Kamerstuk 32369-13

Stand van zaken m.b.t. verbod pelsdierhouderij en de aangehouden motie 32 500 XIII, nr. 90

Dossier: Voorstel van wet van de leden Van Gerven en Dijsselbloem tot wijziging van de Wet verbod pelsdierhouderij


Nr. 13 BRIEF VAN DE LEDEN VAN GERVEN EN DIJSSELBLOEM

Aan de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Den Haag, 16 december 2010

Hierbij voldoen wij aan uw verzoek over een stand van zaken brief over ons initiatiefwetsvoorstel inzake een verbod op de pelsdierhouderij (kamerstuk 32 369) en de aangehouden motie (Kamerstuk 32 500 XIII, nr. 90).

Zoals u bekend zijn de initiatiefwetten nog in behandeling bij de Eerste Kamer.

Op zeer korte termijn zullen wij een nadere brief aan de Eerste Kamer zenden inzake onze visie op flankerend beleid voor de pelsdierhouderij. In deze brief zullen wij een ook een tweede novelle aankondigen teneinde dit flankerend beleid wettelijk te verankeren.

De brief zal ook in afschrift aan de Tweede Kamer worden verzonden.

Het ligt in de bedoeling van de initiatiefnemers om deze novelle met de nodige spoed te realiseren waarbij wij natuurlijk wel gebonden zijn aan het wettelijk traject dat daarvoor moet worden doorlopen.

In de Tweede Kamer der Staten-Generaal is vandaag gestemd over het amendement Van Gerven-Dijsselbloem (32 500 XIV, nr. 22) ter financiering van het flankerend beleid. De PVV-fractie heeft ons laten weten per abuis tegen dit amendement te hebben gestemd. Bij de eerstvolgende begrotingswijziging zal het amendement opnieuw worden ingediend, zodat er ook een financiële dekking is voor flankerend beleid zoals zal worden vervat in de nieuwe novelle. Een en ander heeft geen invloed op de voortgang van de novelle.

Tot slot met betrekking tot de aangehouden motie. Deze blijft vooralsnog aangehouden.

De initiatiefnemers,

Van Gerven

Dijsselbloem