Kamerstuk 32123-XIV-150

Duiding landelijke doelen en Europese verplichtingen Natura 2000

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2010

Gepubliceerd: 9 februari 2010
Indiener(s): Gerda Verburg (minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CDA)
Onderwerpen: begroting europese zaken financiƫn internationaal natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32123-XIV-150.html
ID: 32123-XIV-150

32 123 XIV
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2010

nr. 150
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 februari 2010

Uw Kamer heeft verzocht meer duiding te geven aan landelijke doelen voor Natura 2000 en Europese verplichtingen (uw brief van 03-02-2010 met kenmerk 2010Z02070/2010D05989). In deze brief geef ik aan dat ik niet méér doelen stel dan Europa van mij vraagt. Ik illustreer dat aan de hand van door u aangedragen voorbeelden: Haringvliet, Wieden-Weerribben en Peel.

Europese verplichtingen en landelijke doelen

De Europese richtlijnen verplichten lidstaten ertoe om een gunstige staat van instandhouding na te streven voor soorten en habitattypen van communautair belang. Voor deze soorten en habitattypen moeten instandhoudingsmaatregelen worden geformuleerd.

Aan de verplichting om een gunstige staat van instandhouding na te streven is invulling gegeven door Natura 2000-doelen te formuleren op landelijk niveau. De landelijke doelen geven aan of het nodig is om habitattypen en leefgebieden van soorten uit te breiden danwel de kwaliteit te verbeteren, of dat behoud van de huidige omvang en kwaliteit voldoende is.

De Natura 2000-doelen omvatten niet alle soorten en habitattypen van de richtlijnen. Er zijn alleen doelen geformuleerd voor

• habitattypen van bijlage I van de Habitatrichtlijn;

• soorten van bijlage II van de Habitatrichtlijn;

• vogelsoorten die zijn opgenomen in Bijlage I bij de Vogelrichtlijn;

• andere trekvogels met een beschermingsbehoefte (ingevolge artikel 4.2 van de Vogelrichtlijn).

Het gaat alleen om habitattypen en soorten die daadwerkelijk in Nederland voorkomen.

Gebiedsdoelen

Artikel 6, eerste lid, van de Habitatrichtlijn stelt dat voor álle habitattypen en habitatrichtlijnsoorten die in een Natura 2000-gebied voorkomen, en waarvan het voorkomen niet verwaarloosbaar klein is, maatregelen genomen moeten worden om deze natuurwaarden te beschermen.

Ook hierbij gaat het alleen om habitattypen van bijlage I van de Habitatrichtlijn en soorten van bijlage II van de Habitatrichtlijn. Voor deze natuurwaarden worden instandhoudingsdoelstellingen op gebiedsniveau geformuleerd en waar nodig maatregelen voor genomen. Gebiedsdoelstellingen voor vogelrichtlijnsoorten beperken zich tot die vogelsoorten waarvoor het gebied van voldoende betekenis is voor instandhouding op landelijke schaal.

Samenhang tussen landelijke doelen en gebiedsdoelen

Alle doelstellingen op gebiedsniveau dragen bij aan het bereiken van een gunstige staat van instandhouding op landelijk niveau (de landelijke doelen). De Nederlandse invulling van de Europese verplichtingen met landelijke doelen en de vertaling daarvan in gebiedsdoelen creëert ruimte om de grootste bijdrage te vragen van gebieden waar de beste kansen liggen, en een kleinere bijdrage te vragen van gebieden waar de ecologische vereisten moeilijker te realiseren zijn. Zo kan maximaal worden aangesloten bij bestaand beleid en blijven de verplichtingen van de Vogel- en Habitatrichtlijn in balans met andere maatschappelijke functies1.

Selectie, aanmelding en aanwijzing

Artikel 4 van de Habitatrichtlijn verplicht landen gebieden aan te melden voor plaatsing op de communautaire lijst. Het gaat om gebieden die van communautair belang zijn voor de beschermingsopgave van de richtlijn. Nederland heeft in 1998 Habitatrichtlijngebieden aangemeld. In 2003/2004 is opnieuw een aanmelding gedaan omdat de lijst uit 1998 naar oordeel van de Europese Commissie onvoldoende gebieden bevatte. Er is toen een aantal kleinere gebieden aan de lijst toegevoegd. Een gebied is geselecteerd als het tot de belangrijkste gebieden in Nederland behoort voor de soorten en habitattypen van de Habitatrichtlijn. Bij de aanmelding van gebieden zijn naast de soorten en habitattypen die hebben geleid tot de selectie, ook de andere soorten en habitattypen die in het gebied voorkomen aangemeld. Ook voor deze natuurwaarden worden doelstellingen geformuleerd.

De Europese richtlijnen bepalen dat rekening moet worden gehouden met actuele wetenschappelijke inzichten. Dit betekent dat er ook instandhoudingsdoelstellingen op gebiedsniveau worden geformuleerd voor soorten en habitattypen die niet voor dat gebied zijn aangemeld, maar waarvan op basis van actuele inzichten blijkt dat ze aanwezig zijn in het gebied.

Het gaat daarbij uiteraard niet om elk individueel exemplaar dat voorkomt, maar om een aanwezigheid die niet verwaarloosbaar klein is. Het omgekeerde doet zich ook voor: natuurwaarden die wel zijn aangemeld, worden niet opgenomen in een aanwijzingsbesluit als deze niet aanwezig blijken te zijn.

Verschillen tussen aangemelde natuurwaarden en instandhoudingsdoelstellingen in de aanwijzingsbesluiten komen dus voort uit nieuwe gegevens over waar de natuurwaarden voorkomen. Omdat alle Europese habitattypen en soorten die in een gebied voorkomen, beschermd moeten worden, kan ik mij voor gebiedsdoelstellingen niet beperken tot alleen de habitattypen en soorten die hebben geleid tot de selectie van een Natura 2000-gebied, of tot de natuurwaarden die zijn genoemd bij de aanmelding.

In de bijlage illustreer ik bovenstaande aan de hand van de door u gevraagde voorbeelden: Haringvliet, Weerribben-Wieden en de Peel-gebieden.

Doelen voor beschermde natuurmonumenten

Al voordat de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn in werking traden, had Nederland op grond van de Natuurbeschermingswet al natuurmonumenten waarvoor een juridische bescherming gold en geldt. Deze beschermde natuurmonumenten zijn een nationale keuze geweest die niet voortkomt uit Europese verplichtingen. Met de Crisis- en Herstelwet wordt geregeld dat het beschermingsregime van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn niet geldt voor de oude doelen genoemd in die natuurmonumenten, voor zover deze niet overeenstemmen met de Natura 2000-doelen.

Tot slot

In mijn brief van 26 januari 2010 (32 123 XIV, nr. 29) over de resultaten van de koppelingsafspraak met provincies, schrijf ik dat ik de wijzigingsvoorstellen van provincies de landelijke doelen en de Europese verplichtingen niet in gevaar mogen brengen. Deze landelijke doelen zijn, zoals uiteengezet, de invulling van de Europese verplichting om te streven naar een gunstige staat van instandhouding op landelijk niveau. Ze vormen geenszins een nationale kop bovenop de Europese verplichtingen. Ik stel voor Natura 2000 alleen doelen waar de Europese richtlijnen om vragen.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

BIJLAGE 1

Voorbeelden van verschillen tussen aanmelding en aanwijzing

Haringvliet VogelrichtlijnHabitatrichtlijn (soorten)Habitatrichtlijn (habitattypen)
Aanwijzing (VR)/ Aanmelding (HR)Jaar200020032003
Aantal34 soorten8 soorten2 habitattypen
     
Aanwijzing Natura 2000 (ontwerp)Jaar200720072007
Aantal36 soorten8 soorten4 habitattypen
     
Verklaring verschil– 2 soorten toegevoegd omdat het gebied na aanwijzing een belangrijke bijdrage levert aan de landelijke doelstelling – 1 soort toegevoegd naar aanleiding van een uitspraak van de Raad van State – 2 habitattypen toegevoegd omdat het blijkt voor te komen – 1 habitattype verwijderd omdat de vegetaties behoren bij een andere aangewezen habitat- type
  – 1 soort geschrapt omdat het gebied van onvoldoende bete- kenis is voor de landelijke doelstelling  
Wieden VogelrichtlijnHabitatrichtlijn (soorten)Habitatrichtlijn (habitattypen)
Aanwijzing (VR)/ Aanmelding (HR)Jaar200020032003
Aantal25 soorten9 soorten8 habitattypen
     
Aanwijzing Natura 2000 (ontwerp)Jaar200720072007
Aantal24 soorten11 soorten8 habitattypen
     
Verklaring verschil– 2 soorten toegevoegd omdat het gebied na aanwijzing een belangrijke bijdrage levert aan de landelijke doelstelling2 soorten toegevoegd omdat ze bestendig in het gebied voorkomen  
  – 3 soorten geschrapt op basis van recente telgegevens  
Weerribben VogelrichtlijnHabitatrichtlijn (soorten)Habitatrichtlijn (habitattypen)
Aanwijzing (VR)/ Aanmelding (HR)Jaar198620032003
Aantal18 soorten9 soorten8 habitattypen
     
Aanwijzing Natura 2000 (ontwerp)Jaar200720072007
Aantal8 soorten9 soorten8 habitattypen
Verklaring verschil– 6 soorten toegevoegd omdat het gebied na aanwijzing een belangrijke bijdrage levert aan de landelijke doelstelling– 1 soort toegevoegd omdat deze bestendig in het gebied voorkomt 
  – 11 soorten geschrapt omdat deze niet behoren tot de soor- ten waarvoor nu doelen worden gesteld. – 5 soorten geschrapt omdat het gebied van onvoldoende betekenis is voor de landelijke doelstelling– 1 soort verwijderd omdat deze alleen buiten de begrenzing voorkomt 
Deurnse Peel en Mariapeel VogelrichtlijnHabitatrichtlijn (soorten)Habitatrichtlijn (habitattypen)
Aanwijzing (VR)/ Aanmelding (HR)Jaar1986 en 199220032003
Aantal49 soorten0 soorten3 habitattypen
     
Aanwijzing Natura 2000 (ontwerp)Jaar200720072007
Aantal7 soorten0 soorten3 habitattypen
     
Verklaring verschil– 5 soorten toegevoegd omdat het gebied na aanwijzing een belangrijke bijdrage levert aan de landelijke doelstelling – 1 habitattype toegevoegd omdat het blijkt voor te komen – 1 habitattype verwijderd omdat de vegetaties behoren bij een andere aangewezen habitat
  – 35 soorten geschrapt omdat deze niet behoren tot de soorten waarvoor nu doelen worden gesteld. – 12 soorten geschrapt omdat het gebied van onvoldoende betekenis is voor de landelijke doelstelling  
Groote Peel VogelrichtlijnHabitatrichtlijn (soorten)Habitatrichtlijn (habitattypen)
Aanwijzing (VR)/ Aanmelding (HR)Jaar198620032003
Aantal14 soorten0 soorten3 habitattypen
     
Aanwijzing Natura 2000Jaar200920072007
Aantal9 soorten0 soorten2 habitattypen
     
Verklaring verschil– 3 soorten toegevoegd omdat het gebied na aanwijzing een belangrijke bijdrage levert aan de landelijke doelstelling – 1 habitattype verwijderd omdat de vegetaties behoren bij een andere aangewezen habitat
  – 4 soorten geschrapt omdat deze niet behoren tot de soorten waarvoor nu doelen worden gesteld. – 4 soorten geschrapt omdat het gebied van onvoldoende betekenis is voor de landelijke doelstelling  

XNoot
1

In de Natura 2000-contourennotitie staan de hoofdlijnen en principes die gehanteerd zijn bij de formulering van de instandhoudingsdoelstellingen. De contourennotitie is in 2005 aan de Kamer aangeboden. De kaders voor de formulering voor de Natura 2000 doelen en voor de begrenzing van de gebieden zijn verder uitgewerkt in het Natura 2000 doelendocument, dat in 2006 met de Kamer is besproken.