Gepubliceerd: 30 november 2020
Indiener(s): de Th. Graaf , Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen: bestuur gezondheidsrisico's parlement recht staatsrecht zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35654-4.html
ID: 35654-4

Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State d.d. 25 november 2020 en het nader rapport d.d. 30 november 2020, aangeboden aan de Koning door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 17 november 2020, nr. 2020002367, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 25 november 2020, nr. W04.20.0422/I, bied ik U hierbij aan.

De tekst van het advies treft u hieronder aan, voorzien van mijn reactie.

Bij Kabinetsmissive van 17 november 2020, no. 2020002367, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer in 2021 (Tijdelijke wet Tweede Kamerverkiezing covid-19), met memorie van toelichting.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.

Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert de Afdeling dit advies openbaar te maken.

De vice-president van de Raad van State,

Th.C. de Graaf

Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Van de gelegenheid van dit nader rapport is gebruikgemaakt om het wetsvoorstel en de toelichting op een vijftal punten aan te passen. In de eerste plaats wordt de stempas gescheiden van de overige briefstembescheiden verzonden aan kiezers die per brief mogen stemmen, zodat alle kiezers uiterlijk twee weken voor de dag van de stemming hun stempas ontvangen. Er is in overleg met leveranciers van gemeenten nagegaan wat haalbaar is ten aanzien van het gescheiden verzenden van de briefstembescheiden. Gebleken is dat gescheiden verzending, zoals eerder was geadviseerd door de Kiesraad, mogelijk is in combinatie met het voorschrift dat daags na de dag van de kandidaatstelling de gegevens beschikbaar worden gesteld voor het personaliseren van de stempassen (artikel 7a van het wetsvoorstel). Deze aanpassing is nader toegelicht in paragraaf 3.2 van de memorie van toelichting. De mogelijkheid om per brief te stemmen voor kiezers van 70 jaar en ouder is beperkt tot het Europese deel van Nederland, omdat niet is gebleken dat deze optie uitvoerbaar is op de openbare lichamen binnen de geldende termijnen uit de Kieswet en het onderhavige wetsvoorstel. In aanvulling op het aan de Afdeling voorgelegde wetsvoorstel is geregeld dat er bij de afgiftepunten in gemeenten ook briefstembescheiden, waaronder briefstembiljetten en retourenveloppen, afgehaald kunnen worden ten behoeve van kiesgerechtigden die per brief mogen stemmen maar hun briefstembescheiden niet hebben ontvangen of kwijt zijn geraakt. Omdat het als gevolg van de coronapandemie voor Nederlanders in het buitenland in sommige landen momenteel tijdelijk moeilijker is om identiteitsbewijzen aan te vragen en te verkrijgen, is geregeld dat zij bij het uitbrengen van hun briefstem ook een kopie van hun noodpaspoort of laissez-passer mogen voegen. Voor de eenduidigheid van de communicatie aan de kiezer stelt de regering voor om de openingstijden van stemlokalen die reeds op maandag en dinsdag open zijn gelijk te stellen aan de openingstijden op de woensdag, dat wil zeggen van 7.30 uur tot 21.00 uur. Tot slot is van de gelegenheid gebruik gemaakt om nog enkele kleine wetstechnische wijzigingen in het voorstel te verwerken

Ik verzoek U het hierbij gevoegde gewijzigde wetsvoorstel en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren