Kamerstuk 33841-148

Nader gewijzigd amendement van het lid Keijzer ter vervanging van nr. 57 waarmee de regels voor algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen gelijk worden getrokken en over toepassing van een anticumulatiebepaling op vorderingen krachtens deze wet en de AWBZ door het CAK.

Dossier: Regels inzake de gemeentelijke ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang (Wet maatschappelijke ondersteuning 2015)

Gepubliceerd: 24 april 2014
Indiener(s): Mona Keijzer (CDA)
Onderwerpen: bestuur gemeenten organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33841-148.html
ID: 33841-148
Origineel: 33841-57

20,7 %
79,3 %

CU

GrBvK

SP

CDA

VVD

50PLUS

PvdA

PVV

GL

PvdD

D66

SGP

Van Vliet


Nr. 148 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID KEIJZER TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 57

Ontvangen 24 april 2014

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel 2.1.4 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het tweede, derde, vierde, zesde en zevende lid wordt «maatwerkvoorziening» telkens vervangen door: voorziening.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 8. Indien vorderingen op een persoon, diens echtgenoot of diens minderjarige kind krachtens deze wet of krachtens de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gesteld maximum overschrijden, vermindert het CAK deze vorderingen met het bedrag dat het gestelde maximum overschrijdt. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de vaststelling van het maximum en de wijze van vermindering.

Toelichting

Dit amendement regelt verschillende zaken. Ten eerste worden de regels die op grond van artikel 2, tweede lid, onderdeel b, bij gemeentelijke verordening voor algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen kunnen worden gesteld, gelijk getrokken. Dit gebeurt door «maatwerkvoorzieningen» steeds te vervangen door «voorzieningen», waaronder zowel maatwerkvoorzieningen als algemene voorzieningen worden begrepen. Hiermee wordt bereikt dat ook bij de vaststelling van de eigen bijdrage voor algemene voorzieningen rekening kan worden gehouden met het eigen vermogen en inkomen van de cliënt. In het wetsvoorstel is dit niet het geval en beslist de aanbieder van de algemene voorziening zelf over de hoogte van de eigen bijdrage, los van de achtergrond van de cliënt.

Ten tweede worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur (amvb) niet meer alleen regels gesteld over o.a. de hoogte en manier van invordering voor maatwerkvoorzieningen, maar ook voor algemene voorzieningen. Deze amvb wordt voorgehangen aan de Kamer.

Ten derde past het CAK een anticumulatiebepaling toe op vorderingen krachtens deze wet en de AWBZ (in de toekomst de Wlz). Deze anticumulatiebepaling ziet niet alleen op vorderingen op een individueel persoon, maar tevens op vorderingen op diens echtgenoot en minderjarige kinderen. Wanneer deze vorderingen een bij amvb vastgesteld maximum overschrijden, worden zij verminderd met het bedrag dat boven het vastgestelde maximum uitkomt. Bij amvb worden hieromtrent nadere regels gesteld. Vanwege de technische aard van deze nadere regels verdient het de voorkeur de normering van de verrekening in lagere regelgeving op te nemen.

Keijzer