Kamerstuk 33841-25

Amendement van het lid Van der Staaij c.s. over het kunnen inzetten van het persoonsgebonden budget als een vergelijkbaar en toereikend alternatief voor zorg in natura

Dossier: Regels inzake de gemeentelijke ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang (Wet maatschappelijke ondersteuning 2015)


Nr. 25 AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER STAAIJ C.S.

Ontvangen 5 maart 2014

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel 2.1.3, tweede lid, wordt aan onderdeel b, na «vastgesteld» een zinsnede toegevoegd, luidende: waarbij geldt dat de hoogte toereikend moet zijn en vergelijkbaar met de prijs voor een daarmee vergelijkbare voorziening in natura.

Toelichting

Met dit amendement wordt de keuzevrijheid van cliënten geborgd, zodat zij – conform de motie-Van der Staaij C.S. (30 597, nr. 360) – het persoonsgebonden budget kunnen inzetten als een vergelijkbaar en toereikend alternatief voor zorg in natura. Gemeenten krijgen in het wetsvoorstel de mogelijkheid om differentiatie aan te brengen in de hoogte van het PGB voor verschillende vormen van ondersteuning en voor verschillende typen hulpverleners. Met dit amendement wordt geregeld dat de hoogte van het persoonsgebonden budget toereikend moet zijn en vergelijkbaar met een daarmee vergelijkbare gecontracteerde voorziening in natura. Hiermee krijgt de Wmo 2015 eenzelfde bepaling als in de huidige Wmo. Ter illustratie: de hoogte van een persoonsgebonden budget dat gebruikt wordt voor het inkopen van ondersteuning bij ZZP’ers wordt vastgesteld door een vergelijking te maken met het tarief voor in natura gecontracteerde ZZP’ers. De hoogte van het persoonsgebonden budget dat een cliënt wil besteden bij een professionele zorgaanbieder is vergelijkbaar met het tarief van in natura gecontracteerde zorgaanbieders.

Van der Staaij Bergkamp Dik-Faber