Kamerstuk 34588-79

Informatie over het toestemmingsregime en de mate van vrijwilligheid bij het verkrijgen van informatie door de AIVD via een informant die deze informatie (mogelijk) zelf onrechtmatig heeft verkregen

Dossier: Regels met betrekking tot de inlichtingen- en veiligheidsdiensten alsmede wijziging van enkele wetten (Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..)

Gepubliceerd: 29 november 2018
Indiener(s): Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen: openbare orde en veiligheid organisatie en beleid recht staatsrecht terrorisme
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34588-79.html
ID: 34588-79

Nr. 79 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 november 2018

Met deze brief geef ik invulling aan mijn toezegging aan het lid van uw Kamer, mevrouw Buitenweg (GroenLinks), gedaan bij het Algemeen Overleg IVD-aangelegenheden van 3 oktober jl. (Kamerstuk 29 924, nr. 171) om uw Kamer per brief te berichten over het toestemmingsregime en de mate van vrijwilligheid bij het verkrijgen van informatie door de AIVD via een informant die deze informatie (mogelijk) zelf onrechtmatig heeft verkregen.

Op grond van artikel 39 van de Wiv2017 zijn de diensten bevoegd om zich bij de uitvoering van hun taak, dan wel ter ondersteuning van een goede taakuitvoering, voor het verzamelen van gegevens te wenden tot bestuursorganen, ambtenaren en voorts een ieder die geacht wordt de benodigde gegevens te kunnen verstrekken. Het betreft hier de zogeheten informantenregeling zoals die ook reeds in artikel 17 van de Wiv2002 was opgenomen. De diensten vragen een informant uitsluitend naar informatie waarover hij al beschikt c.q. kan beschikken en de informant verleent zijn medewerking op vrijwillige basis. Een inschatting of de aanbieder (en de aangeboden informatie) betrouwbaar is wordt hierbij gemaakt.

De inzet van informanten betreft een algemene bevoegdheid van de diensten, zij kunnen bij alle taken worden ingezet. Voor de inzet van de informantenregeling van artikel 39 Wiv 2017 geldt wettelijk geen specifiek toestemmingsvereiste. Op grond van beleid van de AIVD moet intern toestemming worden gevraagd, waarbij de toestemming bij bijzondere categorieën op het niveau van het hoofd van de dienst of de Minister moet worden gegeven.

De CTIVD heeft bevestigd in rapport 55 (Kamerstuk 29 924, nr. 155) dat het inherent aan de informantenregeling is dat de diensten daarbij ook niet-openbare gegevens kunnen verzamelen.1 Het kan daarbij ook gaan om de verwerving van gegevens die de informant mogelijk onrechtmatig heeft verkregen. Ook in dit geval blijft verstrekking door de informant, net als in alle andere gevallen, volledig op basis van vrijwilligheid. Het toepassen van druk op een informant om bepaalde informatie te verstrekken is nooit toegestaan.

Voor het bevragen van informanten en het langs die weg verkrijgen van informatie geldt, dat voldaan moet worden aan de eisen van proportionaliteit, subsidiariteit en noodzakelijkheid, zoals neergelegd in artikel 26 van de Wiv2017. Dat betekent in de praktijk dat een volledige weging wordt gemaakt op basis van deze criteria.

In het geval dat een informant -zoals altijd uit zichzelf- bulkdatasets aanbiedt geldt additioneel bovenwettelijk beleid van de AIVD voor het verwerven en verwerken van bulkdatasets. AIVD-medewerkers krijgen niet zomaar toegang tot bulkdatasets waar persoonsgegevens in voorkomen. Zij moeten hier een aparte aanvraag voor doen en motiveren waarom ze die gegevens nodig hebben voor hun taakuitvoering. Voor de verwerving van bulkdatasets met persoonsgegevens is toestemming van het hoofd van de AIVD vereist. Indien de aard van de gegevens en/of mate van inbreuk op de privacy daartoe noodzaken, is toestemming van de Minister vereist.

De inzet van informanten door de dienst wordt met bovengenoemde waarborgen adequaat ingevuld.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren