Kamerstuk 31459-15

Amendement van het lid Irrgang om het toetsloon bij de werkgeversheffing op excessieve vertrekvergoedingen te verlagen naar € 185 000

Dossier: Wijziging van enige belastingwetten (Belastingheffing excessieve beloningsbestanddelen)


31 459
Wijziging van enige belastingwetten (Belastingheffing excessieve beloningsbestanddelen)

nr. 15
AMENDEMENT VAN HET LID IRRGANG

Ontvangen 3 september 2008

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel II, onderdeel H, wordt in artikel 32bb, tweede lid, de zinsnede «€ 500 000» vervangen door: € 185 000

II

Na artikel IV wordt een artikel ingevoegd, luidende

Artikel IVA

In de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt aan artikel 10, eerste lid, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel j door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

k. de bedragen die op basis van artikel 32bb van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangemerkt als loon dat als een eindheffingsbestanddeel wordt belast en waarover de loonbelasting ingevolge artikel 27a van die wet wordt geheven van de belastingplichtige.

Toelichting

Dit amendement dient ertoe om het toetsloon bij de werkgeversheffing op excessieve vertrekvergoedingen te verlagen naar € 185 000. Dit bedrag is gelijk aan de grens waarboven het kabinet in het Belastingplan 2008 pensioenopbouw niet langer fiscaal wilde faciliëren.

In de Nota naar aanleiding van het Verslag meldt het kabinet dat het bedrag aan vennootschapsbelasting dat een bedrijf verschuldigd is, verlaagd wordt door heffingen als onderhavige (pseudo-eindheffingen), omdat deze heffingen als bedrijfskosten aftrekbaar zijn van de winst. Dit betekent dat de effectieve druk van deze werkgeversheffing lager is dan wenselijk. Het amendement zorgt er daarom voor dat deze werkgeversheffing niet in aftrek komt op de fiscale winst.

Irrgang