Kamerstuk 35300-XIV-69

Reactie op verzoek commissie om een overzicht van de verschillende middelen voor landbouw

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2020

Gepubliceerd: 20 februari 2020
Indiener(s): Carola Schouten (viceminister-president , minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35300-XIV-69.html
ID: 35300-XIV-69

Nr. 69 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 februari 2020

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft verzocht om een overzicht te geven van de verschillende middelen die in de afgelopen drie jaar beschikbaar zijn gesteld voor de landbouw.

De begroting van landbouw is bij het aantreden van het kabinet ontstaan uit de opsplitsing van de begroting van het voormalige Ministerie van Economische Zaken (Kamerstuk 34 960 XIII). Daartoe is de begroting van 2018 ingedeeld in twee begrotingsstaten, één voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en één voor Economische Zaken en Klimaat (EZK) (Kamerstuk 34 775 XIII). Vanaf 2019 heeft LNV een eigen begroting (Kamerstuk 35 000 XIV).

In het regeerakkoord (2017) staat weergegeven welke beleidsmiddelen het kabinet aanvullend op de oorspronkelijke budgetten ten tijde van de splitsing beschikbaar heeft gesteld voor de landbouw (Kamerstuk 34 700, nr. 34):

  • 1. Voor de warme sanering van de varkenshouderij is € 200 miljoen beschikbaar (Kamerstuk 28 973, nrs. 200, 206, 213 en 221). Hiervan is € 120 miljoen voor de saneringsregeling bestemd, € 60 miljoen voor de regeling brongerichte verduurzaming stallen en € 12 miljoen voor uitvoeringskosten van beide regelingen. Daarnaast is uit deze enveloppe € 8 miljoen beschikbaar voor flankerende maatregelen in het kader van de Wet verbod pelsdierhouderij.

  • 2. Er is € 75 miljoen beschikbaar gekomen voor bedrijfsopvolging agrarische sector (Kamerstuk 35 000 XIV, nrs. 70 en 99).

  • 3. Voor de uitvoering van het 6e actieprogramma nitraatrichtlijn is € 60 miljoen beschikbaar gekomen (Kamerstuk 27 625, nr. 422).

  • 4. Voor toegepast onderzoek is een oplopend bedrag beschikbaar, € 25 miljoen structureel per jaar vanaf 2020 (Kamerstukken 33 009 en 32 637, nr. 63).

Het kabinet heeft na het regeerakkoord de volgende aanvullende beleidsmiddelen voor landbouw gereserveerd. Deze middelen zijn grotendeels aan de begroting van het Ministerie van LNV toegevoegd (Kamerstuk 35 300 XIV, nr. 2). Hieronder zijn de beschikbare middelen puntsgewijs weergegeven:

  • 1. Vooruitlopend op het klimaatakkoord zijn in 2018 en 2019 uit de klimaatenveloppe van het regeerakkoord van € 300 miljoen middelen beschikbaar gesteld voor maatregelen die in de desbetreffende jaren op korte termijn tot CO2-reductie konden leiden. Uit de tranche 2018 heeft LNV € 44 miljoen ontvangen en uit de tranche 2019 € 32 miljoen (Kamerstuk 34 901, nr. 2 en Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 6).

  • 2. In 2019 zijn in opvolging van het Urgenda-vonnis extra klimaatmaatregelen getroffen die op korte termijn tot CO2-reductie konden leiden. In dit kader is € 16 miljoen aan de regeling Energie-efficiëntie glastuinbouw toegevoegd en is een aanvullend budget van € 60 miljoen beschikbaar gesteld voor de hierboven genoemde warme sanering van de varkenshouderij (Kamerstuk 35 237, nr. 2). Omdat de saneringsregeling varkenshouderij naast een bijdrage aan de klimaatopgave ook bijdraagt aan de verlaging van de stikstofdepositie, zijn de aanvullende Urgenda-middelen (€ 60 miljoen) ook vermeld in de brief van november 2019 (Kamerstuk 35 334, nr. 1). Met de aanvullende middelen voor de saneringsregeling komen meer varkenshouders in aanmerking voor subsidie. Na afloop van de openstellingstermijn op 15 januari 2020 is gebleken dat zich 502 varkenshouders hebben aangemeld. In de brief van 7 februari 2020 (Kamerstuk 35 334, nr. 44) heeft het kabinet aangekondigd de ontvangen aanvragen van deelnemers die aan de eisen voldoen, te willen honoreren en de extra kosten bij Voorjaarsnota in te passen.

  • 3. In 2019 is het Klimaatakkoord gesloten waarvoor, aanvullend op de tranche 2018 en 2019 en de Urgenda-middelen, in totaal € 970 miljoen beschikbaar is gekomen voor de periode 2020 t/m 2030.

  • 4. In februari 2020 heeft het kabinet middelen beschikbaar gesteld voor het gericht opkopen van boeren die willen stoppen. Deze komen uit het Klimaatakkoord (€ 100 miljoen) en worden aangevuld uit de begrotingsreserve stikstof (€ 250 miljoen) (Kamerstuk 35 334, nr. 44). Daarnaast heeft het kabinet middelen beschikbaar gesteld voor een netwerk van proefbedrijven in de melkveehouderij voor onderzoek, kennisdeling om de uitstoot van methaan en ammoniak te verminderen en brongerichte verduurzaming van stallen. Deze middelen zijn afkomstig uit het Klimaatakkoord. Tezamen met de middelen voor verduurzaming van stallen uit de envelop sanering varkenshouderij van het regeerakkoord (€ 60 miljoen) is voor stallen in de periode 2020–2030 € 172 miljoen beschikbaar.

In de brief van 13 november 2019 heeft het kabinet tijdelijke wetgeving aangekondigd voor projecten die zorgen dat de veiligheid van onze (vaar)wegen en de waterveiligheid worden gegarandeerd (Kamerstuk 35 334, nr. 1). Nadelige effecten op de natuur van dergelijke projecten voor nationale wegen- en waterveiligheid zouden worden gecompenseerd. In de aan uw Kamer verzonden brief «Voortgang stikstofproblematiek, maatregelen natuur» geeft het kabinet met de instelling van een wettelijk te verankeren natuurbank invulling aan dit voornemen (Kamerstuk 35 334, nr. 48). De reservering van € 250 miljoen voor natuurherstel en -verbetering wordt voor 50% aangewend in het kader van de natuurbank en voor 50% in het kader van een regeling voor terreinbeherende organisaties voor het nemen van gerichte maatregelen voor natuurherstel en -verbetering ter vermindering van de stikstofgevoeligheid van de natuur.

Voor een specificatie van bovenstaande beleidsmiddelen die op de vastgestelde begroting van LNV van 2020 staan, verwijs ik u naar de bijlage1. Voor de beleidsmiddelen die nog op de aanvullende post van Financiën staan en bij een volgend begrotingsmoment naar de begroting van LNV worden overgeheveld, verwijs ik u naar de begroting 2020, tabel pagina 15 en 16 (Kamerstuk 35 300 XIV, nr. 2).

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten