Gepubliceerd: 15 december 2020
Indiener(s): Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen: bestuur gezondheidsrisico's parlement recht staatsrecht zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35654-7.html
ID: 35654-7
Origineel: 35654-2

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 15 december 2020

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel D, wordt in het voorgestelde artikel 2b «artikel E 4, eerste lid, van de Kieswet» vervangen door «artikel I 4, eerste volzin, van de Kieswet».

B

In artikel I, onderdeel D, wordt het voorgestelde artikel 2c als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid wordt «artikel 9, eerste lid, derde en vierde zin, tweede tot en met vierde, achtste en tiende lid» vervangen door «artikel 9, eerste lid, derde en vierde volzin, tweede tot en met vierde, zevende en negende lid».

b. Aan het slot wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

3. Het centraal stembureau draagt er zorg voor dat in de ruimte waar de openbare zitting plaatsvindt alsook bij de ingang daarvan de aanwijzingen worden gegeven die nodig zijn om de naleving van artikel 58f, eerste lid, van de Wet publieke gezondheid of het bepaalde bij of krachtens artikel 9 door de bij de openbare zitting aanwezige personen te verzekeren.

C

Artikel I, onderdeel K, wordt als volgt gewijzigd:

a. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

b. Er wordt een subonderdeel toegevoegd, luidende:

2. In artikel 8, derde lid, onderdeel b, wordt «artikel 9, zesde lid,» vervangen door «artikel 9, vijfde lid,».

D

Artikel I, onderdeel L, wordt als volgt gewijzigd:

a. In subonderdeel 3 wordt «Aan het zesde lid» vervangen door «Aan het vijfde lid».

b. Na subonderdeel 3 worden twee nieuwe subonderdelen toegevoegd, luidende:

4. In het zesde lid wordt «artikel 58f, eerste lid, van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19» vervangen door «artikel 58f, eerste lid, van de Wet publieke gezondheid».

5. Het tiende en elfde lid worden vernummerd tot negende en tiende lid.

E

Na onderdeel L wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

La

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden: «Stembus».

2. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. In aanvulling op artikel J 18, eerste lid, van de Kieswet kunnen bij ministeriële regeling nadere voorschriften worden gesteld over de vervaardiging van de stembus.

F

In artikel I, onderdeel P, wordt het voorgestelde artikel 13b als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw) wordt «artikel K 3 van de Kieswet» vervangen door «artikel K 7 van de Kieswet» en wordt aan het slot toegevoegd: «voor zover daaruit het bezit van de Nederlandse nationaliteit blijkt».

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Voorts mogen ook de bescheiden genoemd in artikel K 2, aanhef en onder b, van het Kiesbesluit bij de aanvraag worden gevoegd die op de dag van de stemming, bedoeld in artikel J 1, eerste lid, of Y 8, eerste lid, van de Kieswet, maximaal een jaar hun geldigheid hebben verloren, mits daarbij tevens een kopie van de in artikel 61 van het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap bedoelde verklaring is gevoegd en deze niet meer dan een jaar voor de dag van de stemming is verstrekt.

G

In artikel I, onderdeel S, wordt het voorgestelde artikel 17a als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw) wordt aan het slot toegevoegd: «voor zover daaruit het bezit van de Nederlandse nationaliteit blijkt».

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Voorts kunnen ook de bescheiden genoemd in artikel M 5 van het Kiesbesluit die op de dag van de stemming, bedoeld in artikel J 1, eerste lid, of Y 8, eerste lid, van de Kieswet, maximaal een jaar hun geldigheid hebben verloren worden gebruikt, mits daarbij tevens een kopie van de in artikel 61 van het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap bedoelde verklaring is gevoegd en deze niet meer dan een jaar voor de dag van de stemming is verstrekt.

H

In artikel I, onderdeel R, wordt het voorgestelde artikel 16a als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw) wordt aan het slot toegevoegd: «voor zover daaruit het bezit van de Nederlandse nationaliteit blijkt».

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Voorts mogen ook de bescheiden genoemd in artikel L 2, aanhef en onder b, van het Kiesbesluit bij de aanvraag worden gevoegd die op de dag van de stemming, bedoeld in artikel J 1, eerste lid, of Y 8, eerste lid, van de Kieswet, maximaal een jaar hun geldigheid hebben verloren, mits daarbij tevens een kopie van de in artikel 61 van het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap bedoelde verklaring is gevoegd en deze niet meer dan een jaar voor de dag van de stemming is verstrekt.

I

Artikel I, onderdeel Y, wordt als volgt gewijzigd:

a. Onder vernummering van de subonderdelen 1 en 2 tot subonderdelen 2 en 3 wordt een subonderdeel ingevoegd, luidende:

1. Het opschrift komt te luiden: «(Stemopneming)».

b. In subonderdeel 2 (nieuw) wordt «zal worden voortgezet» vervangen door «zal plaatsvinden».

c. In subonderdeel 3 (nieuw) wordt «hervat een stembureau» vervangen door «vangt een stembureau» en wordt «op de dag van de stemming» vervangen door «op de dag van de stemming aan».

J

In artikel I, onderdeel AA, wordt het voorgestelde artikel 23e als volgt gewijzigd:

a. In het tweede lid wordt «de artikelen 11g en 11h» vervangen door «de artikelen 11g tot en met 11i».

b. In het derde lid komt de eerste volzin te luiden: «Aan het bepaalde in artikel N 9, eerste lid, eerste volzin, van de Kieswet wordt niet eerder toepassing gegeven dan na eenentwintig uur.»

K

In artikel I, onderdeel AA, wordt het voorgestelde artikel 23g als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid wordt «artikel 9, eerste lid, derde en vierde zin, tweede tot en met vierde, achtste en tiende lid» vervangen door «artikel 9, eerste lid, derde en vierde volzin, tweede tot en met vierde, zevende en negende lid».

b. Aan het slot wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

3. Het hoofdstembureau draagt er zorg voor dat in de ruimte waar de openbare zitting plaatsvindt alsook bij de ingang daarvan de aanwijzingen worden gegeven die nodig zijn om de naleving van artikel 58f, eerste lid, van de Wet publieke gezondheid of het bepaalde bij of krachtens artikel 9 door de bij de openbare zitting aanwezige personen te verzekeren.

L

In artikel I, onderdeel AA, wordt het voorgestelde artikel 23l als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid wordt «artikel 9, eerste lid, derde en vierde zin, tweede tot en met vierde, achtste en tiende lid» vervangen door «artikel 9, eerste lid, derde en vierde volzin, tweede tot en met vierde, zevende en negende lid».

b. Aan het slot wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

3. Het centraal stembureau draagt er zorg voor dat in de ruimte waar de openbare zitting plaatsvindt alsook bij de ingang daarvan de aanwijzingen worden gegeven die nodig zijn om de naleving van artikel 58f, eerste lid, van de Wet publieke gezondheid of het bepaalde bij of krachtens artikel 9 door de bij de openbare zitting aanwezige personen te verzekeren.

M

In artikel I, onderdeel BB, vervalt in subonderdeel 2 «2g, derde lid,».

N

In artikel I, onderdeel DD, wordt in het voorgestelde artikel 26a, derde lid, «bedoeld in artikel 11b» vervangen door «bedoeld in artikel 11a».

O

In artikel I wordt na onderdeel DD een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

DDa

In artikel 27 wordt «artikel 22, derde lid, tweede volzin,» vervangen door «artikel 22, vierde lid, tweede volzin,».

Toelichting

Deze nota van wijziging bevat in hoofdzaak enkele correcties die noodzakelijk zijn in verband met de vernummering van enkele bepalingen in verband met de inwerkingtreding van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 per 1 december jl. als ook een enkele technische verbetering. Daarnaast bevat deze nota van wijziging drie inhoudelijke aanpassingen van het voorstel van wet. Geregeld wordt dat het hoofdstembureau en centraal stembureau ervoor zorgdragen dat bij hun zittingen de voorschriften over de veilige afstand alsook de maatregelen betreffende de hygiëne en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen in acht worden genomen. Ook is het voor kiezers buiten Nederland mogelijk gemaakt om óók aan de stemming deel te nemen met een kopie van een Nederlands reisdocument waarvan de geldigheid op de dag van de stemming ten hoogste een jaar is verlopen, mits daarbij tevens een Verklaring omtrent het bezit van het Nederlanderschap wordt overgelegd welke ten hoogste een jaar oud is. Dit omdat vanwege het coronavirus het aanvragen en uitgeven van een Nederlands reisdocument in het buitenland langer kan duren en kiezers als gevolg daarvan niet op tijd aan een geldig Nederlands reisdocument kunnen komen om te kunnen stemmen. Deze verklaring kunnen Nederlanders in het buitenland eenvoudig langs elektronische weg aanvragen bij de Minister van Buitenlandse Zaken, maar is zelf geen identiteitsbewijs. Tot slot is, zoals in de nota naar aanleiding van het verslag ook al is aangekondigd, een grondslag in het voorstel van wet opgenomen om bij ministeriële regeling nadere voorschriften te kunnen stellen over de breedte van de gleuf in de deksel van een stembus.

A (Art. 2b)

De wijziging van artikel 2b betreft de correctie van een verschrijving.

B, C, K en L (Artt. 2c, 8, 23g en 23l)

Omdat in artikel 9 van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 enkele leden zijn vernummerd als gevolg van de inwerkingtreding van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 per 1 december 2020, moeten ook enkele verwijzingen naar die bepaling in dit wetsvoorstel worden geactualiseerd. Daartoe strekken deze opdrachten. Daarnaast is aan de voorgestelde artikelen 2c, 23g en 23l een nieuw lid toegevoegd, waarin is geregeld dat ook bij de openbare zittingen van de hoofdstembureaus en het centraal stembureau ervoor gewaakt moet worden dat de aanwezigen de veilige afstand alsmede de overige geldende regels met betrekking tot de hygiëne en persoonlijke beschermingsmiddelen in acht (kunnen) nemen.

D (Art. 9)

Op 1 december 2020 is de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 in werking getreden (Stb. 2020, 482). Als gevolg hiervan zijn op grond van artikel 29 van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 enkele aanpassingen in artikel 9 van die wet aangebracht. De omissies die daardoor zijn ontstaan, zoals een niet doorlopende nummering van leden, worden weggenomen.

E (Art. 10)

Het nieuwe tweede lid van artikel 10 maakt het mogelijk om, in aanvulling op de in artikel J 7 van het Kiesbesluit gestelde voorschriften, bij ministeriële regeling aanvullende voorschriften te stellen met betrekking tot de stembus. Omdat enveloppen met daarin briefstembiljetten die een briefstembureau in de stembus deponeert breder zijn dan de stembiljetten die doorgaans in een stemlokaal in een stembus worden gedeponeerd, moet de sleuf van de stembus in het eerste geval breder dan gebruikelijk zijn. Met deze bepaling wordt in een grondslag voorzien om hierover nadere voorschriften te kunnen stellen, om te voorkomen dat de enveloppen met briefstembiljetten niet, of slechts met kunstgrepen, in de stembus gedeponeerd kunnen worden. Voorts zij verwezen naar de nota naar aanleiding van het verslag.

F, G en H (Art. 13b, 17a en 16b)

Het noodpaspoort en de laissez-passer zijn nooddocumenten in de zin van artikel 2, eerste lid, onderdeel f, van de Paspoortwet. Omdat deze nooddocumenten ingevolge artikel 16 van de Paspoortwet ook aan niet-Nederlanders verstrekt kunnen worden, is in de voorgestelde artikelen 13b, 17a en 16b verduidelijkt dat deze bescheiden alleen kunnen worden gebruikt voor zover daaruit het bezit van de Nederlandse nationaliteit blijkt. Voorts is aan elk van de drie genoemde bepalingen een lid toegevoegd, waarin is geregeld dat Nederlanders in het buitenland ook kunnen deelnemen aan de stemming met een kopie van een Nederlands reisdocument waarvan de geldigheid op de dag van de stemming ten hoogste een jaar is verlopen, mits daarbij tevens een Verklaring omtrent het bezit van het Nederlanderschap wordt overgelegd welke ten hoogste een jaar oud is. Deze verklaring kunnen Nederlanders in het buitenland eenvoudig langs elektronische weg aanvragen bij de Minister van Buitenlandse Zaken, maar is zelf geen identiteitsbewijs.

I (Art. 22)

De wijziging van artikel 22 betreft een technische correctie.

J (Art. 23e)

Als een briefstembureau de stemopneming verricht. worden de daarbij aanwezige personen niet in kennis gesteld van de aantallen, bedoeld in de artikelen N 6 en N 8a van de Kieswet, als op dat moment de termijn waarbinnen de stemming plaatsvindt nog niet is afgelopen. De aantallen worden eerst medegedeeld op de dag van de stemming om 21.00 uur. Het briefstembureau kan de stembescheiden uiteraard al wel eerder in pakken doen. Dit is verduidelijkt. Ook is de redactie van artikel 23, derde lid, eerste volzin, in de Tijdelijke wet gelijkgetrokken met de redactie van artikel 22, derde lid, tweede volzin, van die wet.

M (Art. 24)

Dat artikel 2g, derde lid, niet van toepassing is in het Caribische deel van Nederland volgt reeds uit het voorgestelde artikel 24, tweede lid.

N (Art. 26a)

Deze wijziging betreft een correctie van een verschrijving.

O (Art. 27)

De voorgestelde wijziging van artikel 22 maakt het noodzakelijk om de verwijzing in artikel 27 naar die bepaling aan te passen. Abusievelijk was hierin niet voorzien. Deze omissie wordt thans hersteld.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren