Kamerstuk 32123-VII-52

Task Force Grensoverschrijdende Samenwerking (GROS)

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2010

Gepubliceerd: 25 november 2009
Indiener(s): Frans Timmermans (staatssecretaris buitenlandse zaken) (GroenLinks-PvdA)
Onderwerpen: begroting economie europese zaken financiƫn internationaal organisatie en beleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32123-VII-52.html
ID: 32123-VII-52

32 123 VII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2010

nr. 52
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES, EN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 november 2009

1. Inleiding

In 2008 heeft de Raad voor het Openbaar Bestuur het advies «Besturen over Grenzen» gepresenteerd. Daarin stelt zij voor een Task Force grensoverschrijdende samenwerking in te richten en een grensmakelaar aan te stellen. In de kabinetsreactie1 geeft het kabinet aan dat het deze aanbeveling overneemt en overgaat tot het instellen van de Task Force GROS en het aanstellen van een Grensmakelaar. Met de instelling van de Task Force GROS worden zowel de vakministeries als de regio’s betrokken bij het proces dat de oplossingen moet vinden voor de geïdentificeerde knelpunten. De Grensmakelaar fungeert als boegbeeld en treedt ook in gesprek met de buurlanden. In het Algemeen Overleg van 28 januari 20092 zijn vervolgens de activiteiten van de Task Force GROS voor de komende periode uiteengezet.

De knelpunten die de Task Force GROS aanpakt, zijn knelpunten die in de grensregio’s spelen, waarvan de oplossingsbevoegdheid bij het Rijk ligt en waar veelal ook de inzet van buurlanden nodig is. De Task Force heeft de opdracht te komen tot een gezamenlijke agenda van knelpunten en oplossingen, samen met de buurlanden. Op de agenda staan algemene knelpunten, die samen met alle regio’s moeten worden aangepakt, en specifieke knelpunten, die vooral in een bepaalde regio spelen. Doel is dat de oplossingen voor die laatste categorie ook weer ten goede komen aan de andere regio’s.

Met versterking van grensoverschrijdende samenwerking wil het kabinet de ontwikkelingskansen in grensgebieden vergroten. Kansen liggen in het versterken van het voorzieningenniveau. Door de mogelijkheden van het aanliggende gebied te benutten, kan het draagvlak voor voorzieningen worden versterkt. Dat maakt de regio aantrekkelijker om te wonen, te werken, te leren en te recreëren. Wanneer burgers en bedrijven over en weer gemakkelijker hun weg over de grens weten te vinden, bijvoorbeeld op het terrein van arbeid, scholing en cultuur, wordt de economische potentie van een gebied beter benut. Dit is des te belangrijker, nu grensregio’s zich geplaatst zien voor uitdagingen, zoals de negatieve effecten van bevolkingskrimp. Deze uitdagingen worden door de huidige economische crisis versterkt.

De grensregio’s en haar burgers hebben bij hun grensoverschrijdende activiteiten te maken met belemmeringen als gevolg van verschillen in regelgeving, verschillen in bevoegdheden van betrokken overheden en verschillen in cultuur. Door het zo veel mogelijk wegwerken van deze knelpunten, kunnen de ontwikkelingskansen in de grensregio’s worden vergroot.

De grensregio’s moeten hierin zelf een actieve rol blijven spelen. Het GROS traject heeft vooral een vliegwielfunctie: veel initiatieven betreffende het verbeteren van de grensoverschrijdende samenwerking lopen al, maar kunnen een extra duwtje in de rug goed gebruiken. Resultaten die op korte termijn kunnen worden behaald, kunnen dan weer een stimulans zijn voor alle betrokken overheden, aan weerszijden van de grens, om op dit pad verder te gaan. Daarbij moet het Rijk de grensregio’s faciliteren om ook op de lange termijn de afstand met de vakdepartementen klein te houden. Immers, de uitdagingen waarvoor de grensregio’s zich geplaatst zien, zullen na de Task Force GROS niet verdwenen zijn. Integendeel, het ligt in de lijn der verwachting dat, door verschillende interpretaties van EU regelgeving door lidstaten, er meer knelpunten bij zullen komen. Een structurele aandacht voor de problemen van de grensregio’s op het gebied van grensoverschrijdende samenwerking is daarom noodzakelijk. De doelstelling hierbij moet zijn om in de nationale agenda’s van de vakministeries rekening te houden met grensoverschrijdende samenwerking. Waar grensregio’s zelf nieuwe knelpunten signaleren die op het terrein van het Rijk liggen en waar de inzet van buurlanden nodig is, moet het Rijk bereid zijn om aan oplossingen mee te werken. Samen met de grensregio’s moet gekeken worden hoe dit structureel vorm kan krijgen. Initiatieven daartoe van de grensregio’s zelf, zoals het initiatief tot het instellen van een Limburg experimenteerregio naar aanleiding van de motie Schinkelshoek1, zijn daarbij zeer welkom.

In deze brief geven wij aan wat de Task Force GROS tot nu toe bereikt heeft en wat er nog bereikt gaat worden. Wij gaan in op de betrokkenheid van de grensregio’s, de samenwerking met de departementen, de samenwerking met de buurlanden en de uitvoering van de Limburg experimenteerregio. Daarna zetten wij, met het oog op de voortgang van het vinden van oplossingen voor de knelpunten en de samenwerking met de buurlanden, het tijdspad voor de komende periode uiteen.

2. Stand van zaken

De Task Force GROS, de daaronder vallende werkgroepen en de Grensmakelaar zijn nu vijf maanden bezig en het mandaat van de Task Force GROS loopt in formele zin per 1 juli 2010 af. Hieronder lichten wij de verschillende aspecten van de werkzaamheden toe.

Knelpunten

De knelpunten zijn verdeeld in twee categorieën: de knelpunten die op korte termijn kunnen worden opgelost en de knelpunten die op de wat langere termijn zullen worden opgelost. Een overzicht van deze korte- en lange termijn knelpunten vindt u in bijlage 1.2

Samenwerking met de grensregio’s

In de Task Force GROS zijn de vier grensregio’s vertegenwoordigd1: Regio Noord-Oost, Regio Oost, Regio Zuid-Oost en Regio Zuid-West. De knelpunten die zijn geïdentificeerd (zie bijlage 1), zijn aangedragen door de grensregio’s en daarmee vormen zij een belangrijke partner in het vinden van oplossingen binnen de Task Force GROS. Deze rol van de grensregio’s wordt benadrukt door de Grensmakelaar in zijn gesprekken in de regio en in het driewekelijkse overleg dat vanuit het ministerie van BZK met de regio’s wordt gevoerd.

Samenwerking met de vakministeries

De oplossingen voor de knelpunten kunnen niet tot stand komen zonder de medewerking van de vakdepartementen. Daarom zijn vrijwel alle ministeries betrokken in de Task Force GROS. Zoals wij al eerder aangaven, zijn de meeste knelpunten niet nieuw. Daar waar een extra impuls nodig is om op korte termijn tot oplossingen te komen, kan de Task Force GROS van dienst zijn. Daarbij moeten de beleidsagenda’s van de ministeries structureel beter aan worden gesloten op de GROS agenda. Het ministerie van BZK speelt hierin een coördinerende en bemiddelende rol. De oplossingen van de knelpunten worden via bestaande werkstructuren, voor zover aanwezig, uitgewerkt.

Samenwerking met de buurlanden

Het succes van de Task Force GROS staat of valt met een goede samenwerking met de verschillende overheden van de buurlanden. Het is van het grootste belang dat wij gezamenlijk met de buurlanden de knelpuntenlijst opstellen en de knelpunten oplossen. Hierbij moet goed gekeken worden op welk niveau en waar bij de buurlanden de bevoegdheden liggen die nodig zijn om de geïdentificeerde knelpunten op te lossen. Dit is één van de belangrijkste opgaven voor de Grensmakelaar geweest van de afgelopen drie maanden. Hieronder lichten wij toe wat de stand van zaken per buurland is.

Noordrijn-Westfalen, Nedersaksen en de Duitse federale overheid

De samenwerking met Noordrijn-Westfalen (NRW) verloopt zeer constructief. Begin september is door de Grensmakelaar en DG Europa und Internationale Angelegenheiten van de Staatskanzlei van NRW een gezamenlijke knelpuntenlijst opgesteld, waarvoor oplossingsrichtingen vervolgens in de onder de Task Force GROS vallende werkgroepen worden geformuleerd. Hierin is onderscheid gemaakt tussen de korte- en de lange termijn knelpunten (zie daarvoor bijlage 1). De werkgroepen moeten nu met hun counterparts in Noordrijn-Westfalen gezamenlijk de oplossingen tot stand brengen.

Het proces met Nedersaksen loopt anders. Ook Nedersaksen is geïnteresseerd in de Task Force GROS. Men wil in overleg met de werkgroepen bepalen welke knelpunten en oplossingsrichtingen interessant zijn. Op basis daarvan wil men een gezamenlijke knelpuntenlijst opstellen. Dit proces is momenteel in volle gang.

Een aantal knelpunten ligt op het bevoegdheidsterrein van de federale autoriteiten in Duitsland. Als voorbeeld geldt het door Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen opgebrachte knelpunt «Staatsverdrag wederzijdse rechtshulpverlening». Het is de wens van Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen dat een dergelijk verdrag tussen de Bondsrepubliek Duitsland en Nederland gesloten zal worden. Momenteel wordt onderzocht, zowel aan Duitse als aan Nederlandse zijde, of dit inderdaad een knelpunt is en zo ja, welke mogelijkheden tot oplossing bestaan. Om dergelijke knelpunten met de juiste instantie aan te pakken, worden door de Nederlandse ambassade te Berlijn contacten met de federale autoriteiten gelegd. NRW en Nedersaksen hebben reeds de benodigde contacten met de Bond gelegd.

Vlaanderen, Wallonië, Duitstalige gemeenschap en de Belgische federale overheid

De samenwerking met België en Vlaanderen in het bijzonder heeft een eigen dynamiek. Vlaanderen zal waarschijnlijk medio januari 2010 zijn knelpuntenlijst gereed hebben.

Aangaande Wallonië hebben gesprekken met de gouverneur van de provincie Luik en de burgemeester van de stad Luik plaatsgevonden, omdat deze provincie in Wallonië direct aan Nederland grenst. Afgesproken is op korte termijn een gezamenlijke lijst met knelpunten te formuleren. De Nederlandse lijst met knelpunten is hen toegegaan. In een later stadium wordt ook het gesprek aangegaan met het Waalse gewest.

Benelux

Het Beneluxsecretariaat is op een constructieve manier betrokken bij de Task Force GROS. Het is vertegenwoordigd in de onder de Task Force GROS vallende werkgroepen. Daarnaast heeft de SG Benelux zitting in de Task Force GROS. Twee knelpunten worden momenteel door de Benelux opgepakt en opgelost: het verdrag betreffende grensoverschrijdende spoedeisend ambulancevervoer en helikopterdiensten en de instelling van een internetportaal voor grensarbeiders.

Verzoeken vanuit uw Kamer

Naar aanleiding van de motie Schinkelshoek heeft de provincie Limburg een voorstel voorgelegd om inhoud te geven aan experimenteerregio’s in en om Limburg. De brief van de provincies en het voorstel zijn bijgevoegd (zie bijlage 2).1 Met dit voorstel geeft de provincie Limburg een belangrijke aanzet voor een actieve aanpak ter verbetering van grensoverschrijdende samenwerking en heeft voor de verschillende onderwerpen de betrokkenheid van het Rijk gevraagd. De inzet is gericht op 10 thematische pilots (zie daarvoor bijlage 2). Daarnaast is een voorstel opgenomen voor een «governance-pilot», gericht op het structureel vormgeven van de grensoverschrijdende samenwerking tussen nationale en regionaal/lokale overheden in de regio Zuid-Oost (Euregio Maas-Rijn). Momenteel wordt bezien of dit in EGTS verband kan. Overigens beschouwt Limburg de aanpak als een dynamisch proces, dat wil zeggen dat er in de loop van het proces nieuwe initiatieven en knelpunten kunnen opkomen.

Wij ondersteunen deze aanpak en daarom is er voor gekozen het initiatief tot het instellen van een Limburg experimenteerregio, waar mogelijk, samen te laten optrekken met de Task Force GROS. De meeste pilots die Limburg in de nota heeft geagendeerd, zijn reeds onderdeel van de knelpuntenlijst, of hebben daarmee een directe relatie. Het ministerie van BZK bemiddelt in de uitvoering van deze pilots.

Betreffende de ontwikkeling van een breed elektronisch loket voor vragen van burgers over grensoverschrijdende activiteiten, waar het lid Heijnen tijdens het AO van 28 januari om verzocht, wordt aangesloten bij de ontwikkeling van grensportalen in het kader van de GROS agenda. Voor een toelichting hierop verwijzen wij naar bijlage 1.

4. Vervolgproces

Noordrijn-Westfalen, Nedersaksen

Met Noordrijn-Westfalen is het nu zaak de korte termijn knelpunten af te ronden. Het oplossen van deze korte termijn knelpunten creëert een positief momentum. Binnen deze context is de verwachting dat het zoeken naar oplossingsrichtingen voor de meer complexe knelpunten daarmee een extra duw kan krijgen.

Vlaanderen, Wallonië, de Duitstalige gemeenschap en de federale overheid

De inzet betreffende België, Vlaanderen, Wallonië en de Duitstalige gemeenschap is er op gericht om in januari 2010 een gezamenlijke knelpuntenlijst gereed te hebben, waarna verdere afspraken over de te volgen koers gemaakt kunnen worden.

Structurele verankering GROS

In juli 2010 loopt het mandaat van de Task Force GROS af. Gedurende het komende jaar moet bezien worden op welke wijze de activiteiten die de Task Force GROS in gang heeft gezet, vanaf 1 juli 2010 kunnen worden voortgezet. Niet elk knelpunt dat op de knelpuntenlijst staat, kan binnen één jaar opgelost worden. Daarnaast zullen er steeds nieuwe knelpunten kunnen opkomen. Uitgangspunt is dus dat de aandacht voor grensoverschrijdende samenwerking structureel geborgd wordt. Gedurende de komende periode vindt hierover gedachtevorming plaats en wordt hierover het gesprek aangegaan met de buurlanden en de grensregio’s teneinde de wederzijdse verwachtingen hieromtrent op elkaar af te stemmen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

F. C. G. M. Timmermans


XNoot
1

Kamerstukken II, 2006/07, 31 700 VII nr. 50.

XNoot
2

Kamerstukken II, 2008/09, 31 700 VII nr. 69.

XNoot
1

Kamerstukken II, 2008/09, 31 700 VII nr. 62.

XNoot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Regio Noord-Oost: noordelijke provincies en de Euregio Eems-Dollard. Regio Oost: provincies Overijssel, Gelderland, Noord-Limburg, de EUREGIO, de Euregio Rijn-Waal en de Euregio Maas-Rijn-Noord. Regio Zuid-Oost: Zuid-Limburg en de Euregio Maas-Rijn. Regio Zuid-West: provincies Brabant en Zeeland, de Euregio Benelux-Middengebied en de Euregio Scheldemond.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.