Kamervraag 2021Z07086

Het bericht ‘Beruchte NSB’ers kochten Joodse huizen op in Arnhem’

Ingediend 28 april 2021
Beantwoord 10 juni 2021 (na 43 dagen)
Indieners Gidi Markuszower (PVV), Geert Wilders (PVV)
Beantwoord door Wopke Hoekstra (minister financiën) (CDA), Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA), Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66), Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66)
Onderwerpen burgerlijk recht openbare orde en veiligheid organisatie en beleid recht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z07086.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-3129.html
1. Gelderlander.nl, 24 april 2021
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «Beruchte NSB’ers kochten Joodse huizen op in Arnhem»?1

    Ja. De onteigening van Joods vastgoed in de Tweede Wereldoorlog is bijzonder tragisch en een zwarte pagina in de geschiedenis.

  • Vraag 2
    Hoeveel onroerend goed is door de gemeente Arnhem zelf in bezit genomen waarvan de Joodse eigenaren of hun nabestaanden waren vermoord (de gemeente Arnhem is eind 2020 een onderzoek gestart naar de eigen rol die het had bij de verkoop van Joodse bezittingen in de oorlog)?

    Het onderzoek van de gemeente Arnhem, waar in de vraag naar wordt verwezen, betreft de volgende onderzoeksvragen:
    Dit onderzoek is complex, omdat veel administratie verloren is gegaan, onder meer door de verwoesting van Arnhem in het laatste oorlogsjaar. Het onderzoek loopt op dit moment nog.
    Transacties van onroerende goederen tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn recent online in beeld gebracht door een samenwerking van het Nationaal Archief en het Kadaster. Bij dit project is de administratie van de zogenaamde Verkaufbücher verbonden met data van het Kadaster, waardoor transacties in een gemeente zichtbaar zijn. Een volledig overzicht van het door de gemeente Arnhem in bezit genomen vastgoed is nu niet beschikbaar. Dit is wel onderdeel van het onderzoek, dat wordt uitgevoerd in opdracht van de gemeente Arnhem.

  • Vraag 3
    Bent u bereid, samen met de gemeente Arnhem, een volledig overzicht te geven van de restituties van de gemeente Arnhem vanaf de oorlog tot op heden aan de Joodse Gemeenschap?

    In het kader van het onderzoek dat wordt uitgevoerd in opdracht van de gemeente Arnhem, wordt geïnventariseerd of het mogelijk is een overzicht te geven van het rechtsherstel door de gemeente Arnhem over eventuele aankopen van de gemeente Arnhem. Daarnaast is het goed dat Arnhem onderzoek doet naar eventuele naheffingen van gemeentelijke belastingen opgelegd aan Joodse eigenaren na afloop van de Tweede Wereldoorlog. Ik merk op dat veel gemeenten, onder meer Amsterdam, Den Haag, Eindhoven en Rotterdam, dergelijke onderzoeken laten uitvoeren of al hebben uitgevoerd. Het is belangrijk dat gemeenten deze stap zetten en hierin verantwoordelijkheid nemen. Vanuit de rijksoverheid zijn op dit moment hiervoor geen aanvullende stappen nodig.

  • Vraag 4
    Bent u bereid om al het Joodse geroofde onroerend goed in de gemeente Arnhem aan de Joodse Gemeenschap te restitueren?

    De onteigening van Joods vastgoed in de Tweede Wereldoorlog maakte deel uit van het structureel ontnemen van de rechten, van de menselijkheid en zelfs vaak van het leven van Joden door het naziregime. Zoals ik u heb geschreven in antwoord op schriftelijke vragen van de leden Markuszower en Wilders van 28 mei 2020,2 heeft de Nederlandse regering direct na de Tweede Wereldoorlog de anti-Joodse maatregelen met terugwerkende kracht ongedaan gemaakt in de herstelwetgeving. Vanaf 1997 heeft de Nederlandse regering met de instelling van een aantal commissies, waaronder de commissie Kordes, onderzoek laten doen naar de roof en recuperatie van bezittingen van oorlogsslachtoffers. Deze commissies hebben ook een historische analyse gemaakt van de periode van rechtsherstel direct na de Tweede Wereldoorlog.
    In een brief aan de Tweede Kamer van 21 maart 20003 heeft de regering een oordeel gegeven over conclusies van bovengenoemde commissies. De regering onderschreef de conclusie dat hoewel direct na de Tweede Wereldoorlog naar vermogen is getracht om rechten van slachtoffers te herstellen, dit rechtsherstel met meer begrip en minder formalistisch had moeten worden uitgevoerd. Daarom heeft de regering toen besloten om € 181,5 miljoen (ƒ 400 miljoen) ter beschikking te stellen aan de joodse gemeenschap «om finaal recht te doen aan de kritiek op de bejegening van de betrokken vervolgingsslachtoffers, het rechtsherstel en de gevolgen die dat heeft gehad voor hun verdere bestaan». Hiermee heeft de Nederlandse regering verantwoordelijkheid genomen voor het rechtsherstel voor de vervolgingsslachtoffers.
    Er is op dit moment geen aanleiding om het rechtsherstel vanuit de rijksoverheid op dit punt te herzien. Dat neemt uiteraard niet weg dat voor veel vervolgingsslachtoffers, -overlevenden en nabestaanden dit pijnlijke verleden niet is afgesloten.

  • Vraag 5
    Bent u bekend met het feit dat Joodse families en nabestaanden rechtszaken moesten voeren tegen de gemeente Arnhem om hun onteigende woningen en inboedels terug te krijgen?

    De regering heeft de conclusie van de commissie Kordes onderschreven dat direct na de Tweede Wereldoorlog naar vermogen is getracht om rechten van slachtoffers te herstellen en dat dit niet op incorrecte wijze heeft plaatsgevonden, maar dat dit rechtsherstel wel met meer begrip en minder formalistisch had moeten worden uitgevoerd. De overheid en de samenleving waren onvoldoende doordrongen van wat Joden tijdens de oorlog was aangedaan.4 Deze conclusie geldt uiteraard ook voor de Joodse families en nabestaanden die rechtszaken hebben gevoerd tegen de gemeente Arnhem.

  • Vraag 6
    Bent u bereid om, naast het onderzoek van de gemeente Arnhem, het schandalige machtsmisbruik van de gemeente Arnhem tijdens en na de oorlog te onderzoeken en in kaart te brengen?

    Zoals vermeld in antwoord op vraag 2, voert de gemeente Arnhem op dit moment onderzoek uit naar haar handelen tijdens en na de Tweede Wereldoorlog met betrekking tot Joodse burgers. Er is geen aanleiding vanuit de rijksoverheid additioneel onderzoek uit te voeren.

  • Vraag 7
    Bent u bereid om de rol van de notarissen, de rechterlijke macht, advocaten en makelaars in de gemeente Arnhem bij de roof van het Joodse geroofde onroerend goed tijdens en na de oorlog te onderzoeken en in kaart te brengen?

    Er zijn verschillende deelstudies verschenen over de rol van beroepsgroepen in de Tweede Wereldoorlog. De rol van het notariaat in de gedwongen eigendomsoverdrachten tijdens de Tweede Wereldoorlog is beschreven in het recente proefschrift van Raymund Schütz.5 De rol van advocaten is uitgezocht door Joggli Meihuizen in zijn boek Smalle Marges.6 De rol van de rechterlijke macht bij het naoorlogse rechtsherstel is beschreven in het proefschrift van Wouter Veraart.7
    Er is geen aanleiding om vanuit de rijksoverheid aanvullend onderzoek te initiëren, gezien het rechtsherstel dat de Nederlandse regering heeft gerealiseerd, mede naar aanleiding van de conclusies van de commissie Kordes.

  • Mededeling - 17 mei 2021

    Op 28 april 2021 hebben de leden Markuszower en Wilders (PVV) van uw Kamer schriftelijke vragen gesteld (kenmerk 2021Z07086) over het bericht «Beruchte NSB’ers kochten Joodse huizen op in Arnhem». Tot mijn spijt is beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk gebleken, omdat het ophalen van informatie bij verschillende betrokken partijen meer tijd vergt. De vragen van de leden Markuszower en Wilders (PVV) zullen zo spoedig mogelijk worden beantwoord.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2021Z07086
Volledige titel: Het bericht ‘Beruchte NSB’ers kochten Joodse huizen op in Arnhem’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20202021-3129
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Markuszower en Wilders over het bericht ‘Beruchte NSB’ers kochten Joodse huizen op in Arnhem’