Gepubliceerd: 26 juli 2018
Indiener(s): Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA)
Onderwerpen: arbeidsvoorwaarden bestuur organisatie en beleid werk
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32550-63.html
ID: 32550-63

Nr. 63 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juli 2018

Op 27 juni jl. heb ik uw Kamer per brief1 geïnformeerd over mijn standpunt met betrekking tot de positie van brandweervrijwilligers tegen de achtergrond van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra). Naar aanleiding van mijn brief verzocht de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid mij op 5 juli jl. om een nadere uitwerking van de positie van het personeel van de veiligheidsregio’s.

Sinds de invoering van de Wet veiligheidsregio’s op 1 oktober 2010 zijn de besturen van de veiligheidsregio’s verantwoordelijk voor de organisatie en uitvoering van de taken van de veiligheidsregio. De besturen van de veiligheidsregio’s zijn als werkgever verantwoordelijk voor het personeel dat in dienst is van de veiligheidsregio. In mijn brief van 27 juni jl. heb ik aangegeven dat de situatie binnen de veiligheidsregio’s uitermate complex is, onder meer vanwege de verscheidenheid aan groepen medewerkers en de verschillende arbeidsvoorwaarden die voor hen gelden. Gelet hierop vraagt een zorgvuldige voorbereiding van de overgang naar het private arbeidsrecht meer tijd. De situatie wordt momenteel nader onderzocht, zodat ik nu geen nadere uitwerking van de rechtspositie kan geven.

Binnen de geschetste complexiteit is onlangs naar voren gekomen dat er een extra toets op de rechtspositie van de brandweervrijwilligers noodzakelijk is. Vanuit mijn verantwoordelijkheid voor het stelsel van veiligheidsregio’s heb ik samen met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Brandweerkamer van de VNG verzocht om een nader onderzoek uit te voeren. Wij zijn in afwachting van de resultaten van dit onderzoek die dit najaar worden verwacht.

Ik hecht grote waarde aan de inzet van vrijwilligers. De brandweerzorg in Nederland is in grote mate van hen afhankelijk. Ik zal de voortgang blijven monitoren op dit dossier en ik ben in gesprek met de betrokken partijen. Zo heb ik op 5 juni jl. over de positie van de brandweervrijwilliger tegen de achtergrond van de Wnra gesproken met de bestuurlijk portefeuillehouder brandweer van het Veiligheidsberaad en vertegenwoordigers van de Brandweerkamer, de Raad van Brandweercommandanten, de vakbonden en de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers (VBV). Vervolgens heeft op 5 juli jl. op mijn ministerie ambtelijk overleg plaatsgevonden met vertegenwoordigers van die verbanden. Daarbij is kennis uitgewisseld en gesproken over de gewenste aanvullende informatie die nodig is voor de nadere uitwerking van het vraagstuk.

Ik verwacht uw Kamer over de nadere uitwerking van dit dossier in het najaar van 2018 te kunnen informeren.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus