100,0 %
0,0 %

50PLUS

VVD

Van Haga

PvdA

FVD

CDA

DENK

CU

PVV

GL

SGP

D66

PvdD

SP


Nr. 20 AMENDEMENT VAN HET LID LEIJTEN C.S.

Ontvangen 16 juni 2020

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In het opschrift wordt «een vangnetbepaling en een grondslag voor een compensatieregeling» vervangen door «een vangnetbepaling, een grondslag voor een compensatieregeling alsmede een O/GS-tegemoetkomingsregeling».

II

In de beweegreden wordt «alsmede dat het wenselijk is een wettelijke delegatiegrondslag voor een compensatieregeling op te nemen» vervangen door «alsmede dat het wenselijk is een wettelijke delegatiegrondslag voor een compensatieregeling op te nemen alsmede een O/GS-tegemoetkomingsregeling».

III

Artikel I, onderdeel D, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «drie» vervangen door «vier».

2. In het voorgestelde artikel 49, zevende lid, wordt «herziening, hardheidstegemoetkoming» vervangen door «herziening, hardheidstegemoetkoming, O/GS-tegemoetkoming».

3. In het voorgestelde artikel 49a wordt «hardheidstegemoetkomingen» vervangen door «hardheidstegemoetkomingen, O/GS-tegemoetkomingen».

4. Er wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 49c. O/GS-tegemoetkomingsregeling

  • 1. Op een voor 1 januari 2024 aan de Belastingdienst/Toeslagen gedaan verzoek van de belanghebbende kan een O/GS-tegemoetkoming worden toegekend indien sprake is van een geval waarin toepassing van deze wet, de daarop berustende bepalingen of de Wet kinderopvang bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslag, bedoeld in de Wet kinderopvang, heeft geleid tot onbillijkheden van overwegende aard, die zich hebben voorgedaan bij het niet toekennen van een persoonlijke betalingsregeling vanwege de onterechte kwalificatie als opzet of grove schuld van de belanghebbende of diens partner ten aanzien van het ontstaan van de terugvordering inzake de kinderopvangtoeslag, welke onbillijkheden zodanig zijn dat het overduidelijk onredelijk is deze voor rekening van de belanghebbende te laten.

  • 2. De O/GS-tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, bedraagt 30 procent van het bedrag van de terugvordering inzake de kinderopvangtoeslag ten aanzien waarvan geen persoonlijke betalingsregeling is toegekend vanwege de onterechte kwalificatie als opzet of grove schuld van de belanghebbende of diens partner ten aanzien van het ontstaan van die terugvordering inzake de kinderopvangtoeslag.

  • 3. De O/GS-tegemoetkoming blijft achterwege indien ten aanzien van de terugvordering, bedoeld in het eerste lid, recht bestaat op compensatie als bedoeld in artikel 49b, eerste lid, over hetzelfde berekeningsjaar.

  • 4. Op de uit te betalen O/GS-tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, is artikel 30 van overeenkomstige toepassing.

  • 5. De beschikking tot toekenning van de O/GS-tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld binnen een termijn van zes maanden na ontvangst van het verzoek, bedoeld in het eerste lid. Deze termijn kan eenmaal met maximaal zes maanden worden verlengd.

Toelichting

Hiermee regelen de indieners een equivalent van de compensatieregeling omdat door de kwalificatie als opzet/grove schuld ouders in een onmogelijke positie terecht zijn gekomen en daardoor jarenlang een oneerlijke strijd moesten voeren. Omdat in de situaties van opzet/grove schuld geen enkele betalingsregeling of kwijtschelding mogelijk is geweest, is de impact op de levens van ouders en hun gezin groot geweest. Dit amendement regelt dat op een voor 1 januari 2024 aan de Belastingdienst/Toeslagen gedaan verzoek van de belanghebbende een (O/GS-)tegemoetkoming kan worden toegekend indien een persoonlijke betalingsregeling niet is toegekend vanwege de onterechte kwalificatie als opzet of grove schuld van de belanghebbende of diens partner ten aanzien van het ontstaan van de terugvordering inzake de kinderopvangtoeslag. Daartoe wordt ingevolge dit amendement een nieuwe bepaling, artikel 49c van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir), voorgesteld. Voor de toepassing van die bepaling is ook sprake van een onterechte kwalificatie als opzet of grove schuld indien de Belastingdienst/Toeslagen een dergelijke kwalificatie niet meer kan bewijzen. Uitgangspunt is dat voor de beoordeling of sprake is van opzet of grove schuld gebruik wordt gemaakt van de gegevens en inlichtingen die op dit moment bij de Belastingdienst/Toeslagen aanwezig zijn. De Belastingdienst/Toeslagen kan derhalve niet extra gegevens en inlichtingen opvragen om alsnog de kwalificatie opzet of grove schuld aannemelijk te maken. De bewijslast voor de kwalificatie als opzet of grove schuld ligt en blijft liggen bij de Belastingdienst/Toeslagen en bij twijfel wordt in het voordeel van belanghebbende beslist.

Teneinde tot een zo spoedig mogelijke toekenning van deze O/GS-tegemoetkoming te komen is gekozen voor een tegemoetkoming in de vorm van een forfaitair percentage. Het tweede lid van het voorgestelde artikel 49c Awir regelt daartoe dat de O/GS-tegemoetkoming 30 procent bedraagt van het bedrag van de terugvordering inzake de kinderopvangtoeslag ten aanzien waarvan geen persoonlijke betalingsregeling is toegekend vanwege de onterechte kwalificatie als opzet of grove schuld van de belanghebbende of diens partner ten aanzien van het ontstaan van die terugvordering inzake de kinderopvangtoeslag. Om een dubbele tegemoetkoming te voorkomen blijft de O/GS-tegemoetkoming achterwege indien ten aanzien van de terugvordering recht bestaat op compensatie uit hoofde van de compensatieregeling, bedoeld in het voorgestelde artikel 49b, eerste lid, Awir, over hetzelfde berekeningsjaar. Dat wordt in het voorgestelde derde lid geregeld. Het bovenstaande laat onverlet dat belanghebbende in zeer schrijnende situaties nog steeds een beroep kan doen op de vangnetbepaling voor een bijzondere tegemoetkoming voor zover andere compensaties, herzieningen, hardheidstegemoetkomingen, OG/S-tegemoetkomingen of vergoedingen ter zake van die onbillijkheden niet voldoende zijn.

Overeenkomstig hetgeen met betrekking tot de hardheidsregeling is geregeld, wordt in het voorgestelde artikel 49c, vierde lid, Awir op de uit te betalen O/GS-tegemoetkoming artikel 30 Awir van overeenkomstige toepassing verklaard, waardoor verrekening conform die bepaling mogelijk is.

Een beslissing op het in het voorgestelde artikel 49c, eerste lid, Awir bedoelde verzoek – in de vorm van het vaststellen van een beschikking tot toekenning van een O/GS-tegemoetkoming – dient ingevolge het voorgestelde artikel 49c, vijfde lid, Awir te worden genomen binnen een termijn van zes maanden na ontvangst van het verzoek. Echter, dat neemt niet weg dat natuurlijk door de Belastingdienst/Toeslagen alles in het werk wordt gesteld om de O/GS-tegemoetkoming zo snel als mogelijk is vast te stellen. Indien deze beslissing (in de vorm van het vaststellen van een beschikking) niet binnen deze termijn kan worden genomen, kan deze termijn ingevolge genoemd vijfde lid eenmalig met maximaal zes maanden worden verlengd. Bij een verlenging van de beslistermijn dient de Belastingdienst/Toeslagen de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht te nemen. Een besluit om de termijn te verlengen dient niet willekeurig te worden genomen. De Belastingdienst/Toeslagen dient de belanghebbende te informeren over het verlengen van de termijn en te motiveren waarom een eenmalige verlenging van de termijn nodig is voor de behandeling van zijn verzoek.

Tegen de uiteindelijke beslissing op de aanvraag tot toekenning van een O/GS-tegemoetkoming staat bezwaar en beroep open op basis van de regels van de Algemene wet bestuursrecht. Bij een ingediend bezwaarschrift zal een onafhankelijke adviescommissie bezwaarschriften worden geraadpleegd.

Leijten Omtzigt Van Weyenberg Snels Nijboer Van Kooten-Arissen Van Raan Van Otterloo Bruins Lodders