Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 10 december 2020

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken 1), belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt Verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

blz.

       

1.

Inleiding

1

2.

Inhoud van het wetsvoorstel op hoofdlijnen

3

3.

Briefstemmen voor kiezers van 70 jaar en ouder

3

 

3.1.

Invulling waarborgen bij briefstemmen

7

 

3.2.

Het proces van briefstemmen voor kiezers die 70 jaar of ouder zijn

8

 

3.3.

Administreren briefstemmen en stemopneming briefstemmen

9

4.

Vervroegd stemmen in het stemlokaal

9

5.

Verlenging procedure van uitslagvaststelling

11

6.

Maatregelen voor organen betrokken bij de uitslagvaststelling en digitale zittingen

11

7.

Overige aanpassingen

12

8.

Administratieve en financiële gevolgen, inwerkingtreding

12

9.

Consultatie

12

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel Wijziging van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer in 2021 (Tijdelijke wet Tweede Kamerverkiezing covid-19). Zij begrijpen dat er voor deze verkiezingen veel van gemeenten gevraagd wordt en hechten er dan ook aan dat overleg met de VNG tot de verkiezingsdag wordt gecontinueerd. Voorgenoemde leden hebben nog een aantal vragen aan de regering.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Tijdelijke wet Tweede Kamerverkiezing covid-19. Deze leden zijn verheugd dat de regering bereid is geweest om naar de wensen van de Kamer te luisteren en de hele keten alles op alles zet om aan de wensen tegemoet te komen. De leden hebben met instemming kennisgenomen van het voorstel om ook ten aanzien van bijzondere en mobiele stembureaus «early voting» mogelijk te maken. Gemeenten hebben thans een ruime mogelijkheid voor het vinden van maatwerkoplossingen. De leden willen de regering nog enkele vragen voorleggen.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel. Deze leden delen het doel van de regering om de verkiezingen veilig te laten verlopen en alle kiesgerechtigden in de gelegenheid te stellen om ook tijdens de coronapandemie hun stemrecht veilig uit te kunnen laten brengen. Deze leden hebben over het voorliggende wetsvoorstel nog wel een aantal zorgen en vragen die zij graag aan de regering voorleggen.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel met de aanvullende maatregelen voor de verkiezingen en hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorliggend wetsvoorstel. Zij delen het doel van de wet om het kiezers met een kwetsbare gezondheid en/of kiezers van 70 jaar en ouder beter in de gelegenheid te stellen hun stem uit te brengen. Tevens hebben deze leden vragen, mede naar aanleiding van signalen vanuit de VNG, dat verruiming van de stemmogelijkheden gemeenten voor uitvoeringsproblemen kan gaan stellen.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel tot Wijziging van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer in 2021 (Tijdelijke wet Tweede Kamerverkiezing covid-19). Genoemde leden vinden het van belang dat de verkiezingen op 17 maart doorgang kunnen vinden en de stembusgang zo goed als mogelijk is geborgd.

De leden van de PvdD-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel Wijziging van de tijdelijke wet Tweede Kamerverkiezingen Covid-19. Zij hebben daarover nog een aantal vragen.

De wereldwijde uitbraak van de zoönotische ziekte COVID-19 houdt naar alle waarschijnlijkheid ook in maart 2021 de maatschappij nog in de greep. Dit zal ingrijpende gevolgen hebben voor de wijze waarop de verkiezingen voor de Tweede Kamer georganiseerd zullen moeten worden. De aan het woord zijnde leden danken de ambtenaren van het ministerie voor het reeds verzette werk om de verkiezingen toch mogelijk te maken. Zij vragen wel aan de regering of zij wil erkennen dat we in deze situatie, waarin deze noodgrepen nodig zijn, zijn beland vanwege de omgang met onze leefomgeving en de dieren. En wil zij erkennen dat Nederland met de hier aanwezige intensieve bioindustrie een levensgroot risico vormt voor de uitbraak van een volgende pandemie?

De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel. Zij hebben waardering voor de zorgvuldigheid waarmee de regering de verkiezingen voor de Tweede Kamer heeft bezien en voorstellen doet om dit wettelijk goed te borgen. Deze leden hebben met name nog vragen over de mogelijkheid tot briefstemmen voor kwetsbare personen jonger dan zeventig jaar.

De leden van de 50PLUS-fractie danken de regering voor de toezending van onderhavige wetswijziging. Zij constateren dat er in het verslag van een schriftelijk overleg d.d. 2 december al veel zaken besproken zijn die in deze wetswijziging aan de orde komen. Deze leden willen echter graag nog enkele punten aanhalen.

2. Inhoud van het wetsvoorstel op hoofdlijnen

De leden van de 50PLUS-fractie vragen zich af of het niet toch aanbeveling verdient dat gemeenten vrijwilligers op het stembureau een vrijwillige coronatest aanbieden, af te nemen kort voor de verkiezingsdag of -dagen. Let wel, in tegenstelling tot wat de regering in het genoemde inbreng verslag leek te veronderstellen, gaat het hier om een vrijwillige test. Het is geen onbekend feit dat veel vrijwilligers in het stembureau ouder zijn, wellicht zelfs van de leeftijd (70-plus) die de regering in het wetsvoorstel «generiek kwetsbaar» noemt, en wat aanleiding is hen de mogelijkheid tot briefstemmen te bieden. Het kan, naast alle andere hygiëne- en preventiemaatregelen die worden genomen, potentiele vrijwilligers over de streep halen om hun diensten aan te bieden. En gezien het feit dat het voor gemeenten moeilijk is om voldoende vrijwilligers te vinden voor de stembureaus, kan het een nuttige extra impuls geven. Deze leden ontvangen graag een reactie op dit voorstel.

3. Briefstemmen voor kiezers van 70 jaar en ouder

Voor de leden van de VVD-fractie gaat niet de voorkeur uit naar briefstemmen, maar gelet op de covid-19-omstandigheden zullen zij hier voor deze verkiezingen mee instemmen. Wel vragen zij de regering hoe wordt omgegaan met briefstemmen die, door vertraging bij de post, later dan de verkiezingsdag aankomen. Graag ontvangen zij hierop een reactie.

De leden van de D66-fractie lezen in het voorstel dat alleen 70-plussers de mogelijkheid krijgen om per brief te stemmen. Deze leden vragen de regering waarom niet is gekozen om alle kiezers de mogelijkheid te geven om per brief te stemmen? Op die manier kunnen alle kiezers die een grotere kans hebben om ernstig ziek te worden of te overlijden, of familieleden en vrienden die in zelfquarantaine zitten, door het coronavirus zelf een afweging maken welke manier van stemmen voor hen het beste past. Heeft de regering dit onderzocht? Zo ja, waarom is niet voor deze vorm van briefstemmen gekozen? Deze leden zijn zich ervan bewust dat deze vorm van briefstemmen veel vergt van de uitvoering. Als de reden van de gemaakte keuze te maken had met onzekerheden of onmogelijkheden in de uitvoering, dan zouden deze leden graag van de regering willen weten aan welk deel van de uitvoering dat lag. De leden willen dus weten waar de knelpunten precies liggen als we in de toekomst de groep briefstemmers of het aantal briefstemmen zouden vergroten, wat onder deze omstandigheden idealiter de voorkeur zou zijn van D66. Zitten de knelpunten bijvoorbeeld bij het drukken, vouwen of verzenden? Zitten de knelpunten bij de gemeenten, bij hun drukkerijen, of bij de post? Deze leden zouden dit precies willen weten om in de toekomst te kunnen leren van deze verkiezingen. Het is volgens deze leden een knappe prestatie dat de hele keten op zo’n korte termijn aan de wensen van de Kamer tegemoet gekomen is. Deze leden willen wel graag leren van de voorbereiding van deze verkiezingen, het zou dus goed zijn als de regering duidelijk en volledig communiceert over de voorbereidingen. Graag een reactie van de regering.

De leden van de D66-fractie vragen in aanvulling op de vragen over de voorbereiding van het briefstemmen of de regering stap voor stap kan beschrijven hoe het briefstemmen in de praktijk gaat werken. Graag zien deze leden hier ook de data van de deadlines in terug. Ook hier willen de leden benadrukken dat dit helder en volledig gecommuniceerd moet worden naar de Kamer en de kiezers. Graag een reactie van de regering.

De leden van de GroenLinks-fractie vinden het goed dat de regering expliciet kijkt naar een veilige manier van stemmen voor kiezers die in risicogroepen vallen. Het is daarom begrijpelijk dat er expliciet gekeken wordt naar kiezers vanaf 70 jaar. Deze leden vragen zich echter wel af of het verstandig is om deze kiezers de mogelijkheid te geven om per briefstem hun stem uit te brengen. Allereerst ontvangen de aan het woord zijnde leden graag een reactie op de vraag of het strikt afbakenen van een groep kiezers op basis van leeftijd niet in strijd is met een verbod op ongeoorloofd onderscheid op grond van leeftijd? Kan de regering nader ingaan op dit vraagstuk. Kan de regering daarbij ook nader ingaan op de vraag waarom niet ook andere risicogroepen, zoals bijvoorbeeld personen met een kwetsbare gezondheid, per brief hun stem zouden mogen uitbrengen? Het louter op basis van leeftijd selecteren voor deze wettelijke mogelijkheid zou het immers mogelijk maken dat gezonde 70-plussers wel per brief mogen stemmen en 70-minners met een kwetsbare gezondheid dit niet mogen. Graag ontvangen de leden van de GroenLinks-fractie hier een juridische toelichting op. En ook vernemen deze leden graag of de regering bijvoorbeeld het College voor de Rechten van de Mens hierover heeft geconsulteerd? Zo nee, waarom niet?

De leden van de fractie van de SP benadrukken dat het essentieel is voor het democratisch proces dat mensen zo makkelijk en veilig mogelijk kunnen stemmen. Ze begrijpen ook dat de regering met voorstellen komt gezien de bijzondere omstandigheden waaronder de aankomende Tweede Kamerverkiezingen plaatsvinden. Zij hebben nog wel enkele zorgen. Zo lezen de genoemde lezen dat briefstemmen alleen beschikbaar is voor mensen van 70 jaar en ouder. De genoemde leden begrijpen de wens om briefstemmen in te voeren maar hebben nog wel enkele vragen over de veiligheid en de uitvoering. Genoemde leden vragen zich met name af waarom briefstemmen alleen wordt ingevoerd voor mensen van 70 jaar en ouder. Er zijn immers ook kwetsbare mensen die misschien niet naar een stembureau durven te gaan die jonger zijn dan 70. Daarnaast maken de genoemde leden zich zorgen over dat de regels verwarrend zijn omdat eronder andere in de media gecommuniceerd wordt dat briefstemmen mogelijk wordt gemaakt. Als er briefstemmen wordt ingevoerd dan zouden de leden van de fractie van de SP graag zien dat dit voor iedereen gaat gelden. Uit onderzoek blijkt wel dat mensen briefstemmen het meest onveilig vinden. 1 Hoe verhoudt zich de invoering van briefstemmen met de kritiek van onder andere de OVSE op machtigingen? Bij briefstemmen kan immers ook druk uitgeoefend worden om een bepaalde keuze te maken. Hoe voorkomt de regering dat er wantrouwen ontstaat over de veiligheid van de verkiezingen? De leden van de fractie van de SP lezen dat de stembescheiden uiterlijk op 11 maart binnen zijn en om zeker te zijn dat de briefstem wordt meegeteld op 12 maart binnen moet zijn. Waarom maakt de regering geen afspraken met postbezorgers over dat briefstemmen die op 16 maart voor 17.00 op de brievenbus zijn gedaan per definitie meegeteld worden? Hoe noodzakelijk is het uitbreiding van het aantal machtigingen nog als zowel briefstemmen als vervroegd stemmen mogelijk wordt gemaakt? Hoe noodzakelijk is het om briefstemmen bij een gemeentehuis mogelijk te maken als stembureaus ook vervroegd open gaan?

De leden van de PvdA-fractie lezen dat de regering bij het voorstel blijft om briefstemmen alleen mogelijk te maken voor kiezers van 70 jaar en ouder. Aangezien er geen registratie van personen met een kwetsbare gezondheid is, kan het briefstemmen niet ook voor die groep kiezers worden opengesteld. Acht de regering het uitvoerbaar dat als personen met een kwetsbare gezondheid, met onderbouwing van hun kwetsbaarheid, vooraf kenbaar maken dat zij per brief willen stemmen dit dan wel mogelijk te maken? Hoe schat de regering de verzwaring van de uitvoeringslasten hiervan in?

Voor de leden van de PvdD-fractie zijn bij verkiezingen een aantal principes van belang. Zo moeten alle stemgerechtigde in staat gesteld worden om geheel vrij en zelfstandig hun stem uit te brengen. En moeten verkiezingen veilig en eerlijk verlopen. Zonder manipulatie en misstanden. Horende de adviezen van de Kiesraad begrijpen de leden dat deze twee principes, in het geval van het briefstemmen, zouden kunnen schuren. Toch streven de leden ernaar beide punten zo optimaal mogelijk te realiseren. Zij zien ook dat een aantal van de genoemde bezwaren, zoals de fraudegevoeligheid van het verzenden van het briefstembescheiden, oplosbaar is.

Deze leden zien dat in het voorliggende wetsvoorstel het recht voor een ieder op vrije stemmingen met behoud van stemgeheim geraakt wordt. Specifiek bij het onderscheid dat gemaakt wordt tussen de mogelijkheden voor 70+’ers en andere kwetsbare stemgerechtigde. Een groot aantal (kwetsbare) kiezers wordt nu niet in staat wordt gesteld om vrij en zelfstandig deel te nemen aan de verkiezingen. De leden van de PvdD-fractie vinden dat zorgelijk en onwenselijk.

De voornaamste vraag van de leden is daarom of de regering kan onderbouwen waarom wél is besloten het briefstemmen mogelijk te maken voor 70+’ers en niet is besloten dat ook mogelijk te maken voor andere kwetsbare stemgerechtigde of zelfs voor alle stemgerechtigde. Kan de regering aangeven wat de bezwaren zijn voor zowel de methodiek waarbij stemgerechtigde een briefstem aan kunnen vragen als de bezwaren voor de methodiek waarbij elke stemgerechtigde de middelen krijgt om via brief te stemmen?

Heeft de regering advies ingewonnen over de vraag of met de door haar gekozen methodiek het gelijkheidsbeginsel geraakt wordt? Zo ja, wat was dat advies? Zo nee, waarom niet? Is zij van mening dat de gemaakte keuze het gelijkheidsbeginsel raakt?

Kan de regering bevestigen dat gekozen is voor 70+’ers omdat zij als «generiek kwetsbaar» aangeduid kunnen worden? Kan de regering bevestigen dat mensen met chronische luchtweg- of longproblemen, hartpatiënten, mensen met suikerziekte, nierziekte, ernstige leverziekte of ernstig overgewicht en patiënten met verminderde weerstand (bijvoorbeeld kankerpatiënten tijdens chemotherapie en/of bestraling) ook «generiek kwetsbaar» zijn?

Kan de regering aangeven waarom een stemgerechtigde die zich niet tot het stemlokaal wenst te begeven wél in staat wordt gesteld te stemmen met behoud van stemgeheim wanneer deze kwetsbaar is vanwege de leeftijd. En niet wanneer die kwetsbaarheid te maken heeft met bijvoorbeeld een medische aandoening. Beide categorieën zijn naar de mening van de leden duidelijk te definiëren. Is de mate van uitvoerbaarheid het enige argument om dit onderscheid te maken of spelen daarbij ook nog andere overwegingen een rol?

Voorts vragen deze leden de regering specifiek aan te geven welke uitvoerbaarheidsbezwaren ertoe leiden dat briefstemmen voor alle stemgerechtigde onvermijdelijk zouden leiden tot uitstel van de verkiezingen? Kan de regering een overzicht geven van de huidige tijdslijn voor wat betreffende de termijnen / deadlines (definitieve publicatie kandidatenlijsten, versturen stembescheiden, recht op aanvraag van vervangend stembescheiden etc.). Kan de regering ook een tijdlijn geven van wat er zou gebeuren wanneer ingezet wordt op het voorzien van alle stemgerechtigde van de mogelijkheid tot briefstemmen. Waar zou het klemmen in de uitvoerbaarheid?

Dan vragen deze leden de regering naar de motie-Terpstra, waarin de Kamer de regering vroeg het briefstemmen te introduceren voor «met name kwetsbare kiezers». Deelt de regering de mening van de aan het woord zijnde leden van de dat «met name» betekent dat de kwetsbare kiezers als deel van een groter geheel aangeduid worden? Kortom, dat met de motie gevraagd wordt om méér dan alleen de kwetsbare kiezers de mogelijkheid tot briefstemmen te geven en niet minder. Zo nee, waarom niet? Kan de regering aangeven waarom zij dan het briefstemmen introduceert voor slechts een deel van de kwetsbare kiezers?

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen in de inbreng van Ieder(in) dat het proces rond machtigen complex is voor veel mensen met een kwetsbare gezondheid en hun mantelzorgers. Niet iedereen heeft immers iemand in zijn of haar directe omgeving om een volmacht te verlenen, of iemand die afdoende wordt vertrouwd. Zo zijn er gezinnen die, vanwege de gezondheid van één of meer familieleden, al sinds het begin van de crisis nagenoeg thuis blijven. Ook zijn er mensen die in beginsel het stemgeheim willen koesteren en hun stem niet willen prijsgeven. Erkent de regering dat de stem bij volmacht niet voor iedereen een alternatief zal zijn?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen welke opties, anders dan de nu voorliggende, de regering heeft overwogen om mensen onder de zeventig, met een kwetsbare gezondheid in de gelegenheid stellen hun stemrecht uit te oefenen. Is er gedacht aan drive-through-stembureaus, of een bredere inzet van mobiele stembureaus, zodat de drempel voor kiezers met een kwetsbare gezondheid zo laag mogelijk komt te liggen. Welke ruimte is er nog om tot dit soort maatregelen over te gaan?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de regering met de getroffen maatregelen voldoet aan de internationaalrechtelijke verplichtingen voor toegankelijkheid van verkiezingen voor mensen met een beperking. Zij denken bijvoorbeeld aan Artikel 29 van het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Graag ontvangen genoemde leden een gemotiveerde toelichting van de regering.

Het is de leden van de SGP-fractie uit het schriftelijk overleg onvoldoende duidelijk geworden waarom het bezwaarlijk zou zijn om ook voor burgers jonger dan zeventig jaar de mogelijkheid te openen om een aanvraag te doen voor briefstemmen. Deze leden wijzen erop dat de kenmerken die de regering beschrijft inzake de doelgroep boven de zeventig vrijwel onverkort van toepassing kunnen zijn op de groep onder de zeventig jaar. Er zijn burgers met een beperkt sociaal netwerk die al sinds maart vanwege gezondheidsrisico’s niet meer buiten de deur komen en die beperkt contact hebben. Bovendien wijzen zij erop dat de risico’s van het openen van een aanvraagmogelijkheid beperkt lijken, aangezien burgers waarschijnlijk alleen met gegronde redenen hiervan gebruik zullen willen maken in plaats van de andere alternatieven. De toetsing hierop kan versterkt worden door bijvoorbeeld een verklaring van een (huis)arts verplicht te stellen. Deze leden zouden graag een toelichting krijgen op de relevante aspecten die bij het afwegen van de mogelijkheid van een aanvraag een rol hebben gespeeld.

De leden van de 50PLUS-fractie constateren dat, onder andere, Iederin heeft gevraagd om de mogelijkheid tot briefstemmen voor andere kwetsbare groepen kiezers te heroverwegen. De keuzevrijheid hierin is belangrijk, en komt ook tegemoet aan het VN-verdrag voor de rechten van mensen met een handicap. Deze leden vragen of de regering nog eens willen bezien welke mogelijkheden er zijn om voor de groep mensen die duidelijk ook als kwetsbaar kunnen worden aangemerkt, ook ervoor zouden kunnen kiezen om per brief te stemmen.

3.1. Invulling waarborgen bij briefstemmen

De leden van de D66-fractie hebben nog op vragen over in het wetsvoorstel voorziene mogelijkheid om een briefstem af te geven op een normaal stembureau. De leden vragen zich af of deze mogelijkheid wellicht geschrapt zou kunnen worden, zoals ook de Kiesraad hier reeds voor pleitte. De regeling is thans niet sluitend en kan verwarring scheppen. Indien een kiezer een briefstem meeneemt naar het stembureau dient het stembureau deze ingevolge art. 11 e – voorzien van een datumaanduiding en een handtekening – te bewaren tot het einde van de stemming (21.00 uur). De burgemeester moet – ingevolge art. 11 f, tweede lid, zorgdragen dat tijdig binnengekomen retourenveloppen onverwijld na 21.00 uur ter hand worden gesteld aan het briefstembureau. Niet geregeld is hoe op een stembureau afgegeven briefstemmen bij de burgemeester terecht komen. Dat op zich geeft al een probleem, want de leden van het stembureau hebben daar natuurlijk geen tijd voor, die zijn bezig met de telling. Een volgend probleem doet zich voor aan de kant van het briefstembureau. Een dergelijk stembureau begint naar alle waarschijnlijkheid op de dag van stemming om 7.30 uur met de stemopneming. Indien het daarmee klaar is, dient de zitting van dat briefstembureau te worden geschorst tot 21.00 uur. De memorie van toelichting zegt hierover: «De briefstembureauleden zorgen dat zij op dat tijdstip weer op de locatie zijn, al waar de voorzitter de uitkomsten van de stemopneming alsnog voorleest.» Wat hier ontbreekt is een expliciete bepaling die zegt dat met de bekendmaking na 2.00 uur nog enige tijd moet worden gewacht op evt. nog binnenkomende – op een stembureau afgegeven  – briefstemmen. Bekendmaking om 21.00 uur zou kunnen betekenen dat naderhand de uitslag weer moet worden aangepast en dat is niet wenselijk. Dit zou kunnen worden verholpen door bijvoorbeeld te bepalen dat de bekendmaking van de uitslag van een briefstembureau op de dag van stemming niet eerder plaatsvindt dan om 22.00 uur. Hoe kijkt de regering naar deze mogelijkheid? Daarnaast zijn de leden benieuwd hoe de regering aankijkt tegen de mogelijkheid om briefstemmen op een gewoon stembureau af te geven in het geheel te schrappen? Hebben kiezers reeds voldoende andere mogelijkheden om briefstemmen tijdig bij een briefstembureau te (laten) bezorgen, zo vragen deze leden aan de regering.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben zorgen over de mogelijkheid van briefstemmen als zodanig. De Kiesraad wijst in haar advies over het voorliggende voorstel expliciet op de risico’s van fraude zoals het onderscheppen van stembescheiden en het mogelijk dubbel stemmen. Kan de regering nogmaals duidelijk uiteen zetten hoe groot deze risico’s zijn en hoe de regering deze risico’s zo maximaal mogelijk tegen gaat? En kan de regering ook aangeven of er voldoende capaciteit is bij de betrokken autoriteiten om bij mogelijke vermoedens van fraude hier direct en adequaat onderzoek naar te laten doen?

De leden van de PvdA-fractie lezen dat de briefstembescheiden gescheiden in twee zendingen naar de kiesgerechtigde 70-plussers worden gestuurd. Daarbij wijst de regering zelf al op de complexiteit die dit voor kiezers die per brief willen stemmen met zich mee kan brengen. Kiezers moeten immers begrijpen dat de stempluspas, die eerder komt dan het stembiljet en de enveloppen, meegestuurd moet worden. Hoe gaat de regering in de uitleg over het stemmen per brief daar aandacht aanbesteden? Acht u het afdoende hier alleen in de eerste zending van de stempluspas aandacht aan te besteden en die uitleg te geven? Zo ja, waarom? Zo nee, hoe gaat u dit wel doen?

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat 70-plussers de gelegenheid krijgen om per brief te stemmen. Genoemde leden vragen de regering in haar beantwoording nauwgezet de volledige procedure, inclusief gebruikte termijnen, te schetsen voor het stemmen per briefpost. Welke stap wordt wanneer door gemeente, kiezer, postbezorging en stembureau genomen?

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat de Kiesraad adviseert briefstemmen enkel op aanvraag, en voor alle kiezers, mogelijk te maken. Genoemde leden vinden dit, met oog op de positie van mensen met een kwetsbare gezondheid die jonger zijn dan 70 jaar en mensen met een beperking, een begrijpelijk voorstel, maar hebben vragen over de uitvoerbaarheid van dit systeem op korte termijn. Kan de regering aangeven welke knelpunten er zouden zijn wanneer kiezers van 4 januari tot 15 februari zouden kunnen aangeven gebruik te willen maken van de briefstem? Zou dit bijvoorbeeld niet juist duidelijkheid kunnen geven over het verwachte aantal te verwerken briefstemmen? Of zou kunnen worden aangesloten bij de termijnen die nu gelden voor de briefstemmers vanuit het buitenland?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering aan te geven of en zo ja welke extra veiligheids- en zorgvuldigheidshandelingen vanuit de postbezorging worden getroffen. Zij vinden het van belang dat alles in het werk wordt gesteld om ook stemmen die van zaterdag tot en met dinsdag in de brievenbus worden gedaan, worden meegeteld. Genoemde leden vragen de regering daarom aan te geven of er afspraken worden gemaakt met de postbedrijven over een eenmalig extra leegmoment rondom het weekend. Zo nee, is de regering hiertoe bereid?

De leden vragen de regering om aan te geven waarom de regering niet aansluit bij de argumentatie van de Kiesraad aangaande het bieden van een realistisch alternatief voor mensen om hun stem uit te brengen.

Kan de regering ingaan, zo vragen de leden van de PvdD-fractie, op de mogelijke frauderisico’s voor het briefstemmen? Is, na het besluit om het stembescheiden met twee zendingen te verzenden, nog wel sprake van een wezenlijk risico op fraude? Zo ja welk risico is dat dan?

Kan de regering aangeven in welke mate de fraudegevoeligheid toe zou nemen door het stemmen via brief voor 70+’ers? Kan de regering aangeven in welke mate de fraudegevoeligheid zou toenemen wanneer iedereen in staat zou worden gesteld om per brief te stemmen? Wat veroorzaakt die gevoeligheid en het verschil bij de genoemde methodes?

De aan het woord zijnde leden vragen de regering of er onderzoek bekend is over de mate waarin bij stemmingen via machtigingen gestemd wordt conform de wens van diegene die gemachtigd heeft. Kan de regering de bestaande kennis hierover met de Kamer delen?

3.2. Het proces van briefstemmen voor kiezers die 70 jaar of ouder zijn

De leden van de D66-fractie lezen dat alternatieven voor kiezers van 70 jaar en ouder zoals het stemmen bij volmacht problematisch kunnen zijn. De reden hiervoor is volgens de regering dat «deze kiezers vaak in mindere mate dan andere kiezers op familie of vrienden kunnen terugvallen voor het geven van een volmacht.» Kan de regering toelichten waarop zij dit baseert?

De leden van de PvdA-fractie wijzen erop dat kiezers die per brief mogen stemmen niet verplicht zijn dat te doen. Nu deze kiezers twee zendingen met stembescheiden gaan ontvangen kan wellicht de indruk ontstaan dat briefstemmen de norm is. Hoe gaat de regering duidelijk maken dat briefstemmen niet verplicht is? Acht de regering briefstemmen voor 70-plussers de gewenste manier waarop deze groep gaat stemmen? Zo ja, waarom en hoe gaat de regering dit duidelijk maken? Zo nee, waarom niet?

De leden van de PvdD-fractie vragen de regering aan te geven waarom gesteld wordt dat stemmen via een volmacht problematisch is voor kiezers van 70 jaar en ouder omdat deze in mindere mate kunnen terugvallen op familie en / of vrienden. Op basis van welke gegevens komt de regering tot die conclusie?

De leden van de SGP-fractie vragen een nadere toelichting op de keuze om niet langer een aantal dagen op te nemen als het gaat om de ontvangst van stembescheiden, maar om te bepalen dat deze zo spoedig mogelijk moeten worden ontvangen. Deze leden vragen of door het ontbreken van een concrete norm niet het risico wordt vergroot dat verschillen tussen gemeenten flink kunnen toenemen. Kan de regering bovendien aangeven hoe achteraf bij (vermeende) onregelmatigheden kan worden getoetst of gemeenten zich voldoende van de plicht hebben gekweten om de bescheiden zo spoedig mogelijk te doen toekomen.

3.3. Administreren briefstemmen en stemopneming briefstemmen

De leden van de D66-fractie lezen dat thans niet geregeld is hoeveel leden een briefstembureau telt. De leden achten het voor de gemeenten wenselijk een minimum aantal in de wet te vermelden. Kan de regering een minimum opnemen in het voorstel?

Voorts hebben de leden een opmerking betreffende art. 2b van het wetsvoorstel. De in dit artikel voorgestelde wijziging betreft ogenschijnlijk art. E 4, eerste lid, van de Kieswet, maar dit moet op een vergissing berusten.

De leden van de D66-fractie hebben vernomen dat het gat van de stembus voor de briefstemmen te klein is. Deze leden vragen de regering of dit kan worden bevestigd? Zo ja, wordt dit probleem opgelost?

De voorzitter van het stembureau maakt geen uitkomsten bekend vóór woensdag om 21.00 uur, zo lezen de leden van de 50PLUS-fractie. Aldus wordt voorkomen dat kiezers die hun stem nog moeten uitbrengen, kunnen worden beïnvloed door vroegtijdig bekendgemaakte uitslagen, lezen de leden. Zij vragen zich echter af hoe dan omgegaan wordt met de mogelijk aanwezige burgers, hebben zij geheimhoudingsplicht?

4. Vervroegd stemmen in het stemlokaal

Ook voor het vervroegd stemmen, op maandag en dinsdag voorafgaand aan de verkiezingsdag, geldt voor de leden van de VVD-fractie dat zij hiermee voor deze verkiezingen zullen instemmen, gelet op de covid-19-omstandigheden. Wel willen zij het bij deze twee extra dagen laten, om gemeenten niet te zwaar te belasten.

De leden van de D66-fractie zijn verheugd te lezen dat het vervroegd stemmen uitgevoerd gaat worden. Zij lezen dat het vroegstemmen met name bedoeld is voor kiezers die die als gevolg van onderliggende ziekten extra kwetsbaar zijn voor het coronavirus. De leden zouden zeggen dat deze groep kiezers beter gebaat is bij het stemmen per brief dan op een dag naar de stembus gaan waarop alle kiezers ook naar de stembus mogen gaan. De regering gaat in een voorlichtingscampagne benadrukken voor welke kiezers de stembussen eerder open gaan. Stel dat deze voorlichtingscampagne effectief is, wordt het dan niet alsnog erg druk op 17 maart bij de stembureaus en vormt dit een risico voor de volksgezondheid en werpt dit een drempel op om te kiezen. Graag een reactie van de regering.

De leden van de D66-fractie zijn zoals gezegd verheugd te lezen dat de regering in een korte tijd aan de wensen van de Kamer tegemoet is gekomen en het vroegstemmen mogelijk heeft gemaakt. Ook de gemeenten die het vroegtijdig stemmen mogelijk gaan maken verdienen wat hen betreft alle eer. De leden spreken de verwachting uit dat de regering de gemeenten bijstaat waar dat nodig is. Deelt de regering de mening dat financiële overwegingen niet de beperkende factor mogen zijn bij het inrichten van extra stembureaus op de maandag en dinsdag? Heeft zij signalen van gemeenten dat dit wel het geval is en zo ja, is de regering bereid meer geld ter beschikking te stellen?

De regering stelt voor om dit keer ook op maandag en dinsdag voor de verkiezingswoensdag een beperkt aantal stemlokalen open te stellen. De leden van de GroenLinks-fractie begrijpen de gedachten achter deze vorm van vervroegd stemmen. Zij hebben evenwel nog een aantal vragen hierover aan de regering. Uit het wetsvoorstel en de memorie van toelichting blijkt niet hoe de regering het doel, zo gespreid mogelijk stemmen, wil bereiken als er geen instrumenten zijn om het stemmen daadwerkelijk te kunnen spreiden. Ook de Kiesraad wijst hier in haar advies op. Op de maandag en dinsdag, zo lezen de leden van de fractie van GroenLinks, zullen er maar een beperkt aantal stemlokalen per gemeente geopend zijn. Hoe kan voorkomen worden dat er niet juist op die dagen grote drukte zal ontstaan bij het beperkt aantal stemlokalen dat geopend zal zijn op die dagen? Ook roept de regering mensen op die op de woensdag gaan stemmen op om zo gespreid mogelijk over de dag te gaan stemmen. Dit is uiteraard een verstandige oproep, zo menen de aan het woord zijnde leden, maar wat betekent dit concreet? Een individuele kiezer heeft immers geen zicht op het moment waarop andere kiezers naar het stemlokaal zullen gaan. Graag vernemen deze leden wat de regering en gemeenten concreet gaan doen om het gespreid stemmen – op zowel de woensdag als op de andere twee dagen waarop stemlokalen geopend zijn – te effectueren? Graag ontvangen deze leden ook een onderbouwing van de voorgenomen concrete maatregelen.

De leden van de SP-fractie begrijpen de noodzakelijkheid van vervroegd stemmen. Zij vragen echter of het niet erg onduidelijk is en het extra drukte oplevert als dit maar voor een aantal stembureaus geldt? Waarom wordt er niet gekozen voor het vervroegd openstellen van alle stembureaus? Waarom is gekozen voor deze verhouding die geen recht doet aan grote landelijke gebieden?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering in te gaan op de zorgen van de Kiesraad dat vervroegd stemmen juist kan leiden tot extra drukte op de maandag en dinsdag voorafgaand aan de verkiezingen. Hoe weegt de regering deze zorg? Is het vervroegd stemmen voor mensen met een kwetsbare gezondheid daarmee een daadwerkelijk alternatief, zo vragen genoemde leden.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen wanneer is begonnen tot het opstellen van voorliggende wetgeving met betrekking tot briefstemmen en early voting? Zij merken immers op dat tijds- en uitvoeringsdruk momenteel een beperkende factor lijken te zijn voor het in gelegenheid stellen van mensen met een kwetsbare gezondheid om per brief te stemmen.

Aantal stemlocaties vervroegd stemmen

De leden van de fractie van de SP willen de regering vragen of zij zich vooral willen inzetten om het aantal stemlokalen en een goede spreiding ervan te waarborgen. Zij lezen dat in 51 gemeenten dit vooralsnog niet de bedoeling is. Dat verhoudt zich slecht met de aangenomen motie-Van Raak dat er niet minder maar meer stembureaus moeten komen. Wat onderneemt de regering hiertegen? Ondersteunt het ministerie gemeenten die het aantal locaties niet rond kan krijgen, en zo ja hoe? Heeft de Minister gemeenten actief erop gewezen dat ook stemmen in de buitenlucht, bijvoorbeeld in evenementententen of in drive-through-stemlocaties, mogelijk is? Zo nee, is zij daartoe bereid?

5. Verlenging procedure van uitslagvaststelling

De leden van de GroenLinks-fractie hechten veel waarde aan het zorgvuldig en correct vaststellen van de verkiezingsuitslag. Deze leden hebben hierover nog een aantal specifieke vragen aan de regering. Allereerst vragen zij zich af of het klopt dat de hoofdstembureaus geen extra tijd krijgen om de verkiezingsuitslag uit te rekenen? Klopt het ook dat de hoofdstembureaus hierdoor niet de mogelijkheid hebben om de uitslagen die uit de opstelsoftware naar voren komen na te rekenen en te controleren? Kan de regering dit proces nog eens heel precies toelichten en onderbouwen waarom ervoor gekozen is om de hoofdstembureaus niet extra tijd, bijvoorbeeld 24 uur, te geven om de uitslagen vast te stellen, te controleren en eventueel na te rekenen? Deelt de regering de mening van de leden van de GroenLinks-fractie dat het uitermate belangrijk is dat de controlemechanismen optimaal moeten kunnen worden ingezet en dat, als er bijvoorbeeld 29 lijsten aan de verkiezingen meedoen, het te beperkt is om na het optellen door optelsoftware slechts enkele lijsten steekproefsgewijs te controleren? Zo nee, waarom niet?

Kiezers in het buitenland

De leden van de VVD-fractie vragen de regering nader te motiveren waarom briefstemmen uit het buitenland tot vijf dagen na de verkiezingen kunnen worden ontvangen in Den Haag. Zeker voor Nederland omringende landen bestaat het risico dat kiezers al een voorlopige uitslag van de verkiezingen weten, vooraleer zij hun geldige stem uitbrengen. Daarnaast worden briefstembewijzen reeds op 23 december 2020 verzonden, dus is er voor kiezers in het buitenland ruimschoots voldoende tijd een stem in te leveren. Graag ontvangen zij hierop een reactie.

6. Maatregelen voor organen betrokken bij de uitslagvaststelling en digitale zittingen

De leden van de PvdA-fractie lezen dat er bij de stembureaus iemand komt te staan die moet voorkomen dat er teveel personen tegelijk op de locatie zijn en de bezoekers wijst op het houden van afstand en reinigen van de handen e.d. Welke bevoegdheden anders dan op deze maatregelen wijzen heeft deze persoon? Wat moet er gebeuren als kiezers zich niet aan de desbetreffende aanwijzingen houden?

7. Overige aanpassingen

De leden van de SP-fractie zien in de plannen van de regering nog steeds geen oplossing voor mensen die op de verkiezingsdag zelf wakker worden met verkoudheidsklachten of bijvoorbeeld een kind met koorts hebben. De enige optie is dan een machtigingsstem wat zowel vereist dat er iemand in de omgeving bereid is (met een eventueel besmettingsrisico) de machtiging op te halen waarbij de stemmer ook nog eens een kopie van het identiteitsbewijs moet overhandigen wat bijvoorbeeld niet kan als iemand geen scanner/printer heeft. Deze hobbels zijn wel erg hoog. De leden van de SP-fractie vragen dus nogmaals waarom de regering niet kiest om op z’n minst 1 coronaproof stemlocatie per gemeente in te richten waar mensen met coronaklachten kunnen stemmen. Dat kan bijvoorbeeld in een drive-through-stemlocatie. Zo wordt volgens genoemde leden ook voorkomen dat mensen met lichte klachten toch het risico nemen om naar een regulier stembureau te gaan. Kan de regering nogmaals ingaan op waarom zij hiervoor niet kiest?

8. Administratieve en financiële gevolgen, inwerkingtreding

De leden van de D66-fractie hebben reeds eerder uitgesproken ook vooral te willen leren van deze verkiezingen. Deze leden zijn derhalve benieuwd naar de evaluatie van de verkiezingen. Mocht uit de evaluatie van deze verkiezing blijken dat de regeling goed heeft voldaan dan zou de fractie hier wel graag op terug willen komen in relatie tot volgende verkiezingen, waarbij dan in de eerste plaats moet worden gedacht aan de gemeenteraadsverkiezingen van 2022. Dit geldt vooral bij het punt «early voting». Is de regering bereid om in geval van positieve ervaringen bij de Tweede Kamerverkiezing van maart elementen uit de tijdelijke covid-19 wetgeving als het ware over te hevelen naar «normale» kieswetgeving of desnoods experimenteerwetgeving die dan, bij voorspoedige parlementaire behandeling, mogelijk nog zou kunnen gelden voor de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022? Zo ja, bij welke uitkomst zou de regering dat willen overwegen?

De leden van de ChristenUnie-fractie spreken de verwachting uit de evaluatie van de herindelingsverkiezingen te mogen ontvangen voor de verdere behandeling van voorliggende wet plaatsvindt.

9. Consultatie

De leden van de VVD-fractie lezen dat de regering in gesprek gaat met opiniepeilers en media aangaande exitpolls, daar er nu bij uitzondering ook op maandag en dinsdag voor de verkiezingsdag mogelijkheid is om te stemmen. Zij lezen dat er geen voornemens zijn om regels in de wetgeving te introduceren. Op welke wijze gaat de regering ervoor zorgen dat er geen voorlopige uitkomsten van de verkiezingen gepubliceerd worden, vooraleer de stembureaus op 17 maart om 21.00 uur sluiten, zo vragen zij de regering.

Daarnaast lezen zij dat het Rijk ambtenaren «actief» zal oproepen zich aan te melden als stembureaulid. Wordt er ook gekeken naar andere groepen, zo vragen zij de regering. Zij wijzen daarbij op de onlangs door de leden Smals en Van Gent gestelde schriftelijke vragen over de inzet van studenten bij de werkzaamheden op het stembureau. De leden van de VVD-fractie delen de mening van de regering dat voldoende capaciteit op stemlocaties een punt van zorg is. Zij vragen de regering daarom in te gaan op genoemde suggestie.

De leden van de D66-fractie zijn ruim een maand geleden akkoord gegaan met uitbreiding van het maximum aantal volmachten van twee naar drie. De bezwaren die verbonden zijn aan het stemmen bij volmacht zijn groot en bekend en de leden geven thans de voorkeur aan handhaving van de huidige praktijk. Op termijn zou een verdere beperking van het stemmen bij volmacht overigens voor de fractie bespreekbaar zijn, zeker wanneer positieve ervaring is opgedaan met stemmen per brief en vroegtijdig stemmen. Graag een reactie van de regering op dit punt.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben ook een wat meer principiële zorg. De campagne in Nederland vindt doorgaans plaats in de weken voorafgaand aan de verkiezingsdag en de campagne wordt vaak afgesloten met een slotdebat op de avond voorafgaand aan de verkiezingen. Dit keer bestaat de mogelijkheid dat kiezers al gestemd hebben op het moment dat het slotstuk van de campagne nog gaande is en er ook nog peilingen verschijnen. Dit brengt met zich mee dat dit niet alle kiezers de laatste ontwikkelingen in de campagne en de peilingen kunnen laten meewegen in hun stem. Het zorgt er dus voor dat er sprake zou kunnen zijn van een ongelijk speelveld voor kiezers die op verschillende momenten stemmen. Kan de regering aangeven wat zij concreet gaat doen om de effecten van voornoemde elementen op het verkiezingsproces zo veel mogelijk te beperken? Is de Minister bijvoorbeeld voornemens om met peilingbureaus en politieke partijen? Zo ja, wat is haar inzet voor die gesprekken? En kan de Minister in het kader hiervan ervaringen delen vanuit de Caribische delen van het Koninkrijk aangezien ze daar altijd ervaren dat de stembussen in het Europese deel van het Koninkrijk sluiten en er al exitpolls en uitslagen verschijnen, terwijl de stembussen daar nog een aantal uren open zijn? En wat is het standpunt van de regering ten aanzien van bijvoorbeeld het delen van exitpolls en uitslagen als nog niet alle stembussen gesloten zijn?

De leden van de SP-fractie maken zich ook grote zorgen over beïnvloeding van de verkiezingen terwijl de termijn om te stemmen nog niet voorbij is. Waarom kiest de regering er niet voor om bijvoorbeeld peilingen een paar dagen voor de verkiezingen te verbieden?

De leden van de PvdA-fractie lezen dat de Minister van BZK in gesprek gaat met opiniepeilers en de media om geen exitpolls naar buiten te brengen op de twee dagen dat er vervroegd gestemd mag worden. Dit om te voorkomen dat kiezers die op de eigenlijke verkiezingsdag gaan stemmen door deze polls beïnvloed zouden worden. Acht de regering de kans op een dergelijke beïnvloeding ook mogelijk voor de briefstemmers die nog eerder hun stem mogen uitbrengen? Wat is de stand van zaken van het overleg met de opiniepeilers en de media? Acht de regering, indien geen overeenstemming wordt bereikt, toch nodig om met regels in de wetgeving te komen?

De voorzitter van de commissie, Ziengs

De adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx