Kamervraag 2023Z14763

Het bericht ‘Pure Energie aast op bouw windpark tussen Woltersum, Ten Boer en Ten Post. Boeren worden verleid om grond beschikbaar te stellen’

Ingediend 6 september 2023
Beantwoord 5 oktober 2023 (na 29 dagen)
Indiener Sandra Beckerman (SP)
Beantwoord door Rob Jetten (minister zonder portefeuille economische zaken) (D66), Hans Vijlbrief (staatssecretaris economische zaken) (D66)
Onderwerpen economie energie natuur en milieu overige economische sectoren ruimte en infrastructuur ruimtelijke ordening
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z14763.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-150.html
1. Dagblad van het Noorden, 2 september 2023, Pure Energie aast op bouw windpark tussen Woltersum, Ten Boer en Ten Post. Boeren worden verleid om grond beschikbaar te stellen (dvhn.nl/groningen/Pure-Energie-aast-op-bouw-windpark-tussen-Woltersum-Ten-Boer-en-Ten-Post.-Boeren-worden-verleid-om-grond-beschikbaar-te-stellen-28617895.html).
  • Vraag 1
    Kent u het bericht «Pure Energie aast op bouw windpark tussen Woltersum, Ten Boer en Ten Post. Boeren worden verleid om grond beschikbaar te stellen»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Bent u op de hoogte van het gegeven dat het bedrijf Pure Energie verkennende gesprekken voert over de bouw van (hoge) windmolens in de driehoek Ten Boer, Ten Post, Woltersum? Zijn er contacten geweest van het kabinet met Pure Energie?

    Ik heb via de media vernomen dat Pure Energie verkennende gesprekken voert. Ik heb hierover geen contact gehad met Pure Energie.

  • Vraag 3
    Vindt u het, met ons, onwenselijk dat bedrijven zoals Pure Energie zelf grondbezitters benaderen over de bouw van (hoge) windmolens? Kunt u uw antwoord toelichten?

    Bedrijven als Pure Energie kunnen zelf grondbezitters benaderen voor de potentiële plaatsing van windmolens. Het is aan de RES-regio's om zoekgebieden aan te wijzen voor nieuwe wind- en zonneparken en om deze te verankeren in hun omgevingsbeleid. Ik heb vernomen van de provincie Groningen dat het desbetreffende gebied niet is aangewezen als concentratiegebied voor grootschalige windenergie, en dus de ontwikkeling van windenergie in dit gebied niet past binnen het huidige ruimtelijke provinciale beleid. Vergunningsaanvragen zullen worden getoetst aan dit omgevingsbeleid en het is dus nog niet duidelijk of de decentrale overheid meewerkt aan dit initiatief. Daarnaast is het streven naar 50% lokaal eigendom van belang zoals opgenomen in het Klimaatakkoord. Lokale participatie kan op diverse manieren worden vormgegeven, bijvoorbeeld door een lokale energiecoöperatie of door een samenwerking van een lokale energiecoöperatie en een ontwikkelaar. Ik zie in het beschreven proces tot nu toe geen aanleiding te denken dat – met de werkwijze van Pure Energie – de omgeving niet mee kan delen in de baten van de energietransitie.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat de mogelijke komst van hoge, commerciële, windmolens in het bevingsgebied een slechte zaak is?

    In het Klimaatakkoord hebben we afgesproken dat we tot 2030 ten minste 35 TWh aan grootschalige hernieuwbare energie op land willen opwekken in onze leefomgeving. Windenergie op land is noodzakelijk voor het halen van onze klimaatdoelen voor 2030 en daarna.
    De betrokken partijen hebben met elkaar een verantwoordelijkheid om windturbines op basis van een locatie-specifieke afweging zorgvuldig in te passen. Dit dient uiteraard te gebeuren met oog voor verschillende belangen en oog voor adequate milieubescherming. Zoals aangeven in het antwoord op vraag 3 is het desbetreffende gebied niet aangewezen als concentratiegebied voor grootschalige windenergie, de ontwikkeling van windenergie in dit gebied niet past binnen het huidige ruimtelijke provinciale beleid.

  • Vraag 5
    Deelt u onze analyse dat het voor het herstel van vertrouwen cruciaal is dat bewoners zeggenschap krijgen over hun leefomgeving?

    Het is van groot belang om de bewoners actief te betrekken bij beslissingen over hun leefomgeving. Binnen de Regionale Energiestrategieën zijn zoekgebieden voor windmolens en zonnepanelen door een zorgvuldig democratisch proces tot stand gekomen. Het Klimaatakkoord bevat ook afspraken die betrekking hebben op zowel procesparticipatie als financiële participatie bij hernieuwbare energie op land. Er wordt gestreefd naar 50% eigendom van de lokale omgeving van de productie van wind- en zonne-energie op land in 2030. Dit is bedoeld om de lokale zeggenschap te vergroten.
    Beleidsparticipatie, procesparticipatie en financiële participatie staan binnen het participatieproces centraal en dragen bij aan het herstel van vertrouwen. Omwonenden worden betrokken bij het ontwikkelen van energiebeleid, het ruimtelijk inpassen van energieprojecten en het maken van afspraken over financiële deelname. Dat is overal in Nederland van belang en vanwege de gaswinningsgeschiedenis met nadruk ook in Groningen. Gemeenten hebben een stimulerende en regisserende rol bij het zorgen voor draagvlak voor duurzame energie-initiatieven. Daarnaast wordt met de regio verkend hoe de opbrengsten van projecten om de Groningse en Noord-Drentse economie te versterken, ook bewoners mee kunnen profiteren, conform motie Klaver/Nijboer (Kamerstuk, 35 561 nr. 21).

  • Vraag 6
    Bent u op de hoogte van het feit dat bewoners in de omgeving in verschillende coöperaties al bezig zijn met een lokale aanpak?

    Ik ben ervan op de hoogte dat er enkele coöperaties actief zijn in de omgeving.

  • Vraag 7
    Welke lessen heeft het kabinet geleerd van de bouw van eerdere grote windparken zoals die bij Meeden en in de Veenkoloniën?

    De windparken Drentse Monden en Oostermoer en N33 zijn tot stand gekomen met behulp van de Rijkscoördinatieregeling (RCR). Bij brief van 23 januari 2017 (Kamerstuk 31 239, nr. 254) is uw Kamer geïnformeerd over de evaluatie van de Rijkscoördinatieregeling. Deze evaluatie heeft geleid tot een herijking van de wijze van toepassing van de Rijkscoördinatieregeling. Naar aanleiding van de evaluatie, wordt nu in een vroeg stadium met betrokken overheden en de initiatiefnemer besproken welke overheid het meest geschikt is om een project van overheidszijde te trekken. Daarom treed ik bij projecten van nationaal belang voor de formele start van de procedure in overleg met de initiatiefnemer en medeoverheden over het meest geschikte bestuursniveau en de vormgeving van het proces voor de ruimtelijke inpassing. Wanneer de RCR-procedure niet versnellend is, omdat de betreffende decentrale overheid de besluitvorming voortvarend zou kunnen uitoefenen, heeft ruimtelijke besluitvorming over een project van nationaal belang op decentraal niveau mijn voorkeur.
    Daarnaast is het van belang om alle belanghebbenden vroegtijdig in het proces te betrekken. Het gaat hier om betrokkenheid van burgers zowel bij het ontwikkelen van beleid als bij het realiseren van energieprojecten. Ik heb uw Kamer op 17 mei 2023 geïnformeerd over de kabinetsvisie burgerbetrokkenheid bij de energietransitie (Kamerstuk 32 813, nr. 1231).
    De Regionale Energiestrategieën sluiten hierbij aan. Het is hierbij aan de RES-regio's om zoekgebieden aan te wijzen voor nieuwe wind- en zonneparken. Conform de afspraak in het Klimaatakkoord wordt de inrichting van participatie mede bepaald in gesprek met de omgeving.

  • Vraag 8
    Herkent u dat door het niet serieus nemen van omwonenden daar het vertrouwen in de overheid is geschaad? Zo ja, wat betekent dat voor nieuwe plannen?

    Zie antwoord vraag 7.

  • Vraag 9
    Bent u, met ons, van mening dat een verdere daling van het vertrouwen moet worden voorkomen en de overheid dus ook wanneer commerciële partijen plannen maken, het verstandig is direct te laten weten dat de rijksoverheid niet voornemens is extra lasten af te wentelen op het aardbevingsgebied?

    Ik ben het ermee eens dat afname van vertrouwen moet worden voorkomen, en daarom is actieve betrokkenheid van bewoners bij de energietransitie essentieel. In het bijzonder voor Groningen geldt dat de inzet van het kabinet is om er voor te zorgen dat het vertrouwen in de overheid herstelt.
    Mensen in het gaswinningsgebied hebben onevenredig de lasten moeten dragen van 60 jaar gaswinning in Groningen. De overheid heeft te laat gehandeld naar de signalen van bewoners waardoor mensen onnodig hebben geleden onder aardbevingen.
    In het Klimaatakkoord hebben we afgesproken dat de medeoverheden het voortouw nemen in het inpassen van de opwek van ten minste 35 TWh aan grootschalig hernieuwbaar op land. De afspraken over de uitrol van hernieuwbare energie zijn, in samenspraak met verschillende stakeholders (in het bijzonder bewoners), een afweging tussen draagvlak, impact op het elektriciteitsnet, en ruimtelijke inpassing en zijn vastgelegd in de RES 1.0. De decentrale overheden zijn verantwoordelijk voor het verlenen van de benodigde vergunningen. Het is aan de decentrale overheden om de plannen van (commerciële) partijen – ook die niet binnen de RES-zoekgebieden vallen – te beoordelen.

  • Vraag 10
    In hoeverre kan bij de door u voorgestelde participatie bij zonne- en windenergie op land ook nee gezegd worden tegen de plaatsing van hoge windmolens?

    Participatie is bij uitstek geschikt om – binnen de zoekgebieden en de gemaakte afspraken over op te wekken duurzame energie – met bewoners te bespreken wat voor de omgeving belangrijke waarden zijn die meewegen bij de inpassing van de energie opwek. Hoge windmolens wekken meer elektriciteit op dan kleine windmolens. Een 'nee' tegen een hoge windmolen kan ertoe leiden dat er meerdere kleine windmolens geplaatst dienen te worden om de zelfde energie productie te halen – dit wordt dan besproken in het participatieproces.
    Ik ben mij ervan bewust dat een participatieproces, hoe zorgvuldig ook, nog steeds kan leiden tot keuzes waar niet iedere deelnemer achter staat. Op dat moment kan een burger gebruik maken van rechtsbescherming.

  • Vraag 11
    Welke stappen heeft u gezet nadat de Raad van State voor een windpark bij Delfzijl heeft uitgesproken dat het kabinet ten onrechte geen rekening houdt met milieueffecten? Klopt het dat er vertraging is ontstaan bij het komen tot nieuwe normen? Zo ja, moet er in de tussentijd een pas op de plaats worden gemaakt met het maken van nieuwe plannen?

    Bij brief van 6 juli 2021 (Kamerstuk 33 612, nr. 76) is uw Kamer geïnformeerd over de gevolgen van de uitspraak van de Raad van State van 30 juni 2021 (ECLI;NL:RVS:2021:1395) over de milieubeoordeling voor windturbinenormen. In de uitspraak oordeelt de Raad van State dat de algemene regels voor windturbines in het Activiteitenbesluit milieubeheer (Abm) en de bijbehorende Activiteitenregeling milieubeheer (Arm) voor windturbineparken (windturbinebepalingen) buiten toepassing moeten worden gelaten. Voor deze algemene regels had op grond van EU-recht een planmilieueffectrapport (planmer) moeten worden gemaakt.
    De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat stelt momenteel algemene regels op basis van een plan-MER op.
    In afwachting van de nieuwe milieubepalingen blijft het mogelijk om nieuwe windparken te realiseren. Voor nieuwe windturbineparken kan het bevoegd gezag op basis van een lokale milieubeoordeling milieuvoorschriften opnemen in de omgevingsvergunning milieu en het bestemmings- of omgevingsplan om milieubescherming te bieden voor omwonenden. De normen moeten een actuele, deugdelijke, op zichzelf staande en op de aan de orde zijnde situatie toegesneden motivering hebben. Bij Windpark Delfzijl Zuid Uitbreiding en Windpark Karolinapolder heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dit getoetst en geoordeeld dat dit inderdaad het geval is. Hierover is uw Kamer geïnformeerd op 8 september 2023. Zoals aangegeven is het niet nodig om pas op de plaats te maken bij het realiseren van nieuwe windparken.

  • Vraag 12
    Hoe geeft u uitvoering aan de motie-Leijten/Erkens over het maken van afspraken over de plaatsing van nieuwe windmolens, waaronder afspraken over strenge minimumafstands-normen (Kamerstuk 32 813, nr. 985)?

    Bij brief van 6 juli 2022 (Kamerstuk 32 813, nr. 1085) en bij brief van 8 september 2023 (kenmerk 2023Z13559) is uw Kamer geïnformeerd over de uitvoering van de motie Leijten/Erkens. In de motie is verzocht te onderzoeken of een afstandsnorm van 4x tiphoogte (Deense norm) tijdelijk toegepast kan worden. Het is vanwege strijdigheid met de Europese richtlijn voor strategische milieubeoordeling (smb-richtlijn) echter niet toegestaan om – vooruitlopend op de plan-m.e.r. en AMvB-procedure – vanuit het Rijk algemene of tijdelijke regels te geven voor nieuw te realiseren windparken zonder het uitvoeren van een plan-m.e.r. Ook voor afspraken met decentrale overheden die voorzien in een afstandsnorm kan geoordeeld worden dat deze in strijd zijn met de smb-richtlijn als er geen plan-m.e.r. voor is uitgevoerd. Naar aanleiding van de motie Leijten/Erkens is de afstandsnorm van 4x tiphoogte meegenomen in de plan-m.e.r.-procedure. Totdat nieuwe landelijke milieunormen zijn vastgesteld kunnen decentrale overheden per windpark milieuvoorschriften in de omgevingsvergunning opnemen. De voorbereiding daarvan gebeurt in een zorgvuldig proces op basis van een lokale milieubeoordeling. Daarbij helpt het onderling delen van kennis en werkwijzen om elkaar te ondersteunen, te leren van elkaar en uniformiteit te bevorderen. Het Rijk ondersteunt gemeenten hierbij. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de motie.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2023Z14763
Volledige titel: Het bericht ‘Pure Energie aast op bouw windpark tussen Woltersum, Ten Boer en Ten Post. Boeren worden verleid om grond beschikbaar te stellen’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20232024-150
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Beckerman over het bericht ‘Pure Energie aast op bouw windpark tussen Woltersum, Ten Boer en Ten Post. Boeren worden verleid om grond beschikbaar te stellen