Kamerstuk 34588-11

Amendement van het lid Verhoeven over dataminimalisatie bij het verwerven en verwerken van gegevens

Dossier: Regels met betrekking tot de inlichtingen- en veiligheidsdiensten alsmede wijziging van enkele wetten (Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..)


Nr. 11 AMENDEMENT VAN HET LID VERHOEVEN

Ontvangen 21 december 2016

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel 48, vijfde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste volzin wordt na «gegevens die zijn verzameld door uitoefening van de bevoegdheid als bedoeld in het eerste lid» ingevoegd «en niet zien op de inhoud van de desbetreffende telecommunicatie,» en wordt «drie jaren» vervangen door: achttien maanden.

2. In de tweede volzin wordt voor «vernietigd» ingevoegd: terstond.

II

Aan artikel 49, derde lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: Indien uit het onderzoek blijkt dat gegevens zijn verworven die geen betrekking hebben op een onderzoeksopdracht, worden de desbetreffende gegevens terstond vernietigd.

Toelichting

Dit amendement strekt tot dataminimalisatie bij het verwerven en verwerken van gegevens. De verleiding om eenmaal verworven gegevens op te slaan voor het geval deze later ooit enige relevantie zouden krijgen, zal – mits daartoe de technische mogelijkheden bestaan – groot zijn. Dat moet zoveel mogelijk voorkomen worden: alleen als er een directe relatie is tot een of meerdere onderzoeksopdrachten als bedoeld in de artikelen 49 en 50 (verwerking en analyse), mogen de gegevens bewaard worden. Verder wordt verduidelijkt dat de vernietiging die in de laatste volzin van het vijfde lid van artikel 48 verplicht gesteld wordt, ziet op het onmiddellijk vernietigen.

Het wetsvoorstel stelt daarnaast voor om de bewaartermijn van verworven gegevens te verlengen naar 3 jaar, waar dit eerder een jaar was. Zowel de Raad van State als de CTIVD hebben hun twijfels geuit bij de noodzaak daartoe. Dit amendement ziet er daarom mede toe deze termijn in te korten. De door de regering gegeven voorbeelden zien vooral op metadata. Indiener gaat er daarom vanuit dat de bewaartermijn voor inhoud van communicatie verkort kan worden naar de gebruikelijke termijn van een jaar. Alleen voor de metadata zou dan een langere termijn gelden. Aangezien ook deze vorm van data een grote inbreuk kan maken op iemands persoonlijke levenssfeer wordt evenwel ook de uitzondering ten aanzien van de bewaartermijn aangepast. Niet van 1 naar 3 jaar, maar naar 1,5 jaar. Voor de beperking tot metadata wordt aangesloten bij de omschrijving ervan in artikel 50.

Ook aan het artikel dat toeziet op het verwerken van gegevens verkregen op grond van de bevoegdheid van artikel 48 wordt toegevoegd dat wanneer irrelevantie van de gegevens tot de onderzoeksopdrachten blijkt, vernietiging terstond moet plaatsvinden. Daarmee wordt beoogd de gedachte van dataminimalisatie in meerdere fasen van het proces nadrukkelijk vast te leggen.

Verhoeven