Kamervraag 2011Z27399

Beelden van inbrekers gemaakt door RTV Oost

Ingediend 23 december 2011
Beantwoord 8 februari 2012 (na 47 dagen)
Indieners Eddy van Hijum (CDA), Coşkun Çörüz (CDA)
Beantwoord door
Onderwerpen openbare orde en veiligheid organisatie en beleid recht staatsrecht strafrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z27399.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1465.html
1. 21 december 2011.
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van het feit dat RTV Oost beelden heeft uitgezonden van drie inbrekers die hebben ingebroken in het pand van RTV Oost?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening dat beveiligingscamera’s kunnen dienen ter voorkoming en opsporing van inbraak?

    Ja.

  • Vraag 3
    Bent u van mening dat inbrekers zelf risico nemen gefilmd te worden bij het plegen van een strafbaar feit en zeker in het geval van inbraak bij een beveiligd bedrijfspand (waar in dit geval ook nog eens een tv-zender huist) waar beveiligingscamera’s aanwezig zijn?

    Ja.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat het belang van privacy van personen, die weten dat ze gefilmd kunnen worden bij het plegen van een strafbaar feit en zelf iemands privacy schenden, minder zwaar weegt dan het oplossen van dit feit?

    Bepaalde inbreuken op de privacy van personen die verdacht worden van een strafbaar feit zijn in het belang van de opsporing geoorloofd. Het is echter niet zo dat inbrekers door hun daad ieder recht op privacy verspelen. Het naleven van de rechten op het gebied van privacy en bescherming van persoonsgegevens staat overigens niet in de weg aan een effectieve opsporing en vervolging.

  • Vraag 5
    Bent u van mening dat RTV Oost de beelden had mogen uitzenden? Zo nee, onder welke voorwaarden had het wel gemogen?

    Het oordeel over de vraag of RTV Oost de beelden had mogen uitzenden, is primair aan de rechter of de Raad voor de Journalistiek. In het algemeen geldt hierover het volgende. De Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) is slechts gedeeltelijk van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens voor uitsluitend journalistieke doeleinden (de zogenaamde journalistieke exceptie). Het verwerken van strafrechtelijke gegevens voor journalistieke doeleinden, waaronder het tonen van beelden die min of meer gegronde verdenkingen onderbouwen, is in beginsel geoorloofd.

  • Vraag 6
    Klopt het dat de beelden mogen worden uitgezonden indien zij via de politie waren aangeleverd bij de zender? Zo ja, was de privacyschending van de inbrekers dan geen probleem geweest, terwijl wel dezelfde beelden zouden zijn uitgezonden?

    Beelden van bijvoorbeeld een inbraak mogen worden uitgezonden indien ze door de politie worden aangeleverd bij een zender. De politie maakt daarbij een belangenafweging op basis van de Aanwijzing Opsporingsberichtgeving. Net als bij de inzet van andere opsporingsmiddelen gelden de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
    Het gebruik door politie en justitie van beelden gemaakt door particulieren of bedrijven wordt primair beheerst door het Wetboek van Strafvordering, de Wet politiegegevens en/of de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens. Dat is een ander wettelijk kader dan het kader van de Wbp.

  • Vraag 7
    Is het burgers toegestaan om beelden, waar mensen in een publieke ruimte herkenbaar in beeld zijn, openbaar te maken, bijvoorbeeld via Youtube zoals vaak gebeurt?

    Dit is afhankelijk van de concrete situatie. In zijn algemeenheid geldt dat men er op de openbare weg niet vanuit mag gaan dat men geheel onbespied zijn gang kan gaan. In besloten ruimten die voor het publiek toegankelijk zijn, geldt dat camerabewaking duidelijk kenbaar moet worden gemaakt. Die beelden worden in de regel slechts voor korte termijn bewaard en niet gepubliceerd. Het bewust publiceren van beelden van herkenbare personen op internet is een verdergaande inbreuk op de privacy van betrokkenen, en zal minder snel aanvaardbaar zijn. In beginsel is de toestemming nodig van betrokkenen. Het publiceren van beelden op internet kan overigens ook uit anderen hoofde dan privacybescherming onrechtmatig zijn, bijvoorbeeld omdat het in strijd is met de Auteurswet.

  • Vraag 8
    Is het burgers toegestaan om beelden waar mensen in een publieke ruimte herkenbaar in beeld zijn en een strafbaar feit plegen openbaar te maken, bijvoorbeeld via Youtube? Zo nee, wat doen de burgers die geen strafbaar feit plegen verkeerd, waardoor hun privacy minder gerespecteerd wordt dan de burgers die wel een strafbaar feit plegen?

    Ik sta in beginsel positief tegenover initiatieven van slachtoffers van criminaliteit om politie en justitie te ondersteunen in hun werk om daders op te sporen. Dergelijke initiatieven dienen uiteraard in overeenstemming met het toepasselijk wettelijk kader uitgevoerd te worden. Burgers en bedrijven die beelden van herkenbare natuurlijke personen die een strafbaar feit plegen willen publiceren doen er verstandig aan om dergelijke beelden altijd eerst aan politie en Openbaar Ministerie ter beschikking te stellen. Politie en Openbaar Ministerie kunnen de juiste afweging maken of het publiceren van beelden in een concreet geval nuttig is, of juist moet worden afgeraden, bijvoorbeeld om het onderzoek te beschermen of omdat de identiteit van de inbreker(s) ook op andere wijze vast te stellen is. Uiteindelijk hangt de rechtmatigheid af van de omstandigheden van het individuele geval. Het CBP is verantwoordelijk voor het toezicht op de Wbp.

  • Vraag 9
    Bent u bereid te kijken naar het huidig wettelijk kader omtrent de bescherming van persoonsgegevens, aangezien er nu onduidelijk heerst over wat er wel en niet is toegestaan?

    De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft in december 2011 een wetsvoorstel ter wijziging van de Wbp ter consultatie gepubliceerd. Dit wetsvoorstel bevat onder andere een nadere regeling voor het gebruik van beelden van bewakingscamera's die door particulieren zijn vervaardigd. In het wetsvoorstel wordt de grondslag gelegd voor enkele nadere regelingen waarin de voorwaarden worden vastgesteld waaronder dergelijke beelden door burgers en bedrijven zelf op internet kunnen worden geplaatst om zodoende de opsporing en vervolging te ondersteunen.

  • Mededeling - 16 januari 2012

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het leden Çörüz en Van Hijum (CDA) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over beelden van inbrekers gemaakt door RTV Oost (ingezonden 23 december 2011) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z27399
Volledige titel: Vragen van de leden Çörüz en Van Hijum (CDA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over beelden van inbrekers gemaakt door RTV Oost (ingezonden 23 december 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20112012-1465
Volledige titel: Vragen van de leden Çörüz en Van Hijum (CDA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over beelden van inbrekers gemaakt door RTV Oost (ingezonden 23 december 2011).