Kamerstuk 32123-VIII-110

Financieel beeld primair en voortgezet onderwijs 2008

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2010

Gepubliceerd: 27 januari 2010
Indiener(s): Marja van Bijsterveldt (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (CDA), Sharon Dijksma (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (PvdA)
Onderwerpen: basisonderwijs begroting beroepsonderwijs financiƫn onderwijs en wetenschap voortgezet onderwijs
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32123-VIII-110.html
ID: 32123-VIII-110

32 123 VIII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2010

nr. 110
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 januari 2010

Onlangs zijn de financiële gegevens over 2008 van de sectoren primair en voortgezet onderwijs beschikbaar gekomen. Met deze brief willen wij u hierover informeren.

Financieel beeld sector Primair onderwijs

In 2008 is sprake van een klein overschot op de exploitatie van de instellingen van ca. € 0,06 miljard. Dit komt door het saldo op de financiële baten en lasten. Het overschot van de materiële en personele baten en lasten is nagenoeg nihil (licht negatief). Voor een toelichting wordt verwezen naar de bijlage met de gecumuleerde exploitatierekening.

Financieel beeld sector Voortgezet onderwijs

In 2008 is sprake van een klein overschot van ca. € 0,07 miljard. Het saldo van de materiële en personele baten en lasten is € 0,03 miljard, terwijl de financiële baten en lasten eveneens een klein overschot van € 0,04 miljard laten zien. Een nadere toelichting wordt gegeven in de bijlage met de gecumuleerde exploitatierekening.

Toelichting

Voor beide onderwijssectoren laten de cijfers van de jaarrekeningen 2008 een licht positief resultaat zien. Tegelijkertijd is in beide sectoren het eigen vermogen gedaald met 1% en 8% in respectievelijk primair en voortgezet onderwijs. Deze ontwikkeling in de vermogenspositie valt samen met een herziening in de Richtlijn Jaarverslag Onderwijs (Staatscourant van 21 december 2007, nummer 248). Daardoor is voor beide onderwijssectoren de vermogenspositie van eind 2008 niet goed vergelijkbaar met die van eind 2007. Zo heeft de invoering van deze richtlijn voor beide onderwijssectoren tot een andere manier van waardering van de bezittingen geleid.

Beoordeling aan de hand van het kengetal Kapitalisatiefactor

In onze brief van 4 november 2009 (Tweede Kamer, 2009–2010, 32 123 VIII, nr. 30) hebben wij uw Kamer geïnformeerd dat wij de aanbeveling van de commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen hebben overgenomen om het vermogensbeheer te beoordelen aan de hand van het kengetal Kapitalisatiefactor, en daarvoor het kengetal Weerstandsvermogen niet meer te gebruiken. Ook hebben wij u toen geschreven dat wij de door de commissie voorgestelde signaleringsgrenzen hebben overgenomen. Daarbij hebben wij uw Kamer geïnformeerd dat wij de toezichtstaken van de Inspectie van het Onderwijs hebben verbreed, om eventueel buitensporig spaargedrag door onderwijsinstellingen vast te stellen.

Op basis van de eerste indruk die op grond van die signaleringsgrenzen verkregen wordt, heeft ca. 55% van de PO- en ca. 65% van de VO-instellingen een kapitaal boven de signaleringsgrens van de commissie Don. Nader onderzoek is nodig om per instelling te bezien wat hier de achtergrond van is. De Inspectie zal daartoe in 2010 en 2011 een extra actie uitvoeren onder ongeveer een kwart van alle instellingen in het PO en VO. Daarnaast zal de Inspectie vanuit haar reguliere toezichthoudende taak de besturen gaan onderzoeken die boven de signaleringsgrenzen vallen. Voor een beoordeling van de financiële situatie zal de Inspectie maatwerk leveren, door naar de specifieke kenmerken van de instelling en haar omstandigheden te kijken. Zoals toegezegd in onze brief van 4 november 2009 (Tweede Kamer, 2009–2010, 32 123 VIII, nr. 30) zal in najaar 2012 worden geëvalueerd welke resultaten zijn bereikt en in hoeverre er aanleiding is de signaleringsgrenzen aan te passen.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

S. A. M. Dijksma

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

BIJLAGE

Gecumuleerde Balans, in miljarden euro’s

Primair OnderwijsVoortgezet onderwijs
 2007200820072008
ACTIVA (in miljoenen euro’s)    
Immateriële vaste activa0000
Materiële vaste activa0,91,11,51,7
Financiële vaste activa0,60,50,50,4
Totale vaste activa1,51,62,02,1
     
Voorraden0000
Vorderingen0,80,90,50,4
Effecten00,100,1
Liquide middelen2,12,11,21,3
Totale vlottende activa2,93,01,81,8
Totale activa4,44,63,83,9
     
PASSIVA (in miljoenen euro’s)    
Eigen vermogen2,72,61,91,7
Voorzieningen0,60,70,70,6
Langlopende schulden00,10,20,3
Kortlopende schulden1,11,21,11,3
Totale passiva4,44,63,83,9

Bron: CFI

BIJLAGE

Gecumuleerde exploitatierekening, in miljarden euro’s

Primair OnderwijsVoortgezet onderwijs
 2007200820072008
Baten (in miljoenen euro’s)    
Rijksbijdragen7,978,345,86,04
Overige overheidsbijdragen en -subsidies0,290,310,120,13
College-, cursus-, les en examengelden0000,02
Baten werk in opdracht van derden0,010,0100
Overige baten0,520,550,420,45
A: Totaal baten8,799,216,346,64
     
Lasten (in miljoenen euro’s)    
Personeelslasten7,137,544,945,21
Afschrijvingen0,160,170,20,22
Huisvestingslasten0,570,540,490,45
Overige lasten0,840,970,670,73
B: Totaal lasten8,79,226,296,61
     
C: Saldo baten en lasten (A-/-B)0,09– 0,010,050,03
     
Financiële baten en lasten0,080,070,050,04
Resultaat0,170,060,10,07
     
Belastingen0000
Resultaat deelnemingen0000
Resultaat na belastingen0,170,060,10,07
     
Aandeel derden in resultaat0000
Buitengewoon resultaat0,02000
Totaal resultaat0,190,060,10,07

Bron: CFI