Kamerstuk 35526-30

Gewijzigd amendement van het lid Buitenweg c.s. t.v.v. nr. 9 over een instemmingsrecht van de Kamer op ministeriƫle regelingen

Dossier: Tijdelijke bepalingen in verband met maatregelen ter bestrijding van de epidemie van covid-19 voor de langere termijn (Tijdelijke wet maatregelen covid-19)


Nr. 30 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID BUITENWEG C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 9

Ontvangen 2 oktober 2020

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel A, wordt artikel 58c, tweede lid, vervangen door:

  • 2. Een krachtens dit hoofdstuk vastgestelde ministeriële regeling wordt binnen twee dagen nadat zij is vastgesteld aan beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. Zij treedt niet eerder in werking dan een week na deze overlegging. Indien binnen die termijn de Tweede Kamer besluit niet in te stemmen met de regeling, vervalt deze van rechtswege.

  • 3. In afwijking van het tweede lid kan een krachtens dit hoofdstuk vastgestelde ministeriële regeling onverwijld na die vaststelling en de bekendmaking in werking treden, indien sprake is van een zeer dringende omstandigheid waarin ter beperking van gevaar direct moet worden gehandeld. Onze Minister zendt de regeling binnen twee dagen na vaststelling aan beide Kamers der Staten-Generaal, voorzien van een gemotiveerde mededeling waarin de dringende omstandigheid uiteen wordt gezet. De regeling vervalt van rechtswege indien de Tweede Kamer binnen een week na de toezending besluit niet in te stemmen met de regeling.

  • 4. Indien ten minste een derde van het grondwettelijk aantal leden daarom verzoekt, neemt de Tweede Kamer een besluit als bedoeld in het tweede of derde lid.

  • 5. Artikel 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid is niet van toepassing.

II

In artikel I, onderdeel A, artikel 58e, tweede lid, onderdeel b, vervalt «58s, eerste lid, eerste zin, of».

III

Artikel 58s vervalt.

IV

In artikel I, onderdeel A, artikel 58u, vervalt in het eerste en het derde lid telkens «en 58s, eerste lid, eerste zin,».

V

In artikel I, onderdeel D, wordt in artikel 68bis, tweede lid, onderdeel b, «58q, eerste lid, eerste zin, of 58s, eerste lid, eerste zin» vervangen door « of 58q, eerste lid, eerste zin».

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe de in het wetsvoorstel opgenomen lichte voorhangprocedure te vervangen door een procedure waarbij de Tweede Kamer kan besluiten al of niet met ministeriële regelingen in te stemmen. De gekozen volksvertegenwoordiging moet in de positie zijn om maatregelen die het kabinet voornemens is te nemen ter bestrijding van het COVID-19 virus tegen te houden wanneer zij deze ongewenst vindt, of te bevestigen wanneer het zich in deze maatregelen kan vinden. Dat is passend in een democratische rechtsstaat, en is van belang voor het draagvlak voor maatregelen.

Het amendement voorziet er ook in dat het kabinet kan handelen in zeer dringende omstandigheden. Over de keuze om maatregelen direct in te laten gaan moet het kabinet zich verantwoorden bij de Tweede Kamer. Deze kan binnen een week besluiten om de maatregelen terug te draaien wanneer het dit wenst.

De besluiten in de Tweede Kamer worden genomen bij meerderheid van stemmen, maar een derde van het grondwettelijk aantal leden, 50 Kamerleden, volstaan om de Tweede Kamer over te laten gaan tot stemming over zo’n besluit.

Voorts schrapt dit amendement de vangnetbepaling.

Buitenweg Kuiken Van Dam Veldman Groothuizen Van der Graaf Van der Staaij Van Brenk