Ingediend | 17 augustus 2020 |
---|---|
Beantwoord | 28 september 2020 (na 42 dagen) |
Indiener | Pieter Omtzigt (CDA) |
Beantwoord door | Alexandra van Huffelen (staatssecretaris financiën) (D66), Hans Vijlbrief (staatssecretaris financiën) (D66) |
Onderwerpen | belasting financiën gezin en kinderen sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z14769.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-205.html |
Ja.
Ja.
Bij brief van 28 april jl. hebben wij aan uw Kamer aangegeven dat nog in kaart moest worden gebracht of er eventueel met FSV vergelijkbare systemen zijn en of deze wel voldoen aan de privacywetgeving. Om dit goed uit te zoeken is aan een externe partij (KPMG) gevraagd hiernaar onderzoek te doen. Tijdens het algemeen overleg van 23 juni 2020 heeft de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst aangegeven dat wij bij het naar de Kamer sturen van het definitieve rapport van KPMG zouden rapporteren over FSV-achtigen.
Op 16 juni jl. heeft KPMG (opdrachtnemer) een eerste conceptversie van de rapportage aan de Belastingdienst (opdrachtgever) aangeboden. Hieruit werd duidelijk dat er binnen de in het rapport beschreven context, geen primaire processen of toezichtprocessen zijn gevonden die in dezelfde mate risicosignalen verwerken, of die een sterke gelijkenis met FSV vertonen. KPMG schetst daarnaast een algemeen beeld omtrent risicosignalering en risicoselectie. Daarbij geeft KPMG duiding aan de wijze waarop zij de zoektocht naar systemen die in aanmerking komen om onderzocht te worden, gaat vormgeven. In deze conceptversie geeft KPMG aan dat zij op basis van documentenstudie en informatieverzameling door middel van interviews tot een shortlist van toezichtprocessen en bijbehorende applicaties zijn gekomen die mogelijk een vergelijkbare werking en doel hadden als waarvoor FSV werd gebruikt. Dit concept is besproken tussen KPMG en de Belastingdienst.
In de volgende twee concepten (respectievelijk op 23 juni en 2 juli jl.) heeft KPMG onder andere de resultaten van die zoektocht weergegeven en is verder onderzoek gedaan naar de toezichtprocessen en bijbehorende applicaties op de shortlist. Ook deze concepten zijn besproken tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Dit met het doel om feitelijke onjuistheden te verbeteren en verduidelijkende vragen te kunnen stellen. Tevens is de inhoud van alle concepten besproken in de stuurgroep FSV. Aan de stuurgroep FSV nam de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane – deel. Zij heeft de conceptrapportages in die hoedanigheid ontvangen. De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst – nam geen deel aan de stuurgroep en heeft de genoemde conceptrapportages daarom ook niet ontvangen.
Er is vóór 23 juni nog geen melding gedaan aan uw Kamer, omdat het onderzoek nog niet was afgerond en de bevindingen van KPMG zoals verwoord in de concept-rapportages, daar op dat moment ook geen aanleiding toe gaven. Op 10 juli jl. is het definitieve rapport vastgesteld en dat is die dag nog aan uw Kamer toegestuurd. In onze begeleidende brief3 van 10 juli jl. hebben wij tevens aangegeven welke beheersmaatregelen wij hebben getroffen voor risico’s bij een aantal andere applicaties en verwerkingsprocessen die zouden kunnen optreden bij het mogelijk niet voldoen aan de AVG.
Eind april ben ik, de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane, tijdens achtergrondgesprekken met journalisten van Trouw en RTL Nieuws, op de hoogte gesteld van het feit dat er in het kader van het toezicht bij de inkomstenbelasting gebruik wordt gemaakt van projectcode 1043. Ook is in die periode door uw Kamer gevraagd naar 1043. Ik heb vervolgens verzocht om een uitleg. Op 4 mei jl. heb ik naar aanleiding van mijn vragen een notitie ontvangen met toelichting. Op basis van deze toelichting was de indruk dat heel goed uitgezocht moet worden wat het gebruik van deze term inhoudt. In de brief van 10 juli jl.4 is aangegeven dat meer onderzoek gedaan moet worden naar de werking van projectcode 1043 en de gevolgen die het heeft voor belastingplichtigen. Op korte termijn wordt u over dit onderwerp nader geïnformeerd.
Er is geen duidelijke (juridische) definitie, ook niet in de AVG, wat een zwarte lijst is.
Dat laat onverlet dat de Belastingdienst de processen zorgvuldig en conform en wet- en regelgeving, zoals de AVG, moet uitvoeren. Dit betekent dat burgers niet onterechte gevolgen zouden mogen ondervinden van toezicht- en handhavingsprocessen. Wij kunnen ons daarbij voorstellen dat – hoewel een (juridische) definitie ontbreekt – vanuit burgerperspectief het wel de sfeer kan oproepen van een zwarte lijst.
Zoals in de Kamerbrief5 van 10 juli jl. aan uw Kamer is geïnformeerd, is project 1043 de naam van een projectcode die wordt gebruikt bij de risicodetectie van hoog risico-aangiften en mogelijke systeemfraude in de inkomstenbelasting. Voor een aanvullende toelichting t.a.v. project 1043, verwijzen wij u naar deze Kamerbrief. Binnenkort informeren wij u over de stand van zaken in het onderzoek naar projectcode 1043.
Het Ministerie van Financiën maakt gebruik van één register van verwerkingen. Niet alle beschrijvingen van de verwerkingen van de Belastingdienst in dit register hebben een definitieve status en zijn nog in bewerking. Er wordt gewerkt aan een kwaliteitsverbetering van het register van verwerkingen.
Ten tijde van de implementatie van de AVG heeft de Belastingdienst zich ingezet om het register zo volledig mogelijk te vullen. Hierbij zijn de bedrijfsprocessen als basis gebruikt.
De informatie benodigd voor het vullen van het register vloeit voort uit de (ontwerp)documentatie van de bedrijfsprocessen van de Belastingdienst. Deze documentatie geeft de verdieping op welke wijze de processen ontworpen zijn, inclusief de samenhang met applicaties en de samenhang met ander processen en op welke wijze er invulling gegeven wordt aan de vereisten van de AVG en andere wet- en regelgeving.
Omdat we met name daar de gebreken zien gaat de Belastingdienst, zoals aan uw Kamer geïnformeerd6, de bedrijfsprocessen systematisch, grondig en zorgvuldig doorlichten. Hierbij wordt ook getoetst of het niet alleen in opzet maar ook in de praktijk aan de eisen van de AVG en andere wet- en regelgeving voldoet. Op basis van de geactualiseerde ontwerpen wordt het register conform de vereisten bijgewerkt. Zoals eerder aan uw Kamer bericht, is voor dit traject helaas nog minimaal drie jaar voorzien. Zoals in antwoord 6 aangegeven loopt er momenteel al een eerste verbeterslag van het register.
Hierbij geldt overigens dat het register in enige mate voortdurend onderhevig zal zijn aan veranderingen omdat processen door de tijd veranderen, bijvoorbeeld door wijzigingen in wetgeving.
Ja.
Ja.
Zie hiervoor het antwoord op vraag 7.
Wij realiseren ons dat er onvoldoende gedetailleerde beschrijvingen beschikbaar zijn voor onderzoeken die diepgaand zijn of een volledig dekkend beeld geven van de wijze waarop de risicoselectieprocessen binnen de Belastingdienst worden uitgevoerd en hoe applicaties daarbij worden gebruikt. In antwoord op vraag 7 is aangegeven wat we gaan doen om dit te verbeteren.
Wij hebben de uitkomsten van het KPMG-onderzoek actief met de AP gedeeld. Dit betreft echter geen formele melding, omdat er geen verplichting bestaat om dat aan de AP te melden.
Het is niet gelukt deze vragen te beantwoorden voorafgaand aan het algemeen overleg van 20 augustus 2020.
Op 18 augustus jl. heb ik uw Kamer de antwoorden op de eerste twee genoemde sets met vragen gestuurd en een uitstelbrief over de derde set met vragen gestuurd.