert. Er wordt geen visum verstrekt als de aanvrager het doel van het verblijf niet voldoende kan aantonen, bijvoorbeeld omdat een dergelijke uitnodiging ontbreekt. Dat betekent in de praktijk dat eventuele visumafgifte voor Russische sporters direct volgt uit het geldende uitnodigingsbeleid. Er is geen sprake van apart visumbeleid voor deze categorie aanvragers.
Gemeenten die voor een dilemma staan over de hoge energiekosten van schaatsbanen. |
|
Inge van Dijk (CDA) |
|
Conny Helder (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
![]() |
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat gemeenten door de hoge energieprijzen voor de keuze staan om ofwel schaatsbanen te sluiten, ofwel tonnen bij te moeten storten?1
Ja.
Kunt u een overzicht geven van de energie-uitgaven van de 21 verschillende Nederlandse schaatsbanen in de jaren 2021 en 2022, zo mogelijk aangevuld met de prognose van de kosten in 2023? Kunt u daarnaast per schaatsbaan aangeven wanneer de huidige energiecontracten aflopen?
Ik kan dit overzicht in algemene zin geven. In Nederland zijn 21 kunstijsbanen, waarvan er negentien te maken hebben of gaan krijgen met stijgende energiekosten. In de inventarisatie die ik vóór de zomer samen met exploitanten van accommodaties heb uitgevoerd, zijn ook de energie-uitgaven meegenomen van deze negentien kunstijsbanen. De uitgaven van de jaren 2022 en 2023 zijn daarin vergeleken met de uitgaven in het jaar 2019, omdat de jaren 2020 en 2021 vanwege de coronamaatregelen geen representatief beeld geven. In de onderstaande tabel zijn de uitkomsten van die inventarisatie voor de kunstijsbanen weergegeven. De weergegeven stijging betreft de gemiddelde stijging per kunstijsbaan als zij heel 2022 en heel 2023 met hogere energieprijzen te maken zouden krijgen.
Op dit moment heeft nog niet iedere kunstijsbaan met hogere energieprijzen te maken. Ik heb navraag gedaan bij het Platform Ondernemende Sportaanbieders en de Vereniging Kunstijsbanen Nederland over de aflopende energiecontracten. Zij geven aan dat de energiecontracten van zeven kunstijsbanen in 2022 zijn afgelopen. Van twaalf kunstijsbanen loopt het contract nog door, maar loopt dit nog dit jaar af. In Haarlem loopt het energiecontract in 2024 af. De kunstijsbaan in Leiden betreft een nieuwe accommodatie die in september opent, en is klimaatneutraal.
Daarnaast fluctueren energietarieven sterk, waardoor de berekende gemiddelde stijging van energieprijzen niet altijd overeenkomt met de daadwerkelijke situatie van een ijsbaan op dit moment. De inventarisatie is afgerond in augustus 2022, op een moment dat de voorspelde energietarieven voor 2023 op een relatief hoog punt lagen. Sindsdien zijn de energieprijzen gedaald, waardoor de meerkosten per accommodatie over 2023 lager zouden kunnen uitvallen. Ondanks die daling kan gemiddeld per ijsbaan gerekend worden op meerkosten per jaar van ongeveer € 1 miljoen ten opzichte van 2019.
2022
€ 930.000
2023
€ 1.310.000
Op welke wijze voert u de aangenomen motie-Van Dijk/Van der Laan uit, waarin verzocht wordt nauwgezet te monitoren of de aanvullende financiële middelen afdoende zijn om de unieke Nederlandse infrastructuur van verenigingen te ondersteunen?2
In de Kamerbrief van 31 januari jl. heb ik de eerste maandelijkse monitoring naar de Tweede Kamer gestuurd. Hierin heb ik ook aangegeven hoe ik de aangenomen motie van de leden Inge van Dijk/Van der Laan uitvoer.
Wanneer stuurt u de maandelijkse rapportage over deze monitoring naar de Tweede Kamer, zoals verzocht in de aangenomen motie-Van Dijk/Van der Laan?
Zie antwoord vraag 3.
Kunt u aangeven of, en zo ja, welke schaatsbanen ondersteund worden vanuit de aanvullende financiële middelen die u aan gemeenten heeft toegezegd?
Zoals ik heb aangegeven in mijn brief van 31 januari jl. is het niet mogelijk te monitoren hoe de extra bijstelling op het Gemeentefonds precies door gemeenten wordt ingezet. Wel begrijp ik van de VSG dat goed overleg plaatsvindt tussen kunstijsbanen die ondersteuning nodig hebben en de betreffende gemeenten.
Herkent u het signaal van de schaatsbond KNSB dat sluiting acuut dreigt bij een à twee schaatsbanen? Bent u met de betreffende gemeenten in contact over de mogelijkheden om deze banen open te houden? Zo nee, waarom niet?
Ik herken het signaal. De Vereniging Sport en Gemeenten organiseert overleggen tussen de gemeenten met een kunstijsbaan waarin ook de mogelijkheden tot ondersteuning worden besproken. De VSG geeft aan dat de betreffende gemeenten ook al in gesprek zijn met deze schaatsbanen over de mogelijkheden om deze banen open te houden. Daarnaast verken ik de mogelijkheden om de verduurzaming in de sport te versnellen, zowel voor sportaanbieders als voor energie-intensieve accommodaties als ijsbanen.
Kunt u aangeven op welke wijze u voornemens bent uw toezegging na te komen om samen met de andere stakeholders te voorkomen dat Thialf de deuren moet sluiten?
Thialf is een belangrijke accommodatie in het Nederlandse topsportaccommodatielandschap. Het is belangrijk dat goed gekeken wordt naar een toekomstbestendige en duurzame exploitatie. Eerder heb ik op basis van een amendement3 van uw Kamer € 1.000.000,- overgemaakt voor de noodzakelijke vervangingsinvesteringen. Daarnaast heb ik in december 2022 nogmaals € 1.000.000,- toegezegd4 voor duurzaamheidsinvesteringen.
Thialf werkt op dit moment samen met aandeelhouders en het bedrijfsleven de plannen voor een duurzame exploitatie verder uit. Ik heb de betrokken partijen aangegeven dat ik ook in de toekomst graag in gesprek blijf over de ontwikkelingen hiervan en welke bijdrage het Rijk daar mogelijk aan wil leveren.
Klopt het dat u in gesprek bent met de gemeente Heerenveen over aanvullende financiering voor Thialf, bovenop de eerder toegezegde 1 miljoen euro? Wat is hiervan de stand van zaken?3
Het klopt dat ik met Thialf in gesprek ben over de benodigde investeringen voor een toekomstbestendige exploitatie van het schaatsstadion. De eerder toegezegde € 1.000.000,- dient te worden ingezet voor een duurzaamheidsinvestering, die op korte termijn gerealiseerd kan worden. Ik blijf ook voor duurzaamheidsinvesteringen op de langere termijn graag in gesprek en ben bereid te bezien welke bijdrage het Rijk hiervoor wil en kan doen. Daarvoor is het wel van belang dat de plannen concreet zijn en cofinanciering vanuit overige partijen gedekt is.
Op welke wijze zorgt u ervoor dat de innovatieve ideeën voor energiebesparende maatregelen die Thialf heeft ontwikkeld beschikbaar gesteld worden aan alle andere schaatsbanen? Wat is hiervan de stand van zaken?4
Met name bij energie-intensieve sportaccommodaties is het, gezien de opgelopen energiekosten, belangrijk dat gekeken wordt hoe energie bespaard en duurzaam opgewekt kan worden. Daarvoor lopen op dit moment verschillende innovaties, ook voor kunstijsbanen. Door NOC*NSF, de KNSB en de Vereniging Kunstijsbanen Nederland is een «Taskforce Verduurzaming Kunstijsbanen» opgezet. Deze taskforce is gekoppeld aan de Routekaart Verduurzaming Sport en kennispartners, zoals Sportinnovator, de RVO, Kenniscentrum Sport en Bewegen en de VSG. Door de betrokken partijen wordt op dit moment een actieplan verduurzaming kunstijsbanen ontwikkeld, waarbij aandacht is voor de kennisuitwisseling tussen kunstijsbanen, maar ook voor monitoring en advisering. Via deze route kunnen kunstijsbanen ervaringen en succesfactoren delen met andere kunstijsbanen. Dit actieplan wordt naar verwachting binnen enkele maanden gepubliceerd en ten uitvoering gebracht.
Het artikel ‘Thijs Zonneveld: "Alleen een topsporter voor de klas is niet genoeg"’ |
|
Rudmer Heerema (VVD) |
|
Maarten van Ooijen (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (CU), Conny Helder (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
![]() |
Bent u bekend met het artikel «Thijs Zonneveld: «Alleen een topsporter voor de klas is niet genoeg»»?1
Ja.
Bent u bekend met de business case «Sporthelden op School» en afgeronde pilot van Thijs Zonneveld in samenwerking met het Sportbedrijf Rotterdam, waarbij de samenwerking tussen topsporters, sportverenigingen, gemeenten en het onderwijs wordt gestimuleerd?
Ja, ik ben bekend met deze business case en afgeronde pilot. Op 12 januari jl. heeft een gesprek op ambtelijk niveau plaatsgevonden waar de heren Zonneveld, Luyendijk en Demuyt de details hiervan nader hebben toegelicht.
Bent u het eens dat een verbinding tussen onderwijs, sportverenigingen en gemeenten een positief effect kan hebben op het aantal kinderen dat in aanraking komt met sport en dat met name kinderen in kwetsbare posities juist via het onderwijs bereikt kunnen worden?
Ik ben het eens dat een verbinding tussen onderwijs en sportsector bij kan dragen aan de kans voor (kwetsbare) kinderen om in aanraking te komen met sport en bewegen. Vanuit het onderwijs komt ieder kind vanaf de basisschoolleeftijd in contact met bewegingsonderwijs en in toenemende mate ook met sport- en beweegaanbod gedurende de lesdag zoals pauzespelen, bewegen tijdens de les en naschools aanbod2. Voor juist de groep kinderen in een meer kwetsbare positie investeert dit kabinet sinds de zomer middels het programma School en Omgeving in het realiseren van een extra naschools of tussenschools aanbod om kinderen meer te kunnen bieden naast de reguliere lestijd.
Vanuit het Ministerie van VWS omarmen we het programma School en Omgeving, en de mogelijkheid die het programma biedt voor extra sport- en beweegmomenten. We werken dan ook mee aan dit landelijke programma dat is opgezet door het Ministerie van OCW. Daarbij faciliteren we de sportaanbieders (zowel de verenigingen als de commerciële aanbieders) om aan dit programma deel te nemen en de samenwerking lokaal met schoolbesturen aan te gaan.
Bent u het eens dat een buurtsportcoach vanuit de sportvereniging het contact met het onderwijs een belangrijke rol kan spelen in het betrekken van niet alleen kwetsbare kinderen bij de sportvereniging, maar een rol heeft om alle kinderen in contact te brengen met verschillende takken van sport?
Ja, in die zin dat de buurtsportcoach zowel vanuit de gemeente, het onderwijs als de sportsector een belangrijke rol vervult. Sinds de ingang van de regeling in 2008 is de buurtsportcoach een verbinder en aanjager voor sport en bewegen voor alle kinderen binnen het netwerk van lokale partijen. Ook met de herziening van de brede regeling combinatiefunctionaris blijft die rol van kracht en zie ik de buurtsportcoach ook in nabije toekomst als kennispartner, uitvoerder en coördinator en daarmee als spin in het lokale web.
Op welke wijze kunt u de businesscase «Sporthelden op School» betrekken bij het opzetten van de pilots van de Ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, zoals toegezegd door de Minister voor Langdurige Zorg en Sport en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport tijdens respectievelijk het wetgevingsoverleg Sport en Bewegen (28 november jl.) en het commissiedebat Leefstijlpreventie (14 december jl.), om de infrastructuur van het onderwijs dichter bij de infrastructuur van de sportsector te brengen?
Daar kan ik nog geen uitspraken over doen omdat we met de verkenning over de nadere invulling van deze pilots in het begin van 2023 starten. Daarbij zal ook de sportsector worden betrokken. Wel kan ik de businesscase in deze verkenning meenemen.
Kunt u het voorbeeld van de businesscase «Sporthelden op School», die een maatschappelijke inzet van topsporters aan de sportsector vraagt om deze sterker en krachtiger te maken, betrekken bij de herijking van de stipendiumregeling om te zorgen dat onze Nederlandse topsporters voor deze maatschappelijke inzet gewaardeerd worden?
Ik werk in het eerste halfjaar van 2023 samen met NOC*NSF en VSG de afspraken uit het Sportakkoord II uit. Voor de topsport ontwikkelen we een strategisch kader om de maatschappelijke waarde van topsport te vergroten. De inzet van topsporters op scholen kan hierbij een concrete actie zijn. Ik wil dit voorbeeld dan ook vanuit dit topsportkader nader bekijken en vandaar uit een eventuele maatschappelijke inzet van (top)sporters in de stipendiumregeling bezien. Zoals ik tijdens het WGO op 28 november jl. al aan gaf is het nadeel van een extra verplichting op de stipendiumregeling dat het ten koste gaat van trainingsprogramma’s. En nog belangrijker, het moet uit mensen zelf komen en bij iemand passen en doordat topsporters met hun topsport waardevolle prestaties leveren dragen ze ook al bij aan maatschappelijke waarde van topsport.
Het door u ingediende amendement3 beschrijft de inzet van € 200.000 uit de niet-juridisch verplichte middelen op artikel 6 Sport en bewegen voor de herijking van de stipendiumregeling. Een herijking van het totale voorzieningenpakket voor topsporters waar de stipendiumregeling deel van uitmaakt, wordt momenteel uitgevoerd door NOC*NSF die hierin de regie neemt. Deze herijking zal na Parijs 2024 tot veranderingen leiden. Om de € 200.000 als beschreven in het amendement op de korte termijn efficiënt te benutten, stel ik voor om deze te koppelen aan de inzet van topsporters op scholen als concrete actie voor 2023 in Sportakkoord II. Om zo bij te dragen aan het inzetten van topsporter voor het stimuleren van bewegen onder scholieren.
Het artikel ‘Directeur Thialf uit in brief aan Tweede Kamer ’zeer grote zorgen’ over voortbestaan’ |
|
Rudmer Heerema (VVD), Silvio Erkens (VVD) |
|
Rob Jetten (minister zonder portefeuille economische zaken) (D66), Conny Helder (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
![]() |
Bent u bekend met de plannen van Thialf om te innoveren op het gebied van duurzaamheid, bijvoorbeeld door middel van een energieregelsysteem, om op de energierekening te besparen? Hoe apprecieert u dit?1
Ja, ik ben bekend met de plannen. Verduurzaming van de sport is van groot belang en ik houd mij daar nadrukkelijk mee bezig. Zeker bij een energie-intensieve locatie als Thialf is verduurzaming één van de belangrijkste opties om de exploitatie op lange termijn duurzaam te versterken. Ik ben mij daarnaast bewust van de stijgende energiekosten en het aflopende energiecontract. Ik ben al langere tijd in gesprek met Thialf en de aandeelhouders over mogelijke oplossingen op korte, maar ook zeker op de lange termijn. Ik heb uw Kamer hierover geïnformeerd voorafgaand aan het WGO sport van 28 november jl.2
Bent u het eens dat verduurzaming van sportaccommodaties op dit moment extra belangrijk is, gezien sportclubs veel last hebben van de hoge energieprijzen?
Verduurzaming van de sport is erg belangrijk en dit is ook een onderdeel van onze bredere duurzaamheidsdoelstellingen. Nu de energiekosten zijn gestegen, is verduurzamen financieel extra interessant voor gemeenten, exploitanten of sportverenigingen met een eigen accommodatie. Vanuit de klimaatdoelstellingen en om sport financieel een betere positie te geven, ondersteunen wij het belang van de verduurzaming van de sport.
Deelt u de mening dat verduurzaming van sportaccommodaties daarom aangemoedigd moeten worden? Kunt u toelichten welk beleid er op dit moment is om dit aan te moedigen?
Ik vind het belangrijk dat de sport over de hele linie werkt aan verduurzaming en moedig dit zeker aan. In samenwerking met gemeenten, de sportsector en het bedrijfsleven stimuleren we dit op verschillende manieren. Zo is de Routekaart Verduurzaming Sport gepubliceerd. Als onderdeel van deze routekaart lopen verschillende trajecten om de sport te ondersteunen bij de verduurzamingsopgave. Zo kunnen sportverenigingen, exploitanten, sportbedrijven en gemeenten gratis begeleiding aanvragen bij het opstellen en implementeren van een verduurzamingsplan voor de eigen accommodatie(s), waarin ook aandacht is voor de financiering en business case. Hiervoor zijn meerdere professionele partijen in te schakelen zoals via SportNLGroen en het provinciale ontzorgingsprogramma. Amateursportorganisaties kunnen via de BOSA-regeling 30% subsidie krijgen voor investeringen in verduurzaming. Voor overige organisaties, zoals gemeenten en sportondernemers, zijn andere subsidieregelingen ingericht, zoals de Energie Investeringsaftrek (EIA), Milieu Investeringsaftrek (MIA), Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL) en de Subsidieregeling Duurzaam Maatschappelijk Vastgoed (DUMAVA).
Kunt u schetsen voor welke (subsidie)regelingen sportaccommodaties in aanmerking komen die willen verduurzamen?
Zie antwoord vraag 3.
Welke plannen heeft u om verduurzaming van sportaccommodaties in de toekomst sterker aan te moedigen? Wat kunt u verder nog doen om het beleid voor verduurzaming van sportaccommodaties te versterken?
De huidige BOSA-regeling loopt nog tot en met eind december 2023. Op dit moment evalueer ik de regeling samen met de sportsector. De signalen op basis van de eerste evaluatiegesprekken zijn positief en ik heb de intentie de BOSA-regeling per 1 januari 2024 voort te zetten. Na de evaluatiegesprekken wordt gekeken naar de nieuwe regeling. Hierbij zal ook de afweging gemaakt worden of extra inzet nodig is op bepaalde aspecten, zoals verduurzaming. Daarnaast ben ik in overleg met NOC*NSF, POS en de Stichting Waarborgfonds Sport om gezamenlijk de financieringsstructuur van verduurzaming in de sport in kaart te brengen en te komen tot concrete voorstellen voor verbetering.
Op welke manier kunnen sportaccommodaties van elkaar leren als het gaat om verduurzamingsmaatregelen? Kan onderzocht worden hoe verduurzamingskansen die bijvoorbeeld Thialf heeft, toegepast kunnen worden op bijvoorbeeld zwembaden?
Via de Routekaart Verduurzaming Sport ondersteun ik de actiegroep verduurzaming ijsbanen, waarin de kunstijsbanen van Nederland gezamenlijk spreken over verduurzamingsmaatregelen en -kansen. Via deze weg kunnen ijsbanen leren van elkaars ervaringen en innovaties op het gebied van verduurzaming. Recent is door deze actiegroep in Thialf de werkconferentie Verduurzaming IJsbanen georganiseerd, waar verschillende stakeholders zoals exploitanten, gemeenten, bonden en de rijksoverheid samen kwamen om kennis uit te wisselen. Ik ben in gesprek met de sport en gemeenten om te kijken hoe deze structuur ook kan worden toegepast op de zwembaden.
Daarnaast is er het Kennis- en Innovatieplatform Maatschappelijk Vastgoed waar alle sectoren maatschappelijk vastgoed kennis en informatie kunnen delen en ophalen. Vanuit de sport is het Kenniscentrum Sport en Bewegen bij dit platform aangesloten.
Het artikel ‘Bewoners Zeist boos over uitbreidingsplannen KNVB: "Heel bos moet er voor wijken"' |
|
Rudmer Heerema (VVD) |
|
Conny Helder (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
![]() |
Bent u bekend met het artikel «Bewoners Zeist boos over uitbreidingsplannen KNVB: «Heel bos moet er voor wijken»»?1
Ja, ik ben bekend met dit artikel.
Bent u bekend met de ambities van de KNVB om de KNVB Campus uit te breiden en daarbij het voornemen heeft om het natuurgebied waar zij gebruik van willen maken te compenseren met meer kwaliteit en meer oppervlakte? Wat is de visie van Staatsbosbeheer op deze plannen?
Ja, ik ben bekend met deze ambities en bovengenoemd voornemen van de KNVB.
De visie van Staatsbosbeheer is als volgt. Als buurman van de KNVB en eigenaar van alle Natuurnetwerk Nederland (NNN) gronden rondom de campus, heeft Staatsbosbeheer zich vanaf het begin kritisch maar meedenkend opgesteld. Staatsbosbeheer heeft haar eigendommen in Austerlitz in bezit voor de instandhouding en verbetering van de daarop aanwezige natuurwaarden. Dit geldt ook voor de gronden waar de KNVB graag op zou willen uitbreiden. Zolang deze grond een natuurbestemming heeft, is er voor Staatsbosbeheer geen aanleiding om deze grond te verkopen aan de KNVB. Pas na het publiekrechtelijke traject voor een bestemmingswijziging, inclusief goedkeuring van de natuurcompensatie door provincie, is Staatsbosbeheer bereid om gronden te verkopen. Tot die tijd blijft Staatsbosbeheer het gebied als natuur beheren en kunnen er geen activiteiten met betrekking tot bovenstaande ontwikkeling plaatsvinden.
Erkent u het belang van de KNVB Campus voor talentontwikkeling en de internationale concurrentiepositie van Nederland in de voetbalwereld? Bent u het ermee eens dat het hierbij van belang is dat de Campus over alle faciliteiten beschikt die hieraan bijdragen, zoals ruimte voor training en medische ondersteuning?
Ja, ik erken dat het belangrijk kan zijn voor de ontwikkeling van het Nederlandse voetbal om een centrale plek te hebben waar verschillende faciliteiten bij elkaar komen en vertegenwoordigende elftalen kunnen trainen. Het is echter aan de KNVB zelf om een afweging te maken over wat er precies nodig is voor talentontwikkeling en de internationale concurrentiepositie van Nederland in de voetbalwereld. Volgens de KNVB draagt het uitbreiden van het aantal voetbalvelden van vier naar zeven bij aan deze ontwikkelingen. Deze uitbreiding betreft een particulier initiatief van de KNVB met eigen financiële verantwoordelijkheid. Inmiddels is de KNVB een werkgroep gestart die uitzoekt of het mogelijk is de velden buiten de gemeente Zeist uit te breiden.
Beschikken andere voetbalbonden ook over een soortgelijke voetbalcampus met een gelijksoortig aanbod van faciliteiten en voetbalvelden? Zo ja, welke zijn dit?
Uit navraag bij de KNVB blijkt dat de KNVB, net als veel andere voetbalbonden binnen Europa een trainingscentrum met moderne faciliteiten heeft. De KNVB geeft aan dat recent onder meer Portugal, België en Duitsland nieuwe trainingsfaciliteiten hebben geopend waarbij België momenteel over zeven voetbalvelden beschikt en Frankrijk over acht voetbalvelden. De KNVB wil drie extra velden realiseren waardoor het totaal aantal velden uitkomt op zeven.
Vindt u de ontwikkeling van de KNVB Campus een positieve bijdrage aan de Nederlandse topsportinfrastructuur en amateursport? Wilt u dit antwoord toelichten?
Voor de Nederlandse topsport is kwalitatief hoogwaardige en toekomstbestendige topsportinfrastructuur van belang. De KNVB geeft aan dat de ontwikkeling van de campus van wezenlijk belang is om deze toekomstbestendigheid en kwaliteit te kunnen waarborgen. De KNVB heeft tevens aangegeven in de toekomst de campus ook meer te gaan benutten voor de breedtesport en amateursport in Nederland. Zoals ook aangegeven in antwoord op vraag 3 is het aan de KNVB om zelf een afweging te maken over wat precies nodig is voor de ontwikkeling van de Nederlandse topsportinfrastructuur en amateursport in Nederland. Volgens de KNVB draagt het uitbreiden van het aantal voetbalvelden van vier naar zeven bij aan deze ontwikkelingen. De KNVB geeft aan dat deze uitbreiding nodig is vanwege het toenemende aantal vertegenwoordigende elftallen.
Bent u het ermee eens dat natuurinclusief bouwen past bij de uitdaging waar Nederland nu voor staat, waarbij meer hoogwaardige natuurgebieden gecreëerd moeten worden met betrekking tot de stikstofproblematiek en dat dit soort plannen meer ondersteuning behoeven? Hoe verhouden de voorgenomen plannen van de KNVB zich hier tot?
De KNVB is voornemens een groter en meer hoogwaardig natuurgebied te creëren ter compensatie van het natuurgebied dat ten koste gaat van de uitbreiding. Deze voorgenomen plannen van de KNVB kunnen volgens het Ministerie van LenV onder de noemer «natuurinclusief bouwen» worden geschaard. Het is echter aan de provincie Utrecht om uiteindelijk te bepalen of de voorgenomen plannen van de KNVB geen negatief effect hebben op de stikstofproblematiek in de provincie en of het plan van de KNVB wel of geen steun behoeft voor de uitvoering.
Spreekkoren bij voetbalwedstrijden |
|
Jeanet van der Laan (D66), Lisa Westerveld (GL) |
|
Conny Helder (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
![]() ![]() |
Kent u het artikel «Fijke (43) hoort kwetsende homo-teksten in Grolsch Veste aan: Waarom treedt niemand op?»1
Ja.
Wat is volgens u het antwoord op deze vraag?
De wijze waarop Betaald Voetbal Organisaties (BVO’s) dienen op te treden bij discriminerende spreekkoren zoals homofobe, antisemitische en racistische spreekkoren staat omschreven in de Richtlijn Bestrijding Verbaal Geweld, wat onderdeel is van het Handboek competitiezaken betaald voetbal van de KNVB. Uitgangspunt is dat BVO’s en supportersverenigingen primair verantwoordelijk zijn voor het gedrag van hun supportersaanhang c.q. leden en voor duidelijke tolerantiegrenzen ten aanzien van ongewenste spreekkoren en verbaal geweld. Deze grenzen worden onder meer bekendgemaakt in het huisreglement van de club
Met betrekking tot deze specifieke situatie heeft de BVO FC Twente haar zienswijze gedeeld. Deze is de volgende: de kwetsende spreekkoren werden in de slotfase van de wedstrijd FC Twente tegen FC Groningen een aantal keren gezongen, waarbij de spreekkoren tussendoor werden onderbroken. De spreekkoren waren op dat moment in de ogen van FC Twente steeds van zo'n korte duur dat ervoor werd gekozen om het protocol rondom kwetsende spreekkoren niet in werking te laten treden.
Een aantal mensen in het stadion heeft na de wedstrijd aangegeven zich aan de spreekkoren te hebben gestoord en van mening te zijn dat FC Twente had moeten optreden. FC Twente heeft na de wedstrijd door middel van een publiekelijk statement op hun website de spreekkoren afgekeurd en aangegeven de mening te delen dat zij tijdens de wedstrijd wel hadden moeten ingrijpen.
Is bekend hoe vaak homofobe of racistische spreekkoren klinken vanaf tribunes? Worden signalen die in meldkamers binnenkomen geregistreerd?
Exacte cijfers zijn niet bekend en meldingen worden niet centraal geregistreerd en voor langere tijd bijgehouden. Na een melding van kwetsende spreekkoren, zijn clubs verplicht hierover te rapporteren aan de KNVB en hierbij aan te geven wat ze eraan hebben gedaan voor, tijdens en na afloop van een wedstrijd.
Ook kan een melding worden voorgelegd aan de onafhankelijk aanklager betaald voetbal, die bepaalt of er tuchtrechtelijke sancties volgen.
In een reactie geeft FC Twente aan de wedstrijd niet te hebben stilgelegd omdat de spreekkoren van korte duur geweest zouden zijn. Welke overwegingen spelen hierin een rol? Hoe lang moeten spreekkoren duren om wedstrijden dan wel stil te leggen?
BVO’s zijn verantwoordelijk voor duidelijke tolerantiegrenzen ten aanzien van ongewenste spreekkoren en verbaal geweld. Het in werking treden van de Richtlijn Bestrijding Verbaal Geweld gebeurt op basis van verschillende factoren zoals; verstaanbaarheid, waarneming en signalering, inhoud, frequentie, omstandigheden, en of de alternatieven om een spreekkoor te stoppen al in gang zijn gezet etc. De lengte of duur van een spreekkoor is daarbij niet van doorslaggevende betekenis. Wat het kabinet betreft, is iedere seconde dat een discriminerend spreekkoor aanhoudt, er één te veel. Discriminatie hoort niet thuis in Nederland, ook niet op het voetbalveld.
Hoe vaak is het voorgekomen dat een wedstrijd is stilgelegd na racistische en homofobe spreekkoren? Hoe vaak is dit gebeurd na het aannemen van de motie Westerveld/Vander Laan die vraagt om heldere afspraken en verantwoordelijkheden, zodat wedstrijden daadwerkelijk worden stilgelegd bij spreekkoren?2
De KNVB houdt niet expliciet bij hoeveel wedstrijden worden stilgelegd. Het antwoord daarop blijf ik u dan ook schuldig. Wel weet ik dat op 28 augustus
FC Utrecht – Ajax is stilgelegd door de scheidsrechter.
Bent u het met de geïnterviewde persoon en ons eens dat homofobe en racistische of andere kwetsende spreekkoren, ook effect kunnen hebben op de aanwezige kinderen in een stadion? Bent u bereid om hierover het gesprek met supportersverenigingen te voeren?
Ja dat ben ik met u eens. Spreekkoren kunnen effect hebben op zowel volwassenen als op kinderen. Kwetsende spreekkoren horen niet thuis in de sport en dus ook niet in het voetbal. Ook de supportersverenigingen moeten hierin hun verantwoordelijkheid pakken. Ik ben bereid hierover om de tafel te gaan met het Supporterscollectief Nederland en supportersverenigingen.
Welke concrete verbeterpunten zijn er na antwoorden op onze eerdere vragen, waarin u aangeeft met de KNVB in gesprek te zijn om spreekkoren meer onder de aandacht te brengen van de betaald voetbalorganisaties?3
De KNVB heeft recent de Richtlijn Bestrijding Verbaal Geweld extra onder de aandacht gebracht bij de BVO’s. Ook is er een aanpassing gedaan met betrekking tot de rol van de scheidsrechter in de Richtlijn Bestrijding Verbaal Geweld. Daarnaast is het OM momenteel met de partners in gesprek over welk gedrag in principe strafbaar is en dus (ook) voor die partners voldoende aanleiding kan zijn om in te grijpen én wordt de komende tijd binnen het OM opnieuw onder de aandacht gebracht welke mogelijkheden er strafrechtelijk zijn, mocht er voldoende bewijs bestaan richting individuen, of, welke rol het OM hierbij zou kunnen spelen in de lokale driehoeken.
Bij een mogelijk vervolg op het actieplan «Ons voetbal is van iedereen. Samen zetten we racisme en discriminatie buitenspel» (OVIVI) zal er aandacht zijn voor eerdergenoemde Richtlijn en zullen we samen met de John Blankenstein Foundation en de Anne Frank Stichting een proces in gang zetten gericht op het normeren van gedrag in stadions met betrekking tot onwenselijke uitingen zoals homofobe spreekkoren. Daarbij willen we de BVO’s en haar supporters bewust maken van de impact van kwetsende spreekkoren.
Bent u het met ons eens dat symboliek zoals het dragen van aanvoerdersbanden weinig waarde heeft als clubs en spelers hier geen concrete acties aan verbinden zoals het stilleggen van de wedstrijd?
Ik ben het met u eens dat een wedstrijd soms wel eerder stilgelegd mag worden. Toch ondersteun ik ook het gebruik van de OneLove aanvoerdersbanden. Het is een mooie manier om tijdens wedstrijden visueel te maken dat in het voetbal geen ruimte is voor discriminatie en racisme. De OneLove aanvoerdersbanden zijn slechts een onderdeel binnen de brede aanpak van racisme en discriminatie in het voetbal. OVIVI kent velerlei maatregelen gericht op preventie, signaleren en sanctioneren. Daarbij moet deze actie niet worden onderschat. Ook het gesprek hier over voeren en het maatschappelijk debat hierover vind ik van waarde, los van de overige concrete acties en het stilleggen van wedstrijden.
Bent u tevreden over de aanpak tot nu? Zo nee, welke concrete maatregelen gaat u nemen?
Ik ben blij met de stappen die we tot nu toe hebben gezet. Over de voortgang en de opbrengsten van OVIVI zal ik u begin volgend jaar informeren. Maar we zijn er nog niet. Permanente aandacht is nodig om mensen bewust te maken van hun vooroordelen en van het effect van discriminatie (waaronder homofobie). Deze aanpak vergt een lange adem. Vandaar dat de huidige partners en het Ministerie van OCW met elkaar in gesprek zijn over een vervolg op OVIVI. Zodra daar over meer bekend is, zal ik u hierover informeren.
Wilt u deze vragen beantwoorden voor het Wetgevingsoverleg Sport en Bewegen op 28 november?
Ja.