Kamerstuk 31930-66

Amendement van het lid Tang over het mede van toepassing laten zijn van de defiscalisering als bedoeld in artikel 5.4 van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 op bepaalde personen

Dossier: Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur in de Successiewet 1956, alsmede introductie van een regeling voor afgezonderd particulier vermogen in de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Successiewet 1956)

Gepubliceerd: 29 oktober 2009
Indiener(s): Paul Tang (PvdA)
Onderwerpen: belasting burgerlijk recht economie financiƫn ondernemen recht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31930-66.html
ID: 31930-66

94,0 %
6,0 %

SP

PvdD

GL

VVD

PVV

PvdA

D66

CU

Verdonk

CDA

SGP


31 930
Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur in de Successiewet 1956, alsmede introductie van een regeling voor afgezonderd particulier vermogen in de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Successiewet 1956)

nr. 66
AMENDEMENT VAN HET LID TANG

Ontvangen 29 oktober 2009

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Aan artikel XII wordt een lid toegevoegd, luidende:

7. Voor de toepassing van artikel 5.4, eerste lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 wordt onder echtgenoot mede begrepen de persoon die met de erflater een gemeenschappelijke huishouding heeft gevoerd als bedoeld in artikel 24, tweede lid, van de Successiewet 1956 zoals dat lid luidde vóór 1 januari 2010 en de ouder als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, vóór 1 januari 2012 is overleden.

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe de defiscalisering als bedoeld in artikel 5.4 van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 mede van toepassing te laten zijn op de persoon die een gemeenschappelijke huishouding heeft gevoerd als bedoeld in artikel 24, tweede lid, van de Successiewet 1956 en de nalatenschap vóór 1 januari 2012 is overleden. Immers, de aldaar bedoelde samenwonende partner van de erflater heeft geen rekening kunnen houden met de invoering van artikel 1a, vierde, vijfde en zesde lid, van de Successiewet 1956.

Tang