31 983
Voorstel van wet van het lid Agema tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht tot verhoging van de minimumleeftijd voor prostituees naar 21 jaar

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de minimumleeftijd voor het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling te verhogen tot eenentwintig jaren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 71 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 3° wordt de zinsnede «242 tot en met 250 en 273f» vervangen door: 242 tot en met 248a, 248c tot en met 250.

2. Onder vernummering van de onderdelen 4° en 5° tot de onderdelen 7° en 8° worden drie onderdelen ingevoegd, luidende:

4°. bij de misdrijven omschreven in artikel 248b en gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd van eenentwintig jaren nog niet heeft bereikt, op de dag na die waarop die persoon eenentwintig jaren is geworden;

5°. bij de misdrijven omschreven in artikel 273f, onder 2°, 5° en 8°, met betrekking tot uitbuiting in de prostitutie, andere vormen van seksuele uitbuiting, of het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling en gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd van eenentwintig jaren nog niet heeft bereikt, op de dag na die waarop die persoon eenentwintig jaren is geworden;

6°. bij de misdrijven omschreven in artikel 273f, niet zijnde de misdrijven omschreven onder 5° van dit artikel, en gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, op de dag na die waarop die persoon achttien jaren is geworden;

B

Artikel 77d, tweede lid, komt als volgt te luiden:

2. Het eerste lid is niet van toepassing op misdrijven omschreven in:

1°. de artikelen 240b, 242 tot en met 248a, 248c tot en met 250, gepleegd door een persoon die ten tijde van het begaan van het strafbaar feit de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt, ten aanzien van een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;

2°. artikel 248b, gepleegd door een persoon die ten tijde van het begaan van het strafbaar feit de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt, ten aanzien van een persoon die de leeftijd van eenentwintig jaren nog niet heeft bereikt;

3°. artikel 273f, onder 2°, 5° en 8°, met betrekking tot uitbuiting in de prostitutie, seksuele uitbuiting, of het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, gepleegd door een persoon die ten tijde van het begaan van het strafbaar feit de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt, ten aanzien van een persoon die de leeftijd van eenentwintig jaren nog niet heeft bereikt;

4°. artikel 273f, niet zijnde de misdrijven omschreven onder 3° van dit artikel, gepleegd door een persoon die ten tijde van het begaan van het strafbaar feit de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt, ten aanzien van een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt.

C

In artikel 248b wordt de zinsnede «die de leeftijd van zestien jaren maar nog niet de leeftijd van achttien jaren» vervangen door: die de leeftijd van zestien jaren maar nog niet de leeftijd van eenentwintig jaren.

D

Artikel 273f, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel 2° komt te luiden:

2°. degene die een ander werft, vervoert, overbrengt, huisvest of opneemt, met het oogmerk van

a. uitbuiting van die ander in de prostitutie of door middel van andere vormen van seksuele uitbuiting, terwijl die ander de leeftijd van eenentwintig jaren nog niet heeft bereikt, of uitbuiting van die ander op een andere wijze, terwijl die ander de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt; of

b. de verwijdering van diens organen, terwijl die ander de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt

2. In onderdeel 5° wordt na de zinsnede «met of voor een derde tegen betaling» en na de zinsnede «tot het verrichten van die handelingen» een zinsnede ingevoegd, luidende: , terwijl die ander de leeftijd van eenentwintig jaren nog niet heeft bereikt,.

3. In onderdeel 8° wordt na de zinsnede «voor een derde tegen betaling» een zinsnede ingevoegd, luidende: , terwijl die ander de leeftijd van eenentwintig jaren nog niet heeft bereikt,.

ARTIKEL II

Artikel 310, lid 4, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek komt te luiden:

4. Indien de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt, een misdrijf oplevert als bedoeld in:

a. de artikelen 240b, 242 tot en met 248a, 248c tot en met 250 van het Wetboek van Strafrecht en is gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;

b. artikel 248b van het Wetboek van Strafrecht en is gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd van eenentwintig jaren nog niet heeft bereikt;

c. artikel 273f, onder 2°, 5° en 8°, van het Wetboek van Strafrecht met betrekking tot uitbuiting in de prostitutie, seksuele uitbuiting, of het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling en is gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd van eenentwintig jaren nog niet heeft bereikt;

d. artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht, niet zijnde de misdrijven omschreven onder c, en is gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt; verjaart de rechtsvordering tot vergoeding van schade tegen de schuldige aan het misdrijf niet zolang het recht tot strafvordering niet door verjaring is vervallen.

ARTIKEL III

Indien het bij koninklijke boodschap van 12 maart 2008 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, Wetboek van Strafvordering en enkele aanverwante wetten in verband met de strafbaarstelling van het deelnemen en meewerken aan training voor terrorisme, uitbreiding van de mogelijkheden tot ontzetting uit het beroep als bijkomende straf en enkele andere wijzigingen (Kamerstukken I 2008/09, 31 386, nr. A) tot wet is of wordt verheven, en artikel IV van die wet eerder in werking is getreden of treedt dan deze wet, wordt in artikel II van deze wet na artikel 310, lid 4, onderdeel d, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek een onderdeel ingevoegd, luidende:

e. de artikelen 300 tot en met 303 van het Wetboek van Strafrecht voor zover het feit oplevert genitale verminking van een persoon van het vrouwelijk geslacht, en is gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;

ARTIKEL IV

Indien het bij koninklijke boodschap van 12 maart 2008 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, Wetboek van Strafvordering en enkele aanverwante wetten in verband met de strafbaarstelling van het deelnemen en meewerken aan training voor terrorisme, uitbreiding van de mogelijkheden tot ontzetting uit het beroep als bijkomende straf en enkele andere wijzigingen (Kamerstukken I 2008/09, 31 386, nr. A) tot wet is of wordt verheven, en artikel IV van die wet tegelijk in werking treedt met deze wet, dan komt artikel IV van die wet te luiden:

ARTIKEL IV

In het bij geleidende brief van 22 juni 2009 ingediende voorstel van wet van het lid Agema tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht tot verhoging van de minimumleeftijd voor prostituees naar 21 jaar (Kamerstukken II 2008/09, 31 983, nr. 2) wordt in artikel II van die wet na artikel 310, lid vier, onderdeel d, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek een onderdeel ingevoegd, luidende:

e. de artikelen 300 tot en met 303 van het Wetboek van Strafrecht, voor zover het feit oplevert genitale verminking van een persoon van het vrouwelijk geslacht, en is gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;

ARTIKEL V

Indien het bij koninklijke boodschap van 12 maart 2008 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, Wetboek van Strafvordering en enkele aanverwante wetten in verband met de strafbaarstelling van het deelnemen en meewerken aan training voor terrorisme, uitbreiding van de mogelijkheden tot ontzetting uit het beroep als bijkomende straf en enkele andere wijzigingen (Kamerstukken I 2008/09, 31 386, nr. A) tot wet is of wordt verheven, en artikel IV van die wet later in werking treedt dan deze wet, dan komt artikel IV van die wet te luiden:

ARTIKEL IV

In artikel 310, lid vier, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek wordt na onderdeel d een onderdeel ingevoegd, luidende:

e. de artikelen 300 tot en met 303 van het Wetboek van Strafrecht, voor zover het feit oplevert genitale verminking van een persoon van het vrouwelijk geslacht, en is gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;

ARTIKEL VI

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie,