Kamerstuk 34588-87

Beleidsreactie op de vierde voortgangsrapportage van de CTIVD over de implementatie van de Wiv 2017

Dossier: Regels met betrekking tot de inlichtingen- en veiligheidsdiensten alsmede wijziging van enkele wetten (Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..)

Gepubliceerd: 8 september 2020
Indiener(s): Ank Bijleveld (minister defensie) (CDA)
Onderwerpen: openbare orde en veiligheid organisatie en beleid recht staatsrecht terrorisme
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34588-87.html
ID: 34588-87

Nr. 87 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 september 2020

Met deze brief bieden wij u de vierde en laatste voortgangsrapportage aan van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) over de implementatie van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017)1. Hiermee sluit de CTIVD een rapportagecyclus af die zij startte met de inwerkingtreding van de wet op 1 mei 2018.

Het is een uitdrukkelijke wens van uw Kamer geweest dat de CTIVD versneld toezicht zou houden op de invoering en naleving van de Wiv 2017 door de AIVD en de MIVD. Wij hebben deze wens gesteund. Wij zijn de CTIVD erkentelijk voor het inzicht dat zij geeft in deze en eerdere voortgangsrapportages in de implementatie van de Wiv 2017. De rapportages dragen bij aan de kwaliteit van de uitvoering van een aantal belangrijke waarborgen die in de Wiv 2017 zijn opgenomen voor de rechtsbescherming van de burger.

Wij constateren met de CTIVD dat de diensten de afgelopen twee jaar hard hebben gewerkt en dat zij een goede koers hebben ingezet. De risico’s die de CTIVD kort na de inwerkingtreding van de wet heeft onderkend worden hierdoor grotendeels ondervangen. Op het gebied van de zorgplicht hebben de diensten de risico’s op onrechtmatigheden weten te reduceren tot (bijna) nul. Een aantal risico’s op de gebieden van de verplichting tot datareductie en onderzoeksopdracht gerichte interceptie is teruggebracht tot «beperkt». Wij wijzen tevens op het oordeel van de CTIVD dat, hoewel de vertaalslag naar de praktijk aandacht behoeft, vanuit een systeembenadering de AIVD en de MIVD nu in voldoende mate voorbereid zijn op de bulkinterceptie op de kabel.

De CTIVD ziet echter ook nog op punten gemiddelde risico’s op onrechtmatigheden. De gemiddelde risico’s betreffen resterende delen van de plicht tot datareductie, onderzoeksopdracht gerichte interceptie en de geautomatiseerde data-analyse (GDA). Daarnaast constateert de CTIVD dat nog één hoog risico bestaat. Dit betreft de wijze waarop onomkeerbare vernietiging plaatsvindt op het systeem van de MIVD. Bij de voorgaande voortgangsrapportage van de CTIVD heeft het kabinet uw Kamer al bericht dat om te kunnen blijven voldoen aan de wettelijke vereisten, fundamentele aanpassingen aan het technisch gegevensbeheer nodig zijn. Deze aanpassingen zijn niet eenvoudig of snel te realiseren. Zoals de CTIVD ook benoemt, hebben de AIVD en de MIVD de koers ingezet naar een gezamenlijke datahuishouding bestaande uit een gezamenlijk dataplatform op een voor beide diensten toegankelijk IT-landschap.

Ten aanzien van de relevantiebeoordeling van bulkdatasets het volgende. Het oordeel van de CTIVD dat de relevantiebeoordeling onrechtmatig is uitgevoerd deel ik niet. Het is daarom goed dat de evaluatiecommissie dit onderwerp betrekt bij de evaluatie van de Wiv 2017. De CTIVD benoemt ook dat onder meer dit onderwerp aan de orde zou moeten komen in de evaluatie. De wetsevaluatie wordt nu uitgevoerd door de onafhankelijke commissie Jones-Bos. Wij verwachten de rapportage van deze commissie eind dit jaar.

Tot slot zijn wij het met de CTIVD eens dat – achteraf beschouwd – bij de totstandkoming van de Wiv 2017 de gevolgen van de implementatie voor de diensten nog meer aandacht had moeten krijgen. Wij hebben dit eerder ook al bericht aan uw Kamer. Wij benadrukken met de CTIVD de noodzaak voor de diensten om bij een nieuwe wetswijziging een uitvoeringstoets te doen om daarmee de gevolgen van de implementatie van de wetswijzigingen te bepalen.

De diensten hebben belangrijke stappen gezet, maar het werk is nog niet af. De zorgvuldige implementatie van de wet blijft onverkort de inzet van de diensten. De diensten blijven de CTIVD hierover informeren.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten