Nr. 199 MOTIE VAN HET LID KOŞER KAYA C.S.

Voorgesteld 17 november 2015

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in de banenafspraak is afgesproken dat 125.000 banen worden gecreëerd voor mensen met een ziekte of handicap die een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben, zodat zij aan de slag kunnen;

overwegende dat het van belang is dat deze banen worden gecreëerd voor de mensen die ze nodig hebben, maar dat de check van het UWV ten aanzien van het doelgroepenregister tot veel bureaucratie leidt waardoor een groot deel van de mogelijke banen niet tot stand komt;

verwegende dat de Staatssecretaris hiervoor een duurzame oplossing heeft beloofd, maar het nog een tijd zal duren voordat deze in praktijk kan worden gebracht;

overwegende dat gemeenten met vertrouwen aan de slag moeten kunnen gaan en daarbij ook moeten kunnen inschatten of iemand tot de doelgroep behoort;

verzoekt de regering om, bij een verschil van mening tussen een gemeente en het UWV over de vraag of iemand tot de doelgroep behoort, ervoor te zorgen dat het oordeel van de gemeente doorslaggevend is, zolang er nog geen duurzame oplossing voor het doelgroepenregister is,

en gaat over tot de orde van de dag.

Koşer Kaya

Pieter Heerma

Schouten