Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 22 juni 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de Kamer het proces van parlementaire zelfreflectie formeel heeft afgerond;
constaterende, dat hieruit blijkt dat het aanzien van de Kamer een voortdurend onderwerp van zorg is en dat de parlementaire zeden en gebruiken, hierin een rol spelen;
van oordeel dat een discussie over parlementaire zeden en gebruiken bij voorkeur positief dient te worden gevoerd;
verzoekt het Presidium zich te ontfermen over de parlementaire hoffelijkheidstrofee en het bijbehorend reglement en daarbij toe te zien op de jaarlijkse uitreiking van de parlementaire hoffelijkheidstrofee aan dat lid van de Tweede Kamer dat in het afgelopen jaar bij uitstek is opgevallen door scherpe bijdragen aan het politieke debat en een voluit gebruik van de middelen die een parlementariër ter beschikking staan, dit in combinatie met een hoffelijke wijze van handelen binnen en buiten de vergaderzalen van de Tweede Kamer,
en gaat over tot de orde van de dag.
Anker
Halsema
Van der Staaij
Schinkelshoek
Kalma