Ingediend | 23 november 2022 |
---|---|
Beantwoord | 20 december 2022 (na 27 dagen) |
Indiener | Eelco Heinen (VVD) |
Beantwoord door | Sigrid Kaag (viceminister-president , minister financiën) (D66) |
Onderwerpen | europese zaken financieel toezicht financiën internationaal recht rechtspraak |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z22877.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-1111.html |
Ja.
Kort gezegd concludeert het Hof dat de bepaling in de Europese anti-witwasrichtlijn, die regelt dat lidstaten moeten zorgen dat een ieder van het algemeen publiek toegang moet krijgen tot UBO-informatie, onvoldoende onderbouwd en daarmee ongeldig is. De verplichting voor lidstaten om het register voor het brede publiek open te stellen vervalt daarom.
De uitspraak oordeelt over de toegang tot informatie over uiteindelijk belanghebbenden. Ik benadruk dat het niet van invloed is op de plicht voor ondernemers (juridische entiteiten) om hun uiteindelijk belanghebbenden te registreren. Deze verplichting blijft dan ook van kracht.
Zodra de uitspraak bekend werd, is besloten om het register te sluiten voor informatieverstrekkingen. Dit geldt voor alle partijen. Ik heb uw Kamer hierover direct geïnformeerd in de Kamerbrief van 22 november jl.7 Het is van groot belang dat zorgvuldig wordt omgegaan met het opnieuw verlenen van toegang tot informatie en het aansluiten van partijen op het register. Daarom vindt op dit moment een juridische analyse plaats naar de gevolgen van de uitspraak voor Nederland.
Zie antwoord vraag 3.
Op 22 november jl. heb ik naar aanleiding van de uitspraak van het Hof besloten om het UBO-register te sluiten voor informatieverstrekkingen. Dit betekent dat per die datum tijdelijk geen informatieverstrekkingen uit het register meer verzorgd worden.
Op dit moment wordt een juridische analyse over de uitspraak gedaan door de Ministeries van Financiën, Justitie en Veiligheid en Economische Zaken en Klimaat. Uit een eerste bestudering van de uitspraak van het Hof lijkt er een onderscheid gemaakt te kunnen worden tussen (i) bevoegde autoriteiten zoals opsporingsdiensten, (ii) Wwft-instellingen en (iii) het brede publiek. Voor een goede werking van het register is het van belang dat de eerste twee categorieën toegang hebben tot informatie uit het register. Voor bevoegde autoriteiten zien we voldoende grondslag om de informatielevering spoedig te herstellen. Deze autoriteiten worden daarom zo snel mogelijk opnieuw aangesloten op het register. Voor Wwft-instellingen ligt dit complexer en wordt nauwkeurig naar gekeken. Wat betreft de derde categorie is het Hof helder. Toegang voor het brede publiek wordt beperkt tot personen of organisaties die een legitiem belang kunnen aantonen. Nader onderzocht moet worden wat deze term precies behelst.
Zodra de juridische analyse helder is en duidelijk is welke maatregelen genomen zullen worden, zal ik uw Kamer hierover direct informeren. Hierbij zal ik tevens ingaan of wetswijzigingen noodzakelijk zijn.
In mijn Kamerbrief van 14 april jl. heb ik aangegeven dat enkel risicogebaseerd zal worden gehandhaafd tot de uitspraak van het Hof, en niet steekproefsgewijs.8 Deze werkwijze wordt tot nader order gehandhaafd. Dit onderdeel wordt ook betrokken bij de beoordeling of wetsaanpassing nodig is. Hierover zal ik uw Kamer in een later stadium informeren.
De uitspraak van het Hof ziet op toegang tot het register. Handhaving richt zich op de registratie. Op grond van de uitspraak van het Hof kunnen er derhalve geen onterechte boetes of taakstraffen zijn opgelegd. Ten aanzien van de registratieplicht wordt overeenkomstig de motie van uw Kamer enkel risicogebaseerd gehandhaafd en dit blijft tot nader order het geval.
De uitspraak van het Hof betreft de uitleg van een Europese richtlijn. Het is daarom verstandig om duiding op de richtlijn en de gevolgen van de uitspraak van het Hof te krijgen van de Europese Commissie. Deze duiding helpt ons om de gevolgen voor Nederland beter in kaart te brengen. We zullen dit daarom gebruiken voor de juridische analyse over de uitspraak die nu door de betrokken ministeries gedaan wordt.
Voor een goede werking van het register is het van belang dat relevante partijen in het kader van het anti-witwasbeleid, zoals bevoegde autoriteiten en Wwft-instellingen, toegang hebben tot informatie uit het UBO-register. Het is daarom van belang dat deze partijen zo snel mogelijk weer op het register worden aangesloten. Zoals aangegeven bij de beantwoording op vraag 5, kan de aansluiting van sommige partijen op het register complex zijn, omdat voorkomen moet worden dat informatieverstrekkingen plaatsvinden die niet noodzakelijk zijn. Vandaar dat op dit moment een analyse gemaakt wordt, onder andere ten aanzien van welke partijen wanneer kunnen worden aangesloten. In ieder geval wordt gestart met de heraansluiting van bevoegde autoriteiten op het register.
Met de uitspraak van het Hof vervalt de verplichting om UBO-informatie voor eenieder toegankelijk te maken. Dit betekent niet dat lidstaten dit niet mogen doen. Er is immers sprake van minimumharmonisatie. Mij is bekend dat een aantal lidstaten kiest voor een UBO-register dat volledig openbaar blijft, ondanks de onderhavige uitspraak van het Hof. Zoals gezegd, zijn voor Nederland de definitieve gevolgen nog niet bekend, omdat ik het belangrijk vind om de uitspraak van het Hof nader, uitgebreider te analyseren. Voor nu kan ik wel aangeven dat er sinds 22 november jl. geen informatieverstrekkingen aan private partijen of particulieren hebben plaatsgevonden en dat nu is gestart met het heraansluiten van bevoegde autoriteiten op het register.