Gepubliceerd: 11 augustus 2021
Indiener(s): Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen: bestuur gezondheidsrisico's organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35887-6.html
ID: 35887-6

Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 11 augustus 2021

Graag dank ik de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor de schriftelijke inbreng bij het bovenvermelde voorstel van wet. Met veel belangstelling heb ik kennisgenomen van de door de leden van de fracties van VVD en D66 gestelde vragen en gemaakte opmerkingen over het bovengenoemde wetsvoorstel. In het navolgende reageer ik daarop, zo veel mogelijk in de volgorde van het verslag.

ALGEMEEN

De leden van de VVD-fractie merken op dat het wetsvoorstel is ingediend vanuit de achtergrond dat het aantal coronabesmettingen afneemt. Maar begin juli zagen we in korte tijd het aantal besmettingen enorm toenemen. Was dit wetsvoorstel toen al in voorbereiding? Wat betekenen de huidige aantallen besmettingen, en de recente snelle stijging, voor dit wetsvoorstel dan wel de huidige Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 (Twv)?

In juni heeft (internet)consultatie over het wetsvoorstel plaatsgevonden. Inderdaad was het wetsvoorstel tijdens de snelle stijging van het aantal coronabesmettingen begin juli dus al in voorbereiding. De nog fluctuerende aantallen besmettingen laten zien dat er voorlopig nog behoefte blijft aan de Twv, die grondslagen bevat om maatregelen te nemen die het houden van veilige verkiezingen mogelijk maken tijdens de coronaepidemie. Immers, het blijft voorlopig onzeker tot welk moment (aanvullende) maatregelen nodig zullen blijven, mede omdat rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid van een significante winterpiek in het aantal infecties, zoals blijkt uit het 116e en 117e advies van het Outbreak Management Team. Dat is ook de reden dat de Twv inmiddels is verlengd tot en met 31 december 2021 en dat het kabinet heeft aangekondigd ook de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (Twm) voor de meeste onderdelen met drie maanden na 1 september te verlengen. Het voorliggende wetsvoorstel maakt de maatregelen, die zien op de gezondheidscheck, de veilige afstand, hygiëne en persoonlijke beschermingsmiddelen in het stemlokaal, voor de komende verkiezingen flexibel inzetbaar. Afhankelijk van de verwachte epidemiologische omstandigheden bij de komende verkiezingen kunnen die maatregelen indien mogelijk worden afgeschaald. Indien veranderde omstandigheden met betrekking tot het coronavirus dat noodzakelijk maken, kunnen de maatregelen vervolgens weer worden opgeschaald. Verder wordt flexibiliteit gecreëerd door de mogelijkheid op te nemen om niet alleen de gehele Twv, maar ook onderdelen daarvan per koninklijk besluit eerder te laten vervallen dan de vervaldatum van de wet, en om bij eventuele maatregelen op grond van de Twv onderscheid te maken tussen gemeenten en openbare lichamen door bij ministeriële regeling bepaalde regels niet van toepassing te laten zijn in een of meerdere gemeente of openbare lichamen indien dat gelet op de gewijzigde omstandigheden met betrekking tot het coronavirus niet langer noodzakelijk is. Kortom, op basis van het voorliggende wetsvoorstel blijft verzekerd dat de verkiezingen onder veilige omstandigheden kunnen plaatsvinden. De afschaling op het niveau van de wet heeft betrekking op enkele extra mogelijkheden om een stem uit te kunnen brengen die waren ingevoerd bij de Tweede Kamerverkiezing, die naar het inzicht van de regering niet langer noodzakelijk zijn gelet op de huidige epidemiologische situatie. De wet blijft wel grondslagen bieden om beschermende maatregelen in het stemlokaal van kracht te laten zijn.

Inhoud van het wetsvoorstel

Maximumaantal volmachten per kiezer terug naar twee

De leden van de D66-fractie vragen of ook is overwogen om het maximumaantal volmachten nog verder terug te brengen, gezien de risico’s daarvan en de opmerkingen van (buitenlandse) verkiezingswaarnemers daarover bij eerdere verkiezingen. Het verder terugbrengen zou des te meer voor de hand kunnen liggen nu ervoor wordt gekozen om de verkiezingen voor alle kiezers over meerdere dagen te verspreiden, aldus deze leden.

De regering heeft niet overwogen om in het kader van de Twv het maximumaantal volmachten per kiezer verder terug te brengen. Ik ben het met de leden van de D66-fractie eens dat bij een structurele invoering van vervroegd stemmen een discussie gevoerd kan worden over de vraag of een verdere reductie van het maximumaantal volmachten aangewezen is.1 Ik meen echter dat die discussie moet worden gevoerd in verband met een wijziging van de Kieswet, en niet in verband met de Twv, die immers een tijdelijke wet is, die uitsluitend tot doel heeft om verkiezingen te kunnen houden onder bijzondere pandemie-omstandigheden.

Vervroegd stemmen in het stemlokaal handhaven

De leden van de D66-fractie hebben bij eerdere gelegenheden reeds laten weten voorstander te zijn van het invoeren van een permanente regeling voor vervroegd stemmen, onder andere om de opkomst bij verkiezingen te bevorderen. Zij bezien voorstellen hieromtrent dan ook met een positieve grondhouding. Daarenboven zien zij echter ook in de huidige situatie – mede gelet op het afschaffen van briefstemmen en het reduceren van het maximumaantal volmachten – een goede reden om kiezers de mogelijkheid te geven zich meer te spreiden. Zij hebben in dit licht enkele vragen over de keuze om op maandag en dinsdag de stemlokalen om 18:00 uur te sluiten, waar deze op woensdag om 21:00 uur sluiten. Een van de aangevoerde redenen is dat bij de vorige Tweede Kamerverkiezing de avondopenstelling slechts in zeer beperkte mate werd gebruikt. Deze leden vragen om toe te lichten waarom dit een relevant precedent is, aangezien bij de herindelingsverkiezingen – anders dan bij de Tweede Kamerverkiezing – vervroegd stemmen voor alle kiezers bedoeld is en daardoor een hogere opkomst op maandag en dinsdag aannemelijk is. Ook willen zij graag weten waarom de regering meent dat verschillende sluitingstijden gedurende de drie dagen van de stemming niet verwarrend zouden zijn, te meer daar de regering het wel «te verwarrend» acht als ook de openingstijden verschillen. Kan de regering voorts een schatting geven van de extra kosten om de stemlokalen gewoon op alle dagen tot 21:00 uur open te houden?

Vervroegd stemmen geeft kiezers extra mogelijkheden om zelf een stem uit te brengen in het stemlokaal. Het is dus bedoeld voor kiezers die op de woensdag, om welke reden dan ook, de gang naar het stemlokaal niet zelf kunnen maken. Vervroegd stemmen betekent niet dat er drie volledige verkiezingsdagen zijn in plaats van één verkiezingsdag. Door op maandag en dinsdag vervroegd stemmen mogelijk te maken van 07:30 tot 18:00 uur, ook al is dat in een beperkt aantal stemlokalen, wordt de mogelijkheid om te stemmen heel substantieel verruimd. De kiezer krijgt bovenop de «reguliere» 13,5 uur om te stemmen nog 21 uur extra de tijd om zelf een stem uit te brengen.

Het voorstel om de stemlokalen op de maandag en dinsdag om 18:00 uur te sluiten, heeft zijn achtergrond niet alleen in het feit dat de avondopenstelling tijdens de Tweede Kamerverkiezing nauwelijks is gebruikt, maar óók in de belastbaarheid van de uitvoeringspraktijk. In dat verband verdient aandacht dat de stemlokalen vooraf opgebouwd moeten worden, dat de locaties per dag kunnen verschillen en dus dat er ook tussentijds af- en opbouw nodig is, en dat de vervroegd uitgebrachte stemmen na afloop van de dagen waarop vervroegd is gestemd, beveiligd moeten worden vervoerd en beveiligd moeten worden opgeslagen. Zou er ook op maandag en dinsdag een avondopenstelling worden voorgeschreven, dan zouden de medewerkers van de gemeenten op drie dagen van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat in touw moeten zijn, en op woensdag, als de stemmen worden geteld, zelfs tot diep in de nacht. Daar komt nog de opbouw van de locaties in het weekend voorafgaand aan de stemming bij. De gemeenten hebben laten weten dat dat een te grote organisatorische belasting is, die naar mijn oordeel ook niet in een redelijke verhouding staat tot het gegeven dat het hier om dagen voor vervroegd stemmen gaat.

De kosten van eventuele opening tot 21:00 uur op maandag en dinsdag kunnen naar verwachting voor de komende herindelingsverkiezingen beperkt blijven, nu bij deze verkiezingen het overzichtelijke aantal van 11 gemeenten (4 nieuwe gemeenten) betrokken is. Het waren dan ook niet zozeer de verwachte kosten die hebben geleid tot het voorstel om de avondopenstelling op de dagen voor vervroegd stemmen te schrappen.

Inderdaad is niet uit te sluiten dat het feit dat vervroegd stemmen bij de komende verkiezingen voor alle kiezers is bedoeld in plaats van uitsluitend voor de kwetsbaren onder hen, voor een hogere opkomst op de maandag- en dinsdagavond zal zorgen als die mogelijkheid zou worden geboden. Daar staat echter tegenover dat de opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen in het algemeen een stuk lager ligt dan bij een Tweede Kamerverkiezing.2 Gelet daarop meen ik dat kiezers in het voorstel voldoende opties wordt geboden om hun stem op een door hen gewenst tijdstip uit te brengen in veilige omstandigheden.

Inderdaad zou de regering het onnodig verwarrend voor kiezers vinden als én de openingstijden én de sluitingstijden op maandag en dinsdag zouden verschillen met die op woensdag.

De leden van de D66-fractie vragen ook om toe te lichten hoe precies tot de verdeelsleutel voor de Tweede Kamerverkiezing is gekomen voor wat betreft het minimumaantal stemlocaties op de dagen voor vervroegd stemmen. Zou het niet in de rede liggen om dit aantal iets te verhogen, nu het vervroegd stemmen voor alle kiezers is bedoeld? En mochten gemeenten besluiten om meer stembureaus te openen dan dit minimum, kunnen zij hiervoor dan financiële compensatie krijgen?

Voor de verdeelsleutel is het aantal kiesgerechtigden als maatstaf gebruikt: hoe meer kiesgerechtigden, hoe groter het minimumaantal aan te wijzen locaties voor vervroegd stemmen. Verhoging van het minimumaantal locaties acht ik niet nodig. Zoals ik hiervoor al heb opgemerkt, is het vervroegd stemmen een extra mogelijkheid om zelf te stemmen als men op de verkiezingsdag verhinderd is, en ben ik van oordeel dat kiezers in het voorstel voldoende opties hebben om te stemmen op een door hen gewenst tijdstip, in veilige omstandigheden. Het staat gemeenten vrij om meer dan het voorgeschreven minimumaantal locaties aan te wijzen. Bij de komende herindelingsverkiezingen is een vergoeding voorzien op basis van het totale aantal stembureaus dat de gemeenten verwachten in te stellen, waarbij het wettelijk minimum van de maandag en dinsdag is inbegrepen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren