Kamervraag 2015Z15170

Het bericht dat woningen onbereikbaar worden

Ingediend 28 augustus 2015
Beantwoord 23 september 2015 (na 26 dagen)
Indieners Erik Ronnes (CDA), Peter Oskam (CDA)
Beantwoord door Stef Blok (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (VVD), Ard van der Steur (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen huisvesting huren en verhuren immigratie migratie en integratie
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z15170.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-95.html
1. http://www.telegraaf.nl/binnenland/24411626/__Woning_wordt_onbereikba…
2. Debat naar aanleiding van het verslag van het Algemeen overleg Vreemdelingenbeleid (VAO) van 2 juli 2015
  • Vraag 1
    Kent u het bericht dat woningen onbereikbaar worden door de grote toename van asielzoekers die een verblijfsvergunning krijgen?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Herinnert u zich uw toezegging voor de zomer dat het «kabinet breed gaat bekijken hoe dit aangepakt kan worden en «actief aan de slag gaat om gemeenten te helpen en belemmeringen weg te nemen?»2

    Ja. Omdat de hoge instroom van migranten en de daarmee gepaard gaande uitdagingen voor Nederland raken aan bijna alle departementen en lagere overheden, heeft dit Kabinet de Ministeriële Commissie Migratie ingesteld onder voorzitterschap van de Minister-President. Uw Kamer is hierover bij brief van 27 augustus 2015 geïnformeerd.
    Deze Commissie zal op een aantal migratiegerelateerde onderwerpen voorstellen doen. Het gaat daarbij onder andere ook over maatregelen die een snelle en zorgvuldige opvang van en procedure voor zowel asielzoekers als vergunninghouders in Nederland waarborgen. Het actief helpen van en wegnemen van belemmeringen voor gemeenten maakt daar uiteraard onderdeel van uit.

  • Vraag 3
    Welke concrete maatregelen aangaande dit probleem zijn er uit uw overleg met de VNG gekomen in juli jl.?

    Middels het Platform Opnieuw Thuis ben ik in overleg met de VNG en daar bespreken wij ook de mogelijkheden en alternatieven die er zijn om tot snelle huisvesting van vergunninghouders te komen. Daarbij wordt nadrukkelijk gekeken of het gebruik van voormalige kantoorpanden en ander vastgoed voor tijdelijke, maar kwalitatief adequate, huisvesting ingezet kan worden. Ik verwacht daarnaast dat de maatregelen die door de Ministeriële Commissie voorgesteld worden daarop nog aanvullingen zullen bieden.

  • Vraag 4
    Kunt u aangeven wat de meest recente en cijfermatige ontwikkelingen zijn ten aanzien van de aantallen beschikbare en benodigde woningen voor mensen met een verblijfsvergunning?

    De taakstelling huisvesting vergunninghouders voor de tweede helft 2015 is vastgesteld op 14.900. De achterstand op 1 juli 2015 was 5.276. Dus in totaal moeten vóór het eind van 2015 20.176 personen woonruimte vinden. De prognose voor de eerste helft van 2016 is vastgesteld op 20.000 vergunninghouders. De definitieve vaststelling voor deze taakstellingsperiode zal rond 1 oktober as. in de Staatscourant gepubliceerd worden.
    Ervaringscijfers van het COA leren dat per vergunninghouder iets minder dan 0,5 woning nodig is.

  • Vraag 5
    Kunt u daarbij ook aangeven (per gemeente, procentueel en absoluut) hoeveel woningen woningcorporaties beschikbaar dienen te stellen aan verblijfsgerechtigden? Zo ja, wat zijn uw voornemens om verdringing van andere woningzoekenden tegen te gaan?

    Ja, in de bijlage bij deze antwoorden treft u de volgende overzichten:
    In geval van schaarste op de woningmarkt kunnen gemeenten er voor kiezen om gebruik te maken van andere mogelijkheden om statushouders te huisvesten. Hierbij valt te denken aan gebruik van demontabele woningen of flexibele woonunits, het ombouwen van verzorgingstehuizen en/of leegstaand vastgoed en de huisvesting van meerdere alleenstaanden in een woning. Tevens hebben gemeenten binnen het huidige huisvestingsstelsel de mogelijkheid de opgelegde taakstelling onderling te herverdelen.
    Tenslotte is het van groot belang dat gemeenten met een gespannen woningmarkt afspraken maken met corporaties over toevoegingen aan de woningvoorraad. Op basis van de nieuwe wetgeving voor woningcorporaties, de Woningwet 2015 en het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting, die beide op 1 juli 2015 in werking zijn getreden, heeft de gemeente hiervoor meer instrumenten in handen. Gemeenten hebben met de nieuwe Woningwet meer mogelijkheden om middels prestatieafspraken te waarborgen dat er voldoende betaalbare woningen beschikbaar blijven of beschikbaar komen. Gemeenten zouden dit helder en concreet moeten benoemen in hun woonbeleid en daarbij aangeven in hoeverre een bijdrage van de corporatie(s) verwacht wordt. Corporaties zijn gehouden een bijdrage te leveren aan het woonbeleid van de gemeente.

  • Vraag 6
    Deelt u de conclusie dat er sprake is van verdringing van de groep die op zoek is naar een sociale huurwoning?

    De sociale huurwoningvoorraad is bestemd voor mensen met een laag inkomen en voor specifieke doelgroepen, waaronder de vergunninghouders. De voorraad is in principe groot genoeg om huurders met lage inkomens en andere doelgroepen te huisvesten. Wel moet daarbij worden opgemerkt dat veel sociale huurwoningen worden gehuurd door mensen met een hoger inkomen, die niet tot doelgroep behoren. Om dit zogenaamd scheefwonen tegen te gaan is er beleid ontwikkeld dat de doorstroming uit de sociale woningbouw moet stimuleren en de beschikbare voorraad bij voorrang voor de doelgroep van beleid beschikbaar moet houden.

  • Vraag 7
    Kunt u aangeven wat de trend is wanneer de groei van asielzoekers van het afgelopen jaar zich voortzet voor de onder 2 genoemde cijfers op korte en langere termijn?

    Wanneer de groei van het aantal asielzoekers dat met reden in Nederland asiel aanvraagt en een verblijfsvergunning krijgt aanhoudt, dan zal dat een navenant grotere invloed uitoefenen op de beschikbaarheid van woningen op de sociale woningmarkt.

  • Vraag 8
    Klopt het dat het aantal huurwoningen dat beschikbaar komt afneemt door o.a. het beleid om ouderen langer zelfstandig te laten wonen? Zo ja, wat is de (toekomstige) omvang daarvan?

    Al geruime tijd is het beleid er op gericht om ouderen langer zelfstandig te laten wonen. Dit proces zal de komende jaren nog worden voortgezet.
    Het aantal ouderen dat geen toegang meer heeft tot intramurale zorg als gevolg van de hervormingen in de langdurige zorg van het kabinet Rutte II wordt tot 2030 geschat op circa 75 duizend.

  • Vraag 9
    Klopt het dat de groep die vanwege urgentie een beroep doet op voorrang op de lijst van woningzoekenden, groter wordt? Zo ja, wat is de daarbij trendmatige ontwikkeling?

    De Huisvestingswet biedt de gemeenten een instrumentarium om in te grijpen in de woonruimteverdeling en de samenstelling van de woonruimtevoorraad. Gemeenten kunnen middels een huisvestingsverordening voor de duur van ten hoogste vier jaar regels stellen met betrekking tot woonruimteverdeling van goedkope woonruimte en de samenstelling van de woonruimtevoorraad.
    In de Huisvestingswet is bepaald dat mantelzorgers en -ontvangers, personen die in blijf-van-mijn-lijfhuizen verblijven en verblijfsgerechtigden (vergunninghouders) die voor de eerste keer een woning zoeken in ieder geval tot de urgente woningzoekenden moeten behoren. Deze groepen behoren dus in elk geval tot de urgente woningzoekenden. Gemeenten kunnen overwegen om ook andere categorieën urgent woningzoekenden aan te wijzen bijvoorbeeld woningzoekenden die technisch dakloos zijn, woningzoekenden na een echtscheiding of personen met een ernstige medische indicatie. Deze categorieën urgente woningzoekenden worden door de gemeente bepaald en vastgelegd in een door de gemeente op te stellen huisvestingsverordening. In die huisvestingsverordening kan de gemeente ook bepalen dat bij de verlening van huisvestingsvergunningen voor een of meer daarbij aangewezen categorieën woonruimte, voorrang wordt gegeven aan woningzoekenden die economisch of maatschappelijk gebonden zijn aan de woningmarktregio of aan een tot de gemeente behorende kern.
    Het ligt voor de hand dat, naarmate de gemeente meer categorieën woningzoekenden als urgent aanmerkt, het aantal overblijvende reguliere woningzoekenden afneemt. In die zin is het signaal dat steeds meer vrijkomende woningen worden toegewezen aan urgent woningzoekenden, mogelijk ook gelegen in de lokale invulling van de taken die gemeenten zien.

  • Vraag 10
    Op welke wijze wordt bij de toewijzing van huurwoningen rekening gehouden met zogenaamde navolgers? Wordt daarbij geanticipeerd op toekomstige gezinshereniging? Zo ja, op welke wijze?

    Zo veel als mogelijk wordt bij toewijzing van woonruimte geanticipeerd op de nareis van familieleden, die ook op hetzelfde adres komen wonen. Het COA informeert in voorkomende gevallen de gemeente wanneer informatie over nareizigers bekend is geworden.
    Het is dus van cruciaal belang dat snel bekend is hoeveel en wanneer de familieleden komen nareizen. Dat is niet in alle gevallen mogelijk. Het komt dus voor dat, wanneer een vergunninghouder is gehuisvest en zijn gezin reist na, op termijn omgezien moet worden naar passender woonruimte.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2015Z15170
Volledige titel: Het bericht dat woningen onbereikbaar worden
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-95
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Ronnes en Oskam over het bericht dat woningen onbereikbaar worden