Kamerstuk 32123-XV-53

Reactie op twee amendementen van Spekman c.s. m.b.t. de Arbeidsinspectie.

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2010

Gepubliceerd: 10 maart 2010
Indiener(s): Piet Hein Donner (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (CDA)
Onderwerpen: arbeidsomstandigheden begroting bestuur financiƫn organisatie en beleid werk
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32123-XV-53.html
ID: 32123-XV-53

32 123 XV
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2010

nr. 53
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 maart 2010

Bij de behandeling van de begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor 2010 zijn twee amendementen van Spekman c.s. aangenomen die betrekking hebben op de Arbeidsinspectie. Met deze brief bied ik u een reactie aan op deze amendementen.

Amendement nr. 43: oprichting programmaproject

Amendement 43 beoogt het oprichten van een programmaproject bij de Arbeidsinspectie in 2010 ter verkenning van de aard en omvang van de problematiek van illegale arbeid en daaraan verwante overtredingen. Op basis van de resultaten van de verkenning bevat het programma tevens een tijdelijke intensivering van de inzet van de Arbeidsinspectie in de strijd tegen uitbuiting van werknemers, onveilige werksituaties en illegale arbeid. De thema’s die in het programmaproject aan de orde komen zijn «het oneigenlijk verkrijgen van toegang tot de arbeidsmarkt door zelfstandigen zonder personeel», «arbeidsgerelateerde uitbuiting», «de aanpak van notoire overtreders», «onderbetaling in het kader van de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag» en «huisvesting van (buitenlandse) werknemers».

Reactie:

Conform het amendement zal ik in 2010 middelen ter grootte van € 2 mln vrijmaken, incidenteel ter laste van artikel 98 Algemeen, voor de inrichting van een programmaproject. Het programmaproject zal in ieder geval de volgende activiteiten omvatten:

– Het inschakelen van een extern onderzoeksbureau dat onderzoek doet naar (1) de huidige omvang, aard en sectorale verschuivingen van illegale arbeid en dat (2) de relatief onbekende problematiek rond illegale arbeid uitdiept. Bij dit laatste aspect kan gedacht worden aan onderzoek naar de aard en omvang van illegale arbeid door zogenaamde zelfstandigen zonder personeel en aan het maken van een analyse van ongevallen waar buitenlandse werknemers bij zijn betrokken.

– De Arbeidsinspectie verwerkt de genoemde thema’s zodanig in elk inspectieproject dat wordt uitgevoerd in 2010 dat in februari 2011 een afzonderlijk verslag kan worden opgesteld waarin de resultaten over deze thema’s worden weergegeven. De inzet op het thema «het verkrijgen van oneigenlijke toegang tot de arbeidsmarkt door zzp’ers» wordt door de AI met de SIOD afgestemd. De SIOD analyseert de gegevens van de Belastingdienst over buitenlandse aanvragers van een Verklaring Arbeidsrelatie (op basis waarvan iemand bij de Belastingdienst als zelfstandige wordt geregistreerd). De Arbeidsinspectie stelt op basis van deze gegevens inspecties in bij werkgevers die zzp’ers arbeid laten verrichten, waarbij de Arbeidsinspectie de feitelijke situatie controleert. In het geval een werkgever een tewerkstellings-vergunning had moeten hebben, omdat de buitenlandse zzp’er arbeid in het kader van de Wav verricht, maakt de Arbeidsinspectie een boeterapport op tegen de werkgever. Deze gegevens worden doorgegeven aan de Belasting-dienst. Waar grootschalige fraude dan wel een georganiseerd verband wordt vermoed bij het inzetten van pseudo-zzp’ers, met name in de bouw, de land- en tuinbouw en de uitzendsector, zal de SIOD nader onderzoek verrichten.

– Er zal een risicoanalyse worden gemaakt op (enkele van de) genoemde thema’s, waardoor het effect van de inzet van de Arbeidsinspectie op deze thema’s mogelijk kan worden vergroot. Tevens zullen verdere investeringen plaatsvinden in de analysemethodiek zelf. Mogelijk dient hiervoor tijdelijk analysecapaciteit te worden ingehuurd.

– Andere activiteiten gerelateerd aan genoemde thema’s, die gefinancierd kunnen worden uit de beschikbare € 2 mln en die zijn gericht op de tijdelijke intensivering van de inzet van de Arbeidsinspectie, zijn onder meer:

– Het geven van voorlichting aan werknemers in het land van herkomst (bijvoorbeeld spotjes op Poolse/Roemeense/Bulgaarse televisie, voorlichting over de verificatieplicht);

– Opleiding van inspecteurs bijvoorbeeld in het kader van arbeidsgerelateerde uitbuiting en het rechercheren in administraties

– Informatievoorziening/ICT: onder meer het mogelijk maken van registratie van de nationaliteit van slachtoffers van ongevallen en van indieners van klachten over arbeidsomstandigheden en het digitaal ondersteunen van complexe onderzoeken en risico-analyse.

In februari 2011 zal ik de Kamer informeren over de resultaten van de uitvoering van het amendement; zowel betreffende het externe onderzoek als de inzet van de Arbeidsinspectie op de genoemde thema’s.

Amendement nr. 42: uitbreiding Arbeidsinspectie met 30 fte inspecteurs

Amendement 42 beoogt het aantal inspecteurs van de Arbeidsinspectie met 30 fte uit te breiden om de strijd tegen uitbuiting van werknemers, illegale arbeid en onveilige werksituaties op te voeren. Dekking voor deze uitbreiding (€ 3,9 mln per jaar, inclusief bijkomende kosten voor afhandeling en ondersteuning) wordt in het amendement gevonden in extra te realiseren boeteopbrengsten Wav, WML en Arbo.

Reactie:

De strijd tegen uitbuiting van werknemers, illegale arbeid en onveilige werksituaties is voor mij een belangrijk onderwerp. Blijkens de bedoeling van amendement 42, dat beoogt deze strijd op te voeren, dient de beoogde uitbreiding van het aantal inspecteurs van de Arbeidsinspectie te worden bekostigd uit de nieuwe boeteopbrengsten die als gevolg van de uitbreiding van de inspectiecapaciteit ontstaan. In mijn brief van 14 december 2009, aan u gezonden naar aanleiding van de plenaire behandeling van de begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, ben ik reeds ingegaan op het dekken van kosten van extra inspecteurs uit boeteopbrengsten. Daarbij heb ik opgemerkt dat het actuele beeld van de boeteopbrengsten niet de verwachting rechtvaardigt dat deze opbrengsten op korte termijn substantieel zullen toenemen. Elke toename van inspectiecapaciteit zal, wil deze zin hebben, uiteindelijk zelfs leiden tot lagere meeropbrengsten aan boetes.

Daarnaast zijn er op het moment geen aanwijzingen dat er sprake is van een groot risico op onbestrafte overtredingen. Indien de uitvoering van amendement 43 wel tot dergelijke aanwijzingen leidt, dan kunnen daarmee ook extra boeteopbrengsten worden voorzien en kan er gebruik worden gemaakt van amendement 42. Zolang de uitvoering van amendement 43 niet in dergelijke aanwijzingen resulteert, dan leidt de uitbreiding van de Arbeidsinspectie tot een overschrijding die ik elders binnen mijn begroting moet dekken. Dit kan niet de bedoeling van het amendement zijn.

Hoewel het amendement dus formeel ruimte in de begroting heeft gecreëerd voor de uitbreiding van het aantal inspecteurs van de Arbeidsinspectie met 30 fte, zal ik daar, om voorgenoemde reden, vooralsnog materieel geen gebruik van maken en mij eerst richten op de uitvoering van amendement 43.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner