Voorgesteld 10 februari 2022
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat De Nederlandsche Bank deze week concludeerde dat een op de vijf huizenbezitters geen middelen tot zijn of haar beschikking heeft om zijn of haar woning te isoleren;
overwegende dat zeker met de huidige energieprijs, het aantal huishoudens dat te kampen heeft met energiearmoede snel oploopt tot inmiddels ongeveer een miljoen;
overwegende dat het vorige kabinet 12 november 2021 de hoofdlijnen van een nationaal isolatieprogramma heeft geschetst, uitgaande van de toen geldende budgettaire kaders;
overwegende dat met het coalitieakkoord langjarig extra middelen beschikbaar zijn gekomen voor het isoleren van woningen, ter hoogte van 3,35 miljard tot 2030 bovenop de bestaande middelen;
verzoekt de regering om ruim voor het zomerreces met een aangepast en opgeschaald nationaal isolatieprogramma te komen met een langjarige programmering, toegankelijke regelingen, een actieve benadering van bewoners en een eerste focus op de regio's waar de energiearmoede het grootst is,
en gaat over tot de orde van de dag.
Grinwis
Boulakjar
Bromet
Peter de Groot
Bontenbal