32 277
Kleine wijzigingen en reparaties in diverse wetten op het terrein van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld 1 februari 2010

De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Het verslag behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng is geleverd.

Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig en afdoende zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave blz.

1. Algemeen 1

2. Artikelsgewijs 2

1. Algemeen

De leden van de CDA-fractie nemen met instemming kennis van het wetsvoorstel. Een wetsvoorstel dat als doel heeft geen extra administratieve of financiële lasten voor burgers, bedrijven of overheden te creëren verdient de instemming van de leden. Zij vinden het bovendien een goede zaak dat een verplicht kostenverhaal, waarbij het opmaken van de rekening meestal duurder is dan de feitelijke activiteiten wordt vervangen door de mogelijkheid tot maatwerk middels een AMvB.

Gezien het nut en de noodzaak van de voorgestelde wijzigingen hebben de leden van de PvdA-fractie met instemming kennis genomen van het wetsvoorstel.

De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de kleine wijzigingen in het wetsvoorstel. De leden hebben nog enkele opmerkingen en vragen.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Graag willen zij de regering nog een vraag stellen over de regeling van warmte-koude-opslag op grond van de Wet bodembescherming.

2. Artikelsgewijs

De leden van de CDA-fractie hebben enkele opmerkingen aangaande de inhoudelijke wijziging betreffende het vergroten van maatwerk. De leden herkennen en erkennen de behoefte bij gemeenten, vooral in stedelijk gebied, om meer grip te hebben op de voorwaarden met betrekking tot de bestemming van de ondergrond. Het wordt steeds drukker en dan moeten zaken lokaal op elkaar afgestemd kunnen worden. Duidelijk moet echter blijven dat gemeenten niet zomaar naar eigen inzicht beschermingsregimes kunnen verzwaren door eigen regels te gaan invoeren. In een betreffende AMvB, waarvan de leden van de CDA-fractie er vanuit gaan dat die met voorhang aan de Kamer wordt toegezonden, zal dus helder moeten worden uiteengezet welke redenen voor gebiedsaanwijzing mogen worden aangevoerd en welke belangen men daarmee beoogt te beschermen! Zal er bij toepassing van deze mogelijkheid enkel sprake zijn van goede uitvoering of bestaat toch het risico dat gemeenten eigen extra verzwarende voorwaarden gaan opleggen? Kunnen gemeenten straks daadwerkelijk sturing kunnen geven aan een regeling voor warmte-koude-opslag? Als er straks sprake is van buren die beiden warmte-koude-opslag onder hun huis willen, wie regelt dan dat de twee systemen elkaar niet in de weg zitten?

Voor het overige betreffen het technische verbeteringen van onderliggende wetgeving. De leden van de CDA-fractie hebben hierover geen aanvullende opmerkingen.

De leden van de SP-fractie constateren dat de voorliggende wijzigingen onder andere kleine aanpassingen betreffen om de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Crisis en Herstelwet in de diverse wetten te verankeren. De leden hebben tegen beide wetten gestemd. Dat de wetten ook daadwerkelijk in de praktijk tot uitvoering worden gebracht moet nog maar worden bezien. Er is veel kritiek op de wetten en de uitvoerbaarheid is in ieder geval voor wat betreft de Wabo niet eenvoudig blijkens het meermalen uitstellen ervan. Mocht het uiteindelijk toch zo ver komen dat beide wetten operationeel worden dan moeten die uiteraard wel zorgvuldig in de diverse wetten doorwerking hebben.

Kan de regering nog eens het tijdpad van invoering schetsen van de onderhavige wetten, ook in relatie tot de praktijk van al het uitstel? Zijn in dat licht al die overgangsregelingen wel nodig?

Onder artikel V onderdelen E tot en met J wordt de AMvB met producten die vallen onder de eco-designrichtlijn vervangen door de Europese verordening. De leden van de SP-fractie willen wat dit betreft geen afzwakking van de lijst producten die de huidige AMvB biedt. Is de verordening een uitputtender lijst producten?

Ten aanzien van artikel IX horen de leden van de SP-fractie ook graag een nadere duiding van de noodzaak voor een AMvB die voor kruimelgevallen een uitzonderingen maakt op het grondexploitatieplan? Kan de regering een nadere duiding geven van het begrip kruimelgeval? Is dit een financiële of een ruimtelijke afbakening? Waarop is deze grens gebaseerd? Is onderzoek gedaan naar in welk percentage van bestemmingsplannen sprake is van kruimelgevallen? Deelt u de mening dat weinig grond niet direct weinig geld betekent?

De leden van de SP-fractie zien ook het gevaar van knippen in de plannen. Hoe voorkomt de regering dat projectontwikkelaars door slim opdelen van een groter project onder het exploitatieplan uitkomen? Onderkent de regering dat het exploitatieplan ook een mogelijkheid biedt voor de gemeenteraden om grip te houden op de onderhandelingen die de gemeente voert over de inrichting van hun stad met onder andere de projectontwikkelaars.

De leden van de VVD-fractie constateren dat gesteld wordt dat het wenselijk is dat niet alleen provincies maar ook gemeenten bij verordening gebieden kunnen aanwijzen, waar een bijzonder beschermingsregime geldt. Daartoe zal een AMvB worden opgesteld. Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie meer inzicht in de inhoud van die AMvB. Wat zal de beleidsvrijheid van de gemeenten worden bij het aanwijzen van gebieden? Hoe wordt de samenhang in de desbetreffende regio in de gaten gehouden? Wat zal de rol van de provincie in dezen zijn?

De voorzitter van de commissie

Koopmans

De adjunct-griffier van de commissie

Lemaier


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Poppe (SP), Van Gent (GL), Van der Staaij (SGP), Snijder-Hazelhoff (VVD), ondervoorzitter, Depla (PvdA), Van Bochove (CDA), Van der Ham (D66), Koopmans (CDA), voorzitter, Mastwijk (CDA), Spies (CDA), Van Velzen (SP), Vietsch (CDA), Aptroot (VVD), Boelhouwer (PvdA), Samsom (PvdA), Roefs (PvdA), Van der Burg (VVD), Neppérus (VVD), Van Leeuwen (SP), Ouwehand (PvdD), Jansen (SP), Bilder (CDA), Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU), Linhard (PvdA) en De Mos (PVV).

Plv. leden: Polderman (SP), Vendrik (GL), Van der Vlies (SGP), Remkes (VVD), Jacobi (PvdA), Pieper (CDA), Koşer Kaya (D66), Koppejan (CDA), Schermers (CDA), Ormel (CDA), Leijten (SP), Schreijer-Pierik (CDA), De Krom (VVD), Waalkens (PvdA), Vermeij (PvdA), Vos (PvdA), Elias (VVD), Zijlstra (VVD), Langkamp (SP), Thieme (PvdD), Gerkens (SP), Algra (CDA), Ortega-Martijn (CU), Smeets (PvdA) en Agema (PVV).