Kamervraag 2012Z14628

Nederlandse investeringen in leveranciers aan het Syrische regime

Ingediend 19 juli 2012
Beantwoord 25 september 2012 (na 68 dagen)
Indiener Arjan El Fassed (GL)
Beantwoord door Uri Rosenthal (minister buitenlandse zaken) (VVD), Jan Kees de Jager (minister financiën) (CDA)
Onderwerpen economie handel internationaal organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z14628.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-74.html
  • Vraag 1
    Kent u het bericht «Nederlands geld naar leveranciers Syrisch regime»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Klopt het dat bedrijven die in het bericht genoemd worden, diensten leveren of hebben geleverd waarvoor momenteel van toepassing is het verbod op verkoop, levering, overdracht en export, direct of indirect, van goederen en technologie voor monitoring van (internet)communicatie waarmee de Syrische bevolking kan worden onderdrukt, zoals genoemd in bijlage V van Verordening 36/2012?

    Het leveren van dergelijke diensten vanuit de EU of door EU-onderdanen, inclusief het verlenen van technische of financiële bijstand en tussenhandeldiensten, is sinds 19 januari 2012 krachtens de genoemde verordening verboden. Er zijn thans geen aanwijzingen dat genoemde, buiten Nederland gevestigde, bedrijven dit verbod hebben overtreden of in periode daaraan voorafgaand dergelijke diensten hebben geleverd.

  • Vraag 3
    Geldt ook een verbod op het geven van technische of financiële bijstand bij en het leveren van tussenhandeldiensten bij deze goederen?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Hoe beoordeelt u het feit dat Nederlandse financiële instellingen, zoals genoemd in het onderzoek van Profundo2, investeren in bedrijven die dergelijke diensten leveren of hebben geleverd? Kunt u dit toelichten?

    Het kabinet hecht thans grote waarde aan een strikte naleving van EU-verordening 36/2012. Er zijn geen aanwijzingen om te veronderstellen dat de in het onderzoek van Profundo genoemde instellingen deze verordening hebben overtreden; er is daarom geen directe aanleiding voor concrete maatregelen door de overheid. Voor financiële instellingen met staatssteun gelden zoveel mogelijk dezelfde voorwaarden als voor instellingen die niet ondersteund worden met overheidsgeld.

  • Vraag 5
    Hoe beoordeelt u instellingen met staatssteun die nog steeds direct of indirect diensten verlenen aan producenten en leveranciers van producten zoals genoemd in EU-verordening 36/2012?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Welke maatregelen heeft u tot nu toe genomen om naleving van EU-verordening 36/2012 en alle voorgaande sanctiemaatregelen in dit kader te controleren en af te dwingen?

    Overtreding van de voorschriften in de Europese sanctieverordeningen is strafbaar op grond van de Wet op de economische delicten. Dit volgt uit regelingen vastgesteld door de minister van Buitenlandse Zaken op grond van artikel 2, tweede lid, van de Sanctiewet 1977 ter uitvoering van die verordeningen.
    In de Regeling toezichthoudende ambtenaren Sanctiewet 1977 zijn voor het toezicht specifieke ambtenaren aangewezen van de douane, de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst – Economische controledienst (FIOD), de Algemene Inspectiedienst, de Erfgoedinspectie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de commandanten van de Nederlandse oorlogsschepen.
    Verder houden de Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten bestuursrechtelijk toezicht op de naleving van specifieke voorschriften met betrekking tot het financieel verkeer op grond van de Aanwijzing rechtspersonen Sanctiewet 1977.
    In de praktijk is voor het bewerkstelligen van naleving van sancties naast controle ook voorlichting van groot belang. Daarbij speelt onder meer de douane, met name de Centrale Dienst In- en Uitvoer (CDIU), een belangrijke rol, voor zover de CDIU een uitvoerende taak vervult bij de implementatie van sanctiemaatregelen zoals bij de sancties tegen Syrië. De CDIU geeft namens de ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en Financiën vergunningen en ontheffingen af op grond van de Sanctiewet 1977 en is in dergelijke gevallen voor ondernemingen het eerste aanspreekpunt voor de uitleg van sanctiemaatregelen. In bijzondere gevallen handelt de CDIU pro-actief door uit eigen beweging ondernemingen aan te schrijven met voorlichting over complexe aspecten van sanctieregelgeving.

  • Vraag 7
    Hoe verzekert u dat sanctiemaatregelen zoals genoemd in EU-verordening 36/2012 en het verbod op het – direct of indirect – omzeilen van deze sancties worden nageleefd? Kunt u dit toelichten?

    Zie antwoord vraag 6.

  • Vraag 8
    Welke stappen onderneemt u specifiek met betrekking tot de financiële instellingen genoemd in het onderzoek? Kunt u dit toelichten?

    Zie antwoord vraag 4.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2012Z14628
Volledige titel: Nederlandse investeringen in leveranciers aan het Syrische regime
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20122013-74
Volledige titel: Antwoord vragen van het lid El Fassed over Nederlandse investeringen in leveranciers aan het Syrische regime