Kamerstuk 34578-16

Gewijzigd amendement van het lid Pieter Heerma c.s. ter vervanging van nr. 9 over het invoeren van een evaluatiebepaling

Dossier: Wijziging van Participatiewet en enkele andere wetten in verband met het verplichten van beschut werk en met betrekking tot het quotum van arbeidsbeperkten en het openstellen van de Praktijkroute

Gepubliceerd: 25 november 2016
Indiener(s): Carola Schouten (CU), Enneüs Heerma (CDA), Sadet Karabulut (SP)
Onderwerpen: organisatie en beleid sociale zekerheid werk
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34578-16.html
ID: 34578-16
Origineel: 34578-9

100,0 %
0,0 %

CDA

PVV

Houwers

50PLUS

PvdA

CU

SP

GL

GrKÖ

Klein

Van Vliet

VVD

SGP

D66

PvdD

Monasch

GrBvK


Nr. 16 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID PIETER HEERMA C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 9

Ontvangen 25 november 2016

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Na artikel IVA wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IVB. EVALUATIE

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt in 2019 aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Toelichting

Met dit amendement stellen de indieners voor om de maatregelen in deze wet over ruim twee jaar te evalueren, om de toegevoegde waarde en effectiviteit ervan op dat moment te kunnen beoordelen. De evaluatie van de verplichting voor gemeenten om beschut werk te realiseren richt zich in ieder geval op de volgende aspecten:

  • Het aantal gerealiseerde plekken beschut werk in verhouding tot het aantal personen met een advies voor beschut werk, inclusief de gemiddelde wachttijd per gemeente tussen het advies, de vaststelling door het college en het krijgen van een plek, en een analyse van deze gegevens;

  • De evenredigheid van de verdeling van plekken voor beschut werk tussen de groep die via het college een advies beschut werk krijgt en de groep die zelf een advies beschut werk aanvraagt;

  • De mate waarin gemeenten beleidsvrijheid ervaren bij het realiseren van dienstverbanden voor mensen met beschut werk en de belangrijkste verschillen tussen gemeenten;

  • De mate waarin gemeenten afwijken van het jaarlijks per gemeente in de ministeriële regeling opgenomen aantal beschutwerkplekken en de oorzaken daarvoor;

  • De wijze waarop gemeenten beschut werk hebben gerealiseerd, de verdeling van beschut werk over (voormalig) SW-bedrijven, andere gemeentelijke stichtingen en reguliere werkgevers en een analyse van de eventuele struikelblokken bij het realiseren van beschutte werkplekken bij reguliere werkgevers;

  • De toereikendheid van de financiering van beschut werk;

  • De ervaringen van gemeenten met deze wet, waarbij in het bijzonder wordt gekeken naar knelpunten en wensen die gemeenten rondom beschut werk en de doelgroep beschut werk signaleren in de uitvoeringspraktijk.

De evaluatie van de praktijkroute richt zich in ieder geval op de toename en de samenstelling van de doelgroep banenafspraak.

Pieter Heerma Schouten Karabulut