Kamerstuk 34588-13

Amendement van het lid Verhoeven over de medewerkingsplicht bij ontsleuteling van communicatie

Dossier: Regels met betrekking tot de inlichtingen- en veiligheidsdiensten alsmede wijziging van enkele wetten (Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..)


82,0 %
18,0 %

SGP

PVV

GrBvK

VVD

50PLUS

Klein

CU

GrKÖ

D66

SP

Monasch

Van Vliet

GL

PvdA

CDA

Houwers

PvdD


Nr. 13 AMENDEMENT VAN HET LID VERHOEVEN

Ontvangen 21 december 2016

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Aan artikel 57, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: Een opdracht ziet niet op het inbouwen van het afzwakken van de encryptie van de systemen of op het inbouwen van toegang tot de systemen om ontsleutelde gegevens te verkrijgen.

Toelichting

In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel wordt in paragraaf 3.3.4.4.7.7 verduidelijkt dat de medewerkingsplicht bij ontsleuteling van communicatie niet ziet op enige verplichting voor aanbieders van communicatiediensten om de encryptie die zij toepassen in hun systemen te verzwakken. Evenmin leidt deze medewerkingsplicht ertoe dat de diensten een bevoegdheid zouden hebben tot het (doen) inbouwen van achterdeuren in systemen om op die manier toegang te verkrijgen tot ontsleutelde gegevens. Ook kan een opdracht niet leiden tot een verplichting tot het omzeilen van encryptie. Dit amendement legt deze beperkingen aan de opdracht tot (verplichte) medewerking vast in de wet. Op deze manier wordt de waarborg expliciet gemaakt en krijgt de CTIVD een beter handvat voor toezicht.

Verhoeven